96
Veiligheid
Universele, ISOFIX- en i-Size-kinderzitjes plaatsen
In overeenstemming met de Europese regelgeving toont dit overzicht de mo\
gelijkheden voor het bevestigen van universeel goedgekeurde kinderzitjes (a) met de
veiligheidsgordel en van de grootste ISOFIX- en i-Size-kinderzitjes op plaatsen in de auto die zijn voorzien van ISOFIX-verankeringspunten.
Stoelnummer
Voorstoelen (d) Achterbank
(d)
1 3456
3 1456
Airbag vóór aan passagierszijde Uitgeschakeld "OFF"
(b) Ingeschakeld "ON"
(c)
Plaats geschikt voor een universeel (a)
kinderzitje nee
ja (f) (i) ja (f) (j) jaja (e) ja
Plaats geschikt voor een i-Size-kinderzitje neenee janee ja
Plaats voorzien van een Top Tether-haak nee nee janee ja
Kinderzitje van het type reiswieg neeneeneeneenee
ISOFIX-kinderzitje met de rug in de rijrichting neenee neeR3 (g) (h) nee R3 (g) (h)
ISOFIX-kinderzitje met het gezicht in de rijrichting nee
nee F3nee F3
Kinderzitje met zitverhoger neeB3B3nee B3
Regels: –
Een plaats die geschikt is voor
i-Size is ook
geschikt voor R1, R2 en F2X, F2, B2. –
Een plaats die geschikt is voor
R3 is ook geschikt
voor R1 en R2.
97
Veiligheid
5– Een plaats die geschikt is voor F3 is ook geschikt
voor F2X en F2.
–
Een plaats die geschikt is voor
B3 is ook geschikt
voor B2.
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle
auto's met de veiligheidsgordel kan worden
bevestigd.
(b) Wanneer u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op deze plaats wilt installeren,
dan moet de airbag vóór aan passagierszijde
worden uitgeschakeld ("OFF").
(c) Op deze plaats mag alleen een kinderzitje met
het gezicht in de rijrichting worden geplaatst
wanneer de airbag vóór aan passagierszijde is
ingeschakeld ("ON").
(d) Raadpleeg afhankelijk van de uitvoering de
wetgeving in uw land voordat u een kinderzitje
op deze zitplaats bevestigt.
(e) Plaats een kinderzitje met steun nooit op de
middelste zitplaats achter.
(f) Stel een stoel met hoogteverstelling in op
de hoogste stand en zet deze volledig naar
achteren.
(g) Zet de bestuurdersstoel in de hoogste stand.
(h) Zet de passagiersstoel in de middelste stand
van de verstelling in lengterichting. (i)
Voor een universeel kinderzitje met de rug
in de rijrichting en/of met het gezicht in de
rijrichting ( U) uit de groep 0 , 0+, 1, 2 of 3 .
(j) Voor een universeel kinderzitje met het gezicht
in de rijrichting ( UF) uit de groep 1 , 2 of 3 .
Belangrijk
Plaatsen waar geen kinderzitje mag worden
geïnstalleerd.
Airbag voorpassagier uitgeschakeld.
Airbag voorpassagier ingeschakeld.
Plaatsen die geschikt zijn voor het installeren van een universeel goedgekeurd kinderzitje
dat met de veiligheidsgordel wordt bevestigd met de
rug en/of het gezicht in de rijrichting ( U), voor alle
lengtes en gewichtsgroepen.
Plaatsen die geschikt zijn voor het installeren van een kinderzitje met de veiligheidsgordel
en universeel goedgekeurd met het gezicht in de
rijrichting ( UF) alleen voor de groepen 1 , 2 en 3 .
Plaats goedgekeurd voor het plaatsen van
een i-Size-kinderzitje.
Plaatsen waar geen kinderzitje met steun
kan worden geplaatst.
Aanwezigheid van een Top Tether- verankeringspunt aan de achterzijde van de
rugleuning zodat een universeel ISOFIX-kinderzitje
kan worden gemonteerd.
ISOFIX-kinderzitje met de rug in de rijrichting:
–
R1
: ISOFIX-kinderzitje voor een baby.
–
R2
: ISOFIX-kinderzitje met kleiner formaat.
–
R3
: ISOFIX-kinderzitje met groot formaat.
ISOFIX-kinderzitje met het gezicht in de
rijrichting:
–
F2X
: ISOFIX-kinderzitje voor peuters.
–
F2
: ISOFIX-kinderzitje met lagere hoogte.
–
F3
: ISOFIX-kinderzitje met volledige hoogte.
227
Event Data Recorders (EDR)
11Gebeurtenisgegevens
opslaan
In de auto zijn elektronische regeleenheden
geïnstalleerd. Deze regeleenheden verwerken
gegevens die bijvoorbeeld van de sensoren van
de auto worden ontvangen, of gegevens die door
de eenheden zelf worden gegenereerd of die ze
met elkaar uitwisselen. Sommige regeleenheden
zijn vereist voor de juiste werking van uw auto,
andere eenheden helpen u bij het rijden (rij- of
parkeerhulpsystemen) en nog weer andere
eenheden bieden comfort- of infotainment-functies.
Hieronder staat algemene informatie over hoe
gegevens in de auto worden verwerkt.
U vindt aanvullende informatie over de specifieke
gegevens die worden gedownload, opgeslagen
en verstuurd naar derden en waarvoor ze
in uw auto worden gebruikt. Dit staat onder
"Gegevensbescherming". Deze informatie is direct
gekoppeld aan de referenties voor de betreffende
functies in het bijbehorende instructieboekje voor de
auto of in de algemene verkoopvoorwaarden.
Deze informatie staat ook online.
Werkingsgegevens van de
auto
De regeleenheden verwerken gegevens die voor de
werking van de auto worden gebruikt.
Deze gegevens omvatten onder meer:
–
Informatie over de toestand van de auto
(zoals snelheid, reistijd, zijdelingse acceleratie, draaisnelheid van de wielen en vastgemaakte
veiligheidsgordels).
–
Omgevingsfactoren (zoals temperatuur
,
regensensor en afstandssensor).
Over het algemeen zijn deze gegevens tijdelijk,
worden ze niet langer dan één werkingscyclus
opgeslagen en worden ze alleen in de auto zelf
gebruikt. De regeleenheden slaan deze gegevens
vaak op (inclusief de sleutel van de auto). Met deze
functie kan informatie over de toestand van de auto,
de belasting van componenten, servicevereisten,
gebeurtenissen en technische storingen tijdelijk of
permanent worden opgeslagen.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau van de auto
worden de gegevens als volgt opgeslagen:
–
De bedrijfsstatus van systeemcomponenten
(zoals het vulniveau, de bandenspanning en de
laadtoestand van de accu).
–
Fouten en storingen in belangrijkste
systeemcomponenten (zoals lampen en remmen).
–
Reacties van systemen in specifieke rijsituaties
(zoals activering van een airbag of activering van
stabiliteitsregel- en remsystemen).
–
Informatie over gebeurtenissen die schade aan de
auto hebben veroorzaakt.
–
Bij elektrische en plug-in hybride auto's de
laadtoestand van de tractiebatterij en de geschatte
actieradius.
Onder specifieke omstandigheden (bijvoorbeeld
als de auto een storing heeft gedetecteerd) kan het
nodig zijn om gegevens te registreren die anders
niet worden opgeslagen. Wanneer u servicewerkzaamheden aan uw auto
laat uitvoeren (zoals reparatie of onderhoud), dan
kunnen de opgeslagen bedrijfsgegevens worden
uitgelezen, samen met het VIN-nummer van de
auto, en kunnen ze waar nodig worden gebruikt.
Personeel dat voor het servicenetwerk werkt (zoals
garages en fabrikanten) of derden (bijvoorbeeld
pechhulpverleners) kunnen de gegevens van de
auto uitlezen. Dit geldt ook voor werkzaamheden die
onder garantie en vanwege kwaliteitsmaatregelen
worden uitgevoerd.
Deze gegevens worden meestal uitgelezen via
de OBD-aansluiting (On-Board Diagnostics) die
wettelijk verplicht in de auto is. De gegevens
worden gebruikt voor meldingen over de technische
toestand van de auto of componenten van de auto
en maakt de diagnose van storingen gemakkelijker,
in overeenstemming met verplichtingen onder
garantie en voor verbetering van de kwaliteit. Deze
gegevens, met name informatie over belasting
van componenten, technische gebeurtenissen,
bedieningsfouten en andere storingen, worden
waar nodig naar de fabrikant gestuurd, samen met
het VIN-nummer van de auto. Er kan ook sprake
zijn van aansprakelijkheid van de fabrikant. De
fabrikant kan de bedrijfsgegevens die uit de auto
worden gehaald ook gebruiken voor terugroepacties
voor producten. De gegevens kunnen ook worden
gebruikt om de garantie van de klant en eventuele
garantieclaims na te kijken.
Elke storing die in de auto is opgeslagen, kan
door een servicepunt tijdens onderhouds- of
230
Trefwoordenregister
12V-accu 174, 178, 196, 196–200
A
Aanhanger 85, 167
Aanhangergewichten
204, 208
Aanpassing bochtsnelheid
135
Aanraakgevoelige leeslampjes
63
Aansluiting 12 V
59, 67
ABS
83
Accessoires
80
Accu laden
197–198, 200
Achterbank
51
Achterklep
34
Achterlichten
195
Achterruitverwarming
57
Achteruitrijcamera
117, 150–151
Achteruitrijlicht
195–196
Actieradius AdBlue®
20, 178
Active LED Vision
71, 74
Active Safety Brake
140, 142
Adaptieve snelheidsregelaar
120–121, 126–127
AdBlue®
20, 180
AdBlue® bijvullen
181
AdBlue®-reservoir
181
Afmetingen
209
Afstandsbediening
27–32
Afstellen van de koplamphoogte
71
Afzetten van de motor
101
Airbags
88–92
Airbags vóór
89–90, 93
Airconditioning 53–54, 56
Alarmknipperlichten
80, 186
Alarmsysteem
38, 40
Allesdragers
171–172
Antiblokkeersysteem (ABS)
83
Antidiefstalsysteem/Startblokkering
29
Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling
84
Apps
24–25
Armleuning achter
64
Armleuning vóór
61
Audioversterker
62
Autogegevens
10, 227
Automatische airconditioning ~ Airconditioning,
automatische
57
Automatische airconditioning met gescheiden
regeling
54
Automatische ruitenwissers
77
Automatische transmissie ~ Versnellingsbak,
automatische
107–110, 112, 179, 197
Automatisch inschakelen verlichting
71
Automatisch noodremsysteem
140, 142
B
Bagagenet 65
Bagagenet voor hoge belading
66
Bagageruimte
34–35, 38, 67
Banden
179, 210
Banden oppompen
179, 210
Bandenreparatieset
187–188
Bandenspanning
179, 189, 210
Bandenspanningscontrole (met set) 188, 190
Bandenspanning te laag (detectie)
11 4
Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening,
batterij
33
Batterij afstandsbediening vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen
33
Beladen
171–172
Benzinemotor
112, 176
Bergingsauto of trailer (slepen)
202
Bijvullen AdBlue®
178, 181
Binnenspiegel
50
BlueHDi
20, 178, 186
Bluetooth (handsfree set)
219
Bluetooth (telefoon)
219–220
Bluetooth-verbinding
219–220
Boordcomputer
22–23
Boordgereedschap
67, 186–188
Brandstof
8, 156
Brandstofadditief
178–179
Brandstofniveaumeter
156
Brandstoftank
156–157
Brandstof tanken
156–157
Brandstoftank leeg (diesel)
186
Brandstofverbruik
8, 21
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep
156–157
Buitenlandse reizen
74
Buitenspiegels
49–50, 57, 147
Buitenverlichting
72
235
Trefwoordenregister
Sleutel met afstandsbediening 27, 100–101
Sleutel niet herkend
104
Smartphone
25–26, 60
Sneeuwkettingen
115, 173–174
Sneeuwscherm
172
Sneeuwschermen
172
Snelheidsbegrenzer
120–123
Snelheidslimietherkenning
118, 120
Snelheidsregelaar
120–121, 124–125
Snelheidsregeling met
snelheidslimietherkenning
120–121
Snelmenu's
24
Sneltoetsen rijhulpsystemen
11 8
Spaarfase
174
Sport-stand
111 – 11 2
Starten
197
Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten
156
Starten van de auto
101–102, 109
Starten van de motor
101, 103
Stickers
184
Stickerset
184
Stilzetten van de auto
101–103, 109–110
Stoelen achter ~ Achterbank
51–52, 92
Stoelen verstellen
45–46
Stoelverwarming
47–48
Stop & Start
23, 54, 57, 113–114,
156, 175, 178, 199
Streaming audio Bluetooth
223
Stuurkolomschakelaars
108–109
Stuurwiel
11 7
Stuurwiel (verstellen)
48
Stuurwielverwarming
49
Supervergrendeling
28, 30Synchroniseren afstandsbediening 34
Synchroniseren van de afstandsbediening ~
Afstandsbediening synchroniseren
34
T
Tankbeveiliging 157
Technische gegevens
208
Te laag brandstofniveau ~ Brandstofniveau
156
Telefoon
219–220, 224
Teller
10, 117
Temperatuurregeling
55
Terugwinnen van energie
21, 109
Tijdelijke bandenspanning (met set) ~
Banden, noodreparatie
188, 190
Tijd instellen
225
Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer
(bediening)
56–57
Top Tether (bevestiging)
94, 96–97
Touchscreen
23, 25, 58
Tractiebatterij opladen (plug-in hybride)
21, 158,
164, 166
Tractiebatterij (plug-in hybride)
22, 158–159, 164
Trailer Stability Management (TSM)
85
Trekhaak
85, 167
Trekhaak met afneembare kogel
168–171
U
Uitgebreide verkeersbordherkenning 122
Uitschakelen airbag passagier ~
Passagiersairbag uitschakelen
89, 92–93
USB-aansluiting
59–60, 63
V
Veiligheidsgordels 86–87, 93
Veiligheidsgordels achter
86
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
89, 91–95
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
89, 91–95
Ventilatie
53
Ventilatieroosters
53
Verbruikscijfers
25
Vergrendelen
28–30
Vergrendeling portieren ~ Portieren
vergrendelen
31–32
Vergrendeling van binnenuit
31
Verklikkerlampje READY
175
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes
12
Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes
12
Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder
niet vastgemaakt ~ Gordellampje
87
Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~ Gordel
(lampje)
87
Verlichting bagageruimte ~
Bagageruimteverlichting
67
Verlichting met Full LED-technologie
71, 74
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting
70
Vermogen
21
Vermogensmeter (plug-in hybride)
9, 21
Versnellingshendel
107
236
Trefwoordenregister
Verversen 176
Vervoer van lange voorwerpen ~ Lange
voorwerpen vervoeren
64
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
179
Verwarming
53
Verwijderbare koffervloer
67
Visiopark 1
150
Visiopark 1 - Visiopark 2
151
Voorruitverwarming
57–58
Voorstoelen
45–47
Voorverwarming/-koeling interieur
(plug-in hybride)
26, 58
W
Waarschuwing kans op aanrijding 140–141
Waarschuwing oplettendheid
bestuurder
143–144
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
102
Waarschuwing vergeten verlichting
69
Wallbox (plug-in hybride)
159, 161, 166
Wassen
11 7
Wassen (adviezen)
158, 183–184
Wiel demonteren
192–193
Wiel monteren
192–193
Wielophanging
180
Wiel verwisselen
187, 191
Window-airbags
89–91
Z
Zekeringen 196
Zekeringen vervangen
196
Zicht
57
Zij-airbags
89–90
Zijspots
72
Zonder gereedschap afneembare kogel
168–171
Zonneklep
59
Zonnescherm
41–42
Zonnesensor
53
Zuinig rijden
8