258
CITROËN Connect Nav
Tijdens het opstarten en in bepaalde gebieden
kan het zijn dat er geen verbinding beschikbaar
is.
► Controleer of de online diensten zijn
geactiveerd (instellingen, contract).
Radio
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde
radiozender neemt geleidelijk af, of de
voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geen geluid, 87,5 MHz wordt
weergegeven, enz.).
De auto is te ver verwijderd van het zendstation,
of er is geen zendstation aanwezig in het
geografische gebied.
► Activeer de functie "RDS" via het snelmenu
om het systeem te laten zoeken naar een
sterkere zender in het geografisch gebied.
De antenne ontbreekt of is beschadigd
(bijvoorbeeld tijdens het inrijden van een
wasstraat of parkeergarage).
► Laat de antenne controleren door een dealer.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook
als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit fenomeen is heel normaal, en geeft geen
defect van het audiosysteem aan.
Ik kan sommige opgeslagen zenders uit de
lijst niet ontvangen.
De naam van de zender verandert.
De zender wordt niet meer ontvangen, of de
naam van de zender in de lijst is veranderd.
Bij elke wijziging van het thema wordt het
systeem opnieuw opgestart waarbij het
scherm tijdelijk zwart wordt.
Veelgestelde vragen
Hieronder vindt u de antwoorden op de meest
gestelde vragen over het systeem.
Navigatie
Ik kan het bestemmingsadres niet opgeven.
Het adres wordt niet herkend.
►
Gebruik de "intuïtieve methode" door op
de toets "Zoeken..." op de onderzijde van het
scherm "Navigatie" te drukken.
De route wordt niet berekend.
Het kan zijn dat de route-instellingen niet
overeenkomen met de huidige locatie
(bijvoorbeeld, wanneer geen rekening wordt
gehouden met tolwegen terwijl de auto op een
tolweg rijdt).
►
Controleer de route-instellingen in het menu
"Navigatie".
Ik krijg geen waarschuwingen voor
"Gevarenzones".
U heeft geen abonnement op deze online dienst.
►
W
anneer u wel op deze dienst bent
geabonneerd:
- kan het zijn dat na het afsluiten van het
abonnement deze dienst pas een paar dagen
later wordt geactiveerd, - kan het zijn dat de diensten niet in het
systeemmenu zijn geselecteerd,
- kan het zijn dat de online diensten niet actief
zijn ("TOMTOM TRAFFIC" wordt niet op de kaart
weergegeven).
De POI's worden niet aangegeven.
De POI's zijn niet geselecteerd.
►
Stel het zoomniveau in op 200 m, of
selecteer de POI's in de lijst met POI's.
Het geluidssignaal "Gevarenzone" werkt niet.
Het geluidssignaal is niet geactiveerd of het
volume is te laag.
►
Activeer het geluidssignaal in het menu
"Navigatie", en controleer het spraakvolume in
de audio-instellingen.
Het systeem stelt bij belemmeringen geen
alternatieve routes voor
.
De route-instellingen houden geen rekening met
de actuele verkeersinformatie.
►
Configureer de functie "V
erkeersinformatie" in
de lijst met route-instellingen (geen, handmatig
of automatisch).
Ik word gewaarschuwd voor een
"Gevarenzone" die niet op mijn route ligt.
Het systeem biedt geleide navigatie, maar
kondigt ook alle "Gevarenzones" aan. Deze
worden met een driehoek vóór het pictogram
van de auto weergegeven. Het kan zijn dat het
systeem waarschuwt voor "Gevarenzones" op
dichtstbijzijnde of parallelwegen.
►
Zoom in op de kaart om de precies
locatie van de "Gevarenzone" te bekijken. U
kunt "Op de route" selecteren zodat u geen waarschuwingen meer ontvangt. Ook kunt u de
duur van de waarschuwing beperken.
Sommige files op de route worden niet direct
gemeld.
Na het opstarten kan het een paar minuten
duren voordat het systeem verkeersinformatie
ontvangt.
►
W
acht totdat de verkeersinformatie goed is
ontvangen (op de kaart worden pictogrammen
met verkeersinformatie weergegeven).
In bepaalde landen is verkeersinformatie alleen
voor de hoofdwegen (autosnelwegen, enz.)
beschikbaar.
Dit is volkomen normaal. Het systeem
is afhankelijk van de beschikbare
verkeersinformatie.
De hoogteligging wordt niet weergegeven.
Na het opstarten kan de initialisatie van het
GPS tot 3 minuten duren voordat er meer dan 4
satellieten correct worden ontvangen.
►
W
acht tot het systeem volledig is opgestart
zodat het signaal van ten minste 4 satellieten
wordt ontvangen.
De kwaliteit van de GPS-ontvangst kan worden
beïnvloed door de omgeving (tunnel, enz.) en
het weer.
Dit is een normaal verschijnsel. De werking van
het systeem is afhankelijk van de ontvangst van
het GPS-signaal.
De verbinding van de online navigatie is
verbroken.
259
CITROËN Connect Nav
11Tijdens het opstarten en in bepaalde gebieden
kan het zijn dat er geen verbinding beschikbaar
is.
►
Controleer of de online diensten zijn
geactiveerd (instellingen, contract).
Radio
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde
radiozender neemt geleidelijk af, of de
voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geen geluid, 87,5 MHz wordt
weergegeven, enz.).
De auto is te ver verwijderd van het zendstation,
of er is geen zendstation aanwezig in het
geografische gebied.
►
Activeer de functie "RDS" via het snelmenu
om het systeem te laten zoeken naar een
sterkere zender in het geografisch gebied.
De antenne ontbreekt of is beschadigd
(bijvoorbeeld tijdens het inrijden van een
wasstraat of parkeergarage).
►
Laat de antenne controleren door een dealer
.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook
als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit fenomeen is heel normaal, en geeft geen
defect van het audiosysteem aan.
Ik kan sommige opgeslagen zenders uit de
lijst niet ontvangen.
De naam van de zender verandert.
De zender wordt niet meer ontvangen, of de
naam van de zender in de lijst is veranderd. Sommige zenders sturen in plaats van een
naam andere informatie mee (bijv. titel van het
afgespeelde nummer).
Het systeem interpreteert deze informatie als de
naam van de zender.
►
Druk op de toets "Lijst updaten" in het
vervolgmenu "Zenderlijst".
Media
Het afspelen van de muziek op mijn USB-
geheugenstick begint pas na lang wachten
(ongeveer 2 tot 3 minuten).
Door bepaalde bestanden die standaard
op een USB-geheugenstick staan, kan het
erg lang duren tot de muziek op de USB-
geheugenstick wordt afgespeeld (tot 10 keer de
fabrieksopgave).
►
Wis de bestanden die standaard op de USB-
geheugenstick staan, en beperk het aantal
submappen in de mappenstructuur van de
USB-geheugenstick.
Na het insteken van een USB-geheugenstick
kan het even duren voordat deze wordt
afgespeeld.
Het systeem leest verschillende data (map, titel,
artiest, enz.). Dit kan een paar seconden duren,
maar ook een paar minuten.
Dit is volkomen normaal.
Het kan zijn dat sommige informatietekens in
de huidige afspeelmedia niet correct worden
weergegeven.
Het audiosysteem kan bepaalde typen tekens
niet verwerken. ►
Gebruik standaard karakters voor de
benaming van nummers en mappen.
Het afspelen van streaming-bestanden start
niet.
Het aangesloten apparaat start afspelen niet
automatisch.
►
Start het afspelen via het apparaat.
T
itels van nummers en afspeeltijden worden
niet op het scherm voor audiostreaming
weergegeven.
De Bluetooth-verbinding biedt deze mogelijkheid
niet.
Telefoon
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon
te koppelen.
Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie van de
telefoon is uitgeschakeld of dat uw toestel niet
zichtbaar is voor het systeem.
►
Controleer of de Bluetooth-functie van de
telefoon is ingeschakeld.
►
Controleer bij de instellingen van uw telefoon
of deze op "zichtbaar voor alle apparaten" staat.
►
Schakel de Bluetooth-functie van de telefoon
uit en weer in.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het
systeem.
►
U kunt de compatibiliteit van uw telefoon
controleren op de website van het merk
(services).
Android
Auto en/of CarPlay werken niet.
260
CITROËN Connect Nav
Android Auto en CarPlay worden niet
ingeschakeld wanneer de USB-kabels van
slechte kwaliteit zijn.
►
Gebruik originele USB-kabels om de
compatibiliteit te waarborgen.
Android
Auto en/of CarPlay werken niet.
Android Auto en CarPlay zijn niet in alle landen
beschikbaar.
►
Op de website van Google
Android Auto
en Apple staat welke landen er worden
ondersteund.
Het volume van de aangesloten Bluetooth-
telefoon is niet hoorbaar.
Het volume is afhankelijk van het systeem en
van de telefoon.
►
V
erhoog het volume van het audiosysteem,
indien nodig, tot maximaal en verhoog het
volume van de telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit
van een telefoongesprek.
►
Beperk het omgevingsgeluid (ramen sluiten,
ventilatie lager zetten, snelheid verminderen
enz.).
Sommige contacten komen in de lijst dubbel
voor
.
U kunt contacten op de volgende manieren
synchroniseren: u kunt de contacten op de
simkaart synchroniseren, de contacten op de
telefoon synchroniseren, of beide. Wanneer u
beide synchronisaties selecteert, kan het zijn dat
sommige contacten dubbel voorkomen. ►
Selecteer "Contacten van SIM-kaart
weergeven" of "Contacten van telefoon
weergeven".
De contacten staan niet op alfabetische
volgorde.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-
opties.
Afhankelijk van de instellingen kunnen
contacten in een bepaalde volgorde worden
overgenomen.
►
V
erander de instellingen voor de weergave
van contacten in de telefoon.
Het systeem ontvangt geen sms-berichten.
In de Bluetooth-modus kunnen er geen sms-
tekstberichten naar het systeem worden
gestuurd.
Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge
en lage tonen wijzig, wordt geluidssfeer
uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd,
worden de instellingen voor hoge en lage
tonen gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en
lage tonen.
►
Wijzig de instelling van de hoge en de lage
tonen of wijzig de geluidssfeer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
W
anneer ik de instellingen voor balans wijzig,
wordt de geluidsverdeling uitgeschakeld.
Wanneer u de instelling voor de
geluidsverdeling wijzigt, worden de
instellingen voor de balans gedeselecteerd. De geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans.
►
Stel de balans in of kies een geluidsverdeling
naar eigen wens.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen
geluidsbronnen.
V
oor een optimale geluidskwaliteit kunnen de
geluidsinstellingen worden aangepast aan
verschillende audiobronnen die hoorbare
verschillen kunnen genereren bij het veranderen
van de bron.
►
Controleer of de geluidsinstellingen
overeenkomen met de bronnen waarnaar
wordt geluisterd. Het is raadzaam om de
geluidsinstellingen (Bass:,
Treble:, Balans) in de
middelste stand te zetten, om de geluidssfeer
op "Geen" te zetten en om de correctie van het
volume in de USB-modus op "Actief" en in de
Radiomodus op "Niet actief" te zetten.
► Pas, in alle gevallen, nadat u de
geluidsinstellingen heeft ingesteld, het
geluidsvolume op het draagbare apparaat
eerst aan (op hoog zetten). Stel dan het
geluidsvolume van het audiosysteem in.
Na het afzetten van de motor
, wordt het
systeem na enkele minuten automatisch
uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft het audiosysteem
nog werken zolang de laadtoestand van de accu
dat toestaat.
In de normale uitgeschakelde stand, gaat het
systeem na een bepaalde tijd automatisch over
op de eco-modus om de accu niet te ontladen.
262
Trefwoordenregister
12V-accu 184, 207–211, 207–212
180° zicht naar achteren
158
A
Aanhanger 85, 174
Aanhangergewichten
216–217, 219
Aansluiting 12 V
64, 68
Aansteker
64
ABS
84
Accessoires
80
Accu
178
Accu laden
209, 211–212
Achterlichten
201
Achterruitverwarming
60
Achteruitrijcamera
127, 154–155, 157
Achteruitrijlicht
201
Actief dodehoekbewakingssysteem
153
Actieradius AdBlue®
19, 184
Actieve vering
11 9
Active Safety Brake
144, 146
Adaptieve cruise control met
Stop-functie
130–131
Adaptieve snelheidsregelaar
136
AdBlue®
19, 186
AdBlue® bijvullen
187
AdBlue®-reservoir
187
Advanced Grip Control
86
Afmetingen
220
Afstandsbediening
28–34
Afzetten van de motor
105
Airbags
91–94, 96
Airbags vóór 92, 94, 96
Airconditioning
54–56, 58–59
Airconditioning (handbediend)
56, 58
Alarmknipperlichten
80, 191
Alarmsysteem
42
Algemeen menu
24
Allesdragers
180–181
Android Auto verbinding
229, 248
Antiblokkeersysteem (ABS)
83–84
Antidiefstalsysteem/Startblokkering
33, 105
Antispinregeling (ASR) ~
Antislipregeling
83–86
Apple®-speler
227, 252
Apple CarPlay verbinding
228, 247
Apps
248
Armleuning vóór
65–66
Audiokabel
252
Automatische airconditioning ~
Airconditioning, automatische
57, 60
Automatische airconditioning met
gescheiden regeling
56
Automatische ruitenwissers
79
Automatische transmissie ~ Versnellingsbak,
automatische
9, 112, 115–117,
121, 123, 185, 208
Automatisch inschakelen verlichting
73–74
Automatisch noodremsysteem
144, 146
AUX-aansluiting
227, 252
B
Bagageafdekking 68
Bagagenet voor hoge belading 69–70
Bagageruimte
37–38, 40, 70
Banden
185, 220
Banden oppompen
185, 220
Bandenreparatieset
192–193
Bandenspanning
185, 193–194, 220
Bandenspanningscontrole (met set)
193, 195
Bandenspanning te laag (detectie)
124
Batterij afstandsbediening ~
Afstandsbediening, batterij
35, 62
Batterij afstandsbediening vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen
35
Bediening autoradio aan stuurkolom ~
Autoradio, bedieningen aan
stuurkolom
222, 236
Bekerhouder
64
Beladen
69–70, 180
Benzinemotor
120, 182, 217
Bergingsauto of trailer (slepen)
213
Bijvullen AdBlue®
184, 187
Binnenspiegel
52
BlueHDi
19, 22, 184, 191
Bluetooth (handsfree set)
229–230, 253–254
Bluetooth (telefoon)
229–230, 253–254
Bluetooth-verbinding
229–230,
248–249, 253–254
Bochtverlichting, statisch
76
Boordcomputer
23–24
Boordgereedschap
70, 191–193
Brandstof
7, 164
Brandstofadditief
184–185
Brandstofniveaumeter
164
Brandstoftank
164–165
263
Trefwoordenregister
Brandstof tanken 165
Brandstoftank leeg (diesel)
191
Brandstofverbruik
7, 20
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep
165
Buitenspiegels
51–52, 60, 151
C
Carrosserie 189
Carrosserie-onderhoud
189
Centrale vergrendeling
29, 31, 33
CHECK
22
Claxon
81
Configuratie van de auto
24, 26
ConnectedCAM Citroën™
125
Connectiviteit
247
Contact
107–108, 255
Contact aangezet
108
Controlelampjes
11–12
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau,
controle
18
Controlepaneel
167, 169, 173
Controles
182, 184–186
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) -
Digitale radio
226, 251
Dagteller
21
Dashboardkastje
64
Datum (instellen)
26, 233, 257
Datum instellen 26, 233, 257
Detectie obstakels
153
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
124, 194
De tractiebatterij laden
169
Dieselmotor
164, 182, 191, 218
Digitaal instrumentenpaneel
10–11
Digitale radio - DAB (Digital Audio
Broadcasting)
226, 251
Dimlicht
200
Dimmer dashboardverlichting ~
Dashboardverlichting (dimmer)
22
Dodehoekbewaking
151, 153
Draadloze lader
65
Dynamische noodrem
11 0 – 111
E
Eco-mode ~ Eco-modus 178
Eco-rijden (adviezen)
7
ECO-stand
120
Electronic Stability Program (ESC)
83–86
Elektrisch bedienbare achterklep
38–40
Elektrisch bediende handrem ~ Handrem,
elektrisch bediend
109–111, 185
Elektrische automatische transmissie
(hybride)
11 8
Elektrische ruitbediening
43
Elektrisch verstelbare stoelen
49–50
Elektromotor
120, 166, 219
Elektronische remdrukregelaar (REF)
84
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~
Electronic Brake Force Distribution
(EBD)
83–84
Elektronische sleutel
30–32
Elektronische startblokkering ~
Startblokkering, elektronische
105
Elektronisch Stabiliteits Programma
(ESP)
83–86
Energiestromen
25
e-Save-functie (energiereserve)
26
ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma)
83
Extra verwarming
61–62
F
Flacon AdBlue® 187
Follow me home-verlichting
30, 74
Follow me home verlichting ~ Follow-me-
home-verlichting
30, 73–74
Frequentie (radio)
250–251
G
Geheugen instellingen bestuurder 49–50
Gekoppeld navigatiesysteem
244–247
Geluidssignaal voor voetgangers
81
Geprogrammeerd laden
25, 174
Geprogrammeerd laden (plug-in
hybride)
25, 167, 172
Gereedschap
191–193
Gereedschapskist
70
266
Trefwoordenregister
Ontgrendelen bagageruimte ~ Bagageruimte
ontgrendelen
29, 31
Ontgrendelen portieren ~ Portieren
ontgrendelen
33–34
Ontgrendelen van binnenuit ~ Interieur
ontgrendelen
33
Ontluchten brandstofsysteem ~
Brandstofsysteem ontluchten
191
Ontwasemen
60
Ontwasemen achter
60
Ontwasemen achter ~
Achterruitverwarming
60
Ontwasemen voor
60
Op afstand bedienbare functies
174
Opbergvak
64, 70
Opbergvakken
64–68, 68, 70
Opbergvakken portieren
64
Openen bagageruimte ~ Bagageruimte
openen
31, 37
Openen motorkap ~ Motorkap, openen
181
Openen portieren ~ Portieren openen
31, 36
Openen ruiten ~ Ruiten openen
29
Oplaadbaar
hybridesysteem
5, 8, 25, 108, 120, 166
Opladen via normaal stopcontact (plug-in
hybride)
173–174
Opschakelindicator
121
Overzicht motoren ~
Motorenoverzicht
218–219
Overzicht van het verbruik
25, 27
Overzicht zekeringen ~
Zekeringentabel
203, 206P
Panoramisch schuifdak 44–46
Park Assist
159–160
Parkeerhulp achter
153
Parkeerhulp achter met grafische weergave
en geluidssignalen
153
Parkeerhulpsystemen (algemene
adviezen)
126
Parkeerhulp vóór
154
Parkeerlichten
73, 201
Persoonlijke instellingen
10–11
Plafonnier
67, 202
Plafonniers
67
Portieren
36
Portieren sluiten
31–32, 36
Profielen
231, 256
Programmeerbare snelheidsbegrenzer
131
Programmeerbare snelheidsregelaar
133
Programmeerbare verwarming
27, 61–62
Pyrotechnische gordelspanners
91
R
Radar (waarschuwingen) 127
Radio
225, 250
Radiozender
225, 250–251
RDS
225, 250
READY (verklikkerlampje)
181
Recuperatief remmen (vertragen door
remmen op de motor)
11 9
Regeling luchtopbrengst ~ Aanjager,
regeling
56–59
Regeling luchtverdeling ~
Luchtverdeling
56–59
Regelmatige controles ~ Controles
184–185
Regelmatig onderhoud
127, 184
Regeneratie roetfilter
185
Reinigen (adviezen)
166, 189–190
Rembekrachtigingsysteem
83–84
Remblokken
185
Remlichten
201
Remmen
185
Remmen
11 9
Remschijven
185
Remvloeistof
183
Reservewiel
185, 192–193, 195–196
Reservoir ruitensproeiers ~
Ruitensproeierreservoir
184
Resetten
bandenspanningscontrolesysteem
125
Resetten van het traject
23
Richtingaanwijzers
72, 72–73,
72–73, 200, 200–201
Rijadviezen
7, 104
Rijden
104
Rijhulpcamera (waarschuwingen)
127
Rijhulpsystemen (algemene adviezen)
126
Rijstanden
119–120
Rijstrookcontrolesystemen
83–84
Rijverlichting
71
Roetfilter
184–185
Ruitensproeier achter
77