256
CITROËN Connect Nav
Selecteer "Animatie".Schakel Automatische tekstweergave
in of uit.
Selecteer "Lichtsterkte".
Verplaats de schuifbalk om de helderheid
van het scherm en/of het
instrumentenpaneel in te stellen.
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Systeemparameters".
Selecteer "Eenheden" om de eenheden voor
afstand, brandstofverbruik en temperatuur te
wijzigen.
Selecteer "Fabrieksparameters " om de
begininstellingen te herstellen.
Wanneer de "Fabrieksparameters" van
het systeem worden hersteld, worden
Engels en graden Fahrenheit ingesteld en
wordt zomertijd uitgeschakeld.
Selecteer "Systeeminfo" om de versie van de in
het systeem geïnstalleerde modules te bekijken.
De taal selecteren
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Talen" om de taal te wijzigen.
Selecteer het tabblad "Ontvangen",
"Verzonden", of " Ongelezen".
Selecteer het bericht dat u in een van deze
lijsten hebt geselecteerd.
Druk op "Beluisteren" om het bericht af
te spelen.
De toegang tot e-mailberichten is
afhankelijk van de compatibiliteit van de
smartphone met het systeem in de auto.
Configuratie
Audio-instellingen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Selecteer "Audio-instellingen ".
Selecteer vervolgens " Equalizer", "Verdeling";
"Geluid ", "Spraak", of "Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen op te
slaan.
De balans/verdeling (of spatialisatie met
het Arkamys©-systeem) verwerkt audio
zodanig dat de geluidskwaliteit wordt
afgestemd op het aantal personen in de auto.
Uitsluitend beschikbaar in de configuratie met
luidsprekers voor en achter.
De instelling Equalizer (keuze uit 6
sferen), en de geluidsinstellingen Bass,
Medium, en Treble zijn voor elke geluidsbron
verschillend en onafhankelijk van elkaar.
Schakel "Loudness" in of uit.
De instellingen " Verdeling" (Alle passagiers,
Bestuurder en Alleen vóór) zijn gelijk voor alle
bronnen.
Schakel "Geluiden touchscreen",
"Snelheidsafhankelijke volumeregeling ",
en "Extra ingang" in of uit.
Audio in de auto: Arkamys Sound Staging© optimaliseert de verdeling van
geluid in het passagiersgedeelte.
Profielen configureren
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Configuratie van de
profielen".
Selecteer "Profiel 1", "Profiel 2", "Profiel 3", of
"Gemeenschappelijk profiel".
Druk op deze toets om een profielnaam in
te voeren via het virtuele toetsenbord.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Druk op deze toets om een profielfoto toe
te voegen.
Steek een USB-geheugenstick met
daarop de foto in de USB-poort.
Selecteer de foto.
Druk op "OK" om toestemming te geven
voor de overdracht van de foto.
Druk nogmaals op "OK" om de
instellingen op te slaan.
Het kader voor de foto heeft een
vierkante vorm, het systeem past de
oorspronkelijke vorm van de foto aan dit
vierkant aan.
Druk op deze toets om het geselecteerde
profiel te resetten.
Wanneer het geselecteerde profiel wordt
gereset, wordt standaard het Engels
geactiveerd.
Selecteer een " Profiel" (1, 2 of 3) om " Audio-
instellingen " hieraan te koppelen.
Selecteer "Audio-instellingen ".
Selecteer vervolgens " Equalizer", "Verdeling";
"Geluid ", "Spraak", of "Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen van het
geselecteerde profiel op te slaan.
Systeeminstellingen
wijzigen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Schermconfiguratie".
258
CITROËN Connect Nav
Tijdens het opstarten en in bepaalde gebieden
kan het zijn dat er geen verbinding beschikbaar
is.
► Controleer of de online diensten zijn
geactiveerd (instellingen, contract).
Radio
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde
radiozender neemt geleidelijk af, of de
voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geen geluid, 87,5 MHz wordt
weergegeven, enz.).
De auto is te ver verwijderd van het zendstation,
of er is geen zendstation aanwezig in het
geografische gebied.
► Activeer de functie "RDS" via het snelmenu
om het systeem te laten zoeken naar een
sterkere zender in het geografisch gebied.
De antenne ontbreekt of is beschadigd
(bijvoorbeeld tijdens het inrijden van een
wasstraat of parkeergarage).
► Laat de antenne controleren door een dealer.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook
als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit fenomeen is heel normaal, en geeft geen
defect van het audiosysteem aan.
Ik kan sommige opgeslagen zenders uit de
lijst niet ontvangen.
De naam van de zender verandert.
De zender wordt niet meer ontvangen, of de
naam van de zender in de lijst is veranderd.
Bij elke wijziging van het thema wordt het
systeem opnieuw opgestart waarbij het
scherm tijdelijk zwart wordt.
Veelgestelde vragen
Hieronder vindt u de antwoorden op de meest
gestelde vragen over het systeem.
Navigatie
Ik kan het bestemmingsadres niet opgeven.
Het adres wordt niet herkend.
►
Gebruik de "intuïtieve methode" door op
de toets "Zoeken..." op de onderzijde van het
scherm "Navigatie" te drukken.
De route wordt niet berekend.
Het kan zijn dat de route-instellingen niet
overeenkomen met de huidige locatie
(bijvoorbeeld, wanneer geen rekening wordt
gehouden met tolwegen terwijl de auto op een
tolweg rijdt).
►
Controleer de route-instellingen in het menu
"Navigatie".
Ik krijg geen waarschuwingen voor
"Gevarenzones".
U heeft geen abonnement op deze online dienst.
►
W
anneer u wel op deze dienst bent
geabonneerd:
- kan het zijn dat na het afsluiten van het
abonnement deze dienst pas een paar dagen
later wordt geactiveerd, - kan het zijn dat de diensten niet in het
systeemmenu zijn geselecteerd,
- kan het zijn dat de online diensten niet actief
zijn ("TOMTOM TRAFFIC" wordt niet op de kaart
weergegeven).
De POI's worden niet aangegeven.
De POI's zijn niet geselecteerd.
►
Stel het zoomniveau in op 200 m, of
selecteer de POI's in de lijst met POI's.
Het geluidssignaal "Gevarenzone" werkt niet.
Het geluidssignaal is niet geactiveerd of het
volume is te laag.
►
Activeer het geluidssignaal in het menu
"Navigatie", en controleer het spraakvolume in
de audio-instellingen.
Het systeem stelt bij belemmeringen geen
alternatieve routes voor
.
De route-instellingen houden geen rekening met
de actuele verkeersinformatie.
►
Configureer de functie "V
erkeersinformatie" in
de lijst met route-instellingen (geen, handmatig
of automatisch).
Ik word gewaarschuwd voor een
"Gevarenzone" die niet op mijn route ligt.
Het systeem biedt geleide navigatie, maar
kondigt ook alle "Gevarenzones" aan. Deze
worden met een driehoek vóór het pictogram
van de auto weergegeven. Het kan zijn dat het
systeem waarschuwt voor "Gevarenzones" op
dichtstbijzijnde of parallelwegen.
►
Zoom in op de kaart om de precies
locatie van de "Gevarenzone" te bekijken. U
kunt "Op de route" selecteren zodat u geen waarschuwingen meer ontvangt. Ook kunt u de
duur van de waarschuwing beperken.
Sommige files op de route worden niet direct
gemeld.
Na het opstarten kan het een paar minuten
duren voordat het systeem verkeersinformatie
ontvangt.
►
W
acht totdat de verkeersinformatie goed is
ontvangen (op de kaart worden pictogrammen
met verkeersinformatie weergegeven).
In bepaalde landen is verkeersinformatie alleen
voor de hoofdwegen (autosnelwegen, enz.)
beschikbaar.
Dit is volkomen normaal. Het systeem
is afhankelijk van de beschikbare
verkeersinformatie.
De hoogteligging wordt niet weergegeven.
Na het opstarten kan de initialisatie van het
GPS tot 3 minuten duren voordat er meer dan 4
satellieten correct worden ontvangen.
►
W
acht tot het systeem volledig is opgestart
zodat het signaal van ten minste 4 satellieten
wordt ontvangen.
De kwaliteit van de GPS-ontvangst kan worden
beïnvloed door de omgeving (tunnel, enz.) en
het weer.
Dit is een normaal verschijnsel. De werking van
het systeem is afhankelijk van de ontvangst van
het GPS-signaal.
De verbinding van de online navigatie is
verbroken.
259
CITROËN Connect Nav
11Tijdens het opstarten en in bepaalde gebieden
kan het zijn dat er geen verbinding beschikbaar
is.
►
Controleer of de online diensten zijn
geactiveerd (instellingen, contract).
Radio
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde
radiozender neemt geleidelijk af, of de
voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geen geluid, 87,5 MHz wordt
weergegeven, enz.).
De auto is te ver verwijderd van het zendstation,
of er is geen zendstation aanwezig in het
geografische gebied.
►
Activeer de functie "RDS" via het snelmenu
om het systeem te laten zoeken naar een
sterkere zender in het geografisch gebied.
De antenne ontbreekt of is beschadigd
(bijvoorbeeld tijdens het inrijden van een
wasstraat of parkeergarage).
►
Laat de antenne controleren door een dealer
.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook
als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit fenomeen is heel normaal, en geeft geen
defect van het audiosysteem aan.
Ik kan sommige opgeslagen zenders uit de
lijst niet ontvangen.
De naam van de zender verandert.
De zender wordt niet meer ontvangen, of de
naam van de zender in de lijst is veranderd. Sommige zenders sturen in plaats van een
naam andere informatie mee (bijv. titel van het
afgespeelde nummer).
Het systeem interpreteert deze informatie als de
naam van de zender.
►
Druk op de toets "Lijst updaten" in het
vervolgmenu "Zenderlijst".
Media
Het afspelen van de muziek op mijn USB-
geheugenstick begint pas na lang wachten
(ongeveer 2 tot 3 minuten).
Door bepaalde bestanden die standaard
op een USB-geheugenstick staan, kan het
erg lang duren tot de muziek op de USB-
geheugenstick wordt afgespeeld (tot 10 keer de
fabrieksopgave).
►
Wis de bestanden die standaard op de USB-
geheugenstick staan, en beperk het aantal
submappen in de mappenstructuur van de
USB-geheugenstick.
Na het insteken van een USB-geheugenstick
kan het even duren voordat deze wordt
afgespeeld.
Het systeem leest verschillende data (map, titel,
artiest, enz.). Dit kan een paar seconden duren,
maar ook een paar minuten.
Dit is volkomen normaal.
Het kan zijn dat sommige informatietekens in
de huidige afspeelmedia niet correct worden
weergegeven.
Het audiosysteem kan bepaalde typen tekens
niet verwerken. ►
Gebruik standaard karakters voor de
benaming van nummers en mappen.
Het afspelen van streaming-bestanden start
niet.
Het aangesloten apparaat start afspelen niet
automatisch.
►
Start het afspelen via het apparaat.
T
itels van nummers en afspeeltijden worden
niet op het scherm voor audiostreaming
weergegeven.
De Bluetooth-verbinding biedt deze mogelijkheid
niet.
Telefoon
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon
te koppelen.
Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie van de
telefoon is uitgeschakeld of dat uw toestel niet
zichtbaar is voor het systeem.
►
Controleer of de Bluetooth-functie van de
telefoon is ingeschakeld.
►
Controleer bij de instellingen van uw telefoon
of deze op "zichtbaar voor alle apparaten" staat.
►
Schakel de Bluetooth-functie van de telefoon
uit en weer in.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het
systeem.
►
U kunt de compatibiliteit van uw telefoon
controleren op de website van het merk
(services).
Android
Auto en/of CarPlay werken niet.
260
CITROËN Connect Nav
Android Auto en CarPlay worden niet
ingeschakeld wanneer de USB-kabels van
slechte kwaliteit zijn.
►
Gebruik originele USB-kabels om de
compatibiliteit te waarborgen.
Android
Auto en/of CarPlay werken niet.
Android Auto en CarPlay zijn niet in alle landen
beschikbaar.
►
Op de website van Google
Android Auto
en Apple staat welke landen er worden
ondersteund.
Het volume van de aangesloten Bluetooth-
telefoon is niet hoorbaar.
Het volume is afhankelijk van het systeem en
van de telefoon.
►
V
erhoog het volume van het audiosysteem,
indien nodig, tot maximaal en verhoog het
volume van de telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit
van een telefoongesprek.
►
Beperk het omgevingsgeluid (ramen sluiten,
ventilatie lager zetten, snelheid verminderen
enz.).
Sommige contacten komen in de lijst dubbel
voor
.
U kunt contacten op de volgende manieren
synchroniseren: u kunt de contacten op de
simkaart synchroniseren, de contacten op de
telefoon synchroniseren, of beide. Wanneer u
beide synchronisaties selecteert, kan het zijn dat
sommige contacten dubbel voorkomen. ►
Selecteer "Contacten van SIM-kaart
weergeven" of "Contacten van telefoon
weergeven".
De contacten staan niet op alfabetische
volgorde.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-
opties.
Afhankelijk van de instellingen kunnen
contacten in een bepaalde volgorde worden
overgenomen.
►
V
erander de instellingen voor de weergave
van contacten in de telefoon.
Het systeem ontvangt geen sms-berichten.
In de Bluetooth-modus kunnen er geen sms-
tekstberichten naar het systeem worden
gestuurd.
Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge
en lage tonen wijzig, wordt geluidssfeer
uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd,
worden de instellingen voor hoge en lage
tonen gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en
lage tonen.
►
Wijzig de instelling van de hoge en de lage
tonen of wijzig de geluidssfeer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
W
anneer ik de instellingen voor balans wijzig,
wordt de geluidsverdeling uitgeschakeld.
Wanneer u de instelling voor de
geluidsverdeling wijzigt, worden de
instellingen voor de balans gedeselecteerd. De geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans.
►
Stel de balans in of kies een geluidsverdeling
naar eigen wens.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen
geluidsbronnen.
V
oor een optimale geluidskwaliteit kunnen de
geluidsinstellingen worden aangepast aan
verschillende audiobronnen die hoorbare
verschillen kunnen genereren bij het veranderen
van de bron.
►
Controleer of de geluidsinstellingen
overeenkomen met de bronnen waarnaar
wordt geluisterd. Het is raadzaam om de
geluidsinstellingen (Bass:,
Treble:, Balans) in de
middelste stand te zetten, om de geluidssfeer
op "Geen" te zetten en om de correctie van het
volume in de USB-modus op "Actief" en in de
Radiomodus op "Niet actief" te zetten.
► Pas, in alle gevallen, nadat u de
geluidsinstellingen heeft ingesteld, het
geluidsvolume op het draagbare apparaat
eerst aan (op hoog zetten). Stel dan het
geluidsvolume van het audiosysteem in.
Na het afzetten van de motor
, wordt het
systeem na enkele minuten automatisch
uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft het audiosysteem
nog werken zolang de laadtoestand van de accu
dat toestaat.
In de normale uitgeschakelde stand, gaat het
systeem na een bepaalde tijd automatisch over
op de eco-modus om de accu niet te ontladen.
262
Trefwoordenregister
12V-accu 184, 207–211, 207–212
180° zicht naar achteren
158
A
Aanhanger 85, 174
Aanhangergewichten
216–217, 219
Aansluiting 12 V
64, 68
Aansteker
64
ABS
84
Accessoires
80
Accu
178
Accu laden
209, 211–212
Achterlichten
201
Achterruitverwarming
60
Achteruitrijcamera
127, 154–155, 157
Achteruitrijlicht
201
Actief dodehoekbewakingssysteem
153
Actieradius AdBlue®
19, 184
Actieve vering
11 9
Active Safety Brake
144, 146
Adaptieve cruise control met
Stop-functie
130–131
Adaptieve snelheidsregelaar
136
AdBlue®
19, 186
AdBlue® bijvullen
187
AdBlue®-reservoir
187
Advanced Grip Control
86
Afmetingen
220
Afstandsbediening
28–34
Afzetten van de motor
105
Airbags
91–94, 96
Airbags vóór 92, 94, 96
Airconditioning
54–56, 58–59
Airconditioning (handbediend)
56, 58
Alarmknipperlichten
80, 191
Alarmsysteem
42
Algemeen menu
24
Allesdragers
180–181
Android Auto verbinding
229, 248
Antiblokkeersysteem (ABS)
83–84
Antidiefstalsysteem/Startblokkering
33, 105
Antispinregeling (ASR) ~
Antislipregeling
83–86
Apple®-speler
227, 252
Apple CarPlay verbinding
228, 247
Apps
248
Armleuning vóór
65–66
Audiokabel
252
Automatische airconditioning ~
Airconditioning, automatische
57, 60
Automatische airconditioning met
gescheiden regeling
56
Automatische ruitenwissers
79
Automatische transmissie ~ Versnellingsbak,
automatische
9, 112, 115–117,
121, 123, 185, 208
Automatisch inschakelen verlichting
73–74
Automatisch noodremsysteem
144, 146
AUX-aansluiting
227, 252
B
Bagageafdekking 68
Bagagenet voor hoge belading 69–70
Bagageruimte
37–38, 40, 70
Banden
185, 220
Banden oppompen
185, 220
Bandenreparatieset
192–193
Bandenspanning
185, 193–194, 220
Bandenspanningscontrole (met set)
193, 195
Bandenspanning te laag (detectie)
124
Batterij afstandsbediening ~
Afstandsbediening, batterij
35, 62
Batterij afstandsbediening vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen
35
Bediening autoradio aan stuurkolom ~
Autoradio, bedieningen aan
stuurkolom
222, 236
Bekerhouder
64
Beladen
69–70, 180
Benzinemotor
120, 182, 217
Bergingsauto of trailer (slepen)
213
Bijvullen AdBlue®
184, 187
Binnenspiegel
52
BlueHDi
19, 22, 184, 191
Bluetooth (handsfree set)
229–230, 253–254
Bluetooth (telefoon)
229–230, 253–254
Bluetooth-verbinding
229–230,
248–249, 253–254
Bochtverlichting, statisch
76
Boordcomputer
23–24
Boordgereedschap
70, 191–193
Brandstof
7, 164
Brandstofadditief
184–185
Brandstofniveaumeter
164
Brandstoftank
164–165
263
Trefwoordenregister
Brandstof tanken 165
Brandstoftank leeg (diesel)
191
Brandstofverbruik
7, 20
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep
165
Buitenspiegels
51–52, 60, 151
C
Carrosserie 189
Carrosserie-onderhoud
189
Centrale vergrendeling
29, 31, 33
CHECK
22
Claxon
81
Configuratie van de auto
24, 26
ConnectedCAM Citroën™
125
Connectiviteit
247
Contact
107–108, 255
Contact aangezet
108
Controlelampjes
11–12
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau,
controle
18
Controlepaneel
167, 169, 173
Controles
182, 184–186
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) -
Digitale radio
226, 251
Dagteller
21
Dashboardkastje
64
Datum (instellen)
26, 233, 257
Datum instellen 26, 233, 257
Detectie obstakels
153
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
124, 194
De tractiebatterij laden
169
Dieselmotor
164, 182, 191, 218
Digitaal instrumentenpaneel
10–11
Digitale radio - DAB (Digital Audio
Broadcasting)
226, 251
Dimlicht
200
Dimmer dashboardverlichting ~
Dashboardverlichting (dimmer)
22
Dodehoekbewaking
151, 153
Draadloze lader
65
Dynamische noodrem
11 0 – 111
E
Eco-mode ~ Eco-modus 178
Eco-rijden (adviezen)
7
ECO-stand
120
Electronic Stability Program (ESC)
83–86
Elektrisch bedienbare achterklep
38–40
Elektrisch bediende handrem ~ Handrem,
elektrisch bediend
109–111, 185
Elektrische automatische transmissie
(hybride)
11 8
Elektrische ruitbediening
43
Elektrisch verstelbare stoelen
49–50
Elektromotor
120, 166, 219
Elektronische remdrukregelaar (REF)
84
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~
Electronic Brake Force Distribution
(EBD)
83–84
Elektronische sleutel
30–32
Elektronische startblokkering ~
Startblokkering, elektronische
105
Elektronisch Stabiliteits Programma
(ESP)
83–86
Energiestromen
25
e-Save-functie (energiereserve)
26
ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma)
83
Extra verwarming
61–62
F
Flacon AdBlue® 187
Follow me home-verlichting
30, 74
Follow me home verlichting ~ Follow-me-
home-verlichting
30, 73–74
Frequentie (radio)
250–251
G
Geheugen instellingen bestuurder 49–50
Gekoppeld navigatiesysteem
244–247
Geluidssignaal voor voetgangers
81
Geprogrammeerd laden
25, 174
Geprogrammeerd laden (plug-in
hybride)
25, 167, 172
Gereedschap
191–193
Gereedschapskist
70
265
Trefwoordenregister
L
Laadkabel 169
Laadkabel (plug-in hybride)
167, 173
Laadniveaumeter (plug-in hybride)
21
Laadstekker (plug-in hybride)
167, 172–174
Laadtoestand van de tractiebatterij
25
Laden accu ~ Accu laden
209, 211–212
Laden tractiebatterij
169
Laden via een normaal stopcontact
169
Lader voor versneld laden (wallbox)
167
Lak
189, 220
Lampen
199
Lampen (vervangen)
198–199, 201
Lampen vervangen
198–199, 201, 201–202
Lane Departure Warning System
147, 153
Lane Keeping System
136, 140–142, 144
Leder (onderhoud)
190
LED-verlichting
73, 199, 201
Leeslampjes
67
Lekke band
193–195
Lendensteun
48
Lendensteun, verstelling
48
Lichtschakelaar
71, 73
Lokaliseren van de auto
30
Luchtfilter
185
Luchtfilter (vervangen)
185
Luchtrecirculatie
57–59
M
Make-upspiegel 64
Massagefunctie 50
Massages op meerdere punten
50
Matten
66, 128
Mat verwijderen
66
Meldingen
255
Menu
228
Menu's (audio)
223–224, 237–238
Menustructuren display
228
Milieu
7, 35, 62
Mistachterlicht
71, 202
Mistlampen vóór
71, 76, 200
Mobiele app
25, 27, 62, 172, 174
Monteren allesdragers ~ Allesdragers
monteren
180–181
Motor
186
Motoren
216–218
Motorkap
181
Motorkapsteun
181
Motorolie
182
Motorolieniveaumeter
18, 22
N
Navigatiesysteem 242–244
Neerklappen stoelen achter
53–54
Netaansluiting (standaardstekker)
167
Niveau AdBlue®
184
Niveau brandstofadditief diesel ~
Brandstofaddititiefniveau
184–185
Niveau koelvloeistof ~
Koelvloeistofniveau
19, 183
Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau
183
Niveau ruitensproeiervloeistof ~
Ruitensproeiervloeistofniveau
77, 184
Niveaus controleren
182–184
Niveaus en controles
182–184
Noodbediening achterklep
37
Noodbediening portieren
34
Noodoproep ~ Urgence-oproep
81–82
Noodprocedure afzetten van de motor
109
Noodprocedure starten
109, 208
Noodremassistentie ~ Brake Assist System
(BAS)
83–84, 145
Noodremassistentie (AFU) ~ Brake Assist
System (BAS)
83–84
Nulstelling dagteller ~ Dagteller resetten
21
O
Oliefilter 185
Oliefilter (vervangen)
185
Olieniveau
18, 182
Oliepeilstok
18, 182
Olieverbruik
182
Onder de motorkap ~ Motorruimte
181–182
Onderhoud
186
Onderhoud (adviezen)
166, 189
Onderhoudsadviezen
166, 189
Onderhoudscontroles
17, 184
Onderhoudsindicator ~
Onderhoudsintervalindicator
17, 22
Ontdooien
60
Ontgrendelen
28–29, 31
Ontgrendelen achterklep
29, 31
267
Trefwoordenregister
Ruitensproeiers 77
Ruitensproeiers vóór
77
Ruitenwisser achter
77
Ruitenwisserbladen (vervangen)
78
Ruitenwisserbladen vervangen
78
Ruitenwissers
76, 79
Ruitenwisserschakelaar
76–77, 79
Ruitenwissers vóór
77
S
Schakelaars stoelverwarming ~
Stoelverwarming, schakelaars
50
SCR (Selective Catalytic Reduction)
20, 186
SCR-systeem
20, 186
Selectiehendel
115–118
Selectiehendel handgeschakelde
versnellingsbak ~ Schakelen elektronisch
bediende versnellingsbak
11 2
Sensoren (waarschuwingen)
127
Serienummer auto
220
Set voor tijdelijke bandenreparatie ~
Bandreparatieset
192–195
Sfeerverlichting
67
Signalering onoplettendheid
146–147
Sjorogen
68
Slepen
213–215
Slepen van de auto
213–214
Slepen van een auto
213, 215
Sleutel
28, 33–34
Sleutel met afstandsbediening
28–29, 105
Sleutel niet herkend
109
Smartphone 27
SMS
255
Sneeuwkettingen
178–179
Sneeuwscherm
179
Sneeuwschermen
179
Snelheidsbegrenzer
130–133, 135
Snelheidslimietherkenning
128–129
Snelheidsregelaar
130–131, 133–135
Snelheidsregeling met
snelheidslimietherkenning
130–131
Snelmenu's
24
Spaarfase
178
Sport-stand
120–121
Starten
208
Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten
164
Starten van de auto
105–107, 115–118
Starten van de motor
105, 108
Stickers
190
Stickerset
190
Stilzetten van de auto
105–108, 115–118
Stoelen achter ~ Achterbank
52–54
Stoelen verstellen
48–49
Stoelverwarming
50
Stop & Start
24, 55, 60, 122–123, 164, 181, 184, 210
Streaming audio Bluetooth
227, 252
Stuurkolomschakelaars
115–117
Stuurwiel (verstellen)
51
Supervergrendeling
30, 33
Synchroniseren afstandsbediening
35
Synchroniseren van de afstandsbediening ~
Afstandsbediening synchroniseren
35T
Tankbeveiliging 165
Technische gegevens
217–219
Te laag brandstofniveau ~
Brandstofniveau
164–165
Telefoon
65, 229–231, 253–255
Teller
9–10, 128
Temperatuurregeling
56–57
Terugwinnen van energie
20, 119
Tijdelijke bandenspanning (met set) ~
Banden, noodreparatie
193, 195
Tijd instellen
26, 232, 257
TMC (verkeersinformatie)
244
Toegang tot de achterbank ~ Achterbank
(toegang)
48
Toerenteller
9–10
Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer
(bediening)
57–59
Top 360 Vision
154, 157
Top Rear Vision
154–155
Top Tether (bevestiging)
97
Touchscreen
24, 25, 62
Tractiebatterij opladen (plug-in
hybride)
20, 166, 172–174
Tractiebatterij (plug-in
hybride)
21, 166–167, 172
Trailer Stability Management (TSM)
85
Trekhaak
85, 174
Trekhaak met afneembare kogel
175–178