260
CITROËN Connect Nav
Android Auto en CarPlay worden niet
ingeschakeld wanneer de USB-kabels van
slechte kwaliteit zijn.
►
Gebruik originele USB-kabels om de
compatibiliteit te waarborgen.
Android
Auto en/of CarPlay werken niet.
Android Auto en CarPlay zijn niet in alle landen
beschikbaar.
►
Op de website van Google
Android Auto
en Apple staat welke landen er worden
ondersteund.
Het volume van de aangesloten Bluetooth-
telefoon is niet hoorbaar.
Het volume is afhankelijk van het systeem en
van de telefoon.
►
V
erhoog het volume van het audiosysteem,
indien nodig, tot maximaal en verhoog het
volume van de telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit
van een telefoongesprek.
►
Beperk het omgevingsgeluid (ramen sluiten,
ventilatie lager zetten, snelheid verminderen
enz.).
Sommige contacten komen in de lijst dubbel
voor
.
U kunt contacten op de volgende manieren
synchroniseren: u kunt de contacten op de
simkaart synchroniseren, de contacten op de
telefoon synchroniseren, of beide. Wanneer u
beide synchronisaties selecteert, kan het zijn dat
sommige contacten dubbel voorkomen. ►
Selecteer "Contacten van SIM-kaart
weergeven" of "Contacten van telefoon
weergeven".
De contacten staan niet op alfabetische
volgorde.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-
opties.
Afhankelijk van de instellingen kunnen
contacten in een bepaalde volgorde worden
overgenomen.
►
V
erander de instellingen voor de weergave
van contacten in de telefoon.
Het systeem ontvangt geen sms-berichten.
In de Bluetooth-modus kunnen er geen sms-
tekstberichten naar het systeem worden
gestuurd.
Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge
en lage tonen wijzig, wordt geluidssfeer
uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd,
worden de instellingen voor hoge en lage
tonen gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en
lage tonen.
►
Wijzig de instelling van de hoge en de lage
tonen of wijzig de geluidssfeer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
W
anneer ik de instellingen voor balans wijzig,
wordt de geluidsverdeling uitgeschakeld.
Wanneer u de instelling voor de
geluidsverdeling wijzigt, worden de
instellingen voor de balans gedeselecteerd. De geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans.
►
Stel de balans in of kies een geluidsverdeling
naar eigen wens.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen
geluidsbronnen.
V
oor een optimale geluidskwaliteit kunnen de
geluidsinstellingen worden aangepast aan
verschillende audiobronnen die hoorbare
verschillen kunnen genereren bij het veranderen
van de bron.
►
Controleer of de geluidsinstellingen
overeenkomen met de bronnen waarnaar
wordt geluisterd. Het is raadzaam om de
geluidsinstellingen (Bass:,
Treble:, Balans) in de
middelste stand te zetten, om de geluidssfeer
op "Geen" te zetten en om de correctie van het
volume in de USB-modus op "Actief" en in de
Radiomodus op "Niet actief" te zetten.
► Pas, in alle gevallen, nadat u de
geluidsinstellingen heeft ingesteld, het
geluidsvolume op het draagbare apparaat
eerst aan (op hoog zetten). Stel dan het
geluidsvolume van het audiosysteem in.
Na het afzetten van de motor
, wordt het
systeem na enkele minuten automatisch
uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft het audiosysteem
nog werken zolang de laadtoestand van de accu
dat toestaat.
In de normale uitgeschakelde stand, gaat het
systeem na een bepaalde tijd automatisch over
op de eco-modus om de accu niet te ontladen.
265
Trefwoordenregister
L
Laadkabel 169
Laadkabel (plug-in hybride)
167, 173
Laadniveaumeter (plug-in hybride)
21
Laadstekker (plug-in hybride)
167, 172–174
Laadtoestand van de tractiebatterij
25
Laden accu ~ Accu laden
209, 211–212
Laden tractiebatterij
169
Laden via een normaal stopcontact
169
Lader voor versneld laden (wallbox)
167
Lak
189, 220
Lampen
199
Lampen (vervangen)
198–199, 201
Lampen vervangen
198–199, 201, 201–202
Lane Departure Warning System
147, 153
Lane Keeping System
136, 140–142, 144
Leder (onderhoud)
190
LED-verlichting
73, 199, 201
Leeslampjes
67
Lekke band
193–195
Lendensteun
48
Lendensteun, verstelling
48
Lichtschakelaar
71, 73
Lokaliseren van de auto
30
Luchtfilter
185
Luchtfilter (vervangen)
185
Luchtrecirculatie
57–59
M
Make-upspiegel 64
Massagefunctie 50
Massages op meerdere punten
50
Matten
66, 128
Mat verwijderen
66
Meldingen
255
Menu
228
Menu's (audio)
223–224, 237–238
Menustructuren display
228
Milieu
7, 35, 62
Mistachterlicht
71, 202
Mistlampen vóór
71, 76, 200
Mobiele app
25, 27, 62, 172, 174
Monteren allesdragers ~ Allesdragers
monteren
180–181
Motor
186
Motoren
216–218
Motorkap
181
Motorkapsteun
181
Motorolie
182
Motorolieniveaumeter
18, 22
N
Navigatiesysteem 242–244
Neerklappen stoelen achter
53–54
Netaansluiting (standaardstekker)
167
Niveau AdBlue®
184
Niveau brandstofadditief diesel ~
Brandstofaddititiefniveau
184–185
Niveau koelvloeistof ~
Koelvloeistofniveau
19, 183
Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau
183
Niveau ruitensproeiervloeistof ~
Ruitensproeiervloeistofniveau
77, 184
Niveaus controleren
182–184
Niveaus en controles
182–184
Noodbediening achterklep
37
Noodbediening portieren
34
Noodoproep ~ Urgence-oproep
81–82
Noodprocedure afzetten van de motor
109
Noodprocedure starten
109, 208
Noodremassistentie ~ Brake Assist System
(BAS)
83–84, 145
Noodremassistentie (AFU) ~ Brake Assist
System (BAS)
83–84
Nulstelling dagteller ~ Dagteller resetten
21
O
Oliefilter 185
Oliefilter (vervangen)
185
Olieniveau
18, 182
Oliepeilstok
18, 182
Olieverbruik
182
Onder de motorkap ~ Motorruimte
181–182
Onderhoud
186
Onderhoud (adviezen)
166, 189
Onderhoudsadviezen
166, 189
Onderhoudscontroles
17, 184
Onderhoudsindicator ~
Onderhoudsintervalindicator
17, 22
Ontdooien
60
Ontgrendelen
28–29, 31
Ontgrendelen achterklep
29, 31
266
Trefwoordenregister
Ontgrendelen bagageruimte ~ Bagageruimte
ontgrendelen
29, 31
Ontgrendelen portieren ~ Portieren
ontgrendelen
33–34
Ontgrendelen van binnenuit ~ Interieur
ontgrendelen
33
Ontluchten brandstofsysteem ~
Brandstofsysteem ontluchten
191
Ontwasemen
60
Ontwasemen achter
60
Ontwasemen achter ~
Achterruitverwarming
60
Ontwasemen voor
60
Op afstand bedienbare functies
174
Opbergvak
64, 70
Opbergvakken
64–68, 68, 70
Opbergvakken portieren
64
Openen bagageruimte ~ Bagageruimte
openen
31, 37
Openen motorkap ~ Motorkap, openen
181
Openen portieren ~ Portieren openen
31, 36
Openen ruiten ~ Ruiten openen
29
Oplaadbaar
hybridesysteem
5, 8, 25, 108, 120, 166
Opladen via normaal stopcontact (plug-in
hybride)
173–174
Opschakelindicator
121
Overzicht motoren ~
Motorenoverzicht
218–219
Overzicht van het verbruik
25, 27
Overzicht zekeringen ~
Zekeringentabel
203, 206P
Panoramisch schuifdak 44–46
Park Assist
159–160
Parkeerhulp achter
153
Parkeerhulp achter met grafische weergave
en geluidssignalen
153
Parkeerhulpsystemen (algemene
adviezen)
126
Parkeerhulp vóór
154
Parkeerlichten
73, 201
Persoonlijke instellingen
10–11
Plafonnier
67, 202
Plafonniers
67
Portieren
36
Portieren sluiten
31–32, 36
Profielen
231, 256
Programmeerbare snelheidsbegrenzer
131
Programmeerbare snelheidsregelaar
133
Programmeerbare verwarming
27, 61–62
Pyrotechnische gordelspanners
91
R
Radar (waarschuwingen) 127
Radio
225, 250
Radiozender
225, 250–251
RDS
225, 250
READY (verklikkerlampje)
181
Recuperatief remmen (vertragen door
remmen op de motor)
11 9
Regeling luchtopbrengst ~ Aanjager,
regeling
56–59
Regeling luchtverdeling ~
Luchtverdeling
56–59
Regelmatige controles ~ Controles
184–185
Regelmatig onderhoud
127, 184
Regeneratie roetfilter
185
Reinigen (adviezen)
166, 189–190
Rembekrachtigingsysteem
83–84
Remblokken
185
Remlichten
201
Remmen
185
Remmen
11 9
Remschijven
185
Remvloeistof
183
Reservewiel
185, 192–193, 195–196
Reservoir ruitensproeiers ~
Ruitensproeierreservoir
184
Resetten
bandenspanningscontrolesysteem
125
Resetten van het traject
23
Richtingaanwijzers
72, 72–73,
72–73, 200, 200–201
Rijadviezen
7, 104
Rijden
104
Rijhulpcamera (waarschuwingen)
127
Rijhulpsystemen (algemene adviezen)
126
Rijstanden
119–120
Rijstrookcontrolesystemen
83–84
Rijverlichting
71
Roetfilter
184–185
Ruitensproeier achter
77