Stop-startsysteem
4-1
4
DAU76825
Stop-startsysteemHet stop-startsysteem stopt de motor au-
tomatisch als de machine wordt gestopt
om geluidshinder te voorkomen, de uit-
laatemissies te beheersen en het brand-
stofverbruik te verminderen.
Als de bestuurder de gasgreep iets draait,
wordt de motor automatisch weer gestart
en kan met de machine worden gereden.LET OP
DCA23961
Schakel altijd het contactslot uit als u d e
machine parkeert of on beheer d achter-
laat. Als het stop-startsysteem in ge-
schakel d blijft, kan d e accu ontla den
raken en kan d e motor mogelijk niet
meer wor den gestart vanwe ge onvol-
d oen de accuspannin g.
OPMERKING Hoewel de motor normaal gesproken
tegelijk met de machine stopt, kan er
een vertraging optreden als er langza-
mer wordt gereden dan 10 km/h, zo-
als in druk verkeer.
Als u vermoedt dat de accuspanning
laag is omdat de motor niet met de
schakelaar van de startmotor kan
worden gestart of vanwege een ande-
re reden, schakel het stop-startsy-
steem dan niet in.
Vraag een Yamaha dealer de accu te
controleren volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke onder-
houdsschema.
DAU76671
Stop-startsysteem geb ruiken
DAU76687
Het stop-startsysteem activeren
1. Zet het contact aan.
2. Zet de schakelaar van het stop-start- systeem op “ ”.
1. Controlelampje stop-startsysteem “ ”
1
ON
A
AAA
UBBDD0D0.book Page 1 Monday, June 14, 2021 1:17 PM
Speciale kenmerken
5-1
5
DAUN3012
CCU (Communication Control
Unit)Dit model is uitgerust met een CCU die u in
staat stelt om uw smartphone aan de ma-
chine te koppelen door middel van draad-
loze Bluetooth-technologie en de MyRide
App.
Via deze verbinding ontvangt u meldingen
van apps en inkomende en gemiste tele-
foongesprekken, en wordt het accuniveau
van uw smartphone weergegeven.
WAARSCHUWING
DWAN0070
Zet de machine altij d stil alvorens
uw smartphone te bed ienen.
Neem uw hand en nooit van het
stuur terwijl u rij dt.
Concentreer u altij d op het rijd en
d oor uw og en en aandacht op de
we g te hou den.LET OP
DCAN0150
De Bluetooth-ver bin din g werkt mo gelijk
niet in d e volgen de situaties.
Op een locatie die is b lootgestel d
aan sterke ra dio golven of an dere
elektromag netische ruis.
In de buurt van faciliteiten d ie ster-
ke ra dio golven uitzen den (televisie-
of ra diotorens, ener giecentrales,
uitzend stations, luchthavens etc.).
De CCU en uw smartphone koppelen1. Installeer de MyRide App op uw
smartphone en activeer deze.OPMERKINGDe MyRide App kan worden gedownload
uit een appwinkel.2. Open het zadel. (Zie pagina 6-17.)
3. Verwijder de accukap.
4. Trek de CCU naar buiten en scan deaanwezige QR-code met de MyRide
App. 5. Als het koppelen is voltooid, lichten
het pictogram appverbinding en de
accuniveaumeter voor de smartphone
op.1. Accukap
1
1. CCU (Communication Control Unit)
2. QR-code CCU
1. Pictogram appverbinding
2. Accuniveaumeter smartphone
12
1
2
UBBDD0D0.book Page 1 Monday, June 14, 2021 1:17 PM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
6-1
6
DAU77123
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes
DAU88900
Controlelampjes
richtin gaanwijzers “ ” en “ ”
Elk controlelampje ga at knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU88910
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU88712
Storin gsin dicatielampje (MIL) “ ”
Dit lampje gaat branden of knipperen als er
een storing wordt gedetecteerd in de motor
of een regelsysteem van de machine. Vraag
in dat geval een Yamaha dealer het boord-
diagnosesysteem te controleren. Het elek-
trische circuit van het
waarschuwingslampje kan worden gecon-
troleerd door de machinevoeding in te
schakelen. Het lampje moet enkele secon-
den oplichten en dan uitgaan. Als het lamp-
je niet gaat branden wanneer de
machinevoeding wordt ingeschakeld of
blijft branden, vraag dan uw Yamaha dealer
om de machine na te kijken.LET OP
DCA26820
Verlaa g als het MIL b eg int te knipperen
het motortoerental om scha de aan het
uitlaatsysteem te voorkomen.OPMERKINGDe motor wordt bewaakt door het boorddi-
agnosesysteem, dat ook achteruitgang en
storingen in het uitstootcontrolesysteem detecteert. Daardoor kan het MIL ook gaan
branden of knipperen als gevolg van aan-
passingen, gebrek aan onderhoud of over-
matig/onjuist gebruik van de machine.
Neem om dit te voorkomen het volgende in
acht.
Probeer niet om de software of de
motorregeleenheid aan te passen.
Monteer geen elektrische accessoires
die de motorregeling beïnvloeden.
Gebruik geen aftermarket-accessoi-
res of -onderdelen zoals veringen,
bougies, verstuivers, uitlaatsystemen
etc.
Wijk niet af van de aandrijflijnspecifi-
caties (ketting, tandwielen, wielen,
banden etc.).
Breng geen wijzigingen aan in de O2-
sensor, het luchtinlaatsysteem of on-
derdelen van het uitlaatsysteem (kata-
lysatoren of EXUP etc.), en verwijder
deze niet.
Voer het onderhoud aan de V-snaar
en aandrijfriem correct uit (indien aan-
wezig).
Zorg dat de banden op de juiste span-
ning blijven.
1. Controlelampje linker richtingaanwijzer “ ”
2. Indicatielampje inkomende melding “ ”
3. Controlelampje tractieregeling “ ”
4. ABS-waarschuwingslampje “ ”
5. Controlelampje grootlicht “ ”
6. Storingsindicatielampje “ ”
7. Controlelampje stop-startsysteem “ ”
8. Controlelampje Smart-
sleutelsysteem “ ”
9. Indicatielampje inkomend gesprek “ ”
10.Controlelampje rechter richtingaanwijzer “ ”
4
110
5
6
7
8
23 9
UBBDD0D0.book Page 1 Monday, June 14, 2021 1:17 PM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
6-6
6
Dit model is uitgerust met variabele klepbe-
diening (VVA) voor brandstofbesparing en
acceleratie in de lage en hoge versnellin-
gen. Het controlelampje voor variabele
klepbediening (VVA) gaat branden wanneer
het systeem voor variabele klepbediening
naar de hogere versnellingen is gescha-
keld.
De VVA-indicator in- of uitschakelen1. Zet de machine uit.
2. Houd de schakelaar “MENU” inge-
drukt en schakel de machine in.
3. Blijf de schakelaar “MENU” ingedrukt houden. De weergave voor eenheids-
instelling verschijnt (na 5 seconden),
en vervolgens (na nog eens 10 secon-
den) beginnen alle segmenten behal-
ve de VVA-indicator te knipperen.
Laat nu de schakelaar “MENU” los.
4. Druk één keer op de schakelaar “ME-
NU” om de instelling aan of uit te wij-
zigen.
5. Houd de schakelaar “MENU” 1 se-
conde lang ingedrukt om de instelling
te bevestigen.OPMERKINGUitschakelen van de VVA-indicator heeft
geen invloed op de werking van het sy-
steem voor variabele klepbediening.
DAUN2800
Multifunctioneel display
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen: een kilometerteller (ODO)
twee rittellers (TRIP 1 en TRIP 2)
een brandstofreserve-ritteller (TRIP F)
een ritteller olieverversing (OIL TRIP)
een indicator olieverversing
een ritteller V-snaarvervanging (V-
BELT TRIP)
een indicator V-snaarvervanging
een weergave huidig brandstofver-
bruik (F/ECO)
een weergave gemiddeld brandstof-
verbruik (AVE F/ECO)
een accuspanningsweergave (BATT)
een weergave tractieregeling (TCS) Druk op de schakelaar “MENU” om de
weergave te wisselen in de onderstaande
volgorde:
ODO en F/ECO
→ TRIP 1 en AVE F/ECO →
TRIP 2 en AVE F/ECO → TRIP F → BATT →
TCS → OIL TRIP → V-BELT TRIP → ODO
en F/ECO
OPMERKING De brandstofreserve-ritteller wordt al-
leen weergegeven wanneer het
brandstofniveau laag is.
De ritteller olieverv ersing en ritteller
voor V-snaarvervanging worden niet
weergegeven als de machine rijdt.
Er is een weergave gemiddeld brand-
stofverbruik voor elke ritteller (TRIP 1
en TRIP 2). Als een ritteller wordt te-
ruggesteld, wordt de weergave ge-
middeld brandstofverbruik voor die
ritteller ook teruggesteld.
1. Multifunctioneel display
1
UBBDD0D0.book Page 6 Monday, June 14, 2021 1:17 PM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
6-16
6
terechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u b enzine op uw kle din g
morst, trek dan an dere kle din g aan.
DAU86072
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van 90 of hoger. Als de
motor gaat kloppen (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of met een ho-
ger octaangetal.
OPMERKING Deze markering geeft de aanbevolen
brandstof voor dit voertuig aan zoals
gespecificeerd in de Europese voor-
schriften (EN228).
Controleer of het vulpistool van de
brandstofpomp dezelfde markering
heeft.Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.LET OP
DCA11401
Gebruik uitsluiten d loo dvrije benzine.
Loo dhou den de benzine veroorzaakt
ernsti ge schad e aan inwen dig e motor-
on der delen als kleppen en zui gerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
DAU86150
Tankoverloopslan gDe overloopslang voert overtollige brand-
stof af en leidt deze veilig weg van de ma-
chine.
Voordat u de machine gaat gebruiken:
Controleer de aansluiting en ligging
van de overloopslang van de brand-
stoftank.
Controleer de overloopslang van de
brandstoftank op scheuren of bescha-
diging en vervang deze indien nodig.
Controleer of de overloopslang van de
brandstoftank niet verstopt is en reinig
deze indien nodig.
Aan
bevolen bran dstof:
Loodvrije benzine (E10 acceptabel)
Octaan getal (RON):
90
Inhou d b ran dstoftank:
7.1 L (1.9 US gal, 1.6 Imp.gal)
Bran dstofreserve:
1.7 L (0.45 US gal, 0.37 Imp.gal)
E5
E10
1. Overloopslang brandstoftank
1
UBBDD0D0.book Page 16 Monday, June 14, 2021 1:17 PM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
6-20
6
DAUN3020
Afstellen van de schokd em-
perunitsElke schokdemperunit is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.
WAARSCHUWING
DWA10211
Geef bei de vorkpoten stee ds dezelf de
afstellin g, an ders kan slecht we ggedra g
en vermin der de rijstab iliteit het g evolg
zijn.De veervoorspannin g afstellen
Draai de stelring in de richting (a) om de
veervoorspanning te verhogen.
Draai de stelring in de richting (b) om de
veervoorspanning te verlagen.
Lijn het gewenste nummer (1 of 2) op de
stelring uit met de positie-indicator op de
schokdemper.
DAUN2161
Aansluitcontact Dit model is uitgerust met een 12 V gelijk-
stroom aansluitcontact.LET OP
DCAN0140
Ge bruik het aansluitcontact niet als de
motor uit staat, en overschrij d d e gespe-
cificeer de elektrische b elasting niet. Als
u dit toch d oet, kan de zekerin g d oor-
b ran den of d e accu ontla den raken.
Richt bij het reini gen van de machine d e
straal van een eventuele ho ged rukreini-
g er niet op het g eb ie d ron d het aansluit-
contact.
1. Positie-indicator
2. Stelring veervoorspanning
Afstellin g veervoorspannin g:
Positie 1: Standaard
Positie 2: Hard
2 1
(a) (b)
1. Aansluitcontact
Maximale elektrische
belastin g:
12 W (1A)1
UBBDD0D0.book Page 20 Monday, June 14, 2021 1:17 PM
Verzorgin g en stallin g van de motorfiets
10-2
10
stoffen zoals oplosmi ddelen, benzi-
ne, roestverwij deraars, remvloei-
stof, antivries etc.
Voor het wassen 1. Plaats de machine buiten direct zon- licht en laat deze afkoelen. Dit helpt
watervlekken te voorkomen.
2. Zorg dat alle doppen, kappen, elektri- sche koppelingen en stekkers stevig
zijn gemonteerd.
3. Dek de uitlaatdemper af met een plas- tic zak en een stevig elastiek.
4. Zet hardnekkige vlekken van bijvoor-
beeld insecten of vogelpoep enkele
minuten in de week met een natte
doek.
5. Verwijder vuil en olievlekken met een hoogwaardig ontvettingsmiddel en
een kunststof borstel of spons. LET
OP: Ge bruik geen ontvettin gsmi d-
d el op g ed eelten die gesmeer d
moeten wor den, zoals af dichtin gen,
pakkin gen en wielassen. Vol g d e in-
structies bij het pro duct.
[DCA26290]
Wassen
1. Spoel eventueel ontvettingsmiddel af en spuit de machine na met een tuin-
slang. Gebruik niet meer waterdruk
dan nodig is. Spuit water niet recht- streeks in de uitlaatdemper, het in-
strumentenpaneel, de luchtinlaat of
andere binnengedeelten zoals op-
bergcompartimenten onder het zadel.
2. Was de machine met een hoogwaar-
dig autowasmiddel gemengd met
koud water en een zachte, schone
doek of spons. Gebruik een oude tan-
denborstel of kunststof borstel om op
moeilijk bereikbare plaatsen te ko-
men. LET OP: Ge bruik kou d water
als het voertui g is bloot gestel d aan
zout. Warm water ver groot de bij-
ten de ei genschappen van zout.
[DCA26301]
3. Bij machines met een kuipruit: Reinig
de kuipruit met een zachte doek of
spons die is bevochtigd met water en
een pH-neutraal reinigingsmiddel. Ge-
bruik indien nodig een hoogwaardig
kuipruitreinigingsmiddel of polish voor
motorfietsen. LET OP: Gebruik nooit
a g ressieve chemicaliën om de
kuipruit te reinig en. Daarnaast kun-
nen bepaal de reini gin gsmi ddelen
voor kunststof krassen achterlaten
op de kuipruit, dus test een reini-
g in gsmi ddel altij d eerst voor dat u
het toepast.
[DCA26310]
4. Spoel vervolgens grondig na met wa-
ter. Zorg dat u alle restanten van het
reinigingsmiddel verwijdert omdat
deze schadelijk kunnen zijn voor
kunststof onderdelen.
Na het wassen 1. Droog de machine met een zeem of vochtabsorberende doek, bij voorkeur
een microvezeldoekje.
2. Voor modellen met een aandrijfket- ting: Aandrijfketting drogen en vervol-
gens smeren om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te laten glanzen. Vaak kunt u
thermische verkleuringen op roestvrij-
stalen uitlaatsystemen verwijderen
door deze op te poetsen.
4. Breng een corrosiewerende spray aan
op alle metalen onderdelen, inclusief
verchroomde en vernikkelde opper-
vlakken. WAARSCHUWING! Bren g
g een siliconen- of oliespray aan op
za dels, han dgrepen, ru bber voet-
steunen of ban dprofielen. An ders
wor den deze on der delen gla d,
waar door u de controle over de ma-
chine kunt verliezen. Reini g d e op-
UBBDD0D0.book Page 2 Monday, June 14, 2021 1:17 PM