Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
6-3
6
DAUN2792
In dicatielampje inkomen de
mel din g “”
Dit indicatielampje knippert gedurende 10
seconden als de verbonden smartphone
een SNS-, e-mail- of andere melding ont-
vangt. Daarna blijft het indicatielampje
branden totdat u de machine uitschakelt.OPMERKING Deze functie werkt alleen als de
smartphone is verbonden met de ma-
chine.
Voor elke toepassing moeten meldin-
gen vooraf op de verbonden smartp-
hone worden ingesteld.
DAUN3040
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zor g d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen in d e instellin gen van de
multifunctionele meter gaat aan bren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.
De schakelaar “MENU” bevindt zich aan de
linkerzijde van het stuur. Met deze schake-
laar kunt u de instellingen van de multifunc-
tionele meter regelen of wijzigen.
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
een snelheidsmeter
een controlelampje voor variabele
klepbediening (VVA)
een klok
een brandstofniveaumeter
een pictogram appverbinding
een accuniveaumeter voor de smartp-
hone
een temperatuurmeter koelvloeistof
een multifunctioneel display
1. Brandstofniveaumeter
2. Pictogram appverbinding
3. Controlelampje voor variabele klepbedie-
ning (VVA)
4. Klok
5. Snelheidsmeter
6. Accuniveaumeter smartphone
7. Temperatuurmeter koelvloeistof
8. Multifunctioneel display
8
1345 7
6
2
1.
1
UBBDD0D0.book Page 3 Monday, June 14, 2021 1:17 PM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
6-4
6
OPMERKINGVergeet niet het contactslot in te schakelen
alvorens de schakelaar “MENU” te gebrui-
ken.
DAUN3051
Picto gram appver bin din g
Dit pictogram licht op als de CCU en smart-
phone zijn verbonden via de MyRide App.OPMERKINGDit pictogram moet enkele seconden op-
lichten als de machine wordt ingeschakeld,
zelfs als de smartphone niet is verbonden.
Laat als dat niet het geval is de CCU en het
elektrische circuit controleren door een
Yamaha dealer.
DAUN2873
Accuniveaumeter smartphone
Deze meter geeft het huidige accuniveau
van de verbonden smartphone aan. De dis-
playsegmenten van de meter verdwijnen
van vol naar leeg naarmate het accuniveau
verder daalt. Als er ongeveer 10% of min-
der van de acculading over is, gaat het laat-
ste segment knipperen.
OPMERKINGDit pictogram moet enkele seconden op-
lichten als de machine wordt ingeschakeld,
zelfs als de smartphone niet is verbonden.
Laat als dat niet het geval is de CCU en het
elektrische circuit controleren door een
Yamaha dealer.
DAU86820
De weer gave-eenhed en wisselen
U kunt de weergave-eenheden wisselen
tussen kilometers en mijlen.
Om de weergave-eenheden te wisselen1. Zet de machine uit.
2. Houd de schakelaar “MENU” inge-
drukt en schakel de machine in.
3. Blijf de schakelaar “MENU” ingedrukt
houden totdat de weergave voor een-
heidsinstelling verschijnt (ongeveer 5
seconden).
4. Druk nogmaals op de schakelaar “MENU” om de weergave-eenheden
te wisselen.
5. Houd de schakelaar “MENU” 1 se- conde lang ingedrukt om de instelling
te bevestigen.
DAU86831
Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
DAU86841
Bran dstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen van “F” (vol) naar “E”
(leeg) naarmate het brandstofniveau verder
daalt. Als er ongeveer 1.7 L (0.45 US gal,
0.37 Imp.gal) brandstof in de brandstoftank
over is, gaat het laatste segment knipperen.
Vul zo snel mogelijk brandstof bij.1. Brandstofniveaumeter1
UBBDD0D0.book Page 4 Monday, June 14, 2021 1:17 PM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
6-6
6
Dit model is uitgerust met variabele klepbe-
diening (VVA) voor brandstofbesparing en
acceleratie in de lage en hoge versnellin-
gen. Het controlelampje voor variabele
klepbediening (VVA) gaat branden wanneer
het systeem voor variabele klepbediening
naar de hogere versnellingen is gescha-
keld.
De VVA-indicator in- of uitschakelen1. Zet de machine uit.
2. Houd de schakelaar “MENU” inge-
drukt en schakel de machine in.
3. Blijf de schakelaar “MENU” ingedrukt houden. De weergave voor eenheids-
instelling verschijnt (na 5 seconden),
en vervolgens (na nog eens 10 secon-
den) beginnen alle segmenten behal-
ve de VVA-indicator te knipperen.
Laat nu de schakelaar “MENU” los.
4. Druk één keer op de schakelaar “ME-
NU” om de instelling aan of uit te wij-
zigen.
5. Houd de schakelaar “MENU” 1 se-
conde lang ingedrukt om de instelling
te bevestigen.OPMERKINGUitschakelen van de VVA-indicator heeft
geen invloed op de werking van het sy-
steem voor variabele klepbediening.
DAUN2800
Multifunctioneel display
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen: een kilometerteller (ODO)
twee rittellers (TRIP 1 en TRIP 2)
een brandstofreserve-ritteller (TRIP F)
een ritteller olieverversing (OIL TRIP)
een indicator olieverversing
een ritteller V-snaarvervanging (V-
BELT TRIP)
een indicator V-snaarvervanging
een weergave huidig brandstofver-
bruik (F/ECO)
een weergave gemiddeld brandstof-
verbruik (AVE F/ECO)
een accuspanningsweergave (BATT)
een weergave tractieregeling (TCS) Druk op de schakelaar “MENU” om de
weergave te wisselen in de onderstaande
volgorde:
ODO en F/ECO
→ TRIP 1 en AVE F/ECO →
TRIP 2 en AVE F/ECO → TRIP F → BATT →
TCS → OIL TRIP → V-BELT TRIP → ODO
en F/ECO
OPMERKING De brandstofreserve-ritteller wordt al-
leen weergegeven wanneer het
brandstofniveau laag is.
De ritteller olieverv ersing en ritteller
voor V-snaarvervanging worden niet
weergegeven als de machine rijdt.
Er is een weergave gemiddeld brand-
stofverbruik voor elke ritteller (TRIP 1
en TRIP 2). Als een ritteller wordt te-
ruggesteld, wordt de weergave ge-
middeld brandstofverbruik voor die
ritteller ook teruggesteld.
1. Multifunctioneel display
1
UBBDD0D0.book Page 6 Monday, June 14, 2021 1:17 PM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
6-7
6
DAU86890
Kilometerteller
De kilometerteller toont de totale afstand
die door de machine is afgelegd.OPMERKINGDe kilometert eller wordt vergrendeld bij
999999 en kan niet worden teruggesteld.
DAU86900
Rittellers
De rittellers tonen de afgelegde afstand
sinds de tellers voor het laatst werden te-
ruggesteld.
Stel om een ritteller terug te stellen het dis-
play in op de betreffende ritteller en houd
dan de schakelaar “MENU” ingedrukt tot-
dat de terugstelling plaatsvindt.OPMERKINGDe rittellers worden teruggesteld en blijven
tellen nadat 9999.9 is bereikt.
DAU86910
Bran dstofreserve-ritteller
Als het laatste segment van de brandstofni-
veaumeter begint te knipperen, wisselt de
weergave automatisch naar de brandstof-
reserve-ritteller “TRIP F” en wordt de afge-
legde afstand vanaf dat punt aangegeven.
Houd om de brandstofreserve-ritteller te-
rug te stellen de schakelaar “MENU” inge-
drukt totdat de terugstelling plaatsvindt.OPMERKINGAls u de brandstofreserve-ritteller niet
handmatig terugstelt, wordt deze automa-
tisch teruggesteld en verdwijnt deze van
het display zodra u na het tanken 5 km (3
mi) hebt gereden.
1. Kilometerteller
1
1. Ritteller
1
1. Brandstofreserve-ritteller
1
UBBDD0D0.book Page 7 Monday, June 14, 2021 1:17 PM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
6-13
6
DAUN2810
Tractiere gelin gDe tractieregeling (TCS) draagt bij aan het
behouden van grip bij het optrekken op
gladde oppervlakken, zoals onverharde of
natte wegen. Wanneer sensoren detecte-
ren dat het achterwiel begint te slippen (on-
gecontroleerde slip), grijpt de
tractieregeling in door het motorvermogen
te reguleren totdat de grip is hersteld.
Als de tractieregeling in werking is, knippert
het controlelampje “ ”. Mogelijk merkt u
verandering in de reactie van de motor of
het uitlaatgeluid.
WAARSCHUWING
DWA18860
De tractiere gelin g vormt g een vervan-
g in g voor verstan dig rij ged ra g dat is
aan gepast aan de omstan dig he den. De
tractiere gelin g b ie dt geen beschermin g
te gen gripverlies door te snel in gaan van
b ochten, snel optrekken b ij schuin over-
hang en of door remmen, en kan we gglij-
d en van het voorwiel niet voorkomen.
Rij d altij d voorzichti g op oppervlakken
d ie mo gelijk gla d kunnen zijn en vermij d
b ijzon der gla dde oppervlakken.
Tractiere gelin g instellen
Als u de machine inschakelt, wordt tractie-
regeling automatisch ingeschakeld.
Gebruik voor uitschakeling van de tractie-
regeling de schakelaar “MENU” om het
multifunctionele display te wisselen naar de
weergave van de tractieregeling. Houd ver-
volgens de schakelaar “MENU” drie secon-
den ingedrukt. Op het display wordt “TCS
OFF” weergegeven en het
controlelampje “ ” gaat branden.
OPMERKINGAls de machine vast is komen te zitten in
modder, zand of een ander zacht opper-
vlak, schakel dan de tractieregeling uit om
het vrijmaken van het achterwiel te verge-
makkelijken.LET OP
DCA16801
Ge bruik uitsluiten d d e voor geschreven
b an den. (Zie pa gina 9-19.) Bij g eb ruik
van ban den met een an dere maat zal de
tractiere gelin g d e wielrotatie niet nauw-
keuri g kunnen re gelen.
1. Controlelampje tractieregeling “ ”
2. Weergave tractieregeling
1
2
1. Controlelampje tractieregeling Ž
2. Weergave tractieregeling
1
2
UBBDD0D0.book Page 13 Monday, June 14, 2021 1:17 PM
13-1
13
Index
AAandachtspunten voor veilig rijden ........ 1-5
Aansluitcontact ..................................... 6-20
ABS....................................................... 6-12
ABS-waarschuwingslampje.................... 6-2
Accu ..................................................... 9-28
Accuniveaumeter smartphone ............... 6-4BBanden ................................................. 9-19
Batterij van Smart-sleutel, vervangen .... 3-6
Bereik van het Smart-sleutelsysteem ..... 3-2
Bougie, controleren ................................ 9-9
Brandstof .............................................. 6-15
Brandstofniveaumeter ............................ 6-4
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 8-3CCCU (Communication Control Unit) ....... 5-1
Claxonschakelaar ................................. 6-10
Contactslot ............................................. 3-7
Controlelampje grootlicht ....................... 6-1
Controlelampje inkomende oproep ........ 6-2
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ........................ 6-1
Controlelampje Smart-sleutelsysteem ... 6-2
Controlelampjes richtingaanwijzers........ 6-1
Controlelampje stop-startsysteem ......... 6-2
Controlelampje tractieregeling ............... 6-2DDe motor starten..................................... 8-2
Diagnosestekker ................................... 12-2
Dimlichtschakelaar ............................... 6-10EEindoverbrengingsolie .......................... 9-13
FFilterbus ............................................... 9-11GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren ............................................... 9-25
Gereedschapsset ................................... 9-1
Gloeilamp richtingaanwijzer (voor), vervangen .......................................... 9-31HHelmbevestiging .................................. 6-18
Het stop-startsysteem activeren ............ 4-1IIdentificatienummers............................ 12-1
Indicatielampje inkomende melding ...... 6-3
Inrijperiode ............................................. 8-1KKabels, controleren en smeren ............ 9-25
Klepspeling .......................................... 9-19
Klok ........................................................ 6-5
Koelvloeistof......................................... 9-14LLuchtfilterelementen van luchtfilter en V-snaarbehuizing .......................... 9-16MMatkleur, let op .................................... 10-1
Menuschakelaar ................................... 6-10
Middenbok en zijstandaard, controleren en smeren ....................... 9-26
Modelinformatiesticker......................... 12-1
Motorolie en olie-aanzuigzeef .............. 9-11
Motor raakt oververhit .......................... 9-36
Multifunctioneel display ......................... 6-6
Multifunctionele meter ........................... 6-3
NNoodmodus .......................................... 9-37OOnderhoud............................................ 10-1
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem ..... 9-2
Opbergcompartimenten ....................... 6-18PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 9-7
Parkeren ................................................. 8-4
Pictogram appverbinding ....................... 6-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 9-33RRegistratie van gegeve ns, voertuig ...... 12-2
Remhendel, achterrem ......................... 6-11
Remhendels, smeren ............................ 9-25
Remmen ................................................. 8-3
Remvloeistofniveau, controleren .......... 9-23
Remvloeistof, verversen ....................... 9-24
Richtingaanwijzergloeilamp (achter), vervangen ........................................... 9-32
Richtingaanwijzerschakelaar ................ 6-10SSchakelaar alarmverlichting.................. 6-10
Schakelaar stop-startsysteem .............. 6-11
Schokdemperunits, afstellen ................ 6-20
Serienummer motorblok ....................... 12-1
Sleutel, Smart- en mechanische sleutels gebruiken ................................ 3-3
Smart-sleutel .......................................... 3-4
Smart-sleutelsysteem ............................. 3-1
Smart-sleutelsysteem, probleemoplossing ............................. 9-33
Smering en onderhoud, periodiek .......... 9-3
UBBDD0D0.book Page 1 Monday, June 14, 2021 1:17 PM