Page 17 of 114
Beschrijving
2-3
2
DAU10431
Bedieningen en instrumenten
123 4 5678
9
1. Achterremhendel (pagina 6-11)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 6-9)
3. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 9-23)
4. Multifunctionele meter (pagina 6-3)
5. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 9-23)
6. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 6-9)
7. Voorremhendel (pagina 6-11)
8. Gasgreep (pagina 9-19)9. Contactslot (pagina 3-7)
UBALD0D0.book Page 3 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 18 of 114

Smart-sleutelsysteem
3-1
3
DAU76444
Smart-sleutelsysteemDankzij het Smart-sleutelsysteem kunt u de
machine bedienen zonder gebruik van een
mechanische sleutel. Daarnaast heeft de
sleutel een ’begroetingsfunctie’ waarmee u
de machine op een parkeerplaats kunt te-
rugvinden. (Zie pagina 3-5.)
WAARSCHUWING
DWA14704
Houd geïmplanteerde pacemakers
of hartdefibrillators, alsmede ande-
re elektrische medische apparaten
uit de buurt van de op het voertuig
gemonteerde antenne (zie afbeel-
ding).
Door de antenne uitgezonden ra-
diogolven kunnen de werking van
dergelijke apparaten beïnvloeden
indien deze in de nabijheid zijn.
Als u drager bent van een elektrisch
medisch apparaat, raadpleeg dan
een arts of de fabrikant van het ap-
paraat voordat u dit voertuig
gaat
gebruiken.
LET OP
DCA24080
Het Smart-sleutelsysteem gebruikt
zwakke radiogolven. Het Smart-sleutel-
systeem werkt in de volgende situaties
mogelijk niet.
De Smart-sleutel is geplaatst in een
locatie die is blootgesteld aan ster-
ke radiogolven of andere elektro-
magnetische ruis
Er bevinden zich faciliteiten in de
buurt die sterke radiogolven uitzen-
den (televisie- of radiotorens, ener-
giecentrales, uitzendstations,
luchthavens, etc.)
U draagt of gebruikt communicatie-
apparaten zoals radio’s of mobiele
telefoons dicht bij uw Smart-sleutel
1. Smart-sleutel
2. Smart-sleuteltoets
1
2
1. Contactslot
2. Knop contactslot
2 1
1. Antenne op de machine
1
UBALD0D0.book Page 1 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 19 of 114

Smart-sleutelsysteem
3-2
3
De Smart-sleutel maakt contact
met of wordt bedekt door een me-
talen voorwerp
Andere voertuigen die zijn uitgerust
met een Smart-sleutelsysteem be-
vinden zich in de nabijheid
Verplaats de Smart-sleutel in zulke situ-
aties naar een andere locatie en voer de
bewerking opnieuw uit. Als het nog
steeds niet werkt, bedien de machine
dan in de noodmodus. (Zie pagina 9-37.)OPMERKINGOm het ontladen van de voertuigaccu te
voorkomen, wordt het Smart-sleutelsy-
steem ongeveer 9 dagen na het laatste ge-
bruik van de machine uitgeschakeld (de
begroetingsfunctie wordt gedeactiveerd).
Om het Smart-sleutelsysteem weer in te
schakelen, hoeft u slechts op de knop van
het contactslot te drukken.
DAU76453
Bereik van het Smart-sleutelsy-
steemHieronder wordt het bereik van het Smart-
sleutelsysteem bij benadering getoond.
Als de Smart-sleutel is uitgeschakeld, zal
de machine de Smart-sleutel niet herken-
nen, ook niet als deze zich binnen het ont-
vangstbereik bevindt. Als de batterij van deSmart-sleutel ontladen raakt, werkt het
Smart-sleutelsysteem mogelijk niet of kan
het bereik ervan zeer klein worden.
OPMERKINGPlaats de Smart-sleutel niet in een op-
bergcompartiment.
Neem de Smart-sleutel altijd met u
mee.
Schakel de Smart-sleutel uit als u de
machine achterlaat.
UBALD0D0.book Page 2 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 20 of 114

Smart-sleutelsysteem
3-3
3
DAUN2460
De Smart-sleutel en mechani-
sche sleutels gebruiken
WAARSCHUWING
DWA17952
U dient de Smart Key bij u te dra-
gen. Bewaar deze niet in het voer-
tuig.
Wees erop alert dat wanneer de
Smart Key zich binnen het wer-
kingsbereik bevindt, andere perso-
nen die de Smart Key niet dragen
de motor kunnen starten en het
voertuig kunnen bedienen.De machine wordt geleverd met één
Smart-sleutel, twee mechanische sleutels
en een kaart met het identificatienummer.
Bewaar één mechanische sleutel en de
kaart met het identificatienummer op een
veilige plaats, niet bij de machine.
Als de voertuigaccu ontladen is, kunt u met
de mechanische sleutel het zadel openen
om de accu op te laden of te vervangen.
Het verdient daarom aanbeveling om sa-
men met de Smart-sleutel ook altijd een
mechanische sleutel mee te nemen.
Als de Smart-sleutel en het identificatie-
nummer van het Smart-sleutelsysteem bei-
de kwijt of beschadigd raken, moet het
Smart-sleutelsysteem in zijn geheel worden
vervangen. Om dit te voorkomen, verdient
het aanbeveling om het identificatienum-mer ergens te noteren voor het geval u
de kaart met het identificatienummer
kwijtraakt.
LET OP
DCA21573
De Smart-sleutel bevat elektronische
precisieonderdelen. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen om storingen of
schade te voorkomen.
Plaats of bewaar de Smart-sleutel
niet in een opbergcompartiment.
De Smart-sleutel kan beschadigd
raken door rijtrillingen of overmati-
ge hitte.
Laat de Smart-sleutel niet vallen,
buig deze niet en stel deze niet
bloot aan harde schokken.
Dompel de Smart-sleutel niet onder
in water of andere vloeistoffen.
Plaats geen zware voorwerpen op
de Smart-sleutel en stel deze niet
bloot aan overmatige druk.
Plaats de Smart-sleutel niet in een
omgeving met direct zonlicht, hoge
temperaturen of een ho
ge vochtig-
heidsgraad.
Probeer niet om de Smart-sleutel te
slijpen of te wijzigen.
1. Smart-sleutel
2. Mechanische sleutel
1. Identificatienummerkaart
A52010
221
868588
1
UBALD0D0.book Page 3 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 21 of 114

Smart-sleutelsysteem
3-4
3
Houd de Smart-sleutel uit de buurt
van sterke magnetische velden en
magnetische voorwerpen zoals
sleutelhouders, televisies en com-
puters.
Houd de Smart-sleutel uit de buurt
van elektrische medische appara-
tuur.
Laat de Smart-sleutel niet in con-
tact komen met olie, polijstmiddel
of agressieve chemische stoffen.
Hierdoor kan de behuizing van de
Smart-sleutel verkleuren of bar-
sten.OPMERKINGDe levensduur van de batterij van de
Smart-sleutel is ongeveer twee jaar,
maar dit kan variëren naargelang de
gebruiksomstandigheden.
Vervang de batterij van de Smart-
sleutel als het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem na het inscha-
kelen van het contact ongeveer 20 se-
conden blijft knipperen of wanneer het
controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem na het indrukken van de knop
op de Smart-sleutel niet gaat bran-
den. (Zie pagina 3-6.) Als het Smart-
sleutelsysteem na het vervangen van
de batterij van de Smart-sleutel nogsteeds niet werkt, controleer dan de
voertuigaccu en laat het voertuig con-
troleren door een Yamaha dealer.
Als de Smart-sleutel doorlopend ra-
diogolven ontvangt, zal de batterij van
de Smart-sleutel snel ontladen raken.
(Bijvoorbeeld als de Smart-sleutel in
de omgeving van elektrische appara-
ten zoals televisies, radio’s of compu-
ters wordt bewaard.)
U kunt maximaal zes Smart-sleutels
registreren voor dezelfde machine.
Neem voor extra Smart-sleutels con-
tact op met uw Yamaha dealer.
Als u een Smart-sleutel kwijtraakt,
neem dan onmiddellijk contact op met
een Yamaha dealer om diefstal van de
machine en dergelijke te voorkomen.
DAU76474
Smart-sleutel
WAARSCHUWING
DWA17952
U dient de Smart Key bij u te dra-
gen. Bewaar deze niet in het voer-
tuig.
Wees erop alert dat wanneer de
Smart Key zich binnen het wer-
kingsbereik bevindt, andere perso-
nen die de Smart Key niet dragen
de motor kunnen starten en het
voertuig kunnen bedienen.De Smart-sleutel in- en uitschakelen
Houd de knop op de Smart-sleutel onge-
veer 1 seconde ingedrukt om de Smart-
sleutel in of uit te schakelen. Als de Smart-1. Controlelampje Smart-sleutel
2. Smart-sleuteltoets
1
2
UBALD0D0.book Page 4 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 22 of 114

Smart-sleutelsysteem
3-5
3
sleutel is uitgeschakeld, is gebruik van de
machine niet mogelijk, zelfs niet als de
Smart-sleutel zich binnen het ontvangstbe-
reik van het Smart-sleutelsysteem bevindt.
Schakel de Smart-sleutel in en breng deze
binnen het ontvangstbereik om de machine
te kunnen gebruiken.
Controleren of Smart-sleutel is in- of uit-
geschakeld
Druk op de knop op de Smart-sleutel om
de huidige bedieningsstatus van de Smart-
sleutel te bepalen.
Als het controlelampje van de Smart-sleutel
gaat branden:
Licht snel op gedurende 0.1 seconde:
De Smart-sleutel is ingeschakeld.
Licht langzaam op gedurende 0.5 se-
conden: De Smart-sleutel is uitge-
schakeld.
Begroetingsfunctie op afstand
Druk op de knop op de Smart-sleutel om
de begroetingsfunctie op afstand te active-
ren. Er klinken twee piepsignalen en alle
richtingaanwijzers knipperen twee keer.
Deze functie is handig om uw machine te-
rug te vinden, bijvoorbeeld op een parkeer-
plaats.Bereik van de begroetingsfunctie op af-
stand
Het bereik van de begroetingsfunctie op af-
stand is ongeveer zoals getoond.
Aangezien het Smart-sleutelsysteem ge-
bruikmaakt van zwakke radiogolven, kan
het ontvangstbereik ervan worden beïn-
vloed door de omgeving.
Piepsignaal begroetingsfunctie in- of
uitschakelen
Het piepsignaal dat klinkt bij activeren van
de begroetingsfunctie kan worden in- of
uitgeschakeld met behulp van de volgende
procedure.
1. Schakel de Smart-sleutel in en breng
deze binnen het ontvangstbereik van
het Smart-sleutelsysteem.
2. Zet het contactslot op “OFF” en druk
vervolgens één keer op de knop van
het contactslot.3. Druk daarna binnen 9 seconden nog-
maals op de knop en houd deze 5 se-
conden ingedrukt.
4. Als het piepsignaal klinkt, is het instel-
len voltooid.
Als het piepsignaal:
Twee keer klinkt: Het piepsignaal
is uitgeschakeld.
Eén keer klinkt: Het piepsignaal
is ingeschakeld.
~20m
UBALD0D0.book Page 5 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 23 of 114

Smart-sleutelsysteem
3-6
3
DAUN2712
De batterij van de Smart-sleutel
vervangenVervang de batterij in de volgende situaties.
Als het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem ongeveer 20 secon-
den knippert nadat het contact wordt
ingeschakeld.
Als de begroetingsfunctie niet werkt
wanneer de knop op de Smart-sleutel
wordt ingedrukt.
WAARSCHUWING
DWA20630
De Smart-sleutel bevat een knoopcelba-
tterij.
Houd nieuwe en gebruikte batterij-
en uit de buurt van kinderen.Als het batterijvak niet goed sluit,
stop dan met het gebruik van de
Smart-sleutel en houd deze uit de
buurt van kinderen.
Explosiegevaar - voorkom verkeerd ge-
bruik van de batterij.
Onjuiste vervanging kan resulteren
in brand of explosie.
Vervang de batterij uitsluitend door
een exemplaar van hetzelfde of een
gelijkwaardig type.
Stel de Smart-sleutel niet b
loot aan
overmatige hitte, zoals van de zon
of vuur.
Gevaar voor chemische brandwonden -
slik de batterij niet in.
Als de batterij wordt ingeslikt kan
deze binnen slechts 2 uur ernstige
inwendige brandwonden veroorza-
ken, mogelijk met de dood tot ge-
volg.
Raadpleeg onmiddellijk een arts als
u vermoedt dat een batterij is inge-
slikt of in enig deel van het lichaam
is terechtgekomen.
LET OP
DCA15785
Gebruik een doek wanneer u de be-
huizing van de Smart-sleutel opent
met een schroevendraaier. Bij
rechtstreeks contact met harde
voorwerpen kan de Smart-sleutel
beschadigd of bekrast raken.
Voorkom dat de waterdichte af-
dichting beschadigd of vervuild
raakt.
Raak de interne circuits en aanslui-
tingen niet aan. Hierdoor kunnen
storingen ontstaan.
Oefen geen overmatige kracht uit
op de Smart-sleutel bij het vervan-
gen van de batterij.
Zorg ervoor dat de batterij correct
wordt geplaatst. Controleer de rich-
ting van
de positieve “+” kant van
de batterij.
De batterij van de Smart-sleutel vervan-
gen
1. Open de behuizing van de Smart-
sleutel zoals getoond.
1. Controlelampje Smart-
sleutelsysteem “ ”
1
UBALD0D0.book Page 6 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 24 of 114
Smart-sleutelsysteem
3-7
3
2. Verwijder de batterij.OPMERKINGVoer de verwijderde batterij af volgens de
lokaal geldende voorschriften.3. Plaats een nieuwe batterij zoals ge-
toond. Let op de polariteit van de bat-
terij.4. Klik de behuizing van de Smart-sleutel
voorzichtig dicht.
DAUN2100
ContactslotHet contactslot wordt gebruikt om de ma-
chinevoeding in en uit te schakelen, het
stuur te vergrendelen en ontgrendelen en
om het zadel te openen. Nadat de knop van
het contactslot is ingedrukt (en de aanwe-
1. Accu
1
Ve re i s t e batterij:
CR20321. Accu
1
1. Knop contactslot
1. Controlelampje Smart-
sleutelsysteem “ ”
1
1
UBALD0D0.book Page 7 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM