Page 25 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-7
4
Zorg dat de rempedaalhoogte correct
afgesteld blijft om slepen van de ach-
terrem te voorkomen.
Vermijd extreem gebruik van de ma-
chine. Bijvoorbeeld herhaaldelijk of
overmatig openen en sluiten van de
gasgreep, racen, burnouts, wheelies,
langdurig gebruik met half geopende
gasgreep etc.
DAU91500
ABS-waarschuwin gslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
machine wordt ingeschakeld en uit als met
een snelheid van 5 km/h (3 mi/h) of hoger
wordt gereden.OPMERKINGAls het waarschuwingslampje niet werkt
zoals hierboven beschreven of tijdens het
rijden gaat branden, werkt het ABS moge-
lijk niet correct. Laat de machine zo snel
mogelijk controleren door een Yamaha
dealer.
WAARSCHUWING
DWA21120
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat als u een snelhei d van 5 km/h
(3 mi/h) he bt bereikt of als het waar-
schuwin gslampje tij dens het rij den gaat
b ran den:
Rijd extra voorzichti g om te voorko-
men dat de wielen b lokkeren bij een
noo dstop.
Laat de machine zo snel mo gelijk
controleren door een Yamaha dea-
ler.
DAU88350
Controlelampje start blokkerin g“”
Als het contactslot wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje na 30 seconden
continu knipperen om aan te geven dat het
startblokkeersysteem is ingeschakeld. Het
controlelampje stopt na 24 uur met knippe-
ren, maar het startblokkeersysteem blijft in-
geschakeld.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha
dealer om de machine te controleren.
Storin g in het transpon dersi gnaal
Als het controlelampje startblokkering
knippert in het patroon 5 keer langzaam ge-
volgd door 2 keer snel, betreft dit mogelijk
een storing in het transpondersignaal. Als
deze fout zich voordoet, probeer dan het
volgende. 1. Houd andere startblokkeersleutels uit
de buurt van het contactslot.
2. Start de motor met behulp van de co- deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
4. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels,
breng dan de machine en alle 3 sleu-
tels naar een Yamaha dealer en laat
de standaardsleutels opnieuw code-
ren.
DAU91471
Controlelampje sta biliteitsre gelin g“”
Dit controlelampje gaat knipperen wanneer
tijdens het rijden het TCS-, SCS- of LIF-sy-
steem wordt geactiveerd. Wanneer “TCS-
MODE” op “OFF” wordt gezet, gaat het
controlelampje branden.
UB7ND0D0.book Page 7 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM
Page 26 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-8
4
OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha
dealer om de machine te controleren.LET OP
DCA27221
Vermij d b ewe gin g of trillin g van d e ma-
chine bij het aanzetten van het contact-
slot, aan gezien dit de initialisatie van de
IMU kan verstoren. Als dit geb eurt, zal
het TCS-systeem niet werken en zal de
weer gave “TCS-MODE” op “OFF” staan
tot dat de IMU kan wor den geïnitiali-
seerd .
DAU88362
Waarschuwin gslampje olied ruk en
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motoroliedruk laag is of de koelvloei-
stoftemperatuur hoog is. Zet als dit gebeurt
onmiddellijk de motor uit.OPMERKING Als de machine voor het eerst wordt
ingeschakeld, moet dit lampje gaan
branden en blijven branden totdat de
motor is gestart.
Als een storing wordt gedetecteerd,
gaat dit lampje branden en gaat het
waarschuwingspictogram oliedruk
knipperen.
LET OP
DCA22441
Als het waarschuwin gslampje olie druk
en koelvloeistoftemperatuur niet uit gaat
na dat de motor is g estart of gaat bran-
d en terwijl de motor draait, moet u on-
mi ddellijk de motor afzetten en de
machine stoppen. Als de motor oververhit raakt,
wor dt het waarschuwin gspicto-
g ram koelvloeistoftemperatuur
weer geg even. Laat d e motor afkoe-
len. Controleer het koelvloeistofni-
veau (zie pa gina 7-35).
Als de motorolie druk laa g is, wor dt
het waarschuwin gspicto gram olie-
d ruk weer geg even. Controleer het
olieniveau (zie pag ina 7-10).
Als het waarschuwin gslampje blijft
b ran den nad at de motor is af ge-
koel d en het olieniveau in or de is
b evon den , laat
dan
een Yamaha
d ealer de machine controleren. Rij d
niet ver der met de machine!
DAU88370
Waarschuwin gslampje hulpsystemen
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een probleem wordt gedetecteerd in een
niet-motorgerelateerd systeem.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Laat als dit niet het geval is de
machine nakijken door een Yamaha dealer.
UB7ND0D0.book Page 8 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM
Page 27 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-9
4
DAU91445
DisplayOp het display zijn de volgende items te
vinden:
OPMERKINGDit model is voorzien van een TFT-LCD
(thin film transistor liquid crystal display)
voor een goede contrastwerking en lees-
baarheid onder uiteenlopende omstandig-
heden. Door de aard van deze technologie
is het normaal dat een klein aantal pixels in-
actief is.
WAARSCHUWING
DWA18210
Zet de machine stil alvorens instellin gen
te wijzi gen. Het aan bren gen van wijzi-
g in gen tij dens het rij den kan u aflei den
en ver groot het risico op een on geval.Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.OPMERKINGU kunt schakelen tussen de kilometer- en
op pagina 4-17.Toerenteller
De toerenteller geeft het motortoerental
aan op basis van meting van de draaisnel-
heid van de krukas in omwentelingen per
minuut (tpm).
1. Toerenteller
2. Snelheidsmeter
3. Indicator snelschakelen “QS”
4. Aanduiding ingeschakelde versnelling
5. Voertuiginformatiedisplays
6. Instellingen MENU-pictogram “ ”
7. Indicator handvatverwarming (optie)
8. Pictogram remregelsysteem “BC”
9. Klok
10.Weergave MODE
11.Rondetimer
12.Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
13.Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur “ ”
14.Waarschuwing hulpsysteem “ ”
15.Waarschuwing foutmodus “Err” (vervangt klok indien geactiveerd)
LAP 02LATEST
00:12.3 4
00:01.23
4
1
2
7
6
9
10
8
1135
14 13
12
15
UB7ND0D0.book Page 9 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM
Page 28 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-10
4
LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl d e toe-
renteller in de ro de zone wijst.
Ro de zone: 10600 tpm en ho gerVoertui ginformatie displays
De twee voertuiginformatiedisplays kunnen
afzonderlijk worden ingesteld voor weerga-
ve van de volgende items: ODO: kilometerteller
F-TRIP: brandstofreserve-ritteller
TRIP1: ritteller
TRIP2: ritteller
F.AVE: gemiddelde brandstofverbruik
F.CRNT: huidige brandstofverbruik
A.TEMP: luchttemperatuur
C.TEMP: koelvloeistoftemperatuur
Brandstofniveaumeter
FUELCON: hoeveelheid verbruikte
brandstof
TRIPTIME: looptijd
Het voertuiginformatiedisplay wordt als
volgt bediend:
Draai de wielschakelaar om de cursor op
een weergave te plaatsen.
Druk de wielschakelaar naar binnen om de
geselecteerde weergave grijs te markeren.
Draai de wielschakelaar om een ander dis-
play-item te kiezen.
Druk de wielschakelaar naar binnen om het
nieuwe display-item te bevestigen.
OPMERKING De kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999 en kan niet worden terug-
gesteld.
TRIP1 en TRIP2 worden teruggesteld
naar 0 nadat 9999.9 is bereikt en gaan
vervolgens opnieuw tellen.
Wanneer het reservepeil in de brand-
stoftank wordt bere ikt, wordt automa-
tisch F-TRIP weergegeven en wordt
de afgelegde afstand vanaf dat punt
geregistreerd.
Na het tanken en een bepaalde af-
stand te hebben gereden, zal F-TRIP
weer automatisch verdwijnen.
Zie “Unit” op pagina 4-17 voor het wij-
zigen van de eenheden voor brand-
stofverbruik.
De luchttemperatuur wordt getoond
van –9 °C (16 °F) tot 50 °C (122 °F) in
stappen van 1 °C (1 °F).
De weergegeven luchttemperatuur
kan afwijken van de werkelijke omge-
vingstemperatuur.
In de modus LAP TIME wordt het
voertuiginformatiedisplay vervangen
door de ronde-informatie.
De items TRIP1, TRIP2, F-TRIP,
F.AVE, FUELCON en TRIPTIME kun-
nen afzonderlijk worden teruggesteld.
Als de koelvloeistoftemperatuur lager
is dan 40 °C (104 °F), geeft de weerga-
ve koelvloeistoftemperatuur “Lo” weer
Als de koelvloeistoftemperatuur hoger
is dan 124 °C (255 °F), geeft de weer-
gave koelvloeistoftemperatuur “Hi”
weer
Items op de informatieweergave terugstel-len1. Draai de wielschakelaar om een van
de twee voertuiginformatiedisplays te
selecteren.
2. Druk de wielschakelaar naar binnen om het informatiedisplay te markeren.
3. Draai de wielschakelaar om het ge- wenste display-item te selecteren.
1. Voertuiginformatiedisplays
1
UB7ND0D0.book Page 10 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM
Page 29 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-11
4
4. Houd de wielschakelaar ingedrukt tot-
dat het gemarkeerde display-item
wordt teruggesteld.
Aan dui din g in geschakel de versnellin g
Geeft weer welke versnelling is ingescha-
keld. Dit model heeft 6 versnellingen en een
vrijstand. De vrijstand wordt aangegeven
door het vrijstandcontrolelampje “ ” en
door de aanduiding voor de ingeschakelde
versnelling “ ”.
Weer gave MODE
Deze weergave toont de huidige instellin-
gen voor “D-MODE” en “TCS-MODE”. De
modus die vergroot aan de rechterzijde
wordt weergegeven kan worden bijgesteld
met de schakelaars MODE omhoog/om-
laag. Gebruik de schakelaar “MODE” om
links-rechts te wisselen tussen “TCS-MO-
DE” en “D-MODE”. Zie pagina 3-1 voor informatie over instel-
lingen voor “D-MODE” en “TCS-MODE”.
OPMERKING
Als het storingsindicatielampje “ ”,
de waarschuwing hulpsysteem “ ”
of de waarschuwing
koelvloeistoftemperatuur “ ” op-
licht, kunnen “D-MODE” en “TCS-
MODE” niet worden bijgesteld.
De eerder geselecteerde modi worden
weergegeven als de machinevoeding
wordt ingeschakeld.Selecteer om de tractieregeling uit te scha-
kelen “TCS-MODE” met de schakelaar
“MODE” en houd vervolgens de schakelaar
MODE omhoog ingedrukt totdat “OFF”
wordt weergegeven. Druk om TCS weer in
te schakelen op de schakelaar MODE om-
laag (“TCS-MODE” zal terugkeren naar de
eerdere instelling).OPMERKINGAls “TCS-MODE” op “OFF” wordt ge-
zet, worden TCS, SCS en LIF ook uit-
geschakeld.
De instellingen “TCS-MODE OFF” en
“TCS-MODE M” kunnen alleen wor-
den geselecteerd als de machine stil-
staat.
Klok
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem.
Zie pagina 4-17 voor het instellen van de
klok.
Indicator snelschakelen “QS”
Als er kan worden geschakeld, wordt de
respectievelijke QS of groen.
Als er niet kan worden geschakeld, is de
QS of wit.
Als de QS-functie is uitgeschakeld, wordt
de QS of zelf niet weergegeven.
De QS-functies kunnen worden in- of uitge-
schakeld via het instellingen MENU. Zie pa-
gina 4-15.OPMERKINGDe functies voor op- en terugschakelen zijn
onafhankelijk en kunnen afzonderlijk van el-
kaar worden geactiveerd.
Zie voor meer informatie over het QS-sy-
Picto gram instellin genmenu “ ”
Selecteer dit pictogram en druk op de wiel-
schakelaar om instellingen te wijzigen via
het scherm MENU. (Zie pagina 4-14.)
UB7ND0D0.book Page 11 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM
Page 30 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-12
4
In dicator han dvatverwarmin g (optie)
De handvatverwarming kan worden ge-
bruikt wanneer de motor draait. Er zijn
10 temperatuurniveaus. Indien geactiveerd
geeft de indicator het temperatuurniveau
van 1 (laagste) tot 10 (hoogste) aan.
Gebruik om de handvatverwarming te acti-
veren de wielschakelaar om de handvatver-
warmingsweergave te markeren met de
cursor.
Druk de wielschakelaar naar binnen om de
handvatverwarmingsfunctie te selecteren.
Draai na de selectie de wielschakelaar om-
hoog of omlaag om het temperatuurniveau
in te stellen.
Druk de wielschakelaar naar binnen om het
temperatuurniveau te bevestigen en de
handvatverwarmingsfunctie af te sluiten.LET OP
DCA17932
Draa g hand schoenen wanneer u de
hand vatverwarmin g g eb ruikt.
Gebruik de han dvatverwarmin g niet
b ij warm weer.
Als het stuurhan dvat of de gashen-
d el versleten of b eschadigd is, ge-
b ruik de han dvatverwarmin g dan
niet meer en vervan g hand vat en
hend el.
De functie van de wielschakelaar kan in de
handvatverwarmingsmodus worden ver-
grendeld door de wielschakelaar lang inge-
drukt te houden terwijl de indicator
handvatverwarming door de cursor is ge-
markeerd.
In deze modus kunnen de temperatuurni-
veaus direct worden bijgesteld door de
wielschakelaar omhoog of omlaag te draai-
en.
Houd de wielschakelaar ingedrukt om deze
modus af te sluiten en de normale werking
van de wielschakelaar te herstellen.OPMERKINGDe huidige instelling voor handvatverwar-
ming wordt opgeslagen wanneer de machi-
ne wordt uitgeschakeld.Rondetimer
Deze stopwatchfunctie kan worden geacti-
veerd via het instellingen MENU. (Zie pagi-
na 4-14.)
Na activering wordt het voertuiginformatie-
display vervangen door: Druk om de timer te starten op de lichtsig-
naalschakelaar.
Telkens als op de lichtsignaalschakelaar
wordt gedrukt, wordt het aantal ronden met
1 verhoogd en wordt de huidige rondetijd
teruggesteld.
Druk om de rondetimer te pauzeren de
wielschakelaar naar binnen.
Druk om de pauze op te heffen op de licht-
signaalschakelaar. De werking van de timer
wordt hervat zonder dat een nieuwe ronde
wordt geteld.
Om de rondetijdmodus af te sluiten, scha-
kelt u deze uit in het instellingen MENU. (Zie
pagina 4-14.)
1. Rondeteller
2. Huidige rondetijd
3. Tijd laatste/vorige ronde
LAP
02
LATEST
00:12.3
4
00:3 0.23
2
1
3
UB7ND0D0.book Page 12 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM
Page 31 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-13
4
OPMERKING De rondetimer kan alleen worden ge-
start als de motor draait.
Als op de lichtsignaalschakelaar
wordt gedrukt, knippert de koplamp.
Telkens als de rondetimer wordt ge-
pauzeerd, kan de werking worden
hervat door op de lichtsignaalschake-
laar te drukken.Picto gram remre gelsysteem “BC”
Dit pictogram wordt vervangen door de
waarschuwing hulpsysteem en de waar-
schuwing koelvloeistoftemperatuur als
deze worden geactiveerd.
Zie voor meer informatie over het BC-sy-
steem “BC” op pagina 3-3.
Waarschuwin g foutmo dus “Err”
Als zich een interne fout voordoet (bijv. uit-
val van de communicatie met een systeem-
regelaar), verschijnt de waarschuwing
foutmodus als volgt.
“Err” en waarschuwingslampje “ ” dui-
den op een ECU-fout.
Alleen “Err” duidt op een ABS ECU-fout.
OPMERKINGAfhankelijk van de aard van de fout werkt
het display mogelijk niet goed, waardoor
het onmogelijk kan zijn om de TCS-instel-
lingen te wijzigen. Daarnaast werkt het
ABS-systeem mogelijk niet goed. Wees ex-
tra voorzichtig bij het remmen en vraag on-
middellijk een Yamaha-dealer om de
machine na te kijken.Waarschuwin g hulpsysteem “ ”
Dit pictogram verschijnt als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in een niet-
motorgerelateerd systeem.
Waarschuwin gslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit pictogram verschijnt als de koelvloei-
stoftemperatuur oploopt tot 116 °C (241 °F)
of hoger. Stop de machine en schakel de
motor uit. Laat de motor afkoelen.LET OP
DCA10022
Laat de motor niet d raaien terwijl deze
oververhit is.
Waarschuwin gslampje olie druk “ ”
Dit pictogram verschijnt als de motorolie-
druk laag is. Als de machine voor het eerst
wordt ingeschakeld, moet nog oliedruk
worden opgebouwd. Daarom wordt dit pic-
togram weergegeven totdat de motor is ge-
start.OPMERKINGAls een storing wordt gedetecteerd, zal het
waarschuwingspictogram oliedruk doorlo-
pend knipperen.LET OP
DCA26410
Laat de motor niet draaien als d e olie-
d ruk laa g is.
UB7ND0D0.book Page 13 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM
Page 32 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-14
4
DAU91457
Instellin gen MENUHet scherm MENU bevat de volgende in-
stellingenmodules. Selecteer een module
om gerelateerde instellingen te wijzigen. Toe
gan g en geb ruik van het instellin gen
MENU
Het instellingen MENU wordt als volgt ge-
bruikt:
Draai de wielschakelaar omhoog of omlaag
om items te markeren of waarden te verho-
gen of verlagen en druk de wielschakelaar
kort naar binnen om de selectie te bevesti-
gen.
Houd de wielschakelaar ingedrukt totdat
het scherm terugkeert naar de hoofdweer-
gave om het MENU op enig moment te ver-
laten.
OPMERKING Sommige schermen van het instellin-
genmenu bevatten een naar boven
wijzend driehoeksym bool. Selecteer
het driehoeksymbool om aangebrach-
te wijzigingen op te slaan en het huidi-
ge scherm af te sluiten.
Als er machinebeweging wordt gede-
tecteerd, zal het systeem automatisch
het instellingen MENU afsluiten en te-
rugkeren naar het hoofdscherm.
Sluit elk menu af met het drie-
hoeksymbool (indien weergegeven)
om te verzekeren dat de gewenste
wijzigingen worden opgeslagen. Als u
het instellingenmenu afsluit door de
wielschakelaar ingedrukt te houden,
worden wijzigingen mogelijk niet op-
geslagen.
“Display Settin g”
Met deze module kunt u de rondetijdmo-
dus en de toerentellerkleurmodus in- of uit-
schakelen.
Als de rondetijdmodus wordt geselecteerd,
geven de twee voertuiginformatiedisplays
op het hoofdscherm een rondetimer en een
Mo dule Beschrijvin g
“Exit” MENU afsluiten en terug-
keren naar het hoofd-
scherm
“Display Set-
ting” Rondetijdmodus in- of uit-
schakelen en toerenteller-
kleur aanpassen
“Manual TCS
Setting” TCS/SCS/LIF-instellingen
voor “TCS-MODE M” aan-
passen
“Vehicle Set-
ting” BC/QS-instellingen aan-
passen
“Shift Indica-
tor” Schakelindicator in- of uit-
schakelen en instellingen
van de toerenteller aan-
passen
“Maintenance” Onderhoudsintervallen be-
kijken en terugstellen
Display S
etting
Exit
Manual TCS S ettingVehicle S ettingShift Indicator
km/h
MENU
Brandstofverbruik en
maateenheden instellen
Helderheid van het scherm
aanpassen
Klok aanpassen
Alle instellingen terugzet-
ten naar fabrieksinstellin-
gen
Lap Time OFFTacho Color OFF
km/h
Display Setting
UB7ND0D0.book Page 14 Tuesday, October 6, 2020 2:17 PM