395
7
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
3Laat de auto zakken.
4 Draai iedere moer twee of drie keer
aan in de volgorde die in de afbeel-
ding is aangeven.
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
5Berg het wiel met de lekke band, de
krik en het gereedschap op.
■Volwaardig reservewiel (indien aanwe-
zig)
●Het volwaardige reservewiel heeft een
aanduiding “Temporary use only” (alleen
voor tijdelijk gebruik) op de buitenzijde van
het wiel. Gebruik het volwaardige reserve-
wiel alleen tijdelijk en alleen in noodgeval-
len.
●Controleer de bandenspanning van het
volwaardige reservewiel. ( →Blz. 417)
■Het compacte reservewiel (indien aan-
wezig)
●Op de band van het compacte reservewiel
staat aan de zijkant de aanduiding TEM-
PORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk
gebruik). Gebruik het compacte reserve-
wiel alleen tijdelijk en alleen in noodgeval-
len.
●Controleer de bandenspanning van het
compacte reservewiel. ( →Blz. 417)
■Als het compacte reservewiel (indien
aanwezig) is gemonteerd
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de
standaardbanden.
■Gebruik van het compacte reservewiel
(indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zender,
waardoor een te lage bandenspanning hier-
van niet wordt aangegeven door het banden-
spanningswaarschuwingssysteem. Verder
zal, als u het compacte reservewiel monteert
nadat het waarschuwingslampje voor een
lage bandenspanning is gaan branden, dit
lampje blijven branden.
■Als uw auto een lekke voorband krijgt
op een weg die bedekt is met sneeuw of
ijs (auto's met een compact reserve-
wiel)
Vervang een van de achterwielen van de
auto door het compacte reservewiel. Voer
onderstaande stappen uit en monteer
sneeuwkettingen op de voorwielen:
1 Vervang het wiel links of rechts achter
door het compacte reservewiel.
2 Vervang het wiel met de lekke voorband
door het wiel dat van de achterzijde
afkomstig is.
3 Monteer sneeuwkettingen op de voorwie-
len.
■Monteren wieldop (stalen velgen,
behalve compact reservewiel)
Breng de uitsparing in de wieldop in lijn met
het ventieldopje zoals aangegeven in de
afbeelding.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 395 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
396
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het volwaardige
reservewiel (indien aanwezig)
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Gebruik van het compacte reserve-
wiel (indien aanwezig)
●Houd er rekening mee dat het reserve-
wiel speciaal ontworpen is voor gebruik
onder uw auto. Gebruik uw reservewiel
daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één
compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Als het compacte reservewiel (indien
aanwezig) is gemonteerd
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet
goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC
•TRC
• Automatic High Beam-systeem (indien aanwezig)
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien aanwezig)
• EPS
• Trailer Sway Control (indien aanwezig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan- wezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys- teem
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan- wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan- wezig)
• S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist- systeem) (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en ernstig
letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden
in het wegdek heen als het compacte
reservewiel (indien aanwezig) onder
de auto gemonteerd is.
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de
standaardbanden. Wees voorzichtig bij het
rijden over slechte wegen.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 396 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
397
7
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
Er is mogelijk onvoldoende brand-
stof aanwezig in de tank. Vul de
brandstoftank.
De motor kan verzopen zijn. Probeer
nogmaals de motor te starten en
volg daarbij de juiste startprocedu-
res. ( →Blz. 158, 159)
Er kan een storing aanwezig zijn in
de startblokkering. (→Blz. 76)
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
De accu kan te ver ontladen zijn.
(→Blz. 401)
De accuklemmen kunnen loszitten of
gecorrodeerd zijn. ( →Blz. 325)
OPMERKING
■Rijden met sneeuwkettingen en het
compacte reservewiel (indien aanwe-
zig)
Monteer geen sneeuwketting op het com-
pacte reservewiel. De sneeuwketting kan
de carrosserie beschadigen en het rijge-
drag in negatieve zin beïnvloeden.
■Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspannings-
sensoren en -zenders contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgerus te deskundige, omdat
de bandenspanningssensoren en -zen-
ders beschadigd kunnen raken als er niet
voorzichtig mee wordt omgegaan.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
(behalve compact reservewiel)
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang bij het vervangen
van de band de bandenspanningssensor
en -zender. ( →Blz. 334)
Als de motor niet wil
aanslaan
Als de motor niet wil aanslaan ter-
wijl wel de juiste startprocedures
zijn gevolgd ( →Blz. 158, 159), kan
dat de volgende oorzaken hebben:
De motor slaat niet aan terwijl
de startmotor wel normaal
werkt.
De startmotor draait langzaam
rond, de interieurverlichting en
de koplampen gaan zwakker
branden of de claxon maakt
geen of weinig geluid.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 397 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
426
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
■Elektrisch bedienbare ruiten (→Blz. 139)
*: Indien aanwezig
■Automatische verlichting ( →Blz. 172)
■Ve r li c h t in g ( →Blz. 173)
*: Indien aanwezig
■PCS (Pre-Crash Safety-systeem)* (→Blz. 192)
*: Indien aanwezig
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Gekoppelde werking aan sleu-
tel (ook de mechanische sleu-
tel
*)
UitAan——O
Koppeling van werking aan
afstandsbedieningUitAan——O
Koppeling van werking aan
afstandsbediening (zoemer)*AanUit——O
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Gevoeligheid lichtsensorStandaard-2 - 2O—O
Tijdelijke insc hakeling koplam-
pen (tijd die verstrijkt voordat
de koplampen automatisch
worden uitgeschakeld)
30 seconden
60 seconden
——O90 seconden
120 seconden
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Verlichting Welcome Light-sys-
teem*AanUit——O
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem)AanUit—O—
Afstellen timing waarschuwingGemiddeldVroeg—O—Laat
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 426 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
429
8
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
■Toyota Parking Assist-sensor* (→Blz. 241)
*: Indien aanwezig
■RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)* ( →Blz. 246)
*: Indien aanwezig
■PKSB (Parking Support Brake)* (→Blz. 250)
*: Indien aanwezig
■Automatische airconditioning* ( →Blz. 283)
*: Indien aanwezig
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Toyota Parking Assist-sensorAanUit—O—
ZoemervolumeNiveau 2Niveau 1—O—Niveau 3
Detectieafstand van de bin-
nenste sensor voorVe r w e gDichtbij——O
Detectieafstand van de bin-
nenste sensor achterVe r w e gDichtbij——O
Detectieafstand van de hoek-
sensorVe r w e gDichtbij——O
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)AanUit—O—
ZoemervolumeNiveau 2Niveau 1—O—Niveau 3
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
PKSB-functie (Parking Support
Brake)AanUit—O—
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Schakelen tussen buitenlucht-
modus en de aan de schake-
laar AUTO gekoppelde
recirculatiemodus
AanUitO—O
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 429 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
554
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
Het controlelampje van de veilig-
heidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de passagiers hun
veiligheidsgordel? (→ Blz. 371)
Het waarschuwingslampje van de
parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd?
(→ Blz. 171)
Afhankelijk van de situatie klinken er
mogelijk ook andere soorten waarschu-
wingszoemers. ( →Blz. 368, 377)
Heeft iemand een portier geopend
tijdens het instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het alarm
klinken. ( →Blz. 78)
Voer een van de onderstaande hande-
lingen uit om het alarm te deactiveren
of uit te schakelen:
Ontgrendel de portieren met de
instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening.
Start de motor. (Het alarm wordt na
enkele seconden gedeactiveerd of
uitgeschakeld.)
Bevindt de elektronische sleutel zich
in de auto?
Controleer de melding op het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 377)
Wanneer een waarschuwings-
lampje gaat branden of een waar-
schuwingsmelding wordt
weergegeven, raadpleeg dan
Blz. 368, 377.
Auto's met een bandenreparatieset:
breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand en repareer de lekke
band tijdelijk met de bandenrepara-
tieset. ( →Blz. 379)
Auto's met een reservewiel: breng
de auto op een veilige plaats tot stil-
stand en vervang de lekke band
door het reservewiel. ( →Blz. 389)
Voer de procedure uit voor als de
auto vastzit in modder, vuil of
sneeuw. ( →Blz. 408)
Tijdens het rijden klinkt een
waarschuwingszoemer
Er wordt een alarm geactiveerd
en de claxon klinkt (auto's met
alarmsysteem)Bij het verlaten van de auto
klinkt een waarschuwingszoe-
mer (auto's met Smart entry-
systeem en startknop)
Er gaat een waarschuwings-
lampje branden of er wordt een
waarschuwingsmelding weerge-
geven
Wanneer zich een probleem
heeft voorgedaan
Als uw auto een lekke band
heeft
De auto zit vast
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 554 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
556
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
Alfabetische index
Antennes (Smart entry-systeem met startknop) ........................................... 123
Antiblokkeersysteem (ABS) ................ 267
Waarschuwingslampje ...................... 369
Antidiefstalsysteem Alarm ................................................... 78
Startblokkering .................................... 76
Supervergrendeling ............................. 77
Automatic High Beam-systeem .......... 176
Automatische airconditioning............. 283
Automatische verlichting .................... 173
B
Baby- en kinderzitjes ............................. 46 Punten om rekening mee te houden .............................................. 47
Rijden met kinderen in de auto ........... 45
Bagageruimteverlichting Vermogen .......................................... 419
Banden .................................................. 330 Als uw auto een lekke band heeft ........................................ 379, 389
Bandenmaat ...................................... 417
Bandenreparatieset ........................... 379
Bandenspanning ............................... 340
Bandenspannings- waarschuwingssysteem .................. 332
Controle ............................................. 330
Reservewiel ....................................... 389
Sneeuwkettingen............................... 274
Vervangen ......................................... 389
Waarschuwingslampje ...................... 372
Waarschuwingszoemers ................... 372
Winterbanden .................................... 273
Wisselen van banden ........................ 331
Bandenreparatieset .............................. 379
Bandenspanning .................................. 340 Onderhoudsgegevens ....................... 417
Waarschuwingslampje ...................... 372
Waarschuwingszoemers ................... 372 Bandenspannings-
waarschuwingssysteem ................... 332Functie .............................................. 332
Initialisatie ......................................... 334
Plaatsen van bandenspanningssensoren
en -zenders .................................... 334
Registreren van identificatiecodes .... 336
Waarschuwingslampje ...................... 372
Waarschuwingszoemers ................... 372
Bekerhouders ....................................... 294
Bevestigingspunten
bovenste gordel................................... 60
Binnenspiegel ...................................... 135
Blind Spot Monitor (BSM) ................... 236
Inschakelen/uitschakelen van de Blind Spot Monitor .............. 238
Blokkeerschakelaar ruitbediening...................................... 141
Bougie ................................................... 415
Brake Assist ......................................... 267
Brandstof .............................................. 185 Brandstofmeter ............................. 86, 90
Informatie .......................................... 420
Inhoud ............................................... 413
Tanken .............................................. 185
Type .................................................. 413
Uitschakelsysteem brandstofpomp ................................. 367
Waarschuwingslampje ...................... 370
Brandstofmeter ................................ 86, 90
Brandstofverbruik
Actueel brandstofverbruik ........... 95, 101
Gemiddeld brandstofverbruik...... 95, 101
Brandstofverbruik .......................... 95, 101
BSM (Blind Spot Monitor) ................... 236 Inschakelen/uitschakelen van de Blind Spot Monitor .............. 238
Buitenspiegels BSM (Blind Spot Monitor) ................. 236
Inklappen .......................................... 137
Instellen ............................................ 136
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) ..................... 246
Buitentemperatuur ................... 86, 90, 109
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 556 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
557
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
Alfabetische index
C
Claxon ................................................... 134
Condensor ............................................ 325
Contact (startknop) ...................... 158, 159Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht .......................................... 360
Auto power off-functie ....................... 162
Wijzigen van de standen van het contact ....................... 158, 162
Contactslot.................................... 158, 159
Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet worden
gebracht .......................................... 360
Auto power off-functie ....................... 162
Wijzigen van de standen van het contact .............................. 158, 162
Controlelampje veiligheidsgordel....... 371
Controlelampjes ..................................... 84
Cruise control Dynamic Radar Cruise Control.......... 212
Curtain airbags ....................................... 35
D
Dagrijverlichting ................................... 173
Dagtellers .......................................... 87, 91
Dashboardkastje .................................. 293
Derde remlicht Lampen vervangen ........................... 352
Display
Dynamic Radar Cruise Control.......... 212
Head-up display ................................ 105
LTA (Lane Tracing Assist) .................. 208
Multi-informatiedisplay .................. 93, 99
Snelheidsbegrenzer .......................... 223
Toyota Parking Assist-sensor ............ 241
Waarschuwingsmelding .................... 377
Draaiknop koplampverstelling ............ 174
Dynamic Radar Cruise Control ........... 212
Road Sign Assist (RSA) .................... 219
Waarschuwingsmelding .................... 221
E
eCall ........................................................ 66Toets SOS........................................... 66
ECO-controlelampje ...................... 96, 101
ECO-indicator ......................... 96, 101, 109
ECO-rijmodus ....................................... 265
Elektrisch bedienbare ruiten Aan portierslot gekoppelde
werking ruiten ................................. 140
Blokkeerschakelaar ruitbediening ..... 141
Klembeveiliging................................. 139
Werking ............................................. 139
Elektrische stuurbekrachtiging (EPS) ................................................... 267
Waarschuwingslampje ...................... 370
Elektronische sleutel ........................... 112 Als de elektronische sleutel
niet goed werkt ............................... 399
Batterij vervangen ............................. 345
Energiebesparende functie ............... 124
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)........................... 267Waarschuwingslampje ...................... 370
F
Fleshouders.......................................... 294
G
Gemiddeld brandstofverbruik....... 95, 101
Gemiddelde rijsnelheid ................. 97, 103
Gereedschap ................................ 380, 390
Gewicht ................................................. 410
GPF-systeem (benzineroetfilter)......... 266
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 557 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM