
84
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
1-5. Antidiefstalsysteem
1-5.Antidiefstalsysteem
Auto's zonder Smart entry-systeem
en startknop
Het controlelampje gaat knipperen als
de sleutel uit het contactslot is verwij-
derd, om aan te geven dat het systeem
is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt met knipperen
als de geregistreerde sleutel in het con-
tactslot is gestoken om aan te geven
dat het systeem is uitgeschakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop
Het controlelampje knippert nadat het
contact UIT is gezet om aan te geven
dat het systeem in werking is.
Het controlelampje houdt op met knip-
peren als het contact in stand ACC of
AAN is gezet om aan te geven dat het
systeem is uitgeschakeld.
■Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrije
startblokkering.
■Omstandigheden waardoor het systeem
mogelijk niet goed werkt
●Als de greep van de sleutel tegen een
metalen voorwerp wordt gehouden
●Als de sleutel dicht bij of tegen een sleutel
met ingebouwde transponderchip van een
andere auto wordt gehouden
■Verklaring voor de startblokkering
Blz. 531
Startblokkering
De sleutels van de auto zijn uitge-
rust met ingebouwde transponder-
chips die voorkomen dat het hybri-
desysteem gestart kan worden
met een sleutel die niet in een eer-
der stadium is geregistreerd in de
computer van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto
achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om
autodiefstal te voorkomen, maar
absolute beveiliging tegen elke
vorm van diefstal kan niet worden
gegarandeerd.
Bedienen van het systeem
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na
veranderen of verwijderen kan de juiste
werking van het systeem niet worden
gegarandeerd.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 84 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM

91
2
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Auto's met 7 inch display (wanneer de digitale snelheidsmeter wordt
weergegeven)
Waarschuwingslampjes informeren de
bestuurder over storingen in de aange-
geven systemen van de auto.
Waarschuwingslampjes
(Rood) Waarschuwingslampje
remsysteem*1 (
Blz. 439)
(Geel) Waarschuwingslampje
remsysteem
*1 (
Blz. 439)
Waarschuwingslampje hoge
koelvloeistoftemperatuur
*2
( Blz. 439)
Waarschuwingslampje
hybridesysteem oververhit
*2
( Blz. 440)
Laadstroomcontrolelampje
*2
( Blz. 440)
Waarschuwingslampje lage
oliedruk
*2 ( Blz. 440)
Motorcontrolelampje
*1, 3
( Blz. 440)
Waarschuwingslampje SRS
*1
( Blz. 441)
Waarschuwingslampje ABS*1
( Blz. 441)
Waarschuwingslampje onjuiste
bediening pedaal
*2 ( Blz. 441)
(Rood) Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1, 3
( Blz. 442)
(Geel) Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1, 3
( Blz. 442)
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau ( Blz. 442)
Controlelampje bestuurders- en
voorpassagiersgordel
( Blz. 442)
Controlelampjes achter-
passagiersgordels
*2
( Blz. 443)
Waarschuwingslampje lage ban-
denspanning
*1, 3 ( Blz. 443)
(Oranje) Controlelampje LTA
*2 (indien
aanwezig) ( Blz. 443)
(Knippert) Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*1, 3 (indien
aanwezig) ( Blz. 444)
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 91 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM

92
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
2-1. Instrumentenpaneel
*1: Deze lampjes gaan branden als het con-tact AAN wordt gezet om aan te geven
dat er een systeemcontrole wordt uitge-
voerd. Ze doven nadat het hybridesys-
teem is gestart of nadat er enkele secon-
den verstreken zijn. Er kan een storing in
een systeem aanwezig zijn als een
lampje niet gaat branden of niet uitgaat.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
*3: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay (alleen 7 inch display).
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van
de verschillende syst emen van de auto.
(Knippert)Controlelampje RCTA OFF
*1, 3
(indien aanwezig) ( Blz. 444)
Controlelampje PKSB OFF
*1, 3
(indien aanwezig) ( Blz. 445)
(Knippert of brandt) Waarschuwingslampje PCS
*1
(indien aanwezig) ( Blz. 445)
Controlelampje Traction
Control
*1 ( Blz. 446)
(Knippert) Waarschuwingslampje
parkeerrem (
Blz. 446)
(Knippert) Controlelampje Brake
Hold-systeem in werking
*1
( Blz. 446)
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een veiligheidssysteem
zoals het ABS of het waarschuwingslampje
SRS niet gaat branden als u het hybride-
systeem start, kan dat betekenen dat deze
systemen niet beschikbaar zijn om u te
beschermen in geval van een ongeval,
waardoor ernstig letsel zou kunnen ont-
staan. Laat, als dit gebeurt, de auto onmid-
dellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Controlelampjes
Controlelampje richtingaanwij-
zers ( Blz. 200)
Controlelampje achterlicht
*1
( Blz. 206)
Controlelampje grootlicht
( Blz. 208)
Controlelampje AHS
*1
(indien aanwezig) ( Blz. 212)
Controlelampje AHB
*1
(indien aanwezig) ( Blz. 215)
Controlelampje mistlampen
voor
*1 (indien aanwezig)
( Blz. 218)
Controlelampje mistachterlicht
*1
( Blz. 218)
Waarschuwingslampje PCS
*2, 3
(indien aanwezig) ( Blz. 235)
Controlelampje cruise control
*4
(indien aanwezig) ( Blz. 252)
Controlelampje Dynamic Radar
Cruise Control
*4 (indien
aanwezig) ( Blz. 252)
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 92 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM

250
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*1: De functie werkt zelfs als de rijsnelheid lager is dan ongeveer 50 km/h terwijl de
Lane Centering-functie in werking is.
*2: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
●Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan
alle werkingsvoorwaarden voor de Lane
Departure Alert-functie wordt voldaan, maar
ook aan alle onderstaande voorwaarden.
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( Blz. 251)
●Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• De instelling voor “Sway Warning” (waar-
schuwing voor slingeren) in van het
multi-informatiedisplay is ON (aan).
( Blz. 498)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of
hoger.
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( Blz. 252)
●Lane Centering-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De instelling voor “Lane Centre” (midden
rijstrook) in van het multi-informatie-
display is ON (aan) ( Blz. 498)
• Deze functie herkent witte (gele) rijstrook-
markeringen of de positie van een voorlig-
ger (behalve bij kleine voorliggers, zoals
een motorfiets).
• De Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik werkt in de afstands-
regelmodus.
• De breedte van de rijstrook is ongeveer 3 - 4 m. • De richtingaanwijzersc
hakelaar wordt niet
bediend.
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( Blz. 252)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( Blz. 251)
• De auto rijdt in het midden van een rij- strook.
• Stuurassistentiefunctie is niet in werking.
■Tijdelijk uitschakelen van functies
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan, wordt een functie
mogelijk tijdelij k uitgeschakeld. Als echter
weer aan de werkingsvoorwaarden wordt
voldaan, wordt de werking van de functie
automatisch hervat. ( Blz. 249)
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den ( Blz. 249) wordt voldaan terwijl de
Lane Centering-functie in werking is, kan
het stuurwiel trillen en een zoemer klinken
om aan te geven dat de functie tijdelijk is
uitgeschakeld. Als de persoonlijke voor-
keursinstelling “Steering wheel vibration”
(stuurwieltrillingsfunctie) echter is ingesteld
op “On” (aan), waarschuwt het systeem de
bestuurder door het stuurwiel te laten tril-
len in plaats van de zoemer te laten klin-
ken.
■Stuurassistentiefunctie/Lane Centering-
functie
●Afhankelijk van de rijsnelheid, de situatie
rondom het verlaten van de rijstrook, de
wegomstandigheden, enz. merkt de
bestuurder mogelijk niet dat de functie in
werking is of werk t de functie mogelijk
helemaal niet.
●De bediening van het stuurwiel door de
bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuurre-
geling van de functie.
●Probeer niet zelf de werking van de
stuurassistentiefunctie te testen.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 250 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM

279
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Het systeem kan worden geactiveerd
wanneer
●Het contact AAN staat.
●De Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld.
●De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10
km/h.
●De selectiehendel in een andere stand dan
P staat.
■Als “Clean Parking Assist Sensor” (rei-
nig Parking Assist-sensor) wordt weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay
Mogelijk is een van de sensoren bedekt met
bijvoorbeeld waterdruppels, ijs, sneeuw of
vuil. Verwijder dit van de sensor om te zorgen
dat het systeem weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk
een waarschuwingsmelding weergegeven
doordat zich ijs vormt op een sensor en een
sensor daardoor mogelij k geen obstakels sig-
naleert. Zodra het ijs smelt, zal het systeem
weer normaal werken.
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven terwijl de sensor schoon is, is
er mogelijk een storing aanwezig in de sen-
sor. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is
beperkt tot het gebied rond de voor- en
achterbumper van de auto.
●Tijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk
zijn.
• Als het stilstaande object zich te dicht bij de sensor bevindt, is detectie wellicht niet
mogelijk. • Tussen het signaleren van een statisch
object en de weergave zit een kleine ver-
traging (geluid waarschuwingszoemer).
Ook als er met lage snelheid wordt gere-
den, bestaat de mogelijkheid dat het object
binnen 30 cm van de sensoren komt voor-
dat het display wordt weergegeven en de
waarschuwingszoemer hoorbaar is.
• Het kan moeilijk zijn om de zoemer te horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculati e van de airconditioning
veel geluid produceert.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen ten gevolge van geluiden van
andere systemen.
■Objecten die mogelijk niet goed worden
gesignaleerd door het systeem
Door de vorm van het object kan de sensor
het mogelijk niet signaleren. Let goed op bij
de volgende objecten:
●Kabels, hekken, touwen, enz.
●Katoen, sneeuw en andere materialen die
geluidsgolven absorberen
●Zeer hoekige objecten
●Lage objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel
uitsteekt in de richting van uw auto
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen
van invloed zijn op de capaciteit van de sen-
sor om objecten correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet
u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw,
waterdruppels of ijs. (Het reinigen van de
sensoren zal het probleem oplossen.)
●De sensor is bevroren. (Het ontdooien van
de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het
gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te
zien is op het display of dat objecten, zoals
een muur, niet worden gesignaleerd.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 279 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM

305
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Druk op de hoofdschakelaar van
Advanced Park.
Als de schakelaar wordt ingedrukt terwijl de
begeleiding is gestart, wordt de begeleiding
uitgeschakeld.
■Voorwaarden voor werking
De begeleiding zal starten als aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan:
●Het rempedaal is ingetrapt
●De auto staat stil
●De veiligheidsgordel van de bestuurder is
vastgemaakt
●Het stuurwiel wordt niet bediend
●Het gaspedaal wordt niet ingetrapt
●Alle portieren zijn gesloten
●De buitenspiegels zijn niet ingeklapt
●De parkeerrem is niet geactiveerd
●De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik is niet ingeschakeld
●Het ABS, de VSC, de TRC, het PCS en de
PKSB werken niet
●Een geregistreerd parkeervak wordt niet
gewist
●Niet op een steile helling
●Advanced Park is ingeschakeld
●De VSC en TRC zijn niet uitgeschakeld
Controleer of er op het multimedia-display
meldingen worden weergegeven als de
begeleiding niet kan worden gestart.
( Blz. 321)
In- en uitschakelen van
Advanced ParkWAARSCHUWING
■Voor een juiste werking van Advan-
ced Park
●Gebruik Advanced Park niet in de vol-
gende situaties:
• Als u op andere plekken dan in gebrui- kelijke parkeervakken wilt parkeren
• Als de parkeerplaats is bedekt met zand of grind en er geen dui delijke belijning is
aangebracht
• Als het parkeervak ni et horizontaal is,
bijvoorbeeld op een helling, of als er
hoogteverschillen zijn
• Als het wegdek bevroren of glad is of is bedekt met sneeuw
• Als het extreem warm is en het asfalt zacht is geworden
• Als er zich een object bevindt tussen uw auto en de beoogde parkeerplaats of op
de beoogde parkeerplaats (binnen het
weergegeven blauwe vak)
• Als u zich in een gebied bevindt met veel voetgangers of voertuigen
• Als het parkeervak ni et geschikt is (te
smal of te kort voor uw auto)
• Als de beelden onduidel ijk zijn door vuil
of sneeuw op de cameralens, licht dat in
de camera schijnt of schaduwen
• Bij het gebruik het reservewiel of sneeuwkettingen
• Als de achterklep niet geheel is gesloten
• Als iemand een arm uit het raam steekt
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 305 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM

308
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
In de volgende situaties wordt de wer-
king van Advanced Park uitgeschakeld
of onderbroken.
De begeleiding wordt uitgeschakeld
als:
De hoofdschakelaar van Advanced
Park wordt ingedrukt
De selectiehendel in stand P wordt
gezet terwijl dit niet de instructie is
De parkeerrem wordt geactiveerd
Er wordt een portier geopend
De veiligheidsgordel van de bestuur-
der wordt losgemaakt
De buitenspiegels worden ingeklapt
De TRC of VSC wordt uitgeschakeld
De TRC, de VSC of het ABS in wer-
king is
De startknop wordt ingedrukt
Advanced Park oordeelt dat de
begeleiding niet kan worden voort-
gezet in de huidige parkeeromge-
ving
Storingen Advanced Park
Als de begeleiding is uitgeschakeld,
wordt er een melding weergegeven op
het multimedia-display. ( Blz. 324)
Houd het stuurwiel stevig vast en trap
het rempedaal in om de auto tot stil-
stand te brengen. Aangezien Advanced
Park is uitgeschakeld, dient u deze
weer in te schakelen of handmatig door
te gaan met parkeren met behulp van
het stuurwiel.
De begeleiding wordt onderbroken
als:
Het stuurwiel wordt bediend
Het gaspedaal wordt ingetrapt
De selectiehendel in een andere
stand wordt gezet terwijl de auto in
beweging is (behalve stand P)
De remregeling in werking is
Het PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem) in werking is geweest
Als de begeleiding is onderbroken, kan
deze weer worden gestart door de aan-
wijzingen op het multimedia-display te
volgen ( Blz. 325)
■Beschrijving functie
De functie haaks inparkeren kan wor-
den gebruikt als het beoogde parkeer-
vak kan worden gesignaleerd wanneer
de auto dicht bij en haaks op het mid-
den van het parkeervak tot stilstand
wordt gebracht. Ook assisteert hij,
afhankelijk van de conditie van het par-
keervak, enz., bij het terugdraaien van
het stuurwiel als de koers van de auto
moet worden veranderd.
Uitschakelen/onderbreken
Advanced Park
Functie haaks inparkeren
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 308 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM

315
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Situaties waarin de functie wegrijden na
fileparkeren niet werkt
In de volgende situaties werkt de functie
wegrijden na fileparkeren niet:
●Als er in de vertrekrichting auto's staan te
wachten bij een verkeerslicht
●Als er een auto stilstaat in het gebied ach-
ter de plek van waaruit de auto vertrekt
●Als er wordt gesignaleerd dat er zich een
muur, pilaar of persoon in de buurt van een
zijsensor voor of achter bevindt
●Wanneer de auto geparkeerd staat op een
stoeprand en een zijsensor het wegdek
signaleert
●Als er geen auto geparkeerd staat vóór de
auto
●Als er heel veel ruimte zit tussen de voor-
zijde van de auto en een geparkeerde auto
WAARSCHUWING
■Functie wegrijden na fileparkeren
Rijd in de volgende situatie voorzichtig
omdat de zijsensoren obstakels mogelijk
niet juist detecteren, waardoor er een
ongeval kan ontstaan.
●Als er een object aanwezig is in een
gebied dat buiten het detectiebereik van
de zijsensoren valt
Obstakel
●Het kan voorkomen dat de sensoren
bepaalde objecten niet signaleren, zoals
de volgende:
• Dunne objecten zoals draden, hekken en touwen
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Zeer hoekige objecten
• Lage objecten
• Hoge objecten waarbij het bovenste deel uitsteekt
• Bewegende objecten zoals mensen of dieren
Mensen worden mogelijk ook niet gesigna-
leerd als ze bepaalde soorten kleding dra-
gen. Controleer altijd de omgeving van de
auto.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 315 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM