155
3
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan het hybridesys-
teem mogelijk worden gestart als de elek-
tronische sleutel zich in de buurt van de
ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zi ch in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld
worden door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te
ontgrendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
●Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en ontgren-
deld. Volg in dat geval de correctieproce-
dure hieronder bij het wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 153)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat
tijdens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de handgreep
of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de ontgrendel-
sensor van het portier aan en controleer of
de portieren worden ontgrendeld voordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
( Blz. 498)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektronische sleutel helpt
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. ( Blz. 153)
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 155 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
156
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij
u hebt als u het systeem bedient. Houd de
elektronische sleutel niet te dicht bij de auto
als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem wellic ht niet juist functio-
neert. (Het alarm kan per ongeluk afgaan of
de functie die voorkomt dat de portieren per
ongeluk worden vergrendeld, werkt wellicht
niet.)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren: Blz. 475
●Starten van het hybridesysteem:
Blz. 475
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 498)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoon-
lijke voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel. ( Blz. 135, 475)
●Starten van het hybridesysteem en wijzi-
gen van de standen van het contact:
Blz. 475
●Uitschakelen van het hybridesysteem:
Blz. 193
■Verklaring voor het Smart entry-
systeem met startknop
Blz. 575
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot
beïnvloeding van elektronische appa-
ratuur
●Mensen met geïmplanteerde pacema-
kers, CRT-pacemakers of geïmplan-
teerde hartdefibrillatoren moeten
voldoende afstand bewaren tot de
antennes van het Smart entry-systeem
met startknop. ( Blz. 152)
Radiogolven kunnen de werking van
dergelijke apparatuur beïnvloeden.
Indien nodig kan de instapfunctie
worden uitgeschakeld. Neem voor meer
informatie over bijvoorbeeld de frequen-
tie van de radiogolven en de momenten
waarop deze worden uitgezonden, c
ontact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige. Raadpleeg
vervolgens uw arts om na te gaan of de
instapfunctie moet worden uitgescha-
keld.
●Gebruikers van el ektrische medische
apparatuur anders dan geïmplanteerde
pacemakers, CRT-pacemakers en
geïmplanteerde hartdefibrillatoren moe-
ten contact opnemen met de fabrikant
van deze producten om te informeren of
radiosignalen invloed uitoefenen op de
werking van deze apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte effec-
ten hebben op de werking van derge-
lijke medische apparatuur.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige voor meer informa-
tie over het uitschakelen van de instap-
functie.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 156 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
239
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Bij het inhalen van een signaleerbaar object dat van rijstrook verandert of een
bocht naar rechts/links maakt
• Bij het passeren van een signaleerbaar object dat stilstaat op de rijstrook voor het
tegemoetkomende verkeer om rechts of
links af te slaan
• Als een signaleerbaar object uw auto zeer dicht nadert en vervolgens stopt voordat
het zich in de rijrichting van uw auto
bevindt
• Als de voorzijde van uw auto omhoog of omlaag gaat, bijvoorbeeld op een oneffen
of golvend wegdek
• Bij het rijden op een weg omringd door een constructie, zoals een tunnel of een stalen
brug
• Als er zich metalen objecten (putdeksel, staalplaat, enz.), opstaande randen of uit-
stekende delen voor uw auto bevinden
• Wanneer onder een object (verkeersbord, billboard, enz.) door wordt gereden
• Bij het naderen van een slagboom van een elektronische tolpoort, slagboom bij een
parkeerterrein of andere afscheiding die
open en dicht gaat • Wassen in een autowasstraat
• Bij het rijden door of onder objecten die in
contact kunnen komen met uw auto, zoals
hoog gras, boomtakken of een spandoek
• Bij het rijden door stoom of rook
• Wanneer dicht bij een object wordt gere- den dat radiogolven weerkaatst, zoals een
grote vrachtwagen of een vangrail
• Als wordt gereden in de buurt van een tele- visiezendmast, radiozender , elektriciteits-
centrale, met radar uitgeruste auto's of
andere locatie waar mogelijk sterke radio-
golven of elektromagnetische velden aan-
wezig zijn
• Wanneer er allerlei zaken zijn die de radio- golven van de radar in de buurt kunnen
reflecteren (tunnels, vakwerkbruggen,
onverharde wegen, besneeuwde wegen
met sporen, enz.)
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links afslaan een tegenligger of overstekende
voetganger het pad van uw auto al heeft
verlaten
• Regio A: Wanneer u vlak voor een tegen- ligger of overstekende voetganger rechts/
links afslaat
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links afslaan een tegenligger of overstekende
voetganger stopt voordat deze het pad van
uw auto kruist
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links afslaan een tegenligger voor uw auto
rechts/links afslaat
• Regio A: Wanneer u in de richting van tegenliggend verkeer stuurt
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 239 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
240
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
●In sommige situaties, zoals onderstaande,
wordt een object mogelijk niet gesigna-
leerd door de radarsensor en de camera
voor, waardoor het systeem niet goed
werkt:
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto nadert
• Wanneer uw auto of een signaleerbaar object een schommelende beweging
maakt
• Als een signaleerbaar object een abrupte beweging maakt (zoals een uitwijkma-
noeuvre, plotseling versnellen of afrem-
men)
• Wanneer uw auto een signaleerbaar object snel nadert
• Wanneer een signaleerbaar object zich niet direct voor uw auto bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich vlak bij bijvoorbeeld een muur, hek, vang-
rail, putdeksel, voertuig of stalen rijplaat
bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich onder een constructie bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object gedeel- telijk verborgen is ac hter een object zoals
een groot stuk bagage, een paraplu of een
vangrail
• Wanneer er allerlei zaken zijn die de radio- golven van de radar in de buurt kunnen
reflecteren (tunnels, vakwerkbruggen,
onverharde wegen, besneeuwde wegen
met sporen, enz.)
• Wanneer de radiogolven van de radar in een andere auto uw auto beïnvloeden
• Wanneer zich meerdere signaleerbare objecten dicht bij elkaar bevinden
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op een signaleerbaar object schijnt
• Wanneer een signaleerbaar object wit is en er extreem licht uitziet
• Wanneer een signaleerbaar object bijna dezelfde kleur heeft of ev en licht is als zijn
omgeving • Wanneer een signaleerbaar object uw auto
afsnijdt of plotseling opduikt voor uw auto
• Als de voorzijde van uw auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz.
• Wanneer een zeer fel licht, bijvoorbeeld de zon of de koplampen van tegemoetko-
mend verkeer, rechtstreeks in de camera
voor schijnt
• Bij het naderen van de zijkant of voorkant van een voorligger
• Als de voorligger een motorfiets of fiets is (regio C)
• Als de voorligger smal is, zoals een scoot-
mobiel
• Als een voorligger een smalle achterzijde heeft, zoals een onbeladen vrachtwagen
• Als een voorligger een lage achterzijde heeft, zoals een oprijwagen
• Als een voorligger een extreem grote bodemvrijheid heeft
• Als een voorligger een lading vervoert die uitsteekt voorbij de achterbumper
• Als een voorligger een onregelmatige vorm heeft, zoals een tractor of een zijspan
• Regio A en B: Als de voorligger een kinder- fiets, een fiets met bepakking, een fiets
met iemand achterop of een fiets met een
bijzondere vorm (fiets met een kinderzitje,
tandem, enz.) is
• Regio A en B: Als een voetganger of de rij- hoogte van een fietser korter is dan onge-
veer 1 m of langer is dan ongeveer 2 m
• Regio A en B: Als een voetganger of fietser breed vallende kleding (regenjas, lange
rok, enz.) draagt, waardoor zijn of haar sil-
houet onduidelijk wordt
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 240 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
326
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Als een parkeervak niet kan wor-
den geregistreerd
■Als er een zwart scherm wordt weerge-
geven op het multimedia-display als
Advanced Park in werking is
Het multimediasysteem of Advanced Park
wordt beïnvloed door radiogolven of er is
mogelijk een storing in het systeem aanwe-
zig. Als er een radioantenne is geplaatst in de
buurt van een camera, verplaats deze dan
naar een locatie zo ver mogelijk van de
camera. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als er geen
radioantenne is geplaatst in de buurt van een
camera en het scherm nog niet normaal
werkt nadat het contact UIT is gezet en het
hybridesysteem vervolgens weer is gestart.
■Als het batterijpakket (tractiebatterij) is
losgenomen en weer aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
Raadpleeg “Panoramic View Monitor”
of “Peripheral Monitoring-systeem” in
de handleiding voor het navigatie- en
multimediasysteem voor meer informa-
tie over het volgende.
Bereik dat kan worden weergegeven
op de schermen
Camera's
Verschillen tussen de weergegeven
beelden en de werkelijke weg
Verschillen tussen de weergegeven
beelden en de werkelijke objecten
■Situaties waarin witte parkeervak-
lijnen mogelijk niet goed worden
herkend
In de volgende situaties worden par-
keervaklijnen op het wegdek mogelijk
niet gesignaleerd:
Als er voor het parkeervak geen
witte lijnen zijn gebruikt (parkeervak
is begrensd met touwen, blokken,
enz.)
Als de parkeervaklijnen vervaagd of
vuil zijn, waardoor ze slecht zicht-
baar zijn
Als het wegdek een lichte kleur
heeft, zoals bij beton, en het contrast
met de witte parkeervaklijnen klein is
Als de parkeervaklijnen een andere
kleur hebben dan geel of wit
Als de omgeving van het parkeervak
donker is, bijvoorbeeld 's nachts of in
een (ondergrondse) parkeergarage
MeldingConditie/corrige-
rende maatregel
“No available par-
king space to regis-
ter” (geen parkeervak
beschikbaar voor
registratie)
werd geselec-
teerd bij een parkeer-
vak dat niet kan wor-
den gesignaleerd
Bedien Advanced
Park bij een parkeer-
vak waar het weg-
dek kan worden her-
kend
Voorzorgsmaatregelen voor het
gebruik
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 326 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
329
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Selecteer op het multimedia-dis-
play en selecteer vervolgens “Advan-
ced Park”.
■Snelheidsprofiel
De rijsnelheid waarmee het parkeren
wordt begeleid, kan worden ingesteld.
Deze instelling kan ni et worden gewijzigd tij-
dens het registreren van een parkeervak in
de geheugenfunctie.
■Detectiegebied voor obstakels
De afstand waarop obstakels worden
vermeden tijdens de parkeerbegelei-
ding kan worden ingesteld.
■Voorkeursparkeermethode
De voorkeursparkeerrichting die wordt
weergegeven bij een parkeervak waar-
bij haaks inparkeren en fileparkeren
mogelijk zijn, kan worden ingesteld.
■Aanpassen parkeerkoers
De koers die wordt aangehouden bij de
parkeerbegeleiding, kan naar binnen of
naar buiten worden aangepast.
Als de banden versleten zijn, kan de koers
van de auto afwijken van het midden van het
parkeervak.
WAARSCHUWING
• Wanneer een sensor is bevroren. (Het ontdooien van de sensor zal het pro-
bleem oplossen.) Vooral bij lage buiten-
temperaturen kan het gebeuren dat er
ten gevolge van een bevroren sensor
een abnormaal beeld te zien is op het
display of dat geparkeerde auto's niet
worden gesignaleerd.
• Als de auto schuin staat onder een steile hoek
• Als het extreem warm of koud is
• Bij rijden op hobbelige wegen, hellin- gen, grindwegen of gras
• Als er door claxons, motorfietsmotoren, luchtremmen van vrachtwagens of sen-
soren van andere voertuigen ultrasoon-
golven worden geproduceerd in de
buurt van de auto
• Als het regent of als er water op een sensor is gespat
• Als het gebied rond de auto donker is of bij tegenlicht
• Als de auto is uitgerust met een spatbor- dantenne of radioantenne
• Wanneer een sensor zich extreem dicht in de buurt van een geparkeerde auto
bevindt
• Als er zich een geparkeerde auto naast het beoogde parkeervak bevindt en het
weergegeven beoogde parkeervak zich
ver van het werkelijke beoogde parkeer-
vak bevindt, is een sensor mogelijk ver-
keerd uitgelijnd. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Plaats geen accessoires binnen het detectiegebied van de sensoren.
●Advanced Park begeleidt de auto naar
een geschikte positie om de rijrichting te
veranderen, maar als u merkt dat de
auto op een bepaald moment de
ernaast geparkeerde auto te dicht
nadert, trap dan het rempedaal in en zet
de selectiehendel in een andere stand.
Als u dat doet, neemt het aantal keer
dat moet worden gedraaid echter moge-
lijk toe en wordt de auto mogelijk schuin
geparkeerd.
Wijzigen van de instellingen
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 329 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
370
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
5-4. Overige voorzieningen in het interieur
die niet Qi-compatibel is. Afhankelijk van het
type hoesje en/of accessoire kan het zijn dat
het laden van het draagbare apparaat niet
mogelijk is. Als het draagbare apparaat op
het laadgebied is geplaatst en niet wordt
geladen, verwijder dan het hoesje en/of het
accessoire.
■Als er tijdens het laden ruis is te horen
bij AM-radio-uitzendingen
Schakel de draadloze lader uit en controleer
of de ruis is afgenomen. Als de ruis is afge-
nomen, druk dan gedurende 2 seconden op
de voedingsschakelaar van de draadloze
lader. De frequentie van de draadloze lader
wordt gewijzigd en de ruis neemt mogelijk af.
Wanneer de frequentie wordt gewijzigd, knip-
pert de werkingsindicator (oranje) 2 maal.
■Voorzorgsmaatregelen bij opladen
●Als de elektronische sleut el niet in het inte-
rieur kan worden gesignaleerd, kan er niet
worden geladen. Wanneer een portier
wordt geopend en gesloten, wordt het
laden mogelijk tijdelijk onderbroken.
●Tijdens het laden worden de draadloze
lader en het draagbare apparaat warm.
Dit duidt niet op een storing. Wanneer een
draagbaar apparaat tijdens het laden warm
wordt en het laden stopt als gevolg van de
beschermingsfunctie van het draagbare
apparaat, wacht dan tot het draagbare
apparaat is afgekoeld en laad dan
opnieuw.
■Geluid gegenereerd tijdens de bedie-
ning
Wanneer de voedingssc hakelaar wordt inge-
schakeld of tijdens het identificeren van een
draagbaar apparaat, zijn er mogelijk wer-
kingsgeluiden te horen. Dit duidt niet op een
storing.
■Schoonmaken van de draadloze lader
Blz. 379
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Wanneer een draagbaar apparaat wordt
opgeladen, dient de bestuurder uit veilig-
heidsoverwegingen het draagbare appa-
raat niet te bedienen tijdens het rijden.
■Waarschuwing met betrekking tot
beïnvloeding van elektronische appa-
ratuur
Mensen met geïmplanteerde pacemakers,
CRT-pacemakers, geïmplanteerde hartdefi-
brillatoren of andere elektrische medische
apparaten dienen hun arts te raadplegen
m.b.t. het gebruik van de draadloze lader.
De werking van de draadloze lader heeft
mogelijk invloed op de medische appara-
ten.
■Voorkomen van schade en brand-
wonden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Anders kan er brand of een storing of
schade ontstaan in de apparatuur en kun-
nen brandwonden ontstaan als gevolg van
hitte.
●Plaats tijdens het laden geen metalen
voorwerpen tussen het laadgebied en
het draagbare apparaat.
●Breng geen metaalhoudende voorwer-
pen, zoals aluminium stickers, aan op
het laadgebied.
●Dek de draadloze lader tijdens het laden
niet af met een doek of ander voorwerp.
●Probeer geen draagbare apparaten op
te laden die niet compatibel zijn met de
Qi draadloze-laadstandaard.
●Breng geen wijzigingen aan de draad-
loze lader aan en wijzig of verwijder
hem niet.
●Oefen geen kracht uit of de draadloze
lader en stel hem niet bloot aan stoten.
OPMERKING
■Omstandigheden waaronder de
draadloze lader mogelijk niet goed
werkt
In de volgende situaties werkt de draad-
loze lader mogelijk niet goed:
●Wanneer een draagbaar apparaat volle-
dig is geladen
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 370 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
371
5
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
5-4. Overige voorzieningen in het interieur
Voorzieningen in het interieur
1Klap de zonneklep omlaag om deze
in de vooruitgerichte stand te zetten.
2Klap de zonneklep omlaag, maak
de klep los en draai deze naar de
zijkant om de zonneklep in de zijde-
lingse stand te zetten.
OPMERKING
●Wanneer zich verontreinigingen bevin-
den tussen het laadgebied en het
draagbare apparaat
●Wanneer een draagbaar apparaat
tijdens het laden heet wordt
●Wanneer een draagbaar apparaat op
het laadgebied is geplaatst met het
laadoppervlak naar boven gericht
●Wanneer een draagbaar apparaat niet
in het midden van het laadgebied is
geplaatst
●Wanneer de auto zich in de buurt
bevindt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radio-
zender, videowall, luchthaven of andere
locatie waar sterke radiogolven of elek-
tromagnetische velden aanwezig zijn
●Wanneer het draagbare apparaat tegen
een van de volgende metalen voorwer-
pen wordt gehouden of erdoor wordt
bedekt:
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbe-
diening (die radiogolven uitzenden) dan
die van uw auto in de buurt gebruikt
worden.
Als in andere dan de hierboven genoemde
situaties de draadloze lader niet goed
werkt of als de werkingsindicator knippert,
is de draadloze lader mogelijk defect.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■Voorkomen van storingen of schade
aan gegevens
●Houd tijdens het laden geen magneti-
sche kaarten (zoals creditcards) of mag-
netische opslagmedia in de buurt van
de draadloze lader. Anders kunnen
onder invloed van magnetisme gege-
vens verloren gaan.
Houd ook precisie-onderdelen zoals
polshorloges uit de buurt van de draad-
loze lader, aangezien deze voorwerpen
defect kunnen raken.
●Laat draagbare apparaten niet in de
auto achter. De temperatuur in de auto
kan in de zon hoog oplopen, waardoor
het apparaat beschadigd kan raken.
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Gebruik de draadloze lader niet gedu-
rende lange tijd wanneer het hybridesys-
teem is uitgeschakeld.
Zonnekleppen
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 371 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM