4
159
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
4
Rijden
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 160
Lading en bagage .................. 166
Rijden met een aanhangwagen.................... 167
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop) ............................ 173
Startknop (auto's met Smart entry-systeem en
startknop) ............................ 175
EV-modus .............................. 179
Hybridetransmissie ................ 181
Richtingaanwijzer- schakelaar ........................... 184
Parkeerrem ............................ 184
Brake Hold-systeem .............. 187
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 190
Automatic High Beam- systeem .............. .................193
Schakelaar mistlampen ......... 196
Ruitenwissers en -sproeiers ....................... 197
Achterruitenwisser en -sproeier ......................... 200
4-4. Tanken
Openen van de tankdop ........ 2024-5. Gebruik van de ondersteunende
systemen
Toyota Safety Sense .............. 204
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) .............................. 209
LTA (Lane Tracing Assist)....... 219
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik .................... 229
Snelheidsbegrenzer ............... 240
RSA (Road Sign Assist) ......... 243
BSM (Blind Spot Monitor)....... 247
Toyota Parking Assist- sensor .................................. 252
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert).......................... 257
PKSB (Parking Support Brake) .................................. 261
Parking Support Brake- functie (voor stilstaande
objecten) .............................. 266
Parking Support Brake- functie (voor voertuigen
die achterlangs rijden) ......... 272
Rijmodusselectie- schakelaar ........................... 276
GPF-systeem (benzineroetfilter) ................. 277
Ondersteunende systemen .... 278
4-6. Rijtips Rijden met een hybrideauto ... 284
Rijden in de winter.................. 286
MK0010toeuenvhch04.fm Page 159 Thursday, February 25, 2021 4:04 PM
204
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4-5.Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
■PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
Blz. 209
■LTA (Lane Tracing Assist)
Blz. 219
■AHB (Automatic High Beam)
Blz. 193
■RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig)
Blz. 243
■Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik
Blz. 229 Twee soorten sensoren, die zich achter
de grille en de voorruit bevinden, signa-
leren informatie die nodig is voor de
werking van de ondersteunende syste-
men.
Radarsensor
Camera voor
Toyota Safety Sense*
Toyota Safety Sense bestaat uit de
volgende ondersteunende syste-
men en draagt bij aan een veilige
en comfortabele rijervaring:
Ondersteunend systeem
WAARSCHUWING
■Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense is ontworpen om te
werken met als uitgangspunt dat de
bestuurder voorzichtig rijdt om te helpen
de gevolgen van een aanrijding voor de
inzittenden en de auto te beperken of de
bestuurder te assisteren onder normale
rijomstandigheden.
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
aangezien er een grens is aan de mate
van nauwkeurigheid bij de herkenning en
de ondersteunende mogelijkheden die dit
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om
de omgeving van de auto in de gaten te
houden en veilig te rijden.
Sensoren
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 204 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM
219
4
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
LTA (Lane Tracing Assist)*
Als wordt gereden op autowegen
en snelwegen met witte (gele) rij-
strookmarkeringen, waarschuwt
deze functie de bestuurder als de
auto de rijstrook of rijbaan
* dreigt
te verlaten en helpt hij om de auto
op de rijstrook of rijbaan
* te hou-
den door het stuurwiel te bedie-
nen. Daarnaast biedt het systeem
stuurassistentie om de auto in de
rijstrook te houden als de Dyna-
mic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik is
ingeschakeld.
Het LTA-systeem herkent witte
(gele) rijstrookmarkeringen of de
rijbaan
* met behulp van de camera
voor. Het detecteert ook voorlig-
gers met behulp van de camera
voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoep-
rand
WAARSCHUWING
■Voordat u het LTA-systeem gebruikt
●Vertrouw niet uitsluitend op het LTA-sys-
teem. Het LTA-systeem is geen systeem
dat de auto automatisch bestuurt of de
hoeveelheid aandacht die moet worden
besteed aan het gebied vóór de auto
beperkt. De bestuurder dient altijd volle-
dige verantwoordelijkheid te nemen
voor een veilig rijgedrag door de omge-
ving steeds goed in de gaten te houden
en het stuurwiel te bedienen om de rij-
richting van de auto te corrigeren. De
bestuurder moet ook zorgen voor vol-
doende pauzes als hij moe is, bijvoor-
beeld als hij langere tijd heeft gereden.
●Als u niet op de juiste manier rijdt en niet
goed oplet, kunt u een ongeval veroor-
zaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
●Als u het LTA-systeem niet gebruikt, zet
het systeem dan uit met de toets LTA.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LTA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets
LTA om het systeem uit te schakelen. Als u
dat wel doet, kan dat leiden tot een onge-
val, met ernstig letsel tot gevolg.
●Er wordt gereden op een wegdek dat
glad is door regenachtig weer, sneeuw-
val, vorst, enz.
●Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
●Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
●Er wordt gereden in een tijdelijke rij-
strook of een smalle rijstrook door weg-
werkzaamheden.
●Er wordt gereden in een gebied met
wegwerkzaamheden.
●Er is/zijn een reservewiel, sneeuwkettin-
gen, enz. gemonteerd.
●Als de banden erg versleten zijn of als
de bandenspanning te laag is.
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 219 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM
224
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Lane Centering-functie
Deze functie is gekoppeld aan het
Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem met volledig snelheidsbereik en
levert de benodigde assistentie door
het stuurwiel te bedienen om de auto
op zijn huidige rijstrook te houden.
Als het Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem met volledig snelheidsbereik niet
werkt, werkt de Lane Centering-functie niet.
In gevallen waarin de witte (gele) rijstrook-
markeringen niet (goed) zichtbaar zijn, bij-
voorbeeld wanneer u in een file staat, treedt
deze functie in werking om te helpen een
voorligger te volgen door de positie van die
voorligger in de gaten te houden.
■De Lane Centering-functie AAN of
UIT zetten
De Lane Centering-functie wordt tel-
kens wanneer de toets LTA wordt inge-
drukt AAN/UIT gezet.
(De instellingsstatus van de LTA wordt op
het multi-informatiedisplay weergeven wan-
neer de toets LTA wordt ingedrukt.)
De LTA kan ook AAN/UIT worden gezet via
op het multi-informatiedisplay.
( Blz. 433)
Lane Centering-functie aan “LTA Steering Assist Active Lane
Centering Active” (Active Lane Cen-
tering-functie van de LTA-stuuras-
sistentie ingeschakeld)
Lane Centering-functie uit
“LTA Steering Assist Active” (LTA-
stuurassistentie ingeschakeld)
■LTA-systeem uitschakelen
Houd de toets LTA ingedrukt.
Het controlelampje LTA dooft wanneer de
LTA wordt uitgeschakeld.
Druk nogmaals op de toets om het systeem
weer in te schakelen.
De LTA wordt ingeschakeld telkens wanneer
het contact AAN wordt gezet.
Instellingen LTA-systeem
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 224 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM
225
4
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
De Lane Centering-functie blijft echter de
status (AAN/UIT) houden die de functie had
voordat het contact UIT werd gezet.
Controlelampje LTA
Aan de hand van de verlichtingsstatus van
de indicator wordt de bestuurder geïnfor-
meerd over de bedrijfsstatus van het sys-
teem.
Brandt wit: LTA-systeem is in werking.
Brandt groen: De stuurassistentie van de
stuurassistentiefunctie of de Lane Cente-
ring-functie is in werking.
Knippert oranje: Lane Departure Alert-func-
tie is in werking.
Display werking van ondersteuning
stuurwielbediening
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de
stuurassistentiefunctie of de Lane Cente-
ring-functie in werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook worden
weergegeven: Geeft aan dat de stuurwielas-
sistentie van de Lane Centering-functie in
werking is.
Eén buitenkant van de rijstrook wordt weer-
gegeven: Geeft aan dat de stuurwielassis-tentie van de stuurassistentiefunctie in
werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook knippe-
ren: Waarschuwt de bestuurder dat hij in
actie moet komen om in het midden van de
rijstrook te blijven (
Lane Centering-functie).
Display rijden met de volgregeling
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de
Lane Centering-functie in werking is door de
positie van de voorligger in de gaten te hou-
den.
Wanneer het display voor rijden met de volg-
regeling wordt weergegeven en de voorlig-
ger in beweging is, beweegt uw auto zich
mogelijk op dezelfde wijze. Houd uw omge-
ving altijd goed in de gaten te houden en
bedien indien nodig het stuurwiel om de rij-
richting van de auto te corrigeren en de vei-
ligheid te garanderen.
Display Lane Departure Alert-func-
tie
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Binnenzijde van de weergegeven lij-
nen is wit
Dit geeft aan dat het systeem witte
(gele) lijnen of een rijbaan
* herkent. Als
Meldingen op het multi-
informatiedisplay
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 225 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM
226
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
de auto de rijstrook verlaat, knippert de
witte lijn die wordt weergegeven aan de
zijde waar de auto de strook verlaat
oranje.
Binnenzijde van de weergegeven lij-
nen is zwart
Dit geeft aan dat het systeem witte
(gele) lijnen of een rijbaan
* niet kan her-
kennen of tijdelijk is uitgeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Voorwaarden voor werking van de func-
ties
●Lane Departure Alert-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
*1
• Het systeem herkent witte (gele) rijstrook-markeringen of een rijbaan*2. (Wanneer
slechts aan één zijde een witte [gele] mar-
kering of een rijbaan
*2 wordt herkend,
werkt het systeem uitsluitend voor de her-
kende zijde.)
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet
bediend.
(Auto's met BSM: Behalve wanneer een
ander voertuig zich op de rijstrook bevindt
aan de zijde van de bediende richtingaanwij-
zer)
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht. • Er worden geen systeemstoringen gesig-
naleerd. ( Blz. 228)
*1: De functie werkt zelfs als de rijsnelheid
lager is dan ongeveer 50 km/h terwijl de
Lane Centering-functie in werking is.
*2: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
●Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan
alle werkingsvoorwaarden voor de Lane
Departure Alert-functie wordt voldaan, maar
ook aan alle onderstaande voorwaarden.
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( Blz. 227)
●Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• De instelling voor “Sway Warning” (waar-
schuwing voor slingeren) in van het
multi-informatiedisplay is ON (aan).
( Blz. 433)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of
hoger.
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( Blz. 228)
●Lane Centering-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De instelling voor “Lane Center” (midden
rijstrook) in van het multi-informatie-
display is ON (aan) ( Blz. 433).
• Deze functie herkent wi tte (gele) rijstrook-
markeringen of de positie van een voorlig-
ger (behalve bij kleine voorliggers, zoals
een motorfiets).
• De Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik werkt in de afstands-
regelmodus.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 226 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM
227
4
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• De breedte van de rijstrook is ongeveer 3 - 4 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet
bediend.
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( Blz. 228)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( Blz. 227)
• De auto rijdt in het midden van een rij- strook.
• Stuurassistentiefunctie is niet in werking.
■Tijdelijk uitschakelen van functies
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan, wordt een functie
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld. Als echter
weer aan de werkingsvoorwaarden wordt
voldaan, wordt de werking van de functie
automatisch hervat. ( Blz. 226)
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den ( Blz. 226) wordt voldaan terwijl de
Lane Centering-functie in werking is, kan
het stuurwiel trillen en een zoemer klinken
om aan te geven dat de functie tijdelijk is
uitgeschakeld. Als de persoonlijke voor-
keursinstelling voor het soort waarschu-
wing echter is ingesteld op de
stuurwieltrillingsfunc tie, waarschuwt het
systeem de bestuurder door het stuurwiel
te laten trillen in plaats van de zoemer te
laten klinken.
■Stuurassistentiefunctie/Lane Centering-
functie
●Afhankelijk van de rijs nelheid, de situatie
rondom het verlaten van de rijstrook, de
wegomstandigheden, enz. merkt de
bestuurder mogelijk niet dat de functie in
werking is of werkt de functie mogelijk
helemaal niet.
●De bediening van het stuurwiel door de
bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuurre-
geling van de functie.
●Probeer niet zelf de werking van de
stuurassistentiefunctie te testen.
■Lane Departure Alert-functie
●De waarschuwingszoemer is mogelijk
slecht te horen door geluiden van buiten,
afspelen van muziek, enz. Ook zijn trillin-
gen van het stuurwiel mogelijk niet goed
voelbaar door de wegomstandigheden,
enz.
●Als de rand van de rijbaan* niet duidelijk of
niet recht is, werkt de Lane Departure
Alert-functie mogelijk niet.
●Auto's met BSM: Het systeem kan mogelijk
niet vaststellen of er een gevaar bestaat
voor een aanrijding met een voertuig op
een aangrenzende rijstrook.
●Probeer niet zelf de werking van de Lane
Departure Alert-functie te testen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Waarschuwing handen van het stuur-
wiel
In de volgende situaties wordt op het multi-
informatiedisplay een waarschuwingsmelding
weergegeven om de bestuurder aan te spo-
ren het stuurwiel vast te houden. Tevens
wordt het in de afbeelding weergegeven sym-
bool op het multi-informatiedisplay weerge-
geven. De waarschuwing stopt wanneer het
systeem signaleert dat de bestuurder het
stuurwiel vasthoudt. Houd uw handen altijd
aan het stuurwiel wanneer u dit systeem
gebruikt, ongeacht eventuele waarschuwin-
gen.
●Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl het systeem in werking is
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden, klinkt de zoemer, wordt de
bestuurder gewaarschuwd en wordt de func-
tie tijdelijk uitgesc hakeld. Deze waarschu-
wing werkt op dezelfde wijze als de
bestuurder het stuurwiel licht blijft vasthou-
den.
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 227 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM
228
YARIS(HB) HV Handleiding_Europa_MK0010_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
De zoemer klinkt ook als het type waarschu-
wing is ingesteld op de stuurwieltrillingsfunc-
tie.
●Wanneer bij een bocht het systeem vast-
stelt dat de auto niet de bocht in wordt
gestuurd maar in plaats daarvan de rij-
strook dreigt te verlaten terwijl de Lane
Centering-functie in werking is.
Afhankelijk van de voertuigconditie en de
conditie van de weg, wordt er mogelijk geen
waarschuwing gegeven. Bovendien wordt,
als het systeem signaleert dat de auto in een
bocht rijdt, de bestuurder eerder gewaar-
schuwd dan bij het rijden op een rechte weg.
●Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl de stuurassistentie in wer-
king is.
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden en de stuurwielassistentie in
werking is, klinkt de zoemer en wordt de
bestuurder gewaarschuwd. Elke keer dat de
zoemer klinkt, houdt het geluid hiervan langer
aan.
De zoemer klinkt ook als het type waarschu-
wing is ingesteld op de stuurwieltrillingsfunc-
tie.
■Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Als het systeem oordeelt dat de auto slingert
terwijl de waarschuwingsf unctie voor het slin-
geren van de auto in werking is, klinkt er een
zoemer en wordt er een waarschuwingsmel-
ding weergegeven om de bestuurder aan te
sporen rust te nemen. Tegelijkertijd wordt het
in de afbeelding weergegeven symbool op
het multi-informatiedisplay weergegeven.
Afhankelijk van de auto en de conditie van de
weg, wordt er mogelijk geen waarschuwing
gegeven.
■Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje LTA oranje
brandt, volg dan de desbetreffende storing-
zoekprocedure. Volg de instructies die op het
scherm worden weergegeven als er een
andere waarschuwingsmelding wordt weer-
gegeven.
●“LTA Malfunction Visit Your Dealer” (Sto-
ring in LTA. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat
de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●“LTA Unavailable” (LTA niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgesc hakeld als
gevolg van een storing in een andere sensor
dan de camera voor. Schakel het LTA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het
LTA-systeem weer in.
●“LTA Unavailable at Current Speed” (LTA
niet beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van
het LTA-systeem. Rijd langzamer.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden
gewijzigd. ( Blz. 433)
YARIS(HB)_HV_OM_Europe_OMK0010E.book Page 228 Thursday, March 12, 2020 4:25 PM