
13
1
1-1. AANWIJZINGEN
AANWIJZINGEN
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
en displays. Deze gegevens helpen de
autofabrikant om het ontwerp van
onderdelen en systemen te optimalise-
ren. Gegevensanalyse vormt ook de
basis voor technische campagnes en
wettelijke terugroepacties.
Bovendien heeft de fabrikant de ver-
plichting om aan productbewaking te
doen overeenkomstig de wetgeving
inzake productaansprakelijkheid. Om
aan deze verplichtingen te voldoen,
heeft de autofabrikant technische gege-
vens van de auto nodig.
Gegevens van de auto kunnen ook
worden gebruikt om
garantieclaims van
klanten te controleren. Als er aan-
spraak wordt gemaakt op goodwill of
garantieclaims, worden de uitgelezen
gegevens overgedragen aan de autofa-
brikant om de claims snel op te lossen.
Fout- en gebeurtenisgeheugens in de
auto kunnen worden gereset wanneer
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige reparatie- of onderhouds-
werkzaamheden uitvoert.
Op verzoek kan worden voorkomen dat
gegevens aan de aut ofabrikant worden
overgedragen om de productkwaliteit te
waarborgen of serviceprocessen te
optimaliseren. Overeenkomstig de huidige wetgeving
is de autofabrikant verplicht om alle
gegevens die hij heeft opgeslagen aan
de autoriteiten te verstrekken. Gege-
vens worden voor zover nodig en van
geval tot geval verstrekt, bijvoorbeeld
om een strafbaar feit te onderzoeken.
De huidige wetgeving geeft overheids-
instanties ook toestemming om in indi-
viduele gevallen zelf gegevens uit de
auto uit te lezen. Dit kan bijvoorbeeld
gaan om het uitlezen van de airbagmo-
dule om licht te werpen op de omstan-
digheden van een ongeval.
Afhankelijk van de uitrusting kunnen
mobiele apparaten, zoals smartphones,
op de auto worden aangesloten en wor-
den gebruikt om functies in de auto te
bedienen, bijvoorbeeld Toyota Supra
Connect. Geluid en afbeeldingen van
het mobiele apparaat kunnen bijvoor-
beeld worden afgespeeld en weergege-
ven via het multimediasysteem in de
auto.
Tegelijkertijd wordt bepaalde informatie
naar het mobiele apparaat verzonden.
Afhankelijk van het type integratie
omvat deze bijvoorbeeld positiegege-
vens en andere algemene voertuigin-
formatie. Dit optimaliseert de manier
waarop geselecteerde apps, bijvoor-
beeld navigatie of weergave van
muziek, werken. Hoe de gegevens ver-
der worden verwerkt, wordt bepaald
door de aanbieder van de specifieke
app die wordt gebruikt.
Goodwill en garantieclaims
Controle over gegevensWettelijke eisen
met betrekking
tot gegevensverstrekking
Mobiele apparaten
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 13 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM

41
2
2-1. KORTE UITLEG
KORTE UITLEG
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
3
Plaats de tankdop in de houder op
de tankdopklep.
Voor een optimaal brandstofverbruik
moet de benzine zwavelvrij of zwavel-
arm zijn.
Brandstoffen waarvan op de pomp is
aangegeven dat ze metaal bevatten,
mogen niet worden gebruikt. Blz. 327
In de handleiding kunt u informatie over
de aanbevolen brandstofsoort vinden.
De informatie over de bandenspanning
is te vinden op de bandenspannings-
sticker op de portierstijl.
Bandenspanningsc ontrolesysteem
(TPM):
De gecorrigeerde bandenspanning
wordt automatisch to egepast. Contro-
leer of de juiste bandenspanning is
ingevoerd.
Reset het bandenspanningscontrole- systeem (TPM) voor banden waarvan
de bandenspanning niet wordt weerge-
geven op het regeldisplay.
Controleer regelmatig en pas indien
nodig aan:
• Minstens tweemaal per maand.
• Voor een lange rit.
Afhankelijk van de actuele displays
wordt het statusdisplay weergegeven
als de motor draait of na ten minste 30
minuten rijden.
Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle status” (status auto)
3 “Engine oil level” (motorolie-
peil)
Er kunnen verschillende meldingen
worden weergegeven op het regeldis-
play, afhankelijk van het motoroliepeil.
Volg de aanwijzingen in deze meldin-
gen op
Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en schakel de Drive
Ready-modus UIT alvorens motorolie
bij te vullen.
Benzine
Wielen en banden
Informatie bandenspanning
Na het aanpassen van de banden-
spanning
Controleren van de bandenspanning
Elektronische meting oliepeil
Voorwaarden voor werking
Weergeven van het motoroliepeil
Motorolie bijvullen
Algemeen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 41 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM

79
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
2
“Driver profiles” (bestuurdersprofie-
len)
3 Selecteer een bestuurdersprofiel.
4 OK
• De in het geselecteerde bestuur- dersprofiel opgeslagen instellingen
worden automatisch toegepast.
• Het geselecteerd e bestuurderspro-
fiel wordt toegewezen aan de
afstandsbediening die momenteel
wordt gebruikt.
• Als het bestuurdersprofiel al aan een andere afstandsbediening is toege-
wezen, is dit vanaf dat moment van
toepassing op beide afstandsbedie-
ningen.
In het gastprofiel kunnen persoonlijke
instellingen worden opgeslagen die niet
in een van de drie bestuurdersprofielen
worden opgeslagen.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Driver profiles” (bestuurdersprofie-
len)
3 “Drive off (guest)” (wegrijden (gast))
4 OK
Het gastprofiel kan niet worden her-
noemd. Het wordt niet toegewezen aan
de op dat moment gebruikte afstands-
bediening. Om verwarring van bestuurdersprofie-
len te voorkomen is het mogelijk om het
op dat moment gebruikte bestuurders-
profiel een eigen naam te geven.
Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Driver profiles” (bestuurdersprofie-
len)
3 Selecteer een bestuurdersprofiel.
Het met dit symbool gemarkeerde
bestuurdersprofiel kan worden hernoemd.
4 “Change driver profile name” (wijzig
naam bestuurdersprofiel)
5 Voer een profielnaam in.
6 Selecteer het symbool.
De instellingen van het actieve bestuur-
dersprofiel worden gereset naar de
fabrieksinstellingen.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Driver profiles” (bestuurdersprofie-
len)
3 Selecteer een bestuurdersprofiel.
Het met dit symbool gemarkeerde
bestuurdersprofiel kan worden gereset.
4 “Reset bestuurdersprofiel”
5 OK
Gastprofiel
Het bestuurdersprofiel hernoemen
Het bestuurdersprofiel resetten
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page
79 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM

1683-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
■Principe
In de rijmodus SPORT INDIVIDUAL
zijn individuele instellingen mogelijk.
■Configureren
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Configure SPORT INDIVIDUAL”
(configureer SPORT INDIVIDUAL)
4 “Customise Settings” (persoonlijke
voorkeursinstellingen)
5 Selecteer de gewenste instelling.
De instelling wordt opgeslagen voor het
op dat moment gebr uikte bestuurders-
profiel.
Reset de persoonlijke voorkeursinstel-
lingen naar de standaardinstelling:
“Reset to SPORT STANDARD” (reset-
ten naar SPORT STANDARD). Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard,
landspecifieke en speciale uitrusting
die beschikbaar is voor de modelserie.
Daardoor worden mogelijk uitrusting en
functies beschreven die niet in uw auto
aanwezig zijn, bijvoorbeeld als gevolg
van de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit geldt
ook voor functies en systemen met
betrekking tot veiligheid. Houd u bij het
gebruik van de bijbehorende functies
en systemen aan de
desbetreffende
wet- en regelgeving.
Het instrumentenpaneel is een wisse-
lend display. Wanneer de
SPORT-modusschakelaar wordt
gebruikt om de rijmodus te wijzigen, wij-
zigen de displays van het instrumenten-
paneel overeenkomstig de rijmodus.
Wijzigingen in de displays van het
instrumentenpaneel kunnen worden
gedeactiveerd via Toyota Supra Com-
mand.
De displays van het instrumentenpa-
neel verschillen soms mogelijk van de
afbeeldingen in de handleiding.
SPORT INDIVIDUAL
Displays
Uitrusting
Instrumentenpaneel
Principe
Algemeen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 168 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM

1843-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Druk op de toets op de richtingaanwij-
zerhendel.
De informatie wordt weergegeven op
het instrumentenpaneel. Druk herhaal-
delijk op de toets om meer informatie
weer te geven.
De volgende informatie kan worden
weergegeven met behulp van de
boordcomputer:
• Kilometerteller en dagteller.
• Actuele actieradius.
• Brandstofverbruikdisplay.
• Gemiddeld brandstofverbruik en gemiddelde rijsnelheid.
Er kan worden geselecteerd of
bepaalde informatie van de boordcom-
puter kan worden opgeroepen op het
instrumentenpaneel:
Via Toyota Supra Command:
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Displays” (weergaven) 4
“Instrument cluster” (instrumenten-
paneel)
5 “On-board computer” (boordcompu-
ter)
6 Selecteer de gewenste instelling.
De instelling wordt opgeslagen voor het
op dat moment gebruikte bestuurders-
profiel.
■Weergeven/resetten kilometertel-
ler
• Houd de toets ingedrukt om de dag- teller te resetten.
■Display
■Principe
De actieradius geeft de afstand aan die
nog kan worden afgelegd met de hui-
dige hoeveelheid brandstof in de tank.
Informatie oproepen
Overzicht van de informatie
Informatie voor de boord-
computer selecteren
Gedetailleerde informatie
Kilometerteller en dagteller
• Druk op de toets om de dagteller weer te geven.
Als de Drive Ready-modus
wordt uitgeschakeld, wordt de
totaal gereden afstand en de
dagteller weergegeven.
Actuele actieradius.
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 184 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM

185
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
■Algemeen
De geschatte actieradius die mogelijk is
met de resterende brandstof wordt per-
manent weergegeven op het instru-
mentenpaneel.
Er wordt kort een voertuigmelding
weergegeven wanneer de actieradius
klein is. Bij een sportieve rijstijl, bijvoor-
beeld bij het snel nemen van bochten,
kan de motor afslaan.
Als de actieradius kleiner wordt dan
ongeveer 50 km, wordt de voertuigmel-
ding continu weergegeven.
■Veiligheidsaanwijzing
■Display
■Principe
Het actuele brandstofverbruik geeft aan
hoeveel brandstof er op dat moment
wordt gebruikt. Het is mogelijk om de
zuinigheid en milieuvriendelijkheid van
uw rijstijl te controleren.
■Algemeen
Het actuele brandstofverbruik wordt
door middel van balkjes weergegeven
op het instrumentenpaneel.
■Display
■Algemeen
De gemiddelde rijsnelheid en het
gemiddelde brandstofverbruik worden
berekend voor de afstand die is afge-
legd sinds de laatste keer dat de boord-
computer is gereset.
Bij de berekening van de gemiddelde
rijsnelheid wordt geen rekening gehou-
den met de momenten waarop de auto
heeft stilgestaan en de motor handma-
tig is uitgeschakeld.
■Resetten van de gemiddelde
waarden
Houd de toets op de richtingaanwijzer-
hendel ingedrukt.
OPMERKING
Als de actieradius kleiner wordt dan 50
km, is het mogelijk dat de motor onvol-
doende brandstof toegevoerd krijgt. De
motor kan dan afslaan. Er bestaat een
kans op schade. Ga op tijd tanken.
Brandstofverbruikdisplay
Gemiddelde rijsnelheid en gemiddeld
brandstofverbruik
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 185 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM

1863-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
■Display
De boordcomputer toont verschillende
voertuiggerelateerde gegevens, bij-
voorbeeld gemiddelde waarden, op het
regeldisplay.
Op het regeldisplay zijn twee types
boordcomputers beschikbaar:
• “On-board computer” (boordcompu- ter): gemiddelde waarden, bijvoor-
beeld het brandstofverbruik, worden
weergegeven. De waarden kunnen
afzonderlijk worden gereset.
• “Trip computer” (dagteller): de waar- den geven een overzicht van een
bepaalde route en kunnen zo vaak
als nodig worden gereset. Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Driving information ” (rij-informatie)
3 “On-board computer” (boordcompu-
ter) of “Trip computer” (dagteller)
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Driving information ” (rij-informatie)
3 “On-board computer” (boordcompu-
ter)
4 “Consumption” (verbruik) of “Speed”
(snelheid)
5 OK
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Driving information ” (rij-informatie)
3 “Trip computer” (dagteller)
4 Kantel de controller indien nodig
naar links.
• “Reset” (resetten): alle waarden worden gereset.
• “Reset automatically” (automa- tisch resetten): alle waarden worden
gereset wanneer de auto ongeveer 4
uur stilstaat.
5 Selecteer indien nodig OK.
Boordcomputer op het
regeldisplay
Principe
Algemeen
De boordcomputer of dagteller
oproepen
De boordcomputer resetten
De dagteller resetten
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 186 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM

233
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
De Driver Attention Control wordt tel-
kens wanneer de Drive Ready-modus
wordt ingeschakeld automatisch geacti-
veerd en kan zodoende pauzeaanbeve-
lingen weergeven.
Pauzeaanbevelingen kunnen ook wor-
den in- en uitgeschakeld en ingesteld
via Toyota Supra Command.
Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Driver Attention Control”
4 Selecteer de gewenste instelling:
“Off” (uit): er wordt geen pauzeaan-
beveling weergegeven.
“Standard” (standaard): de pauze-
aanbeveling wordt met een
bepaalde waarde weergegeven.
“Sensitive” (gevoelig): de pauzeaan-
beveling wordt eerder weergegeven.
Als de aandacht van de bestuurder
afneemt of hij/zij moe wordt, wordt er
een melding weergegeven op het regel-
display met de aanbeveling om pauze
te nemen.
De volgende instellingen kunnen tij-
dens de weergave worden geselec-
teerd:
“Do not ask again” (niet nogmaals
vragen)
“Places to stop” (plaatsen om te
stoppen)
“Remind me later” (help me herinne-
ren)
De pauzeaanbeveling wordt na 20 minuten
herhaald.
Na een pauze kan een andere pauze-
aanbeveling pas op zijn vroegst na
ongeveer 45 minuten worden weerge-
geven.
Het systeem heeft mogelijk een
beperkte functionaliteit in situaties
zoals onderstaande en er wordt moge-
lijk een onjuiste waarschuwing of hele-
maal geen waarschuwing
weergegeven:
Als de tijd verkeerd is ingesteld.
Wanneer de snelheid overwegend
lager is dan ongeveer 70 km/h.
Bij een sportieve rijstijl, bijvoorbeeld
bij het snel accelereren of het snel
nemen van bochten.
Bij actieve rijsituaties, bijvoorbeeld
bij het regelmatig van rijstrook wis-
selen.
Bij een slechte toestand van de weg.
Bij een sterke zijwind.
Het systeem wordt ongeveer 45 minu-
ten na tot stilstand brengen van de auto
gereset, bijvoorbeeld tijdens een pauze
tijdens een lange snelwegrit.
Aanbeveling voor het nemen
van pauze
Instellen
Display
Beperkingen van het systeem
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 233 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM