217
4
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
●Wanneer het systeem van de elektrisch
bedienbare achterklep is
uitgeschakeld,
kan de achterklep niet elektrisch worden
bediend, maar kan hij wel met de hand
worden geopend en gesloten.
●Wanneer de elektrisch bedienbare achter-
klep automatisch wordt geopend en er iets
abnormaals wordt gesi gnaleerd als gevolg
van menselijk handelen of een voorwerp,
wordt de beweging gestopt.
■Klembeveiliging
De elektrisch bedienbare achterklep is aan
beide zijden voorzien van sensoren. Als iets
de werking van de elektrisch bedienbare ach-
terklep tijdens het sluiten hindert, beweegt de
achterklep automatisch in de tegenoverge-
stelde richting of stopt deze met bewegen.
■Functie beveiliging tegen dichtvallen
Wanneer er tijdens het automatisch openen
van de elektrisch bedienbare achterklep
overmatige kracht op de klep wordt uitgeoe-
fend, stopt de beweging van de elektrisch
bedienbare achterklep om te voorkomen dat
deze dichtvalt.
■Bekrachtigingsfunctie sluitsysteem
achterklep
Wanneer de achterklep handmatig omlaag
wordt geduwd terwijl deze op een open posi-
tie gestopt is, sluit de achterklep automatisch
volledig.
■Uitgestelde vergrendelingsfunctie ach-
terklep
Met deze functie wordt het vergrendelen van
alle portieren van tevoren uitgesteld wanneer
de elektrisch bedienbare achterklep is
geopend.
Wanneer de volgende procedure is gevolgd,
worden alle portieren maar niet de elektrisch
bedienbare achterklep vergrendeld. Vervol-
gens wordt de elektrisch bedienbare achter-
klep vergrendeld als deze wordt gesloten.
1 Sluit alle portieren, behalve de achter-
klep. 2
Vergrendel tijdens het sluiten van de
elektrisch bedienbare achterklep de por-
tieren met het Smart entry-systeem met
startknop vanaf de voorportieren
( Blz. 205) of de afstandsbediening.
( Blz. 205)
Feedbacksignalen geven aan dat alle portie-
ren zijn gesloten en vergrendeld. ( Blz. 206)
●Als de elektronische sleutel in de auto
wordt geplaatst nadat het sluiten is gestart
via de uitgestelde vergrendelingsfunctie
van de portieren, wordt de elektronische
sleutel mogelijk in de auto opgesloten.
●Als de elektrisch bedienbare achterklep
niet geheel sluit door de werking van de
klembeveiliging, terwij l de achterklep auto-
matisch wordt gesloten nadat een uitge-
stelde vergrendeling van de portieren is
uitgevoerd, wordt de uitgestelde vergren-
delingsfunctie van de portieren geannu-
leerd en worden alle portieren ontgrendeld.
●Controleer voordat u de auto achterlaat of
alle portieren gesloten en vergrendeld zijn.
■Werkingsvoorwaarden handsfree elek-
trisch bedienbare achterklep (auto's
met handsfree elektrisch bedienbare
achterklep)
De handsfree elektrisch bedienbare achter-
klep wordt automatisch geopend/gesloten als
aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●De handsfree-functie van de elektrisch
bedienbare achterklep is ingeschakeld
( Blz. 186)
●Het contact staat UIT.
●De elektronische sleutel bevindt zich bin-
nen het werkingsbereik. ( Blz. 224)
●Er wordt een voet onder het midden van de
achterbumper geplaatst en deze wordt van
de achterbumper vandaan bewogen.
De elektrisch bedienbare achterklep wordt
mogelijk ook bediend door een hand, elle-
boog, knie, enz. onder het midden van de
achterbumper te plaatsen en van de ach-
terbumper vandaan te bewegen. Houd het
lichaamsdeel dicht genoeg bij het midden
van de achterbumper.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 217 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
2204-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
WAARSCHUWING
■Elektrisch bedienbare achterklep
Neem bij het bedienen van de elektrisch
bedienbare achterklep de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
●Controleer de omgeving op eventueel
aanwezige obstakels of andere zaken
die ervoor kunnen zorgen dat uw bezit-
tingen klem komen te zitten.
●Zorg er als er iemand dichtbij staat voor
dat deze persoon veilig is en meld dat u
de achterklep gaat openen of sluiten.
●Als de elektrisch bedienbare achterklep
wordt uitgeschakeld terwijl deze in wer-
king is, wordt de automatische werking
gestopt. De achterklep moet vervol-
gens met de hand worden bediend.
Wees extra voorzi chtig op een helling
aangezien de achterklep plotseling
open of dicht kan gaan.
●Wanneer niet langer aan de voorwaar-
den voor de werking van de elektrisch
bedienbare achterklep wordt voldaan,
klinkt er mogelijk een zoemer en zal de
achterklep mogelijk niet meer openen of
sluiten. De achterklep moet vervolgens
met de hand worden bediend. Wees
extra voorzichtig op een helling aange-
zien de achterklep plotseling open of
dicht kan gaan.
●Als de auto op een heuvel staat, kan de
achterklep plotseling dichtvallen, nadat
deze automatisch is geopend. Zorg
ervoor dat de achterklep volledig is
geopend.
●In de volgende situaties signaleert de
elektrisch bedienbare achterklep moge-
lijk een storing en wordt de automati-
sche bediening uitgeschakeld. In dit
geval moet de achterklep met de hand
worden bediend. Wees extra voorzichtig
op een helling aangezien de achterklep
plotseling open of dicht kan gaan.
• Wanneer de achterklep met een obsta- kel in aanraking komt
• Wanneer de spanning van de 12V-accu plotseling laag wordt, bijvoorbeeld wan-
neer het contact AAN wordt gezet, of
wanneer het hybridesysteem tijdens de
automatische bediening wordt gestart
●Als er op de achterklep een fietsendra-
ger of een vergelijkbaar zwaar onder-
deel gemonteerd is, werkt de elektrisch
bedienbare achterklep mogelijk niet of
kan de achterklep na het openen dicht-
vallen, waardoor lichaamsdelen bekneld
kunnen raken en letsel kan optreden.
Wij raden u aan om originele Toyota-
onderdelen te gebruiken wanneer u
accessoires op de achterklep wilt mon-
teren.
■Klembeveiliging
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
●Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzette lijk te activeren.
●Het is mogelijk dat de klembeveiliging
niet meer werkt als de achterklep bijna
gesloten is. Zorg ervoor dat uw vingers
of andere zaken niet bekneld raken.
●De vorm van het voorwerp dat klem
komt te zitten, kan ertoe leiden dat de
klembeveiliging niet werkt. Zorg ervoor
dat uw vingers of andere zaken niet
bekneld raken.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 220 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
223
4
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
Wanneer het instellen is voltooid, klinkt de
zoemer 4 maal.
Wanneer de volgende keer de achterklep
wordt geopend, stopt deze in die positie.
■Uitschakeling van de aangepaste
geopende positie van de achterklep
Houd de schakelaar van de elektrisch
bedienbare achterklep op de achterklep
gedurende ongeveer 7 seconden ingedrukt.
Nadat de zoemer 4 maal heeft geklonken,
klinkt hij nog eens tweemaal. Wanneer de
elektrisch bedienbare achterklep de volgende
keer wordt geopend, wordt de achterklep
geopend tot de oorspronkelijk ingestelde
positie.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De openingspositie kan worden ingesteld
met het multi-informatiedisplay. ( Blz. 186)
Prioriteit voor de stoppositie kan worden
gegeven aan de laatst ingestelde positie door
middel van hetzij de scha kelaar elektrisch
bedienbare achterklep op de achterklep het-
zij via het multi-informatiedisplay.
■Plaats van antenne
Antennes aan de buitenzijde
Antenne buiten de bagageruimte
Antennes in het interieur
Smart entry-systeem met
startknop
De volgende handelingen kunnen
worden uitgevoerd als u de elek-
tronische sleutel bij u hebt, bij-
voorbeeld in uw zak. De
bestuurder moet de elektronische
sleutel altijd bij zich hebben.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren
* (Blz. 205)
Vergrendelen en ontgrendelen
van de achterklep
* (Blz. 212)
Starten van het hybridesysteem
( Blz. 317)
*: De klep van de laadaansluiting en de
laadstekker worden ook vergrendeld en
ontgrendeld. ( Blz. 121)
A
B
C
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 223 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
225
4
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
■De energiebespaarmodus van een elek-
tronische sleutel inschakelen
●Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de
batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u
ingedrukt houdt.
Ga na of het controlelampje van de elektroni-
sche sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties kunnen storingen optre-
den in de communicatie tussen de elektroni-
sche sleutel en de auto, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering mogelijk niet
goed werken:
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er in de buurt gebruik wordt gemaakt
van een andere sleutel met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzendt)
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die
radiogolven uitzenden
• Een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of andere draadloze
communicatiemiddelen
• De elektronische sleutel of een afstands- bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer de auto op een parkeerplaats
voor betaald parkeren staat waar radiogol-
ven worden verzonden.
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een
van de volgende manieren als de portieren
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen worden
met het Smart entry-systeem met startknop:
●Houd de elektronische sleutel dicht bij een
van de voorportiergrepen en activeer de
instapfunctie.
●Bedien de afstandsbediening. Gebruik de
mechanische sleutel als de portieren niet
kunnen worden vergrendeld/ontgrendeld
met de bovenstaande methoden.
( Blz. 204)
Raadpleeg Blz. 605 als het hybridesysteem
niet kan worden gestart met het Smart entry-
systeem met startknop.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 225 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
3005-1. Voordat u gaat rijden
5-1.Voordat u gaat rijden
■Voor het starten van het hybride-
systeem
Controleer of de AC-laadkabel is losge-
nomen. ( Blz. 135)
■Starten van het hybridesysteem
Blz. 317
■Rijden
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(Blz. 321)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(Blz. 326)
Als de parkeerrem in de automatische
modus staat, wordt de parkeerrem automa-
tisch gedeactiveerd wanneer de selectiehen-
del in een andere stand dan P wordt gezet.
( Blz. 327)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te
brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem. ( Blz. 326)
Zet de selectiehendel in stand P als er gedu-
rende langere tijd wordt gestopt.
( Blz. 321)
■Parkeren van de auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer de parkeerrem ( Blz. 326)
en zet de selectiehendel in stand P.
(Blz. 321)
3 Zet het contact UIT om het hybride-
systeem uit te schakelen.
4 Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
■Wegrijden op een steile helling
omhoog
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(Blz. 321)
2 Trek de parkeerremschakelaar
omhoog om de parkeerrem hand-
matig te activeren. ( Blz. 326)
3 Laat het rempedaal opkomen en
trap langzaam het gaspedaal in om
de auto in beweging te brengen.
Functie automatisch deactiveren parkeer-
rem ( Blz. 328)
■Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control wordt geacti-
veerd. ( Blz. 437)
■Voor elektriciteits- en brandstofbespa-
rend rijden
Als u de systeemeigenschappen van de auto
begrijpt, kunt u de functies van het hybride-
systeem optimaal gebruiken. Houd er verder
rekening mee dat hybrideauto's vergelijkbaar
zijn met conventionele auto's en dat het
belangrijk is dat u niet plotseling accelereert
enz. Zie “Tips voor het rijden met een plug-in
hybrideauto” ( Blz. 100).
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 300 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
301
5
5-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het
zicht dan minder is, de ruiten beslagen
kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint
te regenen, de weg kan dan immers bij-
zonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er zich
dan immers een waterfilm vormen die het
sturen en remmen kan bemoeilijken.
■Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal (
Blz. 182)
Het is gemakkelijker om milieuvriendelijk te
rijden door te rijden overeenkomstig het dis-
play voor begeleiding milieubewust bedie-
nen gaspedaal. Ook kunt u door het gebruik
van de begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal uw “Eco Score” eenvoudig verho-
gen.
●Bij het wegrijden: Trap, terwijl u binnen het
bereik voor begeleiding milieubewust
bedienen gaspedaal blijft, het gaspedaal
geleidelijk in en accelereer tot aan de
gewenste snelheid. Wanneer wordt voor-
komen dat er overmatig wordt geaccele-
reerd, neemt de score van “Start” toe.
●Tijdens het rijden: Laat, nadat u de
gewenste snelheid hebt bereikt, het gaspe-
daal los en rijd met een constante snelheid
binnen het bereik voor begeleiding milieu-
bewust bedienen gaspedaal. Door de auto
binnen het bereik voor begeleiding milieu-
bewust bedienen gaspedaal te houden,
neemt de score van “Cruise” (constant)
toe.
●Bij het tot stilstand brengen van de auto:
Wanneer u bij het tot stilstand brengen van
de auto het gaspedaal eerder loslaat,
neemt de score voor “Stop” toe.
■Beperken van het vermogen van het
hybridesysteem (Brake Override-sys-
teem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het ver-
mogen van het hybridesysteem mogelijk
beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay en
het head-up display (indien aanwezig) ter-
wijl het systeem in werking is. ( Blz. 574)
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling)
●Wanneer de onderstaande ongewone
bediening plaatsvindt, wordt het vermogen
van het hybridesysteem mogelijk beperkt.
• Wanneer de selectiehendel van R in D,
van D in R, van N in R, van P in D
* of van P
in R* (D omvat S) wordt gezet terwijl het
gaspedaal wordt ingetrapt, verschijnt er
een waarschuwingsmelding op het multi-
informatiedisplay en het head-up display
(indien aanwezig). Lees de op het multi-
informatiedisplay weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwijzingen op.
• Wanneer het gaspedaal te diep wordt inge- trapt terwijl de auto in zijn achteruit staat.
*: Afhankelijk van de situatie is het wellicht
niet mogelijk om de selectiehendel in een
andere stand te zetten.
●Wanneer de wegrijregeling wordt geacti-
veerd, heeft uw auto mogelijk moeite met
het wegrijden in modder of op verse
sneeuw. Deactiveer in zo'n geval de TRC
( Blz. 438) om de wegrijregeling uit te
schakelen, zodat de auto gemakkelijker
wegrijdt in modder of op verse sneeuw.
●De wegrijregeling werkt niet als de Trail-
modus is ingeschakeld.
■Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto
adviseren wij rekening te houden met onder-
staande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen.
●De eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig in een lage versnelling.
• Rijd niet langdurig met een constante snel- heid.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het
desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brand-
stof verkrijgbaar is. ( Blz. 620)
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 301 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
319
5
5-2. Rijprocedures
Rijden
●Als u probeert het hybridesysteem
opnieuw te starten direct nadat het contact
UIT is gezet, dan start het hybridesysteem
in sommige gevallen mogelijk niet. Wacht
nadat u het contact UIT hebt gezet een
paar seconden voordat u het hybridesys-
teem opnieuw start.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 605 als het Smart entry-sys-
teem met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voorkeursinstellingen.
1 Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem wanneer
deze in de stand voor handmatige
bediening staat. ( Blz. 326)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3Zet de selectiehendel in stand P.
4 Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Het hybridesysteem stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
Laat de selectiehendel los wanneer u op de
startknop drukt.
5Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
WAARSCHUWING
■Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten
alvorens het hybridesysteem te starten.
Trap onder geen enkele voorwaarde het
gaspedaal in bij het starten van het hybri-
desysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het hybridesysteem
zich voordoet terwijl de auto rijdt, vergren-
del of open de portieren dan niet totdat de
auto veilig en volledig tot stilstand is geko-
men. Als onder deze omstandigheden het
stuurslot wordt geactiveerd, kan dit leiden
tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
OPMERKING
■Starten van het hybridesysteem
Indien het hybridesysteem moeilijk start,
laat uw auto dan onmiddellijk controleren
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Symptomen die kunnen duiden op
een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan
normaal, bijvoorbeeld al s de knop iets blijft
hangen, kan de startknop defect zijn.
Neem onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Uitschakelen van het
hybridesysteem
WAARSCHUWING
■Uitschakelen van het hybridesys-
teem in noodgevallen
●Als u in een noodgeval het hybridesys-
teem tijdens het rijden wilt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2
seconden ingedrukt of drukt u deze min-
stens 3 keer kort achter elkaar in.
( Blz. 560)
Raak de startknop echter tijdens het rij-
den niet aan, behalve in geval van
nood. Door het uitschakelen van het
hybridesysteem tijd ens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel
of de remmen. De stuurbekrachtiging
werkt echter niet meer, waardoor het
sturen zwaarder zal gaan dan normaal
voordat u de auto tot stilstand brengt.
Dit is afhankelijk van de resterende
lading in de 12V-accu en de gebruiks-
omstandigheden. Zet in dat geval de
auto aan de kant zodra dit veilig kan.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 319 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
437
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■ECB (elektronisch geregeld rem-
systeem)
Het elektronisch geregelde remsys-
teem genereert remkracht overeen-
komstig de bediening van de remmen.
■ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te
voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat
het rempedaal is ingetrapt als het sys-
teem oordeelt dat er sprake is van een
noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder con-
trole te houden bij uitwijkmanoeuvres
en het nemen van bochten op een glad
wegdek.
■VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-,
TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door de stuurcom-
mando's aan te passen.
■Trailer Sway Control
Helpt de bestuurder om de aanhangwa-
gen weer onder controle te krijgen door
op afzonderlijke wielen remdruk uit te
oefenen en het aandrijfkoppel te ver-
minderen wanneer wordt gesignaleerd
dat de aanhangwagen slingert.
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
■Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt door
remregeling uit te oefenen op de wielen
aan de binnenzijde wanneer tijdens het
rijden in een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties
tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende
systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandighe-
den daar om vragen. Houd er
echter rekening mee dat dit aan-
vullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op
deze systemen als u de auto
bedient.
Overzicht van de
ondersteunende systemen
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 437 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM