1282-2. Laden
■De laadtijd kan toenemen
In de volgende situaties kan de laadtijd lan-
ger zijn dan normaal:
●Bij erg hoge of bij erg lage temperaturen.
●Wanneer het batterijpakket (tractiebatterij)
heet wordt, bijvoorbeeld onmiddellijk na
het rijden onder zware belasting.
●De auto verbruikt veel elektriciteit, bijvoor-
beeld wanneer de koplampen zijn inge-
schakeld, enz.
●Bij gebruik van de “Mijn ruimte-modus”.
( Blz. 153)
●Tijdens het laden is de stroom uitgevallen.
●Er is een onderbreking in de stroomvoor-
ziening.
●Er is sprake van een spanningsval bij de
externe voedingsbron.
●De lading van de 12V-accu is te laag, bij-
voorbeeld omdat er gedurende langere tijd
niet met de auto is gereden.
●De maximale laadstroom is ingesteld op
8 A of 16 A* via “Vehicle Settings” (voertui-
ginstellingen). ( Blz. 125)
●Als de “Battery Heater” (batterijverwar-
ming) in werking is. ( Blz. 128)
●Als de “Battery Cooler” (batterijkoeler) in
werking is geweest vóór het laden.
( Blz. 129)
●Als de stekker warmte genereert door een
losse aansluiting, enz.
*: Alleen auto's met 6,6 kW tractiebatterijla-
der
■Gebruik van een gelijkstroomlader
Gelijkstroomladers kunnen niet worden
gebruikt voor deze auto.
■Elektriciteit voor laden
Deze auto kan worden geladen tot maximaal
ongeveer 3,3 kW of 6,6 kW
*.
Afhankelijk van de gebruikte lader of de AC-
laadkabel wordt de elektriciteit voor laden
mogelijk beperkt.
*: Alleen auto's met 6,6 kW tractiebatterijla- der
Deze auto is uitgerust met meerdere
functies die aan het laden gekoppeld
zijn.
■“Mijn ruimte-modus” ( Blz. 153)
Als de AC-laadkabel is aangesloten op
de auto, kunnen elektrische componen-
ten, zoals de airconditioning of het
audiosysteem, worden gebruikt met de
externe voedingsbron
*.
*: Afhankelijk van de situatie kan de energie van het batterijpakket (tractiebatterij) wor-
den gebruikt.
■“Battery Heater” (batterijverwar-
ming)
Als de buitentemperatuur laag is en de
AC-laadkabel is aangesloten op de
auto, verwarmt deze functie automa-
tisch het batterijpakket (tractiebatterij)
totdat deze een bepaalde temperatuur
bereikt of overschrijdt.
De “Battery Heater” (batterijverwar-
ming) werkt als “Battery Heater” (bat-
terijverwarming) van de “Charging
Settings” (oplaadinstell.) op het multi-
informatiedisplay aan is. ( Blz. 188)
■Opwarmregeling batterijpakket
(tractiebatterij) (alleen Groenland)
Deze regeling treedt in werking als de
AC-laadkabel gedurende 3 dagen op
de auto aangesloten blijft en de “Bat-
tery Heater” (batterijverwarming) auto-
matisch stopt. De regeling isoleert het
batterijpakket (tractiebatterij) automa-
tisch bij extreem lage temperaturen.
Deze regeling stop 31 dagen nadat
de AC-laadkabel is aangesloten,
zelfs als hij nog steeds is aange-
sloten op de auto.
Laadgekoppelde functies
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 128 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
129
2
2-2. Laden
Plug-in hybridesysteem
Als deze regeling in werking is, wor-
den de instellingen van het laad-
schema genegeerd en start het
laden.
■“Battery Cooler” (batterijkoeler)
Als het batterijpakket (tractiebatterij)
heet is en de AC-laadkabel is aange-
sloten op de auto, koelt deze functie het
batterijpakket (tractiebatterij) voordat
het laden wordt uitgevoerd.
De “Battery Coole r” (batterijkoeler)
werkt als “Battery Cooler” (batterijkoe-
ler) van de “Charging Settings”
(oplaadinstell.) op het multi-informatie-
display aan is. ( Blz. 188)
■Verwarmings- en koelsysteem tractie-
batterij (“Battery Heater” (batterijver-
warming) en “Battery Cooler”
(batterijkoeler))
●Het systeem werkt als de temperatuur van
het batterijpakket (tractiebatterij) boven of
onder een bepaalde waarde ligt.
●Het systeem werkt mogelijk als er niet
geladen wordt.
●Als het laadschema wordt gebruikt
( Blz. 143), werkt deze functie overeen-
komstig het laadschema.
■“Battery Heater” (batterijverwarming)
●Als de “Battery Heater” (batterijverwar-
ming) in werking is, brandt de laadindica-
tor.
●Als de AC-laadkabel wordt verwijderd van
de auto of ongeveer 3 dagen op de auto
aangesloten blijft, wordt het systeem auto-
matisch uitgeschakeld.
●Als de “Battery Heater” (batterijverwar-
ming) in werking is tijdens het laden, kan
het laden langer duren dan normaal.
●Als de buitentemperatuur hoog wordt ter-
wijl de “Battery Heater” (batterijverwar-
ming) in werking is, kan het laden voltooid
zijn voor de ingestelde “Departure”-tijd
(vertrektijd). ( Blz. 143)
●Als de tractiebatteri j bijna volledig geladen
is, werkt de “Battery C ooler” (batterijkoeler)
mogelijk niet.
●Als de volgende handelingen worden uit-
gevoerd terwijl de “Battery Heater” (bat-
terijverwarming) in werking is, wordt het
verwarmen van het batterijpakket (tractie-
batterij) gestopt.
• De selectiehendel wordt in een andere stand dan P gezet
• De op afstand bedienbare airconditioning is ingeschakeld ( Blz. 460)
●De “Battery Heater” (batterijverwarming)
werkt mogelijk zelfs als het batterijpakket
(tractiebatterij) volledig geladen is, afhan-
kelijk van de temperatuur van het batterij-
pakket (tractiebatterij).
• De resterende lading in het batterijpakket (tractiebatterij) neemt af als de “Battery
Heater” (batterijverwarming) is ingescha-
keld. De laadprocedure start mogelijk
opnieuw om het batterijpakket (tractiebat-
terij) te laden.
• “Charging Stopped Due to Pulled Charging Connector” (laden gestopt vanwege losge-
trokken laadstekker) wordt mogelijk weer-
gegeven als de laadstekker tijdens het
opnieuw laden wordt verwijderd.
( Blz. 160)
■“Battery Cooler” (batterijkoeler)
●De laadindicator brandt wanneer de “Bat-
tery Cooler” (batteri jkoeler) stand-by staat
of in werking is.
●De “Battery Cooler” (koeler batterijpakket)
werkt maximaal ongeveer 30 minuten. Als
echter de “Departure”-tijd (vertrektijd) is
ingesteld ( Blz. 143) en er niet voldoende
tijd zit tussen het huidi ge tijdstip en het tijd-
stip waarop het laden voltooid is, kan de
tijd dat de “Battery Cooler” (batterijkoeler)
in werking is, korter worden.
●Als er nog maar weinig resterende lading
in het batterijpakket (tractiebatterij) aanwe-
zig is, werkt de “Battery Cooler” (batterij-
koeler) mogelijk niet, ook al is de
temperatuur van het batterijpakket (tractie-
batterij) hoog.
●Als de volgende handelingen worden uit-
gevoerd terwijl de “Battery Cooler” (batte-
rijkoeler) in werking is, wordt het koelen
van het batterijpakket (tractiebatterij)
gestopt.
• De motorkap wordt geopend
• Het contact wordt in een andere stand dan UIT gezet
• De op afstand bedienbare airconditioning is ingeschakeld ( Blz. 460)
• “Nu opladen” wordt uitgevoerd ( Blz. 144)
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 129 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
131
2
2-2. Laden
Plug-in hybridesysteem
(tractiebatterij) worden geladen door de
laadmodus voor het batterijpakket
(tractiebatterij) te gebruiken.
(Blz. 87)
*
*: Als de laadmodus voor het batterijpakket
(tractiebatterij) gebruikt wordt tijdens het
parkeren, controleer dan of er geen licht
ontvlambare objecten in de buurt van de
auto aanwezig zijn en of de auto gepar-
keerd staat op een goed geventileerde
locatie. ( Blz. 88)
■Na thuiskomst
Om de volgende keer weer elektrisch te
kunnen rijden moet het batterijpakket
(tractiebatterij) worden geladen.
In het laadschema kunt u het laden van het
batterijpakket (tractiebatterij) plannen op het
door u gewenste tijdstip, zoals 's avonds laat
of 's ochtends vroeg. Verder kan het laad-
schema zo worden ingesteld dat het batterij-
pakket (tractiebatterij) automatisch elke dag
of op hetzelfde tijdstip op bepaalde dagen
geladen wordt. ( Blz. 143)
Informatie met betrekking tot het laden
wordt weergegeven en kan worden
gecontroleerd op het multi-informatie-
display.
■Tijdens het laden
Als er een portier geopend wordt tij-
dens het laden, worden de huidige
ladingstoestand en de geschatte tijd tot
volledige lading gedurende een
bepaalde tijd weergegeven.
■Nadat het laden is voltooid
Als een van de portieren wordt
geopend terwijl het contact UIT staat en
het laden voltooid is, wordt gedurende
korte tijd een melding met de resultaten
van het laden weergegeven. Ook wordt
er een melding weergegeven als er een
handeling wordt uitgevoerd om het
laden te stoppen of als zich een situatie
voordat waarbij er niet kan worden
geladen.
Bekijken van informatie met
betrekking tot het laden
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 131 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
1322-2. Laden
Volg de instructies die worden weergegeven
op het display als er een melding wordt
weergegeven. ( Blz. 160)
■Multi-informatiedisplay tijdens laden
Als tijdens het laden ongeveer 100 seconden
verstreken zijn nadat het contact AAN is
gezet, gaat het contact automatisch UIT en
wordt het display uitgeschakeld.
■Veiligheidsfuncties
●Het hybridesysteem start niet als de AC-
laadkabel is aangesloten op de auto, zelfs
niet wanneer de startknop wordt bediend.
●Als de AC-laadkabel wordt aangesloten
terwijl het controlelampje READY brandt,
stopt het hybridesysteem automatisch en
kan er niet worden gereden.
Wat u moet weten voor het
laden
Lees de volgende voorzorgsmaat-
regelen voordat u de AC-laadkabel
aansluit op de auto en het batterij-
pakket (tractiebatterij) gaat laden.
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het laden
Geadviseerd wordt de laadprocedure niet
uit te laten voeren door mensen met geïm-
planteerde pacemakers of CRT-pacema-
kers. Vraag iemand anders dat te doen.
●Kom niet in de buurt van de lader en de
AC-laadkabel tijdens het laden.
Het laden kan de werking van dergelijke
apparatuur beïnvloeden.
●Blijf niet in de auto tijdens het laden.
Het laden kan de werking van dergelijke
apparatuur beïnvloeden.
●Stap niet in de auto en haal ook niets uit
de bagageruimte.
Het laden kan de werking van dergelijke
apparatuur beïnvloeden.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 132 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
1342-2. Laden
●Tijdens het laden kunt u geluid horen in de
buurt van het batterijpakket (tractiebatterij)
overeenkomstig de werking van de aircon-
ditioning of de “Battery Cooler” (batterij-
koeler) (Blz. 129).
●Tijdens en na het laden kunnen de achter-
stoel en de omgeving waar de tractiebatte-
rijlader gemonteerd is, warm zijn.
●Het oppervlak van het CCID (Charging Cir-
cuit Interrupting Device, onderbrekingsap-
paraat laadsysteem) kan heet worden. Dit
is normaal en duidt niet op een storing. (Bij
gebruik van AC-laadkabel modus 2.)
●Afhankelijk van de radiogolven kan er ruis
hoorbaar zijn op de radio.
●De huidige ladingstoestand en de
geschatte tijd tot het laden voltooid is, kun-
nen worden bekeken op het multi-informa-
tiedisplay.
■Afname capaciteit van het batterijpak-
ket (tractiebatterij)
De capaciteit van het batterijpakket (tractie-
batterij) neemt tijdens het gebruik van het
batterijpakket (tractiebatterij) geleidelijk af.
De mate waarin hij afneemt, is afhankelijk
van de omstandigheden en de manier
waarop er met de auto wordt gereden. Door
de volgende adviezen in acht te nemen, kan
de afname van de capaciteit van het batterij-
pakket vertraagd worden.
●Parkeer de auto niet op een warme plaats
en in de volle zon wanneer het batterijpak-
ket (tractiebatterij) volledig is geladen.
●Voorkom frequent en plotseling accelere-
ren en decelereren tijdens het elektrisch rij-
den.
●Rijd niet regelmatig op of in de buurt van
de maximale snelheid voor elektrisch rij-
den. ( Blz. 91)
●Zorg dat er nog wat lading in het batterij-
pakket (tractiebatterij) zit wanneer u gedu-
rende langere tijd niet met de auto rijdt.
Controleer of er van de EV-modus of de
AUTO EV-/HV-modus is overgeschakeld
op de HV-modus voordat u het contact UIT
zet.
●Gebruik de laadschemafunctie zo veel
mogelijk om ervoor te zorgen dat het batte-
rijpakket (tractiebatterij) volledig geladen is
vlak voordat u wegrijdt. ( Blz. 143)
Verder zal, als de capaciteit van het batterij-
pakket (tractiebatterij) afneemt, de afstand
afnemen die in de EV-modus of de AUTO EV-/HV-modus gereden kan worden. De
prestaties van de auto nemen echter niet
merkbaar af.
■Als de resterende hoeveelheid lading in
het batterijpakket (tractiebatterij) laag is
na het laden
In de volgende situaties kan de resterende
lading in het batterijpakket (tractiebatterij)
lager zijn dan normaal nadat het laden is vol-
tooid om het systeem te beschermen (de
actieradius voor elektr isch rijden nadat het
batterijpakket volledig ge laden is, kan korter
zijn).
*
●Het laden vindt plaats als de buitentempe-
ratuur laag of hoog is.
●Het laden vindt plaats direct na het rijden
onder zware belasting of in extreme hitte.
Als geen van bovenstaande situaties van toe-
passing is en er een aanz ienlijke daling van
de resterende lading van het batterijpakket
(tractiebatterij) is na het laden, laat dan de
auto nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*: Als dit gebeurt, zal de resterende lading
sneller afnemen dan normaal, zelfs als het
display met de resterende lading van het
batterijpakket (tractiebatterij) aangeeft dat
het batterijpakket (tractiebatterij) volledig
geladen is.
■Wanneer de hoeveelheid lading die naar
het batterijpakket (tractiebatterij) wordt
gestuurd, afneemt.
Wanneer de lader een laag vermogen heeft
of bediening van de “Battery Heater” (batterij-
verwarming), enz. ervoor zorgt dat er minder
laadvermogen naar het batterijpakket (trac-
tiebatterij) wordt gestuurd, neemt de hoeveel-
heid lading die naar het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt gestuurd mogelijk af.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 134 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
1382-2. Laden
■Als de laadindicator van de laadaanslui-
ting knippert na het aansluiten van de
AC-laadkabel
Er is een laadschema ( Blz. 143) geregis-
treerd en het laden kan niet worden uitge-
voerd. Om het laden middels het laadschema
uit te schakelen en te beginnen met laden
moet een van de onderstaande procedures
worden uitgevoerd.
●Zet “Nu opladen” aan ( Blz. 149)
●Verwijder de laadstekker en sluit hem bin-
nen 5 seconden weer aan terwijl de laadin-
dicator knippert
■Als de laadstekker niet in het AC-laad-
contact kan worden gestoken
Blz. 122
■Laadtijd
Blz. 127
■Veiligheidsfunctie
Het laden wordt niet gestart als de laadstek-
ker niet vergrendeld is. Als de laadindicator
niet gaat branden nadat de laadstekker aan-
gesloten is, verwijder dan de stekker en sluit
hem opnieuw aan. Controleer of de laadindi-
cator van de laadaansluiting nu wel brandt.
■De laadtijd kan toenemen
Blz. 128
■Tijdens het laden
Als het contact AAN gezet wordt en de ener-
giemonitor weergegeven wordt op het
scherm van het audiosysteem, wordt de laad-
stekker weergegeven op de energiemonitor
en wordt de stroom van de elektriciteit tijdens
het laden weergegeven ( Blz. 195).
■Laden bij een openbaar laadstation met
autorisatiefunctie
Als tijdens het laden een portier wordt ont-
grendeld, wordt de laadstekker ontgrendeld
en wordt het laden onderbroken. In dat geval
wordt de autorisatie van het laadstation
geannuleerd en kan het laden mogelijk niet
weer worden gestart. Sluit de laadstekker
weer aan en voer de autorisatie voor het
laadstation uit.
■Beschermingsfunctie tegen oververhit-
ting AC-laadcontact (auto's met 6,6 kW
tractiebatterijlader)
Door de plaatsing van een thermosensor in
het AC-laadcontact wordt voorkomen dat
onderdelen smelten wanneer de temperatuur
stijgt ten gevolge van verontreinigingen in de
laadstekker. Als een bepaalde temperatuur-
stijging wordt gesignaleerd, stopt het laden
onmiddellijk en wordt er een melding weerge-
geven op het multi-informatiedisplay. Nadat
de temperatuur is gedaald, wordt het laden
hervat door de procedure voor het starten
van het laden nogmaals uit te voeren.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 138 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
1442-2. Laden
“Vertrek”
Start het laden op een dusdanig tijdstip dat
het laden voltooid is op het ingestelde tijd-
stip.
*3, 4
Als deze instelling is geselecteerd, kan de
aircogekoppelde functie worden gebruikt.
*1: De laadtimerfunctie wordt uitgevoerd overeenkomstig de klok in het multi-infor-
matiedisplay. Controleer of de klok op de
juiste tijd is ingesteld voordat u het laad-
schema registreert.
*2: Het starten van het laden kan iets afwij-
ken van het ingestelde tijdstip door de
status van het batterijpakket (tractiebatte-
rij).
*3: Als het systeem vaststelt dat er geen tijd is om het laden te voltooien op de
geplande vertrektijd, begint het met
laden. Controleer de laadschema's.
*4: Als er plotselinge veranderingen in tem-peratuur of veranderingen in de conditie
van de voedingsbron optreden tijdens het
laden, kan het laden beëindigd worden
op een ander tijdstip dan het tijdstip dat
berekend is door het systeem.
■Herhalingsinstelling
Het periodieke laadschema kan worden
ingesteld door de gewenste dag van de
week te selecteren. (Als er geen dagen
zijn geselecteerd, wordt er maar één
keer geladen.)
■Aircogekoppelde instellingen
(“Voorber. klim.”)
Als de laadmodus is ingesteld op
“Departure” (vertrek), kan de airco van
de auto (Blz. 452) zo worden inge-
steld dat de airco automatisch wordt
ingeschakeld
* afhankelijk van het inge-
stelde tijdstip.
Door op voorhand de temperatuur in het
interieur te regelen, kunnen passagiers
direct na het instappen genieten van een
aangenaam klimaat.
*: Het inschakelen gebeurt ongeveer 20 minuten voor de ingestelde vertrektijd.
■Aan- en uitzetten van “Nu opla-
den”
Ook als er maar één laadschema is
opgeslagen, start het laden pas op het
ingestelde tijdstip, zelfs al wordt de AC-
laadkabel aangesloten op de auto. Om
met het laden te beginnen zonder het
ingestelde laadschema te wijzigen
moet “Nu opladen” aangezet worden
om het laadschema tijdelijk te annule-
ren en laden na het aansluiten van de
AC-laadkabel mogelijk te maken.
*
*: Als de laadstekker tijdens het laden wordt verwijderd terwijl er een laadschema is
geregistreerd en “Nu opladen” “Aan” is,
gaat “Nu opladen” “Uit”.
■Wijzigen van “Volgende geb.”*1
Het is mogelijk tijdelijk het tijdstip van
het volgende laadschema in te stellen
zonder de geregistreerde herhalingsin-
stelling te wijzigen.
*2
*1: De “Volgende geb.” verwijst naar het
laadschema dat van de geregistreerde
laadschema's het dich tst bij het actuele
tijdstip ligt. Het laadschema wordt uitge-
voerd op basis van “Volgende geb.”.
*2: Als “Volgende geb.” wordt gewijzigd, wordt het huidige laadschema tijdelijk
genegeerd en wordt het laden pas uitge-
voerd op het tijdstip dat is vastgelegd bij
“Volgende geb.”. (Als bijvoorbeeld bij
“Volgende geb.” het laden 2 dagen later
is ingesteld, wordt er niet eerder geladen
dan op het tijdstip dat is geregistreerd bij
“Volgende geb.”, zelfs al zijn er items
geregistreerd in het laadschema.)
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 144 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
145
2
2-2. Laden
Plug-in hybridesysteem
Het laadschema kan worden geregis-
treerd op het multi-informatiedisplay:
Blz. 146
■Laadschema
●Het laadschema kan niet tijdens het rijden
worden ingesteld.
●Er kunnen maximaal 15 laadschema's wor-
den geregistreerd.
■Controleren of de laadschemafunctie
goed werkt
Controleer het volgende.
●Stel de klok in op het juiste tijdstip
( Blz. 179)
●De kalender wordt op de juiste datum inge-
steld ( Blz. 186)
●Controleer of het contact UIT staat.
●Sluit na het opslaan van het laadschema
de AC-laadkabel aan.
Het starttijdstip voor het laden wordt vast-
gesteld op basis van het laadschema op
het moment dat de AC-laadkabel werd
aangesloten.
●Controleer na het aansluiten van de AC-
laadkabel of de laadindicator van de laad-
aansluiting knippert. ( Blz. 106)
●Gebruik geen contactdoos met uitscha-
kelfunctie (of timerfunctie).
Gebruik een contactdoos waar constant
spanning op staat. Bij contactdozen met
uitschakelfunctie door bijvoorbeeld een
timer verloopt het laden mogelijk niet vol-
gens plan als de spanning tijdens de inge-
stelde tijd uitgeschakeld wordt.
■Als de AC-laadkabel aangesloten blijft
op de auto
Zelfs als er meerdere opeenvolgende laad-
schema's zijn geregistreerd, wordt de vol-
gende laadprocedure niet uitgevoerd volgens
het laadschema als de AC-laadkabel na het
voltooien van de laadprocedure niet is verwij-
derd en opnieuw is aangesloten. Verder zal,
als het batterijpakket (tractiebatterij) volledig
geladen is, het laadschema niet worden uit-
gevoerd.
■“Voorber. klim.”
●Als de aircogekoppelde instelling aan
staat, werkt de airconditioning tot de inge-
stelde vertrektijd. De airconditioning ver-
bruikt dan elektriciteit waardoor het laden
mogelijk niet voltooi d is op de ingestelde
vertrektijd.
●Als het batterijpakket (tractiebatterij) volle-
dig geladen is, zal er niet worden geladen,
ook al is er een laadschema ingesteld. Als
“Voorber. klim.” echter aan is gezet, werkt
de airconditioning slechts één keer als het
tijdstip nadert dat is ingesteld bij “Depar-
ture” (vertrek). Als dat gebeurt, zal de air-
conditioning elektriciteit verbruiken en kan
de resterende lading in het batterijpakket
(tractiebatterij) bij het vertrek zijn afgeno-
men.
●Als de portieren ontgrendeld zijn, werkt de
airconditioning niet.
■Als laadschema's worden genegeerd
Als de volgende handelingen worden uitge-
voerd terwijl het laadschema stand-by staat,
wordt het laadschema tijdelijk geannuleerd
en wordt er begonnen met laden.
●Als de op afstand bedienbare airconditio-
ning ( Blz. 460) wordt ingeschakeld
●Als de “Mijn ruimte-modus” wordt inge-
schakeld ( Blz. 153)
●Als “Nu opladen” wordt ingeschakeld
( Blz. 149)
●Als er een handeling wordt uitgevoerd
waardoor het laden middels het tijdschema
tijdelijk wordt geannuleerd ( Blz. 138)
■Effecten van de buitentemperatuur
Als de laadmodus is ingesteld op “Vertrek”,
wordt het laadschema mogelijk genegeerd
vanwege de buitentemperatuur en kan het
laden beginnen.
Registreren van het
laadschema
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 145 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM