423
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk niet goed werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande,
werkt deze functie mogelijk niet goed.
●Weer
• Wanneer een sensor of de omgeving van een sensor zeer heet of koud is
• Wanneer het stevig waait
• Als een sensor is bedekt met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil (nadat de sensor is
schoongemaakt, zal het systeem weer nor-
maal werken)
• Bij zware regenval of als er veel water op een sensor terechtkomt
• Bij het rijden onder barre weersomstandig- heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm
• De sensor is bevroren. (Het ontdooien van de sensor zal het probleem oplossen.)
●Omgeving van de auto
• Wanneer zich tussen de auto en een gesignaleerd obstakel een object bevindt
dat niet kan worden gesignaleerd
• Als een object zoals een auto, motorfiets, fiets of voetganger voor de auto langs
komt of plotseling van opzij opduikt.
• De auto nadert een hoge of gebogen stoeprand.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of op gras.
• Als het object zich te dicht bij de sensor bevindt.
●Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto ultrasoongolven worden geproduceerd
door claxons, voertuigdetectiesystemen,
motorfietsmotoren, luchtremmen van
vrachtwagens, sonarsystemen van andere
auto's of andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onder- deel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name
fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in
de buurt van een van de sensoren is
geplaatst
●Veranderingen in de auto
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o.i.d.
• Als er uitrusting di e een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.),
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
• Als de wielophanging is gewijzigd of als er een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
• Als er verf of een sticker op de sensor is aangebracht
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 423 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
4244-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Deze functie treedt in werking in situaties zoals hieronder aangegeven wanneer in
de rijrichting van de auto een auto wordt gesignaleerd.
■Bij het achteruitrijden nadert een auto en het rempedaal wordt niet of te laat
ingetrapt
→Blz. 399
Parking Support Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden)*
Als een radarsensor achter een auto signaleert die van rechts of links achter
nadert en het systeem bepaalt dat de kans op een aanrijding groot is, acti-
veert deze functie de remmen om de kans op een aanrijding met de nade-
rende auto te verkleinen.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
Soorten sensorenWAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat de Parking Sup-
port Brake (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot de radarsensoren ach-
ter ( →Blz. 399) in acht. Het niet in acht
nemen van de voorschriften kan er toe lei-
den dat een sensor niet goed werkt, waar-
door een ongeval kan ontstaan.
●Wijzig, demonteer of spuit de sensoren
niet.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 424 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
425
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs rijden)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 108, 109)
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
• Er naderen voertuigen de auto van rechts of links achter de auto met een snelheid
van meer dan ongeveer 8 km/h
• De selectiehendel staat in stand R.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding met een naderende auto
te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling motorvermogen is in werking
• De Parking Support Brake stelt vast dat een noodstop noodzakelijk is om een aan-
rijding met een naderende auto te voorko-
men.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor voertuigen die achterlangs
rijden)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• De aanrijding kan worden voorkomen met normaal remmen.
• Er nadert niet langer een auto van rechts of links achter de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Er nadert niet langer een auto van rechts of links achter de auto.
■Detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden)
Het detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) verschilt van dat van de RCTA
( → Blz. 403). Daardoor wordt de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet geactiveerd, ook
al signaleert de RCTA een auto en wordt er
een waarschuwing gegeven.
■Omstandigheden waaronder de Parking
Support Brake-functie (voor voertuigen
die achterlangs rijden) een auto niet
signaleert
De Parking Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs ri jden) is niet ontwor-
pen om de volgende typen voertuigen en/of
objecten te signaleren.
●Voertuigen die van direct achter de auto
naderen
●Voertuigen die achteruit inparkeren in een
parkeerruimte naast uw auto
●Voertuigen die niet kunnen worden gesig-
naleerd door de sensoren als gevolg van
obstakels
WAARSCHUWING
●Vervang een radarsensor achter uitslui-
tend door een originele sensor.
●Voorkom dat de radarsensoren achter
beschadigd raken en houd de radarsen-
soren en hun omgeving op de bumper
te allen tijde schoon.
●Wanneer het gebied rondom een radar-
sensor achter wordt blootgesteld aan
een krachtige schok, werkt het systeem
mogelijk niet goed meer doordat de sen-
sor niet goed meer werkt. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●Neem de voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot het omgaan met de radar-
sensor achter in acht. ( →Blz. 399)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 425 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
4264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Voertuigen vlak bij uw auto die plotseling
accelereren of decelereren
●Vangrails, muren, bebording, geparkeerde
auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten
*
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
●Objecten die zich zeer dicht bij een radar-
sensor bevinden*
●Voertuigen die de auto van rechts of links
achter de auto naderen met een snelheid
van minder dan ongeveer 8 km/h
●Voertuigen die de auto van rechts of links
achter de auto naderen met een snelheid
van meer dan ongeveer 24 km/h
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de
onderstaande, werkt de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) mogelijk zelfs als er geen kans
op een aanrijding is.
●Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een
straat en er auto's over die straat rijden
●Wanneer een gesignaleerde naderende
auto een bocht maakt
●Wanneer een voertuig uw auto van opzij
passeert
●Wanneer de afstand tussen uw auto en
metalen objecten, zoals een vangrail,
muur, verkeersbord of geparkeerde auto,
die mogelijk elektrisc he golven richting de
achterzijde van de auto reflecteren, kort is
●Als er zich ronddraaiende objecten, zoals
een ventilator van een airco-unit, in de
buurt van de auto bevinden
●Als er water op de achterbumper spat of
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
■Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet goed
werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande,
signaleren de radarsensoren een object
mogelijk niet en werkt deze functie mogelijk
niet goed
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 426 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
615
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Type B
4 Draai het sleepoog stevig vast met
behulp van een wielmoersleutel of
een stevige metalen stang.
Type A
Type B
5 Maak de kabel of de ketting goed
vast aan het sleepoog.
Pas op dat u de carrosserie niet beschadigt.
6Stap in de weg te slepen auto en
start de motor.
Schakel de Parking Support Brake-functie
uit (indien aanwezig): →Blz. 413 Zet, als de motor niet start, het contact AAN.
Auto's met Stop & Start-systeem: Zet het
contact eenmaal UIT en start vervolgens de
motor alvorens de auto te slepen.
7
Zet de selectiehendel in stand N en
deactiveer de parkeerrem.
Schakel de automatische modus uit.
(→ Blz. 304)
Als de selectiehendel niet in een andere
stand kan worden gezet: →Blz. 291, 296
■Tijdens het slepen
Als de motor niet draait, werken de rem- en
stuurbekrachtiging niet. Hierdoor zullen het
remmen en sturen veel zwaarder gaan dan
normaal.
■Wielmoersleutel
Auto's met wielmoersleutel: De wielmoersleu-
tel bevindt zich in de opbergruimte onder de
afdekplaat (auto's zonder reservewiel) of de
gereedschapstas (auto's met reservewiel).
( → Blz. 632, 643)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 615 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
6228-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF* (waarschuwingszoe-
mer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay (alleen 7 inch display).
■Controlelampje PKSB OFF* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay (alleen 7 inch display).
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Toyota Par-
king Assist-sensor
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Dit geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is,
doordat een sensor mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoor-
beeld ijs.
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 408, 628)
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PKSB-sys-
teem (Parking Support Brake)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Dit geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is,
doordat een sensor mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoor-
beeld ijs.
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 416, 628)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 622 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
6248-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Waarschuwingslampje Brake Override-systeem/wegrijregeling (indien aan-
wezig)/PKSB (indien aanwezig)* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay en er wordt een melding weergegeven.
■Controlelampje (waarschuwingszoemer) Brake Hold-systeem in werking
■Waarschuwingslampje parkeerrem
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
Wanneer er een zoemer klinkt:
Het Brake Override-systeem is defect;
Wegrijregeling (indien aanwezig) is in werking;
Storing in wegrijregeling (indien aanwezig); of
Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten)
(indien aanwezig) in werking
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Het Brake Override-systeem is in werking
→ Laat het gaspedaal los en trap het rempedaal in.
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
(Knippert)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Brake Hold-
systeem
→Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
(Knippert)
Mogelijk is de parkeerrem niet volledig geactiveerd of gede-
activeerd
→ Bedien nogmaals de parkeerremschakelaar.
Dit lampje gaat branden als de parkeerrem niet gedeacti-
veerd is. Als het lampje uitgaat nadat de parkeerrem gede-
activeerd is, werkt het systeem normaal.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 624 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
629
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Als er een melding over een bediening
wordt weergegeven
●Als er een melding over de bediening van
het gaspedaal of rempedaal wordt weerge-
geven
Er wordt mogelijk een waarschuwingsmel-
ding over de bediening van het rempedaal
weergegeven terwijl de ondersteunende sys-
temen zoals het PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem) (indien aanwezig) of het Dynamic
Radar Cruise Control-systeem met volledig
snelheidsbereik (indien aanwezig) in werking
zijn. Als een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, decelereer de auto dan of volg
de instructie op het multi-informatiedisplay.
Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven wanneer het Brake Override-sys-
teem, de wegrijregeling (indien aanwezig) of
de Parking Support Brake-functie (indien
aanwezig) (→ Blz. 266, 413) in werking is.
Volg de instructies op het multi-informatiedis-
play.
●Als er een melding over de bediening van
de startknop wordt weergegeven (indien
aanwezig)
Er wordt een instructie voor de bediening van
de startknop weergegeven wanneer een
onjuiste procedure voor het starten van het
motor wordt uitgevoerd of wanneer de start-
knop onjuist wordt bediend. Volg de op het
multi-informatiedisplay weergegeven instruc-
ties om de startknop nogmaals te bedienen.
●Als er een melding over de bediening van
de selectiehendel wordt weergegeven
(indien aanwezig)
Om te voorkomen dat de selectiehendel in de
verkeerde stand wordt gezet of dat de auto
onverwachts in beweging komt, kan op het
multi-informatiedisplay een melding worden
weergegeven die u verzoekt om de selectie-
hendel in een andere stand te zetten. Volg in
dat geval de instructie van de melding en zet
de selectiehendel in de aangegeven stand.
●Als er een melding of afbeelding met
betrekking tot een geopend/gesloten
onderdeel of het bijvull en van een vloeistof
wordt weergegeven
Controleer het onderdeel dat op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven of dat
door het waarschuwingslampje wordt aange-
geven en los het probleem op, bijvoorbeeld
door het geopende portier te sluiten of de
vloeistof bij te vullen.
■Als er een melding wordt weergegeven
dat u naar een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige moet gaan
Het systeem of onderdeel dat op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven, is
defect. Laat de auto onmiddellijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als er een melding wordt weergegeven
dat de handleiding moet worden
geraadpleegd
●Als de onderstaande berichten worden
weergegeven, volg dan de desbetreffende
instructies.
• “Engine Coolant Temp High” (hoge koel- vloeistoftemperatuur) ( →Blz. 661)
• “Exhaust Filter Full” (uitlaatgasfiltersys- teem vol) ( →Blz. 444)
●Als de onderstaande meldingen worden
weergegeven, is er mogelijk sprake van
een storing.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Doorrijden met de auto kan gevaarlijk zijn.
• “Charging System Malfunction” (storing laadsysteem)
• “High Transmission Fluid Temp” (tempera- tuur transmissievloeistof hoog) (AWD-uit-
voeringen met automatische transmissie)
• “Transmission Oil Temp. High” (tempera- tuur transmissievloeistof hoog) (auto's met
Multidrive CVT)
• “Smart Entry & Start System Malfunction” (storing Smart entry-systeem met start-
knop)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 629 Friday, August 7, 2020 1:15 PM