417
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Wanneer “Parking Support Brake
Unavailable” (Parking Support Brake
niet beschikbaar) en “Parking Assist
Unavailable Clean Parking Assist Sen-
sor” (Parking Assist niet beschikbaar,
reinig Parking Assist-sensor) op het
multi-informatiedisplay worden weerge-
geven en het controlelampje PKSB OFF
knippert
●Mogelijk is een van de sensoren bedekt
met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil. Verwij-
der dit dan van de sensor om te zorgen dat
het systeem weer normaal werkt. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als deze melding
ook na het verwijderen van het vuil van de
sensor wordt weergegeven of wordt weer-
gegeven wanneer de sensor helemaal niet
vuil was.
●Mogelijk is een van de sensoren bevroren.
Zodra het ijs smelt, zal het systeem weer
normaal werken.
●Er kan continu water over de sensor stro-
men, zoals bij zware
regenval. Als het sys-
teem signaleert dat de toestand weer
normaal is, zal het systeem weer normaal
werken.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 417 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
421
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Remregeling
• De begrenzingsregeling motorvermogen is in werking
• De Parking Support Brake stelt vast dat er onmiddellijk moet worden geremd om een
aanrijding te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Het systeem stelt vast dat de aanrijding voorkomen kan worden met normaal rem-
men.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van 2 tot 4 m van de
auto in de rijrichting van de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van 2 tot 4 m van de
auto in de rijrichting van de auto.
■Detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
Het detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten) ver-
schilt van dat van de Toyota Parking Assist-
sensor. ( →Blz. 409) Daardoor wordt de Par-
king Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) mogelijk niet geactiveerd, ook al
signaleert de Toyota Parking Assist-sensor
een obstakel en wordt er een waarschuwing
gegeven.
■Objecten die mogelijk niet door de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) worden gesignaleerd
Het kan voorkomen dat de sensoren
bepaalde objecten niet signaleren, zoals de
volgende:
●Voetganger
●Katoen, sneeuw en andere materialen die
ultrasoongolven slecht weerkaatsen
●Objecten die niet loodrecht op de grond
staan, objecten die niet in een rechte hoek
ten opzichte van de rijrichting van de auto
staan en ongelijkmatige of golvende objec-
ten
●Lage objecten
●Dunne objecten zoals draden, hekken, tou-
wen en palen van verkeersborden
●Objecten die zich extreem dicht bij de
bumper bevinden
●Zeer hoekige objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel
uitsteekt in de richting van uw auto
■Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk niet werkt
Als de selectiehendel in stand N staat.
■Zoemer Toyota Parking Assist-sensor
Als, ongeacht of de zoemer van de Toyota
Parking Assist-sensor is ingeschakeld of niet
( → Blz. 407), de Parking Support Brake-func-
tie (voor stilstaande objecten) is ingescha-
keld ( →Blz. 414) en de sensoren voor of
achter een object signaleren en de remrege-
ling en de begrenzingsregeling van het
motorvermogen worden uitgevoerd, klinkt de
zoemer van het Toyota Parking Assist Sen-
sor-systeem om de geschatte afstand tot het
object aan te geven.
■Omstandigheden waaronder de Parking
Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) mogelijk werkt, zelfs als er
geen kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de
onderstaande, werkt de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten)
mogelijk zelfs als er geen kans op een aanrij-
ding is.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 421 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
447
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Uitschakelen van de TRC/VSC/Trailer
Sway Control
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt
terwijl de auto stilstaat om de TRC/VSC/Trai-
ler Sway Control uit te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden
en “Traction Control Turned OFF” (Traction
Control uitgeschakeld) wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
*
Druk nogmaals op om de systemen weer
in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (P re-Crash Safety-sys-
teem), wordt de PCS ook uitgeschakeld
(alleen Pre-Crash-waarschuwing is
beschikbaar) Het waarschuwingslampje
PCS gaat branden en er wordt een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display. ( →Blz. 340)
■Wanneer de melding wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay dat
de TRC is uitgeschakeld, zelfs al is
niet ingedrukt
TRC is tijdelijk uitge schakeld. Als de melding
niet verdwijnt neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Voorwaarden voor werking Hill Start
Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt
voldaan, werkt de Hill Start Assist Control:
●Auto's met automatische transmissie of
Multidrive CVT: De selectiehendel staat in
een andere stand dan P of N (bij het voor-
uit/achteruit bergop wegrijden).
●Auto's met handgeschakelde transmissie:
De selectiehendel staat in een andere
stand dan de achteruit wanneer vooruit
bergop wordt weggereden of in de achter-
uit wanneer achteruit bergop wordt wegge-
reden.
●De auto staat stil.
●Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
●De parkeerrem is niet geactiveerd.
■Automatisch uitschakelen van Hill Start
Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de vol-
gende situaties uitgeschakeld:
●Auto's met automatische transmissie of
Multidrive CVT: De selectiehendel wordt in
stand P of N gezet.
●Auto's met handgesc hakelde transmissie:
De selectiehendel wordt in de achteruit
gezet wanneer vooruit bergop wordt weg-
gereden of in een andere stand dan de
achteruit gezet wanneer achteruit bergop
wordt weggereden.
●Het gaspedaal wordt ingetrapt.
●De parkeerrem is geactiveerd.
●Er zijn niet meer dan 2 seconden verstre-
ken nadat het rempedaal is losgelaten.
■Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt
worden door de ABS-, Brake Assist-,
VSC-, Trailer Sway Control-, TRC- en
Hill Start Assist Control-systemen
●Het is mogelijk dat u tijdens het starten van
de motor of bij het wegrijden een geluid in
de motorruimte hoort wanneer het rempe-
daal herhaaldelijk wordt ingetrapt. Dit duidt
niet op een storing in een van deze syste-
men.
●De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen als bovenstaande systemen in
werking zijn. Geen v an deze verschijnse-
len duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor hoor-
baar zijn.
• Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblokkeersysteem
geactiveerd is.
• Het rempedaal kan iets verder naar bene- den bewegen als het antiblokkeersysteem
geactiveerd is.
■Geluiden en trillingen tijdens de wer-
king van de Active Cornering Assist
Tijdens de werking van de Active Cornering
Assist kunnen geluiden en trillingen vanuit
het remsysteem worden waargenomen, maar
deze duiden niet op een storing.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 447 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
4504-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden over-
schreden wordt (bijvoorbeeld versleten
banden op een weg die bedekt is met
sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge
snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan
langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg
van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met
name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind,
zand en dergelijke, of op besneeuwde
wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote oneffenhe-
den
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen
op een gladde weg niet onder alle omstan-
digheden gerealiseerd worden, zelfs niet
als het TRC/VSC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder
omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt niet
effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Cor-
nering Assist. De Active Cornering
Assist werkt mogelijk niet effectief bij het
accelereren op een helling of bij het rij-
den op een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelij k tijdelijk gestopt
om een goede werking van de remmen,
TRC en VSC te garanderen.
■De Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start
Assist Control. De Hill Start Assist Con-
trol werkt mogelijk niet effectief op steile
hellingen en op met ijs bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de
Hill Start Assist Control niet bedoeld om
de auto gedurende langere tijd op zijn
plaats te houden. Gebruik de Hill Start
Assist Control niet om de auto op een
helling op zijn plaats te houden omdat
dat kan leiden tot een ongeval.
■Als de TRC/VSC/Trailer Sway Control
is geactiveerd
Het controlelampje Traction Control knip-
pert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rij-
gedrag kan leiden tot ongevallen. Wees
bijzonder voorzichtig als het controle-
lampje knippert.
■Als de TRC/VSC/Trailer Sway Control
is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichti g en pas uw snelheid
aan de conditie van het wegdek aan.
Schakel de TRC/VSC/Trailer Sway Con-
trol alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorg dragen voor de voer-
tuigstabiliteit en het aandrijfvermogen.
Trailer Sway Control is onderdeel van het
VSC-systeem en werkt niet als het VSC is
uitgeschakeld of een storing heeft.
■Dynamic Torque Vectoring AWD-sys-
teem (indien aanwezig)
De bochtenprestaties van het nieuw ont-
wikkelde AWD-systeem zijn verbeterd.
Vertrouw niet alleen op het systeem en rijd
voorzichtig.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 450 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
6228-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF* (waarschuwingszoe-
mer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay (alleen 7 inch display).
■Controlelampje PKSB OFF* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay (alleen 7 inch display).
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Toyota Par-
king Assist-sensor
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Dit geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is,
doordat een sensor mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoor-
beeld ijs.
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 408, 628)
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PKSB-sys-
teem (Parking Support Brake)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Dit geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is,
doordat een sensor mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoor-
beeld ijs.
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 416, 628)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 622 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
6308-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
●Als de onderstaande meldingen worden
weergegeven, is er mogelijk sprake van
een storing.
Laat onmiddellijk de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• “Oil Pressure Low” (lage oliedruk)
• “Braking Power Low” (lage remkracht)
■Als “Shift to P when Parked” (zet bij het
parkeren de selectiehendel in stand P)
wordt weergegeven (indien aanwezig)
De melding wordt weergegeven wanneer het
bestuurdersportier wordt geopend terwijl het
contact niet UIT is gezet en de selectiehendel
in een andere stand dan P stond.
Zet de selectiehendel in stand P.
■Als “Auto Power OFF to Conserve Bat-
tery” (Auto power off-functie ingescha-
keld om batterijpakket te sparen) wordt
weergegeven (indien aanwezig)
Het contact is UIT gezet door de automati-
sche power off-functie.
Wanneer de motor de volgende keer wordt
gestart, moet het motortoerental enigszins
worden verhoogd en gedurende ongeveer 5
minuten op dit niveau worden gehandhaafd
om de accu op te laden.
■Als “Engine Oil Level Low Add or
Replace” (Motoroliepeil laag. Bijvullen
of verversen) wordt weergegeven
Het motoroliepeil is mogelijk te laag. Contro-
leer het oliepeil en vul indien nodig olie bij.
Deze waarschuwingsmelding verschijnt
mogelijk wanneer de auto op een helling stil-
staat. Plaats de auto op een horizontale
ondergrond en controleer of de melding ver-
dwijnt.
■Als er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de camera voor
aanwezig is (indien aanwezig)
De onderstaande systemen worden mogelijk
tijdelijk uitgeschakeld tot het in de melding
aangegeven probleem is opgelost.
( → Blz. 331, 618)
●PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
●LTA (Lane Tracing Assist)*
●LDA (Lane Departure Alert met stuurrege-
ling)*
●Automatic High Beam*
●RSA (Road Sign Assist)*
●Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik*
●Dynamic Radar Cruise Control*
*
: Indien aanwezig
■Als “Radar Cruise Control Unavailable
See Owner's Manual” (Dynamic Radar
Cruise Control-systeem niet beschik-
baar. Zie handleiding) (indien aanwezig)
wordt weergegeven
Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem
met volledig snelheidsbereik (indien aanwe-
zig) of het Dynamic Radar Cruise Control-
systeem (indien aanwezig) wordt tijdelijk uit-
geschakeld of tot het in de melding aange-
geven probleem is opgelost. (Oorzaken en
oplossingen: →Blz. 331)
■Als “Radar Cruise Control Unavailable”
(Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem niet beschikbaar) wordt weergege-
ven (indien aanwezig)
Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem
met volledig snelheidsbereik (indien aanwe-
zig) of het Dynamic Radar Cruise Control-
systeem (indien aanwezig) kan tijdelijk niet
gebruikt worden. Gebruik het systeem wan-
neer dit weer beschikbaar is.
■Waarschuwingszoemer
→ Blz. 626
WAARSCHUWING
■Als er een waarschuwingslampje
gaat branden of een waarschuwings-
zoemer klinkt wanneer een waar-
schuwingsmelding wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display
→ Blz. 627
OPMERKING
■“High Power Consumption Partial
Limit On AC/Heater Operation” (Hoog
energieverbruik. Bediening airco/ver-
warming gedeeltelijk beperkt) wordt
regelmatig weergegeven
Mogelijk is er een storing met betrekking
tot het laadsysteem of de accu kan verou-
derd zijn. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 630 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
651
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
WAARSCHUWING
•TRC
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien
aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
• EPS
• LDA (Lane Departure Alert met stuurre- geling) (indien aanwezig)
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan- wezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys- teem (indien aanwezig)
• AHB (Automatic High Beam) (indien aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan- wezig)
• Downhill Assist Control (indien aanwe- zig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan- wezig)
• Panoramic View Monitor (indien aanwe- zig)
• Toyota Parking Assist-monitor (indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
Niet alleen kunnen de volgende systemen
niet optimaal worden gebruikt, maar ook
kan dit een negatief effect hebben op de
onderdelen van de aandrijflijn:
• Dynamic Torque Vectoring AWD-sys- teem (indien aanwezig)
• Dynamic Torque Control AWD-systeem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en ernstig
letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden
in het wegdek heen als het compacte
reservewiel onder de auto gemon-
teerd is (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de
standaardbanden. Wees voorzichtig bij het
rijden over slechte wegen.
■Rijden met sneeuwkettingen en het
compacte reservewiel (indien aanwe-
zig)
Monteer geen sneeuwketting op het com-
pacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie
beschadigen en het rijgedrag in negatieve
zin beïnvloeden.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 651 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
693
9
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
■Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik* (
→Blz. 362)
*: Indien aanwezig
■BSM (Blind Sp ot Monitor)* (→ Blz. 390)
*: Indien aanwezig
■RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)*1 (→Blz. 390)
*1: Indien aanwezig*2: Deze instelling is gekoppeld aan het zoemervolu me van de Toyota Parking Assist-sensor.
■Toyota Parking Assist-sensor*1 (→ Blz. 405)
*1: Indien aanwezig*2: Deze instelling is gekoppeld aan het zoemervo lume van de RCTA-functie (Rear Crossing
Traffic Alert).
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist*AanUit–O–
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
BSM (Blind Spot Monitor)AanUit–O–
Helderheid indicator in buitenspiegelHelderGedimd–O–
Timing waarschuwing voor aanwe-
zigheid van naderende auto (gevoe-
ligheid)
*Gemiddeld
Vroeg
–O–
Laat
Alleen wanneer een auto wordt
gesignaleerd in de dode hoek
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)AanUit–O–
Zoemervolume*2Niveau 2Niveau 1–O–Niveau 3
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Toyota Parking Assist-sensorAanUit–OO
Zoemervolume*221–OO3
ABC
ABC
ABC
ABC
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 693 Friday, August 7, 2020 1:15 PM