1282-1. Instrumentenpaneel
■ PKSB (Parking Support
Brake System) (indien aanwezig)
(→Blz. 413)
Hiermee kunt u de Parking Support
Brake-functie in- of uitschakelen.
■ RSA (Road Sign Assist)
(indien aanwezig) ( →Blz. 358)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
Road Sign Assist aan/uit
Hiermee kunt u het RSA-systeem in- of uit-
schakelen.
“Notification method” (meldingsme-
thode)
Hiermee kunt u elke meldingsmethode die
wordt gebruikt om de bestuurder te waar-
schuwen wanneer het systeem een te hoge
snelheid, een verkeers bord voor een inhaal-
verbod of een verkeersbord voor verboden
in te rijden signaleert, wijzigen.
“Notification Level” (meldingsniveau)
Hiermee kunt u elk meldingsniveau dat
wordt gebruikt om de bestuurder te waar-
schuwen wanneer het systeem een ver-
keersbord met een snelheidslimiet
signaleert, wijzigen.
■DRCC (RSA) (indien aanwezig)
(→Blz. 370)
Hiermee kunt u de Dynamic Radar
Cruise Control met Road Sign Assist in-
of uitschakelen.
■ Voertuiginstellingen
PBD (elektrisch bedienbare
achterklep) (indien aanwezig)
(→Blz. 171)
Hiermee kunt u de volgende zaken instellen.
• Systeeminstellingen
Hiermee kan de functie elektrisch bedien-
bare achterklep worden in- of uitgeschakeld. • “Hands Free” (handsfree)
*
Hiermee kunt u de handsfree elektrisch
bedienbare achterklep in- of uitschakelen.
• “Opening Adjustment” (aanpassen ope-
ning)
Selecteer de positie openen wanneer de
elektrisch bedienbare achterklep geheel is
geopend.
•“Volume”
Hiermee kunt u het volume instellen van de
zoemer die klinkt wanneer de elektrisch
bedienbare achterklep in werking is.
*: Auto's met handsfree elektrisch bedien- bare achterklep
(Stop & Start-systeem) (indien
aanwezig) ( →Blz. 428)
Hiermee kunt u de werkingsduur van het
Stop & Start-systeem instellen als de aircon-
ditioning is ingeschak eld met de aircoscha-
kelaar.
“TPWS” (bandenspanningswaar-
schuwingssysteem) (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 572)
• “Set Pressure” (stel bandenspanning in)
Hiermee kan het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem worden geïnitialiseerd.
• “Change Wheel” (wielen wijzigen)
Hiermee kunt u de ingestelde identificatie-
code van de sensor van het bandenspan-
ningswaarschuwingssyste em wijzigen. Om
deze functie te kunnen inschakelen moet
een tweede set identificatiecodes van de
sensoren van het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige worden geregistreerd.
Neem voor meer informatie over het wijzigen
van de geregistreerde identificatiecode con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 128 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
129
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
■ Instellingen
“Language” (taal)
Hiermee kunt u de taal op het multi-informa-
tiedisplay wijzigen.
“Units” (eenheden)
Hiermee kunnen de weergegeven meeteen-
heden worden gewijzigd.
“Meter Type” (type meter) (7 inch
display)
Hiermee kunt u de weergave van de snel-
heidsmeter wijzigen.
(ECO-controlelampje)
(indien aanwezig) ( →Blz. 124)
Hiermee kunt u het ECO-controlelampje in-
en uitschakelen.
(Instellingen weergave rij-infor-
matie)
Hiermee kunt u de weergave van het brand-
stofverbruik wijzigen ( →Blz. 123).
(Audio-instellingen) (indien aan-
wezig)
Hiermee kunt u het scherm in- of uit-
schakelen.
(Instellingen weergave voertui-
ginformatie)
• “Display Contents” (informatie op display)
Hiermee kunt u de weergave van het AWD-
systeem in- of uitschakelen ( →Blz. 125).
(AWD-uitvoeringen)
• “Drive Info Type” (rij-informatietype)
Hiermee kunt u de weergave van het rij-
informatietype wijzigen tussen de rit en het
totaal. ( →Blz. 125).
• “Drive Info Items” (r ij-informatie-items)
Hiermee kunt u de items instellen op het
bovenste en onderste deel van het rij-infor-
matiescherm. Hierbij kunt u kiezen uit drie
items: gemiddelde rijsnelheid, afstand en
totale tijd.
“Pop-Up Display” (pop-updisplay)
(indien aanwezig)
Hiermee kunt u de volgende pop-updisplays
in- of uitschakelen. Deze displays kunnen in
bepaalde situaties verschijnen.
• Display van de kruispuntenbegeleiding
van het aan het navigatiesysteem gekop-
pelde systeem (indien aanwezig)
• Display van binnenkomende oproepen van het handsfree-systeem (indien aan-
wezig)
• Bediening audio (indien aanwezig)
• Bediening volume (indien aanwezig)
• Spraakbediening (indien aanwezig)
• Duur Stop & Start-systeem (indien aanwe- zig)
• Status Stop & Start-systeem (indien aan- wezig)
“MID OFF” (MID uit)
Er wordt een leeg scherm weergegeven
“Default Settings” (standaardinstel-
lingen)
Hiermee kunnen de instellingen van de
weergave van het instrumentenpaneel wor-
den gereset.
■Onderbreking van de weergave van de
instellingen
●In de volgende situaties wordt de bedie-
ning van het instellingendisplay tijdelijk uit-
geschakeld.
• Wanneer er een waarschuwingsmelding op het multi-informatiedisplay verschijnt.
• Wanneer de auto begint te rijden
●Instellingen voor functies waarmee de auto
niet is uitgerust, worden niet weergegeven.
●Als een functie is uitgeschakeld, kunnen
de instellingen voor de desbetreffende
functie niet worden geselecteerd.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 129 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
173
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
dat voor het bedienen van de hands-
free elektrisch bedienbare achterklep
het contact UIT staat, de handsfree-
functie van de elektrisch bedienbare
achterklep is ingeschakeld (
→Blz. 126)
en dat u een elektronische sleutel bij u
draagt.
1 Zorg ervoor dat u zich, met de elek-
tronische sleutel op zak, binnen het
detectiebereik van het Smart entry-
systeem met startknop bevindt, op
ongeveer 30 tot 50 cm van de ach-
terbumper.
Sensor regeling voetbediening
Detectiegebied voor werking hands-
free elektrisch bedienbare achter-
klep
Detectiegebied voor werking Smart
entry-systeem met startknop
(→Blz. 181)
2 Bedien de achterklep met een voet-
beweging door uw voet tot 10 cm
onder de achterbumper te bewegen
en vervolgens weer terug te trek-
ken.
Voer deze volledige beweging binnen 1
seconde uit.
De achterklep zal niet in werking treden
zolang er een voet wordt gesignaleerd onder
de achterbumper.
Raak bij het gebruik van de handsfree func-
tie van de elektrisch bedienbare achterklep de achterbumper niet aan met uw voet.
Als er zich in het passagierscompartiment of
de bagageruimte een andere elektronische
sleutel bevindt, duurt het mogelijk iets langer
dan normaal voordat de achterklep in wer-
king treedt.
Sensor regeling voetbediening
Detectiegebied voor werking hands-
free elektrisch bedienbare achter-
klep
3 Als de sensor voor de regeling van
de voetbediening signaleert dat u
uw voet hebt teruggetrokken, klinkt
er een zoemer en zal de elektrisch
bedienbare achterklep automatisch
volledig openen/sluiten.
Als er tijdens het open en/sluiten van de ach-
terklep een voet onder de achterbumper
wordt bewogen, gaat de achterklep niet ver-
der open.
Als er weer een voet onder de achterbumper
wordt bewogen terwijl de beweging is
gestopt, beweegt de achterklep in tegen-
overgestelde richting.
■Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting gaat branden
wanneer de achterklep wordt geopend en de
schakelaar van de bagageruimteverlichting
aan is.
Als het contact UIT wordt gezet, gaat de ver-
lichting na 20 minuten automatisch uit.
A
B
C
A
B
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 173 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
1743-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
1 Aan
2 Uit
■Sluitsysteem achterklep
Wanneer de achterklep nog enigszins
geopend is, zal het sluitsysteem van de ach-
terklep deze automatisch volledig sluiten.
Het sluitsysteem van de achterklep wordt
bediend, ongeacht de status van het contact.
■Werkingsvoorwaarden elektrisch
bedienbare achterklep
De achterklep kan in de volgende gevallen
automatisch worden geopend en gesloten:
●Wanneer de elektrisch bedienbare achter-
klep is ingeschakeld. ( →Blz. 126)
●Wanneer de achterklep is ontgrendeld.
Als echter de schakelaar achterklep openen
ingedrukt wordt gehouden terwijl u de elek-
tronische sleutel bij u hebt, wordt de elek-
trisch bedienbare acht erklep bediend, ook
wanneer de achterklep is vergrendeld.
( → Blz. 172)
●Wanneer het contact AAN staat, kan in
aanvulling op het bovenstaande de achter-
klep worden bediend wanneer aan de
onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
• De parkeerrem is geactiveerd
• Het rempedaal is ingetrapt
• De selectiehendel staat in stand P (auto's met automatische transmissie of Multidrive
CVT) of de neutraalstand (auto's met
handgeschakelde transmissie).
■Werking van de elektrisch bedienbare
achterklep
●Er klinkt een zoemer om aan te geven dat
de achterklep wordt geopend/gesloten.
●Wanneer het systeem van de elektrisch
bedienbare achterklep is uitgeschakeld,
kan de achterklep niet elektrisch worden
bediend, maar kan hij wel met de hand
worden geopend en gesloten.
●Wanneer de elektrisch bedienbare achter-
klep automatisch wordt geopend en er iets
abnormaals wordt gesignaleerd als gevolg
van menselijk handelen of een voorwerp,
wordt de beweging gestopt.
■Klembeveiliging
De elektrisch bedienbare achterklep is aan
beide zijden voorzien van sensoren. Als iets
de werking van de elektrisch bedienbare ach-
terklep tijdens het sluiten hindert, beweegt de
achterklep automatisch in de tegenoverge-
stelde richting of stopt deze met bewegen.
■Functie beveiliging tegen dichtvallen
Wanneer er tijdens het automatisch openen
van de elektrisch bedienbare achterklep
overmatige kracht op de klep wordt uitgeoe-
fend, stopt de beweging van de elektrisch
bedienbare achterklep om te voorkomen dat
deze dichtvalt.
■Bekrachtigingsfunctie sluitsysteem
achterklep
Wanneer de achterklep handmatig omlaag
wordt geduwd terwijl deze op een open posi-
tie gestopt is, sluit de achterklep automatisch
volledig.
■Uitgestelde vergrendelingsfunctie ach-
terklep (indien aanwezig)
Met deze functie wordt het vergrendelen van
alle portieren van tevoren uitgesteld wanneer
de elektrisch bedienbare achterklep is
geopend.
Wanneer de volgende procedure is gevolgd,
worden alle portieren maar niet de elektrisch
bedienbare achterklep vergrendeld. Vervol-
gens wordt de elektrisch bedienbare achter-
klep vergrendeld als deze wordt gesloten.
1 Sluit alle portieren, behalve de achter-
klep.
2 Vergrendel tijdens het sluiten van de
elektrisch bedienbare achterklep de por-
tieren met het Smart entry-systeem met
startknop vanaf de voorportieren
(→ Blz. 162) of de afstandsbediening.
( → Blz. 162)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 174 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
177
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
■Sluitsysteem achterklep
●Wanneer de achterklep nog enigszins
geopend is, zal het sluitsysteem van de
achterklep deze automatisch volledig
sluiten. Het duurt enkele seconden
voordat het sluitsysteem van de achter-
klep in werking treedt. Zorg ervoor dat
uw vingers e.d. niet bekneld raken, aan-
gezien dit ernstig le
tsel tot gevolg kan
hebben.
●Wees voorzichtig wanneer u het sluit-
systeem gebruikt, aangezien het sys-
teem nog werkt wanneer de elektrisch
bedienbare achterklep is uitgeschakeld.
■Elektrisch bedienbare achterklep
Neem bij het bedienen van de elektrisch
bedienbare achterklep de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
●Controleer de omgeving op eventueel
aanwezige obstakels of andere zaken
die ervoor kunnen zorgen dat uw bezit-
tingen klem komen te zitten.
●Zorg er als er iemand dichtbij staat voor
dat deze persoon veilig is en meld dat u
de achterklep gaat openen of sluiten.
●Als de elektrisch bedienbare achterklep
wordt uitgeschakeld terwijl deze in wer-
king is, wordt de automatische werking
gestopt. De achterklep moet vervol-
gens met de hand worden bediend.
Wees extra voorzi chtig op een helling
aangezien de achterklep plotseling
open of dicht kan gaan.
●Wanneer niet langer aan de voorwaar-
den voor de werking van de elektrisch
bedienbare achterklep wordt voldaan,
klinkt er mogelijk een zoemer en zal de
achterklep mogelijk niet meer openen of
sluiten. De achterklep moet vervolgens
met de hand worden bediend. Wees
extra voorzichtig op een helling aange-
zien de achterklep plotseling open of
dicht kan gaan.
●Als de auto op een heuvel staat, kan de
achterklep plotseling dichtvallen, nadat
deze automatisch is geopend. Zorg
ervoor dat de achterklep volledig is
geopend.
●In de volgende situaties signaleert de
elektrisch bedienbare achterklep moge-
lijk een storing en wordt de automati-
sche bediening uitgeschakeld. In dit
geval moet de achterklep met de hand
worden bediend. Wees extra voorzichtig
op een helling aangezien de achterklep
plotseling open of dicht kan gaan.
• Wanneer de achterklep met een obsta- kel in aanraking komt
• Wanneer de accuspanning plotseling laag is, bijvoorbeeld wanneer het con-
tact AAN wordt gezet, of wanneer de
motor tijdens de automatische werking
wordt gestart
●Als er op de achterklep een fietsendra-
ger of een vergelijkbaar zwaar onder-
deel gemonteerd is, kan de achterklep
na het openen plotseling dichtvallen
waardoor lichaamsdelen bekneld kun-
nen raken en letsel kan optreden. Wij
raden u aan om originele Toyota-onder-
delen te gebruiken wanneer u accessoi-
res op de achterklep wilt monteren.
■Klembeveiliging
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
●Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzette lijk te activeren.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 177 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
1823-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Wanneer het alarm in de auto continu
klinkt
■Energiebesparende functie (auto's met
instapfunctie)
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de accu leegraken
wanneer de auto gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 10 minuten of langer op een afstand
van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet gebruikt
is, kunnen de portieren alleen via het
bestuurdersportier worden ontgrendeld.
Pak in dat geval de greep van het bestuur-
dersportier vast of gebruik de afstandsbe-
diening of de mechanische sleutel om de
portieren te ontgrendelen.
■De energiebespaarmodus van een elek-
tronische sleutel inschakelen
●Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u
ingedrukt houdt.
Ga na of het controlelampje van de elektroni-
sche sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties wordt de communicatie
tussen de elektronische sleutel en de auto
mogelijk beïnvloed, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering niet goed wer-
ken.
(Oplossingen: →Blz. 654)
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
SituatieCorrectieprocedure
Het contact werd in
stand ACC gezet ter-
wijl het bestuurders-
portier geopend was
(of het bestuurders-
portier werd geopend
terwijl het contact in
stand ACC stond).
Zet het contact UIT
en sluit het bestuur-
dersportier.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 182 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
264
4-4. TankenOpenen van de tankdop ........ 320
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ............. 322
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . .................333
LTA (Lane Tracing Assist) ..... 341
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ............... 350
RSA (Road Sign Assist) ........ 358
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik ...... 362
Dynamic Radar Cruise Control ..................... 374
Cruise control ........................ 384
Snelheidsbegrenzer............... 387
BSM (Blind Spot Monitor) ...... 390
Toyota Parking Assist-sensor....................... 405
PKSB (Parking Support Brake) .................... 413
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) ........... 418
Parking Support Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden)............... 424
Stop & Start-systeem............. 428
Rijmodusselectieschakelaar .. 436Multi-terrain Select
(AWD-uitvoeringen) ............. 438
Schakelaar SNOW-modus (AWD-uitvoeringen) ............. 441
Downhill Assist Control .......... 442
Uitlaatgasfilter systeem ........... 444
Ondersteunende systemen .... 445
4-6. Rijtips Rijden in de winter.................. 452
Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's .................... 455
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 264 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
265
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
4-1.Voordat u gaat rijden
■Starten van de motor
→Blz. 284, 286
■Rijden
Automatische transmissie of Mul-
tidrive CVT
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(→Blz. 290, 294)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(→Blz. 303)
Als de parkeerrem in de automatische
modus staat, wordt de parkeerrem automa-
tisch gedeactiveerd wanneer de selectiehen-
del in een andere stand dan P wordt gezet.
(→ Blz. 303)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te
brengen.
Handgeschakelde transmissie
1 Zet met ingetrapt koppelingspedaal
de selectiehendel in de 1e versnel-
ling. ( →Blz. 299)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(→Blz. 303)
3 Laat het koppelingspedaal geleide-
lijk opkomen. Trap tegelijkertijd het
gaspedaal in om de auto in bewe-
ging te brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
Automatische transmissie of Mul-
tidrive CVT
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem. ( →Blz. 303)
Zet de selectiehendel in stand P als er gedu-
rende langere tijd wordt gestopt. ( →Blz. 290,
294)
Handgeschakelde transmissie
1 Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem. ( →Blz. 303)
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat,
zet dan de selectiehendel in de neutraal-
stand. ( →Blz. 299)
■Parkeren van de auto
Automatische transmissie of Mul-
tidrive CVT
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer de parkeerrem ( →Blz. 303)
en zet de selectiehendel in stand P
(→Blz. 290, 294).
3 Zet het contact UIT om de motor uit
te zetten.
4 Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
Handgeschakelde transmissie
1 Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2 Zet de selectiehendel in de neu-
traalstand. ( →Blz. 299)
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 265 Friday, August 7, 2020 1:15 PM