111
1
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
*: Indien aanwezig
■Zaken die gecontroleerd moeten
worden alvorens de auto te ver-
grendelen
Controleer onderstaande zaken om
ongewild activeren van het alarm en
diefstal te voorkomen:
Er is niemand in de auto.
De zijruiten en het panoramadak
(indien aanwezig) zijn gesloten voor-
dat het alarm wordt ingeschakeld.
Er zijn geen waardevolle spullen of
persoonlijke zaken in de auto achter-
gebleven.
■Inschakelen
Sluit de portieren, de achterklep en de
motorkap en vergrendel alle portieren
met de instapfunctie (indien aanwezig)
of de afstandsbediening. Na 30 secon-
den wordt het systeem automatisch
ingeschakeld.
Het systeem is ingeschakeld zodra het con-
trolelampje niet meer constant brandt maar
knippert.
■Uitschakelen of uitzetten
Deactiveer of schakel het alarm uit vol-
gens een van de onderstaande manie-
ren:
Ontgrendel de portieren met de
instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening.
Schakel het hybridesysteem in. (Het
alarm wordt na enkele seconden
gedeactiveerd of uitgeschakeld.)
■Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrij
alarmsysteem.
■Activeren van het alarm
Het alarm kan in de volgende situaties geac-
tiveerd worden:
(Door het stopzetten van het alarm wordt het
systeem gedeactiveerd.)
Alarm*
Met licht en geluid worden alarm-
signalen gegeven wanneer er een
inbraakpoging wordt gedetec-
teerd.
Wanneer het alarmsysteem is
ingeschakeld, wordt het alarm
onder de volgende omstandighe-
den geactiveerd:
Als een vergrendeld portier wordt
ontgrendeld of geopend zonder
gebruik te maken van de instap-
functie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening. (De portieren
zullen automatisch opnieuw wor-
den vergrendeld.)
Als de motorkap wordt geopend.
De inbraaksensor signaleert een
beweging in de auto. (Voorbeeld:
een indringer breekt een ruit en
dringt de auto binnen.)
De hellingsensor signaleert een
verandering in de hoek van de
auto ten opzichte van het wegdek.
Inschakelen/uitschakelen/uitze
tten van het alarmsysteem
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 111 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
1121-5. Antidiefstalsysteem
●De portieren worden ontgrendeld met de
mechanische sleutel.
●Een persoon in de auto opent een portier,
de achterklep of de motorkap of ontgren-
delt de auto met de vergrendelknop aan de
binnenzijde.
●De 12V-accu wordt opgeladen of vervan-
gen terwijl de auto is vergrendeld.
( Blz. 571)
■Door alarmsysteem bediende portier-
vergrendeling
In de volgende gevallen worden, afhankelijk
van de situatie, de portieren automatisch ver-
grendeld om potentiële indringers buiten de
auto te houden:
●Wanneer een in de auto achtergebleven
persoon het portier ontgrendelt en het
alarm wordt geactiveerd.
●Terwijl het alarm is geactiveerd, ontgren-
delt een in de auto achtergebleven per-
soon het portier.
●Bij het bijladen of vervangen van de 12V-
accu.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
(indien aanwezig)
Het alarm kan zo worden ingesteld, dat het
wordt uitgeschakeld wanneer de mechani-
sche sleutel wordt gebruikt om de auto te ont-
grendelen.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen: Blz. 594)
■Signalering inbraaksensor en hel-
lingsensor
De inbraaksensor signaleert indrin-
gers of een beweging in de auto.
De hellingsensor signaleert een ver-
andering van de hoek van de auto
ten opzichte van het wegdek, die bij-
voorbeeld ontstaat als de auto weg-
gesleept wordt.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te
voorkomen, maar een optimale beveili-
ging tegen elke vorm van inbraak kan
niet worden gegarandeerd.
■De inbraaksensor en hellingsen-
sor instellen
Als het alarm wordt ingeschakeld, wor-
den de inbraaksensor en de hellingsen-
sor automatisch ingesteld. ( Blz. 111)
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na
veranderen of verwijderen kan de juiste
werking van het systeem niet worden
gegarandeerd.
Inbraaksensor en
hellingsensor
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 112 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
113
1
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
■De inbraaksensor en de helling-
sensor uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende voor-
werpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor
en de hellingsensor uitschakelt voordat
u het alarm instelt, omdat deze senso-
ren reageren op bewegingen binnen in
de auto.
1 Zet het contact UIT.
2 Druk op de uitschakeltoets van de
inbraaksensor en hellingsensor.
Druk opnieuw op de toets om de inbraak-
sensor en de hellingsens or weer in te scha-
kelen.
Telkens wanneer de inbraaksensor en de
hellingsensor worden uitgeschakeld/inge-
schakeld, wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
■Uitschakelen en automatisch weer
inschakelen van de inbraaksensor en
hellingsensor
●Het alarm wordt ingeschakeld zelfs wan-
neer de inbraaksensor en de hellingsensor
zijn uitgeschakeld.
●Nadat de inbraaksensor en de hellingsen-
sor uitgeschakeld zijn, worden deze
opnieuw ingeschakeld door op de start-
knop te drukken of de portieren te ontgren-
delen met de instapfunctie (indien
aanwezig) of de afstandsbediening.
●De inbraaksensor en de hellingsensor zul-
len automatisch weer worden ingescha-
keld wanneer het alarmsysteem weer
wordt ingeschakeld.
■Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende gevallen
mogelijk het alarm:
●Er bevinden zich nog personen of huisdie-
ren in de auto.
●Een zijruit of het panoramadak (indien aan-
wezig) is open.
In dit geval registreert de sensor mogelijk het
volgende:
• Wind of beweging van voorwerpen, zoals bladeren en insecten, in de auto
• Ultrasoongolven van apparaten, zoals de inbraaksensoren van andere auto's
• Het bewegen van mensen buiten de auto
●Er bevinden zich onstabiele voorwerpen,
zoals loshangende accessoires of kleding
aan kledinghaakjes, in de auto.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 113 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
1141-5. Antidiefstalsysteem
●De auto is geparkeerd op een plek waar
extreme trillingen of geluiden optreden,
zoals in een parkeergarage.
●Er wordt ijs of sneeuw van de auto verwij-
derd, waardoor de auto herhaaldelijk wordt
blootgesteld aan schokken of trillingen.
●De auto staat in een wasstraat of een
hogedruk-wasinstallatie.
●De auto is blootgesteld aan schokken die
het gevolg zijn van hagel, onweer of
andere van buitenaf komende herhaalde
schokken of trillingen.
■Informatie over de hellingsensor
De sensor activeert in de volgende gevallen
mogelijk het alarm:
●De auto wordt vervoerd per boot, aanhang-
wagen, trein, enz.
●De auto staat geparkeerd in een parkeer-
garage.
●De auto bevindt zich in een wasstraat
waarin de auto verplaatst wordt.
●Een van de banden verliest zijn spanning.
●De auto wordt opgekrikt.
●Er doet zich een aardbeving of wegverzak-
king voor.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat de inbraaksensor
goed werkt
●Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
●Spuit geen luchtverfrisser of andere pro-
ducten rechtstreeks in de openingen
van de sensoren.
●Als u andere accessoires installeert dan
originele Toyota-onderdelen of wanneer
u voorwerpen achterlaat tussen de
bestuurdersstoel en de stoel van de
voorpassagier, werkt de inbraaksensor
mogelijk minder goed.
●De werking van de inbraaksensor wordt
mogelijk gestopt wanneer de elektroni-
sche sleutel zich in de buurt van de auto
bevindt.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 114 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
1182-1. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes informeren de
bestuurder over storingen in de aange-
geven systemen van de auto.
*1: Deze lampjes gaan branden als het con-tact AAN wordt gezet om aan te geven
dat er een systeemcontrole wordt uitge-
voerd. Ze gaan uit nadat het hybridesys-
teem is ingeschakeld of na enkele
seconden. Er kan een storing in een sys-
teem aanwezig zijn als het lampje niet
gaat branden of uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
Waarschuwingslampjes
(Rood) Waarschuwingslampje
remsysteem
*1 (
Blz. 533)
(Geel) Waarschuwingslampje
remsysteem
*1 (
Blz. 533)
Laadstroomcontrole-
lampje
*1 ( Blz. 534)
Waarschuwingslampje hoge
koelvloeistoftemperatuur
*2
( Blz. 534)
Waarschuwingslampje
hybridesysteem
oververhit
*2 ( Blz. 534)
Waarschuwingslampje lage
oliedruk
*2 ( Blz. 534)
Motorcontrolelampje
*1
( Blz. 535)
Waarschuwingslampje
SRS
*1 ( Blz. 535)
Waarschuwingslampje
ABS
*1 ( Blz. 535)
(Rood/geel) Waarschuwingslampje elek-
trische stuurbekrachtiging
*1
( Blz. 535)
(Knippert of brandt) Waarschuwingslampje
PCS
*1 (indien aanwezig)
( Blz. 536)
(Oranje) Controlelampje LTA
(indien aanwezig)
(
Blz. 536)
(Knippert) Controlelampje Toyota
Parking Assist-sensor
OFF
*3 (indien aanwezig)
( Blz. 537)
(Knippert) Controlelampje PKSB
OFF
*1 (indien aanwezig)
( Blz. 537)
(Knippert) Controlelampje RCTA
OFF
*1 (indien aanwezig)
( Blz. 538)
Controlelampje Traction
Control
*1 ( Blz. 538)
Waarschuwingslampje
Brake Override-systeem/
wegrijregeling/PKSB (indien
aanwezig)
*2 ( Blz. 538)
(Knippert) Controlelampje Brake Hold-
systeem in werking
*1
( Blz. 539)
(Knippert) Waarschuwingslampje
parkeerrem (
Blz. 539)
Waarschuwingslampje lage
bandenspanning
*1 (indien
aanwezig) ( Blz. 539)
Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau
( Blz. 539)
Controlelampje bestuurders-
en voorpassagiersgordel
( Blz. 540)
Controlelampjes achterpas-
sagiersgordels ( Blz. 540)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 118 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
119
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-
display en er wordt een melding weerge-
geven.
*3: Het controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF gaat branden wan-
neer het contact AAN wordt gezet, terwijl
de Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld. Het gaat na enkele seconden
uit.
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van
de verschillende syst emen van de auto.
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een veiligheidssys-
teem zoals het ABS of het waarschu-
wingslampje SRS niet gaat branden als u
het hybridesysteem start, kan dat beteke-
nen dat deze systemen niet beschikbaar
zijn om u te beschermen in geval van een
ongeval, waardoor ernstig letsel zou kun-
nen ontstaan. Laat, als dit gebeurt, de
auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Controlelampjes
Controlelampje richting-
aanwijzers ( Blz. 300)
Controlelampje achterlicht
( Blz. 307)
Controlelampje grootlicht
( Blz. 308)
Controlelampje Automatic
High Beam-systeem
(indien aanwezig)
( Blz. 309)
Controlelampje mistlampen
voor (indien aanwezig)
( Blz. 312)
Controlelampje mistachter-
licht (indien aanwezig)
( Blz. 312)
Controlelampje Smart
entry-systeem met start-
knop
*1 (indien aanwezig)
( Blz. 290)
Controlelampje cruise
control ( Blz. 352, 363)
Controlelampje Dynamic
Radar Cruise Control
(indien aanwezig)
( Blz. 352)
Controlelampje cruise con-
trol SET ( Blz. 352, 363)
Controlelampje snelheids-
begrenzer (indien
aanwezig) ( Blz. 366)
Controlelampje LTA
*2
(indien aanwezig) ( 344)
Controlelampje Toyota
Parking Assist-sensor
OFF
*3, 4 (indien aanwezig)
( Blz. 384)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 119 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
1202-1. Instrumentenpaneel
*1: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display en er wordt een melding weerge-
geven.
*2: Afhankelijk van de bedr ijfscondities wijzi-
gen de kleur en de status (branden/knip-
peren) van het controlelampje.
*3: Het lampje gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
*4: Het controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF gaat branden wan-
neer het contact AAN wordt gezet, terwijl
de Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld. Het gaat na enkele seconden
uit.
*5: Deze lampjes gaan branden als het con-tact AAN wordt gezet om aan te geven
dat er een systeemcontrole wordt uitge-
voerd. Ze gaan uit nadat het hybridesys-
teem is ingeschakeld of na enkele
seconden. Er kan een storing in een sys-
teem aanwezig zijn als de lampjes niet
gaan branden of niet uitgaan. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*6: Dit lampje gaat branden in de buitenspie-
gels.
*7: Wanneer de buitentemperatuur ongeveer 3°C of lager is, gaat het controlelampje
gedurende 10 seconden knipperen en
blijft daarna branden.
*8: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
Controlelampje PKSB
OFF
*3, 5 (indien aanwezig)
( Blz. 392)
(Knippert) Controlelampje Traction
Control
*5 (
Blz. 412)
Controlelampje VSC
OFF
*3, 5 ( Blz. 412)
Waarschuwingslampje
PCS
*3, 5 (indien aanwezig)
( Blz. 333)
BSM-indicatoren in de
buitenspiegels
*5, 6 (indien
aanwezig) ( Blz. 368)
Controlelampje BSM
(indien aanwezig)
( Blz. 368)
Controlelampje RCTA
OFF
*3, 5 (indien aanwezig)
( Blz. 368)
Controlelampje stand-
bystand Brake Hold-
systeem
*5 ( Blz. 304)
Controlelampje Brake
Hold-systeem in werking
*5
( Blz. 304)
Controlelampje antidiefstal-
systeem ( Blz. 87, 111)
Controlelampje READY
( Blz. 290)
Controlelampje
lage buitentemperatuur
*7
( Blz. 123, 129)
EV-controlelampje
( Blz. 80)
Waarschuwingslampje
parkeerrem ( Blz. 301)
Controlelampje EV MODE
( Blz. 294)
Controlelampje ECO-
rijmodus ( Blz. 406)
Controlelampje SPORT-
modus ( Blz. 406)
Controlelampje TRAIL
(indien aanwezig)
( Blz. 408)
Controlelampje PASSEN-
GER AIR BAG
*5, 8 (indien
aanwezig) ( Blz. 47)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 120 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
139
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
■ BSM (Blind Spot Monitor)
(indien aanwezig) ( Blz. 368)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
BSM (Blind Spot Monitor) aan/uit
Hiermee kunt u het BSM-systeem in- of uit-
schakelen.
“Brightness” (helderheid)
Hiermee kunt u de helderheid van de indica-
toren in de buitenspiegels wijzigen.
( Blz. 368)
“Sensitivity” (gevoeligheid)
Hiermee kunt u de timing van de waarschu-
wing voor een naderend voertuig wijzigen.
■ (Toyota Parking Assist-
sensor) (indien aanwezig)
(Blz. 383)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
Toyota Parking Assist-sensor aan/uit
Hiermee kan de Toyota Parking Assist-sen-
sor worden in- of uitgeschakeld.
“Volume”
Hiermee kunt u het volume van de zoemer
die bij het bedienen van de Toyota Parking
Assist-sensor klinkt instellen.
■RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert) (indien aanwezig)
(Blz. 368)
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
aan/uit
Hiermee kunt u het RCTA-systeem in- of uit-
schakelen.
“Volume”
Hiermee kunt u het volume van de RCTA-
zoemer wijzigen.
■ PKSB (Parking Support
Brake System) (indien aanwezig)
(Blz. 391)
Hiermee kunt u de Parking Support
Brake-functie in- of uitschakelen.
■ RSA (Road Sign Assist)
(indien aanwezig) ( Blz. 348)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
Road Sign Assist aan/uit
Hiermee kunt u het RSA-systeem in- of uit-
schakelen.
“Notification method” (meldingsme-
thode)
Hiermee kunt u elke meldingsmethode die
wordt gebruikt om de bestuurder te waar-
schuwen wanneer het systeem een te hoge
snelheid, een verkeersbord voor een inhaal-
verbod of een verkeersbord voor verboden
in te rijden signaleert, wijzigen.
“Notification Level” (meldingsniveau)
Hiermee kunt u elk meldingsniveau dat
wordt gebruikt om de bestuurder te waar-
schuwen wanneer het systeem een ver-
keersbord met een snelheidslimiet
signaleert, wijzigen.
■DRCC (RSA) (indien aanwezig)
(Blz. 360)
Hiermee kunt u de Dynamic Radar
Cruise Control met Road Sign Assist in-
of uitschakelen.
■ Voertuiginstellingen
PBD (elektrisch bedienbare
achterklep) (indien aanwezig)
(Blz. 183)
Hiermee kunt u de volgende zaken instellen.
• Systeeminstellingen
Hiermee kan de functie elektrisch bedien-
bare achterklep worden in- of uitgeschakeld.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 139 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM