273
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
■Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal (
Blz. 134)
Het is gemakkelijker om milieuvriendelijk te
rijden door te rijden overeenkomstig het dis-
play voor begeleiding milieubewust bedie-
nen gaspedaal. Ook kunt u door het gebruik
van de begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal uw “Eco Score” eenvoudig verho-
gen.
●Bij het wegrijden: Trap, terwijl u binnen het
bereik voor begeleiding milieubewust
bedienen gaspedaal blijft, het gaspedaal
geleidelijk in en accelereer tot aan de
gewenste snelheid. Wanneer wordt voor-
komen dat er overmatig wordt geaccele-
reerd, neemt de score van “Start” toe.
●Tijdens het rijden: Laat, nadat u de
gewenste snelheid hebt bereikt, het gaspe-
daal los en rijd met een constante snelheid
binnen het bereik voor begeleiding milieu-
bewust bedienen gaspedaal. Door de auto
binnen het bereik voor begeleiding milieu-
bewust bedienen gaspedaal te houden,
neemt de score van “Cruise” (constant)
toe.
●Bij het tot stilstand brengen van de auto:
Wanneer u bij het tot stilstand brengen van
de auto het gaspedaal eerder loslaat,
neemt de score voor “Stop” toe.
■Beperken van het vermogen van het
hybridesysteem (Brake Override-sys-
teem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het ver-
mogen van het hybridesysteem mogelijk
beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay ter-
wijl het systeem in werking is. ( Blz. 538)
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling)
●Wanneer de onderstaande ongewone
bediening plaatsvindt, wordt het vermogen
van het hybridesyst eem mogelijk beperkt.
• Wanneer de selectiehendel van R in D,
van D in R, van N in R, van P in D
* of van P
in R* (D omvat S) wordt gezet terwijl het
gaspedaal wordt ingetrapt, verschijnt er
een waarschuwingsmelding op het multi-
informatiedisplay. Lees de op het multi-
informatiedisplay weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwijzingen op.
• Wanneer het gaspedaal te diep wordt inge- trapt terwijl de auto in zijn achteruit staat.
*: Afhankelijk van de situatie is het wellicht
niet mogelijk om de selectiehendel in een
andere stand te zetten.
●Wanneer de wegrijregeling wordt geacti-
veerd, heeft uw auto mogelijk moeite met
het wegrijden in modder of op verse
sneeuw. Deactiveer in zo'n geval de TRC
( Blz. 412) om de wegrijregeling uit te
schakelen, zodat de auto gemakkelijker
wegrijdt in modder of op verse sneeuw.
●De wegrijregeling werkt niet als de Trail-
modus is ingeschakel d (AWD-uitvoerin-
gen).
■Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto
adviseren wij rekening te houden met onder-
staande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen.
●De eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig in een lage versnelling.
• Rijd niet langdurig met een constante snel- heid.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het
desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brand-
stof verkrijgbaar is. ( Blz. 584)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
■Bij het starten van de auto
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de
auto stilstaat en het controlelampje
READY brandt. Dit voorkomt kruipen van
de auto.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 273 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
303
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
●De selectiehendel staat in een vooruit- of
achteruitversnelling.
●Het motorcontrolelampje of het waarschu-
wingslampje van het remsysteem brandt
niet.
Als de functie voor het automatisch deactive-
ren niet werkt, deactiveer de parkeerrem dan
handmatig.
■Als “Parking Brake Temporarily
Unavailable” (parkeerrem tijdelijk niet
beschikbaar) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Als de parkeerrem herhaaldelijk gedurende
korte tijd bediend wordt, zal het systeem de
werking beperken om oververhitting te voor-
komen. Gebruik de parkeerrem niet als dit
gebeurt. Na ongeveer 1 minuut zal de wer-
king weer normaal zijn.
■Als “Parking Brake Unavailable” (par-
keerrem niet beschikbaar) wordt weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay
Bedien de parkeerremschakelaar. Als de
melding niet verdwijnt nadat de schakelaar
een aantal keer is be diend, zit er mogelijk
een storing in het systeem. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Geluid parkeerrem
Wanneer de parkeerrem geactiveerd is, kan
het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt
niet op een storing.
■Waarschuwingslampje parkeerrem
●Afhankelijk van de stand van het con-
tact/de modus gaat het waarschuwings-
lampje van de parkeerrem branden en blijft
het branden zoals hieronder beschreven:
AAN: Brandt totdat de parkeerrem wordt
gedeactiveerd.
Niet AAN: Blijft gedurende ongeveer 15
seconden branden.
●Wanneer het contact UIT wordt gezet en
de parkeerrem geactiveerd is, zal het
waarschuwingslampje van de parkeerrem
gedurende ongeveer 15 seconden gaan
branden. Dit is normaal en duidt niet op
een storing.
■Bij een storing in de parkeerremschake-
laar
De automatische modus (automatisch active-
ren en deactiveren parkeerrem) wordt auto-
matisch ingeschakeld.
■Parkeren van de auto
Blz. 272
■Waarschuwingszoemer geactiveerde
parkeerrem
De zoemer klinkt als er met de auto wordt
gereden terwijl de parkeerrem is geactiveerd.
“Parking Brake ON” (parkeerrem geacti-
veerd) wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay (terwijl een rijsnelheid van 5
km/h is bereikt).
■Als het waarschuwingslampje van het
remsysteem gaat branden
Blz. 533
■Gebruik in de winter
Blz. 421
WAARSCHUWING
■Bij het parkeren
Laat een kind niet alleen in de auto achter.
De parkeerrem kan onbedoeld door een
kind worden gedeactiveerd en er bestaat
het gevaar dat de auto in beweging komt.
Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ern-
stig letsel kan ontstaan.
■Parkeerremschakelaar
Plaats geen objecten in de buurt van de
parkeerremschakelaar. Objecten kunnen
de schakelaar hinderen en er mogelijk toe
leiden dat de parkeerrem onverwachts
wordt bediend.
OPMERKING
■Bij het parkeren
Zet de selectiehendel in stand P en acti-
veer de parkeerrem voordat u de auto ver-
laat en controleer of de auto niet beweegt.
■Wanneer een storing in het systeem
optreedt
Breng de auto op een veilige plaats tot stil-
stand en controleer de waarschuwings-
meldingen.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 303 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
3044-2. Rijprocedures
Druk op de Brake Hold-schakelaar om
het systeem in te schakelen
Het controlelampje voor de stand-bystand
van het Brake Hold-systeem (groen)
gaat branden. Als het systeem de remmen
vasthoudt, gaat het controlelampje Brake
Hold-systeem in werking (geel) bran-
den.
■Voorwaarden voor werking Brake Hold-
systeem
Het Brake Hold-systeem kan onder de vol-
gende omstandigheden niet geactiveerd wor-
den:
●Het bestuurdersportier is niet gesloten.
●De bestuurder draagt geen veiligheidsgor-
del.
OPMERKING
■Wanneer de parkeerrem niet gedeac-
tiveerd kan worden door een storing
Als u gaat rijden terwijl de parkeerrem is
geactiveerd, kunnen de onderdelen van
het remsysteem oververhit raken, waar-
door de remprestaties in negatieve zin
kunnen worden beïnvloed en de onderde-
len van het remsysteem sneller slijten.
Laat, als dit gebeurt, de auto onmiddellijk
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Brake Hold
Het Brake Hold-systeem houdt na
activering de remmen vast wan-
neer de selectiehendel in een
vooruitstand of N staat en het rem-
pedaal ingetrapt werd om de auto
tot stilstand te brengen. Het sys-
teem laat de remmen los wanneer
het gaspedaal ingetrapt wordt en
de selectiehendel in een vooruit-
stand staat om zo voor soepel
wegrijden te zorgen.
Inschakelen van het systeem
A
B
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 304 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
305
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
Als onder een van de bovenstaande omstan-
digheden het Brake Hold-systeem is inge-
schakeld, wordt het sy
steem uitgeschakeld
en gaat het controlelampje voor de stand-
bystand van het Brake Hold-systeem uit.
Wanneer een van deze omstandigheden zich
voordoet terwijl het systeem de remmen vast-
houdt, klinkt een waarschuwingszoemer en
wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay. De parkeerrem wordt
dan automatisch geactiveerd.
■Brake Hold-functie
●Nadat het systeem ongeveer 3 minuten de
remmen heeft vastgehouden en het rem-
pedaal niet ingetrapt wordt, wordt automa-
tisch de parkeerrem geactiveerd. In dat
geval klinkt een zoemer en verschijnt er
een waarschuwingsmelding op het multi-
informatiedisplay.
●Trap het rempedaal krachtig in en druk
opnieuw op de schakelaar om het systeem
te deactiveren.
●De Brake Hold-functie kan de auto moge-
lijk niet stilhouden op een steile helling. In
deze situatie kan het nodig zijn dat de
bestuurder zelf het rempedaal ingetrapt
houdt. Er klinkt een waarschuwingszoemer
en het multi-informatiedisplay zal de
bestuurder over de situatie informeren.
Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven waarschuwingsmelding en
volg de aanwijzingen op.
■Wanneer de parkeerrem automatisch
geactiveerd wordt terwijl het systeem
de remmen vasthoudt
Voer een van de volgende handelingen uit
om de parkeerrem te deactiveren:
●Trap het gaspedaal in. (De parkeerrem zal
niet automatisch gedeactiveerd worden als
de veiligheidsgordel niet is vastgemaakt.)
●Bedien de parkeerremsc hakelaar terwijl u
het rempedaal intrapt.
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem uitgaat. ( Blz. 301)
■Wanneer een controle door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige nodig
is
Als het controlelampje stand-bystand Brake
Hold-systeem (groen) niet brandt terwijl de
Brake Hold-schakelaar wordt ingedrukt en
aan de werkingsvoorwaarden van het Brake
Hold-systeem is voldaan, is het systeem
mogelijk defect. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Brake Hold Malfunction Press
Brake to Deactivate Visit Your Dealer”
(Storing in Brake Hold-functie. Trap
rempedaal in om te deactiveren. Ga
naar uw dealer) of “Brake Hold Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Brake
Hold-functie. Ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te
geven of om de bestuurder te informeren dat
hij extra moet opletten. Lees de op het multi-
informatiedisplay weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwijzingen op.
■Als het controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking knippert
Blz. 539
WAARSCHUWING
■Als de auto op een steile helling staat
Wees voorzichtig wanneer u het Brake
Hold-systeem gebruikt op een steile hel-
ling. De Brake Hold-functie kan de auto in
een dergelijke situatie mogelijk niet stil-
houden.
■Wanneer u stilhoudt op een glad
wegdek
Het systeem kan de auto niet stilhouden
wanneer de banden hun grip hebben ver-
loren. Gebruik het systeem niet wanneer u
stilhoudt op een glad wegdek.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 305 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
3064-2. Rijprocedures
OPMERKING
■Bij het parkeren
Het Brake Hold-systeem is niet ontworpen
voor langdurig gebruik bij het parkeren van
de auto. Door het contact UIT te zetten ter-
wijl het systeem de remmen vasthoudt,
kunnen de remmen gelost worden waar-
door de auto in beweging komt. Trap het
rempedaal in, zet de selectiehendel in
stand P en activeer de parkeerrem wan-
neer u de startknop bedient.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 306 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
3324-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Pre-Crash-waarschuwing
Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding aan de voorzijde waarschijn-
lijk is, klinkt er een zoemer en wordt er
een waarschuwingsmelding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay om
de bestuurder aan te sporen om uit te
wijken.
■Pre-Crash Brake Assist
Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding aan de voorzijde waarschijn-
lijk is, past het een grotere remkracht
toe in relatie tot de kracht waarmee het
rempedaal wordt ingetrapt.
■Pre-Crash Brake-functie
Wanneer het systeem oordeelt dat de
kans op een frontale aanrijding zeer
groot is, worden de remmen automa-
tisch bekrachtigd om te helpen een
aanrijding te voorkomen of de snelheid
van de aanrijding te verlagen.
SysteemfunctiesWAARSCHUWING
■Beperkingen van het Pre-Crash
Safety-systeem
●De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig
en houd rekening met de omgeving.
Gebruik het Pre-Crash Safety-systeem
nooit in plaats van normaal remmen. Dit
systeem voorkomt niet in alle gevallen
een aanrijding en vermindert ook niet
altijd de schade of het letsel bij de aan-
rijding. Vertrouw niet uitsluitend op dit
systeem. Als u dat wel doet, kan dat lei-
den tot een ongeval, met ernstig letsel
tot gevolg.
●Hoewel dit systeem is ontworpen om
aanrijdingen te helpen voorkomen of de
impact van een aanrijding te helpen ver-
minderen, is het effect afhankelijk van
allerlei omstandigheden. Hierdoor
bereikt het systeem m ogelijk niet altijd
hetzelfde prestatieniveau.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet blinde-
lings op dit systeem en rijd altijd voor-
zichtig.
• Omstandigheden waaronder het sys- teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is: Blz. 335
• Omstandigheden waaronder het sys- teem mogelijk niet juist werkt:
Blz. 336
●Probeer niet zelf de werking van het
Pre-Crash Safety-systeem te testen.
Afhankelijk van de objec ten die voor het
testen worden gebruikt (dummy's, kar-
tonnen imitaties van signaleerbare
objecten, enz.) werkt het systeem
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden
tot een ongeval.
■Pre-Crash Brake-functie
●Als de Pre-Crash Brake-functie in wer-
king is, wordt er veel remkracht toege-
past.
●Als de auto wordt stilgezet door de wer-
king van de Pre-Crash Brake-functie,
wordt de werking van de functie na
ongeveer 2 seconden uitgeschakeld.
Trap indien nodig het rempedaal in.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 332 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
333
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■In-/uitschakelen van het Pre-
Crash Safety-systeem
Het Pre-Crash Safety-systeem kan
worden ingeschakeld/uitgeschakeld via
het scherm ( Blz. 138) van het
multi-informatiedisplay.
Het systeem wordt automatisch ingescha-
keld telkens wanneer het contact AAN wordt
gezet.
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
gaat het waarschuwingslampje PCS
branden en wordt er een melding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
WAARSCHUWING
●De Pre-Crash Brake-functie werkt
mogelijk niet, afhankelijk van de bedie-
ning van de auto door de bestuurder.
Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt
of het stuurwiel wordt gedraaid, oordeelt
het systeem mogelijk dat de bestuurder
een uitwijkactie uitvoert en werkt het
Pre-Crash Brake-systeem mogelijk niet.
●Terwijl het Pre-Crash Brake-systeem is
ingeschakeld, wordt in sommige geval-
len de werking ervan mogelijk uitge-
schakeld, wanneer het gaspedaal diep
wordt ingetrapt of het stuurwiel wordt
gedraaid en het systeem oordeelt dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert.
●Als het rempedaal wordt ingetrapt, oor-
deelt het systeem mogelijk dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert en
stelt het mogelijk het werkingstijdstip
van de Pre-Crash Brake-functie uit.
■Wanneer moet het Pre-Crash Safety-
systeem worden uitgeschakeld
Schakel in de volgende situaties het sys-
teem uit, omdat het mogelijk niet juist
werkt, hetgeen kan leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan:
●Als de auto wordt gesleept
●Bij het slepen van een andere auto
●Bij het vervoeren van de auto op een
vrachtwagen, boot, trein of vergelijkbaar
transportmiddel
●Wanneer de auto wordt opgetakeld ter-
wijl het hybridesysteem aan staat en de
wielen vrij kunnen draaien
●Bij het controleren van de auto op een
rollenbank, bijvoorbeeld een vermo-
gensbank of een snelheidsmetertester,
of bij het balanceren van de wielen op
de auto
●Als er veel kracht wordt uitgeoefend op
de voorbumper of de grille door een
aanrijding of een andere oorzaak
●Als niet op een stabiele wijze kan wor-
den gereden met de auto, bijvoorbeeld
als hij betrokken is geweest bij een
ongeval of als er storingen zijn
●Als met een sportieve rijstijl of in het ter-
rein wordt gereden
●Als de banden niet de juiste banden-
spanning hebben
●Als de banden zeer versleten zijn
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Als er sneeuwkettingen zijn aange-
bracht
●Wanneer er een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset
is gebruikt
●Als er tijdelijk uitrusting (sneeuwploeg,
enz.) die de radarsensor of de camera
voor kan hinderen op de auto is
geplaatst
Wijzigen van instellingen van
het Pre-Crash Safety-systeem
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 333 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
3344-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Wijzigen van de timing van de
Pre-Crash-waarschuwing
De timing van de Pre-Crash-waarschu-
wing kan worden gewijzigd via het
scherm ( Blz. 138) van het multi-
informatiedisplay.
De instelling van de timing van de waarschu-
wing blijft behouden als het contact UIT
wordt gezet. Als het Pre-Crash Safety-sys-
teem echter is uitgeschakeld en weer is ingeschakeld, wordt de timing weer inge-
steld op de standaardinstelling (gemiddeld).1
Vroeg
2 Gemiddeld
Dit is de standaardinstelling.
3Laat
■Werkingsvoorwaarden
Het Pre-Crash Safety-systeem wordt ingeschakeld en het systeem oordeelt dat de kans op een
frontale aanrijding met een obstakel groot is.
Voor de werking van elke f unctie gelden de volgende snelheden:
●Pre-Crash-waarschuwing
●Pre-Crash Brake Assist
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw
auto en het object
VoertuigenOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 10 - 180 km/h
Fietsers en voetgangers*Ongeveer 10 - 80 km/hOngeveer 10 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw
auto en het object
VoertuigenOngeveer 30 - 180 km/hOngeveer 30 - 180 km/h
Fietsers en voetgangers*Ongeveer 30 - 80 km/hOngeveer 30 - 80 km/h
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 334 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM