55
Toegang
2
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te
schakelen
► Vergrendel de auto of activeer de supervergrendeling met de sleutel (geïntegreerd in de afstandsbediening) in het slot van het bestuurdersportier.
Als de afstandsbediening
niet werkt
Uitschakelen van de bewakingsfuncties:► Ontgrendel de auto met de sleutel (geïntegreerd in de afstandsbediening) in het slot van het bestuurdersportier.► Open het portier. Het alarm gaat af.► Zet het contact AAN. Het alarm stopt en het controlelampje in de toets dooft.
Storing
Wanneer het contact AAN wordt gezet, blijft het rode controlelampje in de toets branden. Dit geeft een storing in het systeem aan.Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Automatisch inschakelen
(Afhankelijk van het land van verkoop)Het systeem wordt 2 minuten nadat het laatste portier of de achterdeur/achterklep is gesloten automatisch geactiveerd.► Druk, om te voorkomen dat het alarm afgaat wanneer u in de auto stapt, eerst op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening of ontgrendel de auto met het Smart Entry & Start.
Elektrisch bedienbare
ruiten
1.Elektrische ruitbediening links.
2.Elektrische ruitbediening rechts.
Werking
► Druk op/trek aan de schakelaar zonder voorbij het weerstandspunt te gaan om de ruit handmatig te openen/sluiten: de ruit stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten.► Druk op/trek aan de schakelaar tot voorbij het weerstandspunt om de ruit automatisch te openen/sluiten: de ruit wordt volledig geopend/gesloten als de schakelaar wordt losgelaten (wanneer de schakelaar weer wordt ingedrukt, stopt de beweging van de ruit).
NOTIC E
De bedieningselementen van de elektrisch bedienbare ruiten blijven gedurende ongeveer 45 seconden na het UIT zetten van het contact actief als de voorportieren niet zijn geopend.Daarna worden de bedieningselementen uitgeschakeld. Zet het contact opnieuw AAN om ze weer in te schakelen.
57
Ergonomie en comfort
3
De juiste houding achter
het stuur
Stel alvorens te gaan rijden en om optimaal te profiteren van de ergonomische lay-out van de instrumenten en bedieningselementen de zitpositie in de volgende volgorde af:– de hoogte van de hoofdsteun– de hoek van de rugleuning– de hoogte van de zitting van de stoel– de positie in lengterichting van de stoel– de hoogte en diepte van het stuurwiel– de binnenspiegel en buitenspiegels
WARNI NG
Controleer vervolgens of u vanuit uw zitpositie een goed zicht hebt op het
instrumentenpaneel.
Handmatig verstelbare
voorstoelen
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de veiligheidsgordels.
Verstelling in lengterichting
► Trek de hendel omhoog en schuif de stoel naar voren of naar achteren.► Laat de hendel los om de stoel in een van de inkepingen te vergrendelen.
WARNI NG
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar achteren voor dat het schuiven van de stoel nergens door wordt gehinderd.Er is een risico dat de achterpassagiers bekneld raken of dat de stoel blokkeert als
grote voorwerpen op de vloer achter de stoel zijn geplaatst.
Hoogteverstelling
► Trek de knop omhoog om de stoel hoger te zetten of duw de knop omlaag om de stoel lager te zetten totdat de gewenste stand is bereikt.
Hoek rugleuning
► Draai, afhankelijk van de uitrusting, de knop of trek de hendel helemaal omhoog en kantel de rugleuning naar voren of naar achteren om hem af te stellen.
Lendensteun
58
► Draai de knop met de hand om de lendensteun in de gewenste stand te zetten.
Tafelstand van de
rugleuning van de
bestuurders- en/of
voorpassagiersstoel
Aan de voorpassagierszijde kunt u door deze stand lange voorwerpen vervoeren.Aan de bestuurderszijde kunnen door deze stand achterpassagiers uit de auto worden geholpen (door de hulpdiensten).
WARNI NG
Controleer of er geen voorwerpen zijn die de beweging van de stoel kunnen hinderen, zowel aan de boven- als aan de onderzijde.
► Zet de hoofdsteun in de laagste stand, klap, indien uw auto hiermee is uitgerust, de armsteun omhoog en klap de tafel aan de achterzijde van de rugleuning neer.
NOTIC E
We raden aan de voorpassagiersairbag uit te schakelen.
► Trek de hendel helemaal omhoog en kantel de rugleuning naar voren.Trek, om de stoel in de normale positie te zetten, de hendel omhoog om de rugleuning te ontgrendelen en trek de rugleuning omhoog.
WARNI NG
Bij hard remmen kunnen op de neergeklapte rugleuning geplaatste voorwerpen veranderen in gevaarlijke projectielen.
Elektrisch bedienbare
voorstoel
NOTIC E
Voer het afstellen uit bij draaiende motor om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de veiligheidsgordels.
Verstelling in lengterichting
► Duw de schakelaar naar voren of achteren om de stoel te verschuiven.
61
Ergonomie en comfort
3
WARNI NG
Langdurig gebruik van de stoelverwarming wordt afgeraden voor mensen met een gevoelige huid.Er bestaat een risico op brandwonden voor personen met een beperkte warmteperceptie (door ziekte, medicijnen, enz.).Voorkomen van beschadiging van het verwarmingselement en kortsluiting:– Plaats geen zware of scherpe voorwerpen op de stoel.– Kniel of sta niet op de stoel.– Mors geen vloeistof op de stoel.– gebruik de verwarmingsfunctie nooit als de stoel nat is.
EC O
Gebruik de functie alleen als de stoel bezet is.Zet de stoelverwarming zo snel mogelijk in een lagere stand.
Schakel de functie uit zodra de stoel en het passagierscompartiment een aangename temperatuur hebben bereikt. Dit vermindert het stroomverbruik waardoor het brandstofverbruik afneemt.
Elektrische
lendensteunverstelling
► Druk de schakelaar in om de lendensteun naar wens in te stellen.
Massagefunctie
Deze functie zorgt voor een massage van de lendenen en werkt alleen bij draaiende
motor en in de STOP-modus van het Stop & Start-systeem.
Inschakelen/uitschakelen
► Druk op deze toets om de functie in of uit te schakelen.Bij het inschakelen gaat het controlelampje branden. De massagefunctie wordt gedurende een uur ingeschakeld.Gedurende deze periode wordt de massage uitgevoerd in 6 cycli van 10 minuten (6 minuten massage gevolgd door een pauze van 4 minuten).Na een uur wordt de functie uitgeschakeld en dooft het controlelampje.
Aanpassen van intensiteit
Druk op deze toets om de intensiteit van de massage aan te passen.Er zijn twee massageniveaus beschikbaar.
67
Ergonomie en comfort
3
WARNI NG
Zorg ervoor dat het formaat, de vorm en het volume van de vervoerde lading voldoen aan de Wegenverkeerswet en dat de lading het zicht van de bestuurder niet belemmert.Alle bagage moet goed zijn vastgezet om te voorkomen dat de bagage gaat schuiven en om letsel te voorkomen.Plaats het antislipnet (bij de auto meegeleverd) telkens wanneer de stoel omhoog is gezet en het scheidingsluik is verwijderd.Gebruik het net nooit voor andere doeleinden.Controleer regelmatig of het antislipnet nog in een goede staat verkeert. Neem, zodra zich tekenen van slijtage voordoen, contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige om het antislipnet te laten vervangen door een exemplaar dat voldoet aan de specificaties van TOYOTA.
Plaats het uitneembare luik altijd terug wanneer u geen lange lading vervoert.
Draaibare schrijftafel
Indien uw auto hiermee is uitgerust, kan de middelste rugleuning van de bank worden gekanteld om een draaibare schrijftafel te creëren, zodat er een mobiel bureau ontstaat (wanneer de auto stilstaat).► Trek aan de handgreep aan de bovenzijde van de rugleuning.
WARNI NG
Gebruik de tafel nooit tijdens het rijden.Bij plotseling remmen of een aanrijding kunnen de voorwerpen die op de tafel liggen in gevaarlijke projectielen veranderen die letsel kunnen veroorzaken.
Opbergruimte onder
middelste zitting
70
Kantelen
► Zet indien van toepassing de rugleuning in de tafelstand.
► Gebruik de hendel om de achterste pootjes te ontgrendelen en kantel vervolgens de stoel naar voren.► Kantel de bank, om deze terug te zetten, naar achteren tot de achterste pootjes vergrendelen.
Verwijderen
► Zet indien van toepassing de rugleuning in de tafelstand.► Kantel de bank.
► Ontgrendel de voorste pootjes met behulp van de hendels.► Maak de bank los van de bevestigingspunten.► Verwijder de bank.
Terugplaatsen
► Controleer of er geen voorwerpen zijn die de bevestigingspunten blokkeren en verhinderen dat de pootjes vergrendelen.
► Maak de voorste pootjes vast in de bevestigingspunten op de vloer (zoals hierboven aangegeven).
► Vergrendel de voorste pootjes met behulp van de hendels.► Kantel de bank naar achteren tot de achterste pootjes vergrendelen.
71
Ergonomie en comfort
3
WARNI NG
Let bij het kantelen op de voeten van passagiers.
► Trek indien van toepassing de knop omhoog en zet de rugleuning omhoog (vanaf de achterzijde: beweeg de hendel omlaag).
NOTIC E
Controleer of de stoel goed op de vloer is vergrendeld wanneer deze is teruggeplaatst.
Vaste achterstoelen en
bank
De hieronder beschreven uitrusting en instellingen kunnen afwijken van die van het systeem in de auto.
De stoel heeft een rugleuning die hetzij vast is, hetzij neerklapbaar (tafelstand).De bank heeft een eendelige rugleuning die hetzij vast is, hetzij neerklapbaar (tafelstand).
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de veiligheidsgordels.
Toegang tot de derde zitrij
(voorbeeld voor een afzonderlijke stoel)
► Gebruik de hendel om de achterste pootjes te ontgrendelen en kantel vervolgens de stoel naar voren.► Kantel, om de stoel in de oorspronkelijke positie terug te brengen, de stoel terug totdat de achterste pootjes in hun bevestigingspunten vastzitten.
NOTIC E
De rugleuning hoeft niet neergeklapt te worden (tafelstand) om de bank te kantelen voor toegang tot de derde zitrij.
72
De rugleuning neerklappen
in de tafelstand
► Zet de hoofdsteunen in de laagste stand.
► Vanaf de achterzijde: beweeg de hendel omlaag om de rugleuning te ontgrendelen.► Vanaf de voorzijde: beweeg de hendel omhoog om de rugleuning te ontgrendelen.► Klap de rugleuning neer op de zitting.► Beweeg de hendel omhoog en til de rugleuning omhoog om hem terug te zetten in de normale positie (vanaf de achterzijde: beweeg de hendel omlaag).
WARNI NG
Zorg ervoor dat er zich geen voorwerpen (zoals tassen of speelgoed) op de zitting bevinden wanneer u de rugleuning neerklapt.
Kantelen
(voorbeeld van een afzonderlijke stoel)► Zet indien van toepassing de rugleuning in de tafelstand.
► Gebruik de hendel om de achterste pootjes te ontgrendelen en kantel vervolgens de stoel naar voren.► Klap, om de stoel in de oorspronkelijke positie terug te brengen, de stoel terug totdat de achterste pootjes in hun bevestigingspunten vastzitten.
Verwijderen
(voorbeeld van een afzonderlijke stoel)► Kantel de stoel.
► Ontgrendel de voorste pootjes met behulp van de hendels.► Maak de stoel los van de bevestigingspunten.► Verwijder de stoel via de zijdeur (tweede zitrij) of via de achterzijde (derde zitrij).
Terugplaatsen
(voorbeeld van een afzonderlijke stoel)
► Controleer of er geen voorwerpen zijn die de bevestigingspunten blokkeren en verhinderen dat de pootjes correct vergrendelen.