3534-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)■
Wanneer de zoemer klinkt (auto's met automatische transmissie)
Als het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem en de selectiehendel in D staat, klinkt er een zoemer en gaat het controle-
lampje Stop & Start knipperen. Sluit het best uurdersportier om de zoemer te stoppen.
■Beveiligingsfunctie van het Stop & Start-systeem
●Als het volume van het audiosysteem hoog staat, wordt het geluid van het
audiosysteem mogelijk plotseling uitgeschak eld om het stroomverbruik te beperken.
Stel het volume van het audiosysteem op een gematigd niveau in om te voorkomen
dat het audiosysteem wordt uitgeschakeld. Zet, als het audiosysteem wordt
uitgeschakeld, het contact UIT, wacht gedurende ten minste 3 seconden en zet
vervolgens het contact in stand ACC of AAN om het audiosysteem weer in te
schakelen.
● Het audiosysteem wordt mogelijk niet ingeschakeld wanneer de accukabels zijn los-
genomen en weer aangesloten. Zet als dit gebeurt het contact UIT en herhaal de
onderstaande procedure tweemaal om het audiosysteem normaal in te schakelen.
• Zet het contact AAN en vervolgens UIT.
*1: Auto's zonder Smart ent ry-systeem en startknop
*2: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
■ Batterij vervangen
Blz. 607
■ Als het controlelampje uitgeschakeld St op & Start-systeem continu knippert
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repar ateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■ Als “Stop & Start System Malfunction Visi t Your Dealer” (storing Stop & Start-
systeem, ga naar uw dealer) op het mu lti-informatiedisplay wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repar ateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 35 3 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
3544-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
WAARSCHUWING
■Als het Stop & Start-systeem is ingeschakeld
Zorg ervoor dat het Stop & Start-systeem uitgeschakeld is als de auto zich in een
slecht geventileerde ruimte bevindt.
Anders kan de motor onverwacht worden ge start, waardoor er uitlaatgassen in de
auto terecht kunnen komen die zeer schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid.
● Verlaat de auto niet als de motor is ui tgezet door het Stop & Start-systeem (zolang
het controlelampje van het Stop & Start-systeem brandt).
Anders kan door de automatische motorstartfunctie een ongeval ontstaan.
● Trap het rempedaal in en activeer indien nodig de parkeerrem als de motor is uitge-
zet door het Stop & Start-syst eem (het controlelampje van het Stop & Start-systeem
brandt).
■ Voorzorgsmaatregelen voor terreinrijden
Druk bij terreinrijden, zoals bij rijden door water, op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem om het Stop & Start-systeem uit te schakelen. Als u dat niet doet kan
de motor mogelijk niet worden herstart.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat he t systeem goed werkt
In onderstaande gevallen werkt het Stop & Start-systeem mogelijk niet goed. Laat
uw auto controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordel van de bestuurder en voorpas-
sagier knippert, terwijl de veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
●
Zelfs wanneer de veiligheidsgordel van de bes tuurder niet is vastgemaakt, gaat het
waarschuwingslampje van de veiligheidsgordel van de bestuurder en voorpassagier
niet branden.
● Zelfs wanneer het bestuurdersportier is gesloten, gaat het waarschuwingslampje
open portier/achterklep branden of gaat de interieurverlichting branden wanneer de
schakelaar van de interieurverlichting in de stand DOOR staat.
● Zelfs wanneer het bestuurdersportier is geopend, gaat het waarschuwingslampje
open portier/achterklep niet branden of gaat de interieurverlichting niet branden
wanneer de schakelaar van de interieurverlichting de schakelaar van de interieur-
verlichting in de stand DOOR staat.
■ Als de motor afslaat (auto's met handgeschakelde transmissie)
Als de werking van het Stop & Start-systeem is toegestaan en het koppelingspedaal
snel wordt ingetrapt, kan de motor herstart worden.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 35 4 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
355
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
Ondersteunende systemen
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling remmen of remmen
op een glad wegdek
◆Brake Assist (indien aanwezig)
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt als het systeem
oordeelt dat er sprake is van een noodstop
◆Vehicle Stability Control (VSC) (indien aanwezig)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkmanoeuvres en het
nemen van bochten op een glad wegdek.
◆TRC (Traction Control) voor Pre-Runner en stand H2 bij 4WD-uitvoe-
ringen (indien aanwezig)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de aandrijvende
wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of bij het accelereren op
gladde wegen
◆A-TRC (Active Traction Control) voor stand H4 en L4 bij 4WD-uitvoe-
ringen (indien aanwezig)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de vier wielen
gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of bij het accelereren op een glad
wegdek.
◆Hill Start Assist Control (indien aanwezig)
Helpt te voorkomen dat de auto achteruit rolt bij helling op wegrijden
◆Noodstopsignaal (indien aanwezig)
Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het achteropkomende verkeer te waarschuwen.
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is uw
auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch in werking
treden als de omstandigheden d aar om vragen. Houd er echter
rekening mee dat dit aanvullende systeme n zijn en vertrouw niet in al te
sterke mate op deze systemen als u de auto bedient.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 35 5 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
3654-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
■Bedieningstips (auto's met automatische transmissie)
Het systeem werkt als de selectiehendel in een andere stand dan stand P staat, maar
is het effectiefst als de selectiehendel in een lager schakelbereik staat.
■ Het systeem werkt niet wanneer
●De tussenbak in H2 staat.
● Het achterdifferentieel is gesperd. (indien aanwezig)
■ Als het controlelampje Downhi ll Assist Control knippert
● In de volgende situaties knippert het controlelampje en werkt het systeem niet:
• De tussenbak staat niet in L4 of H4.
• Het achterdifferentieel is gesperd. (indien aanwezig)
• De selectiehendel staat in stand P (auto's met automatische transmissie).
• Het gaspedaal of het rempedaal is ingetrapt.
• De rijsnelheid wordt hoger dan ongeveer 30 km/h.
• Het remsysteem raakt oververhit.
● In de volgende situaties knippert het controlelampje om de bestuurder te waarschu-
wen, maar werkt het systeem wel:
• De selectiehendel staat in stand N (auto's met automatische transmissie).
• Het koppelingspedaal wordt ingetrapt. (auto's met handgeschakelde transmissie)
• De schakelaar DAC wordt uitgeschakel d terwijl het systeem in werking is.
Het systeem zal de werking geleidelijk onderbreken. Het controlelampje zal knippe-
ren tijdens de werking en gaat uit wanneer het systeem volledig is uitgeschakeld.
■ Wanneer de Downhill Assist Control continu wordt gebruikt
Hierdoor kan de hydraulische regeleenheid oververhit raken. In dat geval stopt de wer-
king van de Downhill Assist Control, er klin kt een zoemer, het controlelampje Downhill
Assist Control gaat knipperen en “TRC turned off” (TRC uitgeschakeld) wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay. Gebruik het systeem niet voordat het controlelampje
Downhill Assist Control blijft branden en de melding verdwijnt. (Gedurende deze periode
kan normaal met de auto worden gereden.)
■ Bijgeluiden en trillingen die worden vero orzaakt door de Downhill Assist Control
● Tijdens het starten of kort nadat de auto begint te rijden kan in de motorruimte een
geluid worden gehoord. Dit duidt niet op een storing in de Downhill Assist Control.
● Elk van de onderstaande omstandigheden treedt mogelijk op wanneer de Downhill
Assist Control in werking is. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor hoor-
baar zijn.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 36 5 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
3684-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
■Als de motor is uitgezet en weer wordt gestart
Het AUTO LSD-systeem en de controlelampjes worden automatisch uitgeschakeld.
■ Opnieuw activeren van het VSC-systeem afhankelijk van de rijsnelheid
Als het AUTO LSD-systeem is ingeschak eld, worden het VSC- en TRC-systeem auto-
matisch ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt.
■ Als het remsysteem oververhit raakt
Het systeem onderbreekt de werking een zoemer waarschuwt de bestuurder. Op dat
moment knippert het controlelampje AUTO LSD en wordt “TRC turned off” (TRC uitge-
schakeld) weergegeven op het multi-informatiedisplay. Breng de auto op een veilige
plaats tot stilstand. (Normaal doorrijden is gewoon mogelijk.) Het systeem wordt na
korte tijd automatisch weer ingeschakeld.
WAARSCHUWING
■Voorkom ongevallen
Anders zal het besturen van de auto zwaarder gaan en zullen bochten voorzichtiger
moeten worden genomen.
● Gebruik het AUTO LSD-systeem alleen wanneer een van de aangedreven wielen
spint in een greppel of op een ruige ondergrond.
● Rijd niet met het AUTO LSD-systeem continu uitgeschakeld.
OPMERKING
■Inschakelen tijdens het rijden
Schakel het AUTO LSD-systeem niet in als het wiel spint. Stop het slippen of spinnen
vóór het inschakelen.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 36 8 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
3724-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
Regeneratie van het filter door het indrukken van de schakelaar van het
roetfiltersysteem
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
Zet de selectiehendel in stand P (automatische transmissie) of de neu-
traalstand (handgeschakelde transmissie) en zorg ervoor dat de auto goed
op de parkeerrem staat.
Zet de motor niet uit.
Verzeker u ervan dat zich geen licht ontvlambaar materiaal bevindt in de buurt van
de uitlaatpijp. (Blz. 369)
Controleer of de motor op bedrijfstem peratuur is. Als de motor koud is, breng hem
dan op bedrijfstemperatuur door het gaspedaal in te trappen.
*1
Druk op de schakelaar van het roetfiltersysteem.
De in de afbeelding getoonde waar-
schuwingsmelding voor het roetfilter-
systeem verschijnt op het multi-infor-
matiedisplay en het stationair toerental
gaat omhoog.
De regeneratie duurt ongeveer 15 - 40
minuten.
*2
Als de waarschuwingsmelding voor het roetfiltersysteem van het multi-infor-
matiedisplay verdwijnt, gaat het stationair toerental weer terug naar normaal.
De schakelaar van het roetfiltersysteem werkt mogelijk niet als de auto zich
meer dan 4.000 m boven zeeniveau bevindt.
*1: Afhankelijk van de situatie is het mogelijk nodig om het gaspedaal in te trappen
tot het motortoerental is verhoogd tot 3.000 omw/min. Als de koelvloeistof-
temperatuur of de uitlaatgastemperatuur laag is, kost het regenereren mogelijk
veel tijd, of is regeneratie niet mogelijk.
*2: De benodigde tijd voor regeneratie verschilt afhankelijk van de buitentempera- tuur. Tevens kan de uitlaatgastemperatuur laag zijn als het motortoerental 10
minuten na het indrukken van de schak elaar van het roetfiltersysteem nog
steeds ongeveer 2.000 omw/min is. Trap in dat geval het gaspedaal in om de
motor enige tijd met ongeveer 3.000 omw/min te laten draaien.
Als het gaspedaal wordt ingetrapt, stopt de regeneratie. Start de regeneratie in
dat geval weer.
1
2
3
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 37 2 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
4676-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
6
Voorzieningen in het interieur
●De accessoireaansluiting kan worden gebruikt als:
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
12 V DC: Het contact in stand ACC of AAN staat.
220 V AC: Het contact AAN staat.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
12 V DC: Het contact in stand ACC of AAN staat.
220 V AC: Het contact AAN staat.
● Als het contact UIT wordt gezet:
Koppel aangesloten elektrische apparaten met een oplaadfunctie, zoals een power-
bank, los.
Als dergelijke apparaten niet worden losgekoppeld, kan het contact mogelijk niet op
de normale manier UIT worden gezet.
● Auto's met Stop & Start-systeem: Wanneer de motor wordt herstart nadat deze is
uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem, is de accessoireaansluiting mogelijk
tijdelijk niet bruikbaar. Dit duidt echter niet op een storing.
OPMERKING
●Sluit het kapje van de accessoireaansluitingen als de aansluiting niet in gebruik is,
om schade aan de accessoireaansluiting te voorkomen.
Vreemde voorwerpen of vloeistoffen die in de accessoireaansluiting terechtkomen,
kunnen kortsluiting veroorzaken.
● Voorkomen van doorgebrande zekering:
12 V DC
Sluit geen accessoires aan die meer dan 12 V/10 A verbruiken.
220 V AC
Gebruik geen 220 V AC apparaat dat meer dan 100 W verbruikt.
Als een 220 V AC apparaat wordt gebruikt dat meer dan 100 W verbruikt, zorgt het
beveiligingscircuit ervoor dat de voeding wordt uitgeschakeld.
● Gebruik de accessoireaansluiting niet langer dan noodzakelijk is als de motor niet
draait, om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
● De volgende 220 V AC apparaten werken mogelijk niet goed, zelfs als hun stroom-
verbruik lager is dan 100 W:
• Apparaten met hoog beginpiekvermogen
• Meetinstrumenten die nauwkeurige gegevens verwerken
• Overige apparaten die een extreem stabiele voeding vereisen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 46 7 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
5618-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
8
Bij problemen
In geval van nood kunt u een sleepkabel of -ketting aan de sleepogen vastma-
ken. Uw auto mag op deze manier alleen op een verharde weg en met lage
snelheid (lager dan 30 km/h) over een afstand van maximaal 80 km worden
gesleept.
Er moet een bestuurder in de auto zitten om te sturen en te remmen. Ook
dienen de wielen, de assen, de aandrijflijn, de stuurinrichting en de remmen
in een goede conditie te zijn.
Maak de kabel of de ketting goed
vast aan de sleephaken.
Pas op dat u de carrosserie niet
beschadigt.
Stap in de weg te slepen auto en start de motor.
Zet het contact AAN als de motor niet start.
Auto's met Stop & Start-systeem:
Zet het contact eenmaal UIT en start vervolgens de motor alvorens de auto te slepen.
4WD-uitvoeringen: Zet de bedieningsscha kelaar voor de voorwielaandrij-
ving in H2.
( Blz. 331)
Zet de selectiehendel in stand N en deactiveer de parkeerrem.
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet (automa-
tische transmissie): Blz. 237
Slepen in een noodgeval
Procedure bij slepen in een noodgeval
1
2
3
4
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 56 1 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM