259
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
8
Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door aan de hendel te trekken treden de rui-
tenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwissers zullen automatisch een
aantal slagen maken als de ruitensproeiers
worden ingeschakeld.
Auto's met koplampsproeiers: Als de kop-
lampen aan zijn en u de hendel naar u toe
trekt, werken de koplampsproeiers één keer.
Daarna werken de koplampsproeiers elke
vijfde keer dat u de hendel naar u toe trekt.
■De ruitenwissers en ruitensproeiers
kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Wisslag om druppelvorming te voorko-
men
Na enkele slagen volgt een pauze en maken
de wissers nog een slag om de laatste drup-
pels te verwijderen. Deze functie werkt echter
niet tijdens het rijden.
■Effecten van de rijsnelheid op de ruiten-
wisserwerking
De rijsnelheid heeft invloed op de interval-
werking.
■Regensensor
●De regensensor registreert de hoeveelheid
neerslag.
De auto is voorzien van een optische sen-
sor. Deze werkt mogelijk niet goed als zon-
licht van de opkomende of ondergaande
zon af en toe op de voorruit valt of als er
insecten o.i.d. op de voorruit zitten.
●Als de ruitenwisserschakelaar in de stand
AUTO wordt gezet terwijl het contact AAN
is, maken de ruitenwissers één wisbewe-
ging om aan te geven dat de stand AUTO
is ingeschakeld.
●Wanneer de sensorgevoeligheidsring in de
stand AUTO naar een hoge gevoeligheid
wordt gedraaid, werken de ruitenwissers
één keer om aan te geven dat de gevoelig-
heid is verhoogd.
●Als de temperatuur van de regensensor
85°C of hoger is, of -15°C of lager, werkt
de automatische functie mogelijk niet. Zet
de ruitenwisserschakelaar in dat geval in
een andere modus dan AUTO.
■Als er geen vloeistof uit de ruitensproei-
ers komt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het
reservoir aanwezig is en controleer als dat
het geval is of de sproeierkoppen niet ver-
stopt zijn.
■Sproeierkopverwarming (indien aanwe-
zig)
De sproeierkopverwarming treedt in werking
wanneer de buitentemperatuur 5°C of lager is
en het contact AAN staat.
■Functie aan het openen van het voor-
portier gekoppeld onderbreken van de
ruitenwissers voor
Als, terwijl de auto stilstaat en de parkeerrem
is geactiveerd of de selectiehendel in stand P
staat, een voorportier wordt geopend wan-
neer stand AUTO is geselecteerd en de rui-
tenwissers voor werken, wordt de werking
van de ruitenwissers voor onderbroken om te
voorkomen dat iemand die uit-of instapt nat-
gespetterd wordt. Als het voorportier wordt
gesloten, wordt de werking van de ruitenwis-
sers hervat.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 259 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
2604-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Door de schakelaar te bedie-
nen werkt de achterruitenwisser als
volgt:
1 Uit
2 Intervalwerking
3 Normale werking
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot het
gebruik van de ruitenwissers in de
AUTO-modus
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht
in werking treden als de sensor wordt aan-
geraakt of als de voorruit aan trillingen
wordt blootgesteld terwijl de ruitenwissers
in de stand AUTO staan. Let erop dat bij-
voorbeeld uw vingers niet bekneld raken
als de ruitenwissers in werking treden.
■Waarschuwing met betrekking tot het
gebruik van ruitensproeiervloeistof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeier-
vloeistof pas wanneer de voorruit warm is.
De vloeistof kan anders op de voorruit
bevriezen en zo het zicht belemmeren. Dit
kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig
letsel kan ontstaan.
OPMERKING
■Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar, aan-
gezien de sproeierpomp oververhit kan
raken.
■Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is
geraakt deze niet schoon te maken met
een naald of iets dergelijks. Hierdoor kan
de sproeierkop beschadigd raken.
Ruitenwisser en -sproeier
achter
OPMERKING
■Als de achterruit droog is
Gebruik de ruitenwisser niet als de achter-
ruit droog is omdat de achterruit hierdoor
beschadigd kan raken.
Bedienen van de
ruitenwisserhendel
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 260 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
2644-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4-5.Gebruik van de ondersteunende systemen
■PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
Blz. 276
■LTA (Lane Tracing Assist)
Blz. 287
■AHB (Automatic High Beam)
Blz. 255
■RSA (Road Sign Assist)*
Blz. 309
*: Indien aanwezig
■Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik
Blz. 297
Twee soorten sensoren, die zich achter
de grille en de voorruit bevinden, signa-
leren informatie die nodig is voor de wer-
king van de ondersteunende systemen.
Radarsensor
Camera voor
Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense bestaat uit de
volgende ondersteunende syste-
men en draagt bij aan een veilige
en comfortabele rijervaring:
Ondersteunend systeem
WAARSCHUWING
■Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense is ontworpen om te
werken met als uitgangspunt dat de
bestuurder voorzichtig rijdt om te helpen
de gevolgen van een aanrijding voor de
inzittenden en de auto te beperken of de
bestuurder te assisteren onder normale
rijomstandigheden.
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
aangezien er een grens is aan de mate
van nauwkeurigheid bij de herkenning en
de ondersteunende mogelijkheden die dit
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om
de omgeving van de auto in de gaten te
houden en veilig te rijden.
Sensoren
WAARSCHUWING
■Voorkomen van storingen in de
radarsensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Als u dat niet doet, werkt de radarsensor
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 264 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
265
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Houd de radarsensor en de afdekking
van de radarsensor altijd schoon.
Radarsensor
Afdekking radarsensor
Reinig de voorzijde van de radarsensor of
de voor- of achterzijde van afdekking van
de radarsensor als ze vuil zijn of als er
waterdruppels, sneeuw, enz. op zit(ten).
Reinig de radarsensor en de kap van de
radarsensor met een zachte doek om te
voorkomen dat er beschadigingen ontstaan.
●Bevestig geen accessoires, (doorzich-
tige) stickers of andere zaken op de
radarsensor, de afdekking van de radar-
sensor of het omliggende gebied.
●Stel de radarsensor en de omgeving
van de sensor niet bloot aan krachtige
schokken.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
radarsensor, de grille of de voorbumper
is blootgesteld aan krachtige schokken.
●Haal de radarsensor niet uit elkaar.
●Wijzig of spuit de radarsensor of de kap
van de radarsensor niet.
●In de volgende gevallen moet de radar-
sensor opnieuw worden gekalibreerd.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
• Als de radarsensor of de grille is verwij- derd en geplaatst of vervangen
• Als de voorbumper is vervangen
■Storingen in de camera voor voorko-
men
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Als u dat niet doet, werkt de camera voor
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
●Houd de voorruit te allen tijde schoon.
• Reinig de voorruit al s deze vuil is of als
er een dun olielaagje, waterdruppels,
sneeuw, enz. op zit(ten).
• Als er een ruitencoating op de voorruit is aangebracht, moeten waterdruppels
e.d. nog steeds met de ruitenwissers
voor worden verwijderd van het
gedeelte van de voorruit vóór de
camera voor.
• Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
binnenzijde van de voorruit waar de
camera voor is geplaatst vuil is.
●Bevestig geen voorwerpen, zoals (door-
zichtige) stickers e.d. op de buitenzijde
van de voorruit vóór de camera voor
(het grijze gebied in de afbeelding).
Vanaf de bovenzijde van de voorruit
tot ongeveer 1 cm onder de onderzijde
van de camera voor
Ongeveer 20 cm (ongeveer 10 cm
naar links en rechts vanuit het midden
van de camera voor)
●Als de voorruit vóór de camera voor is
beslagen of wanneer er condens of ijs
op de voorruit zit, gebruik dan de voor-
ruitverwarming om de condens van de
voorruit te verwijderen of de voorruit te
ontdooien. ( Blz. 374)
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 265 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
275
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Als in de volgende situaties de situatie is gewij
zigd (of enige tijd met de auto is gereden) en
wordt gesignaleerd dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt
de melding en werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwa lificeerde en uitgeruste deskundige.
• Als de temperatuur rondom de camera voor niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoorbeeld
doordat de auto in de zon of een zeer koude omgeving staat
• Als de camera voor geen objecten voor de auto kan detecteren, zoals 's nachts op een onverlichte weg, bij sneeuw, bij mist of al s er fel licht in de camera voor schijnt
• Afhankelijk van de omstandigheden in de om geving van de auto oordeelt de radar mogelijk
dat de omgeving niet goed kan worden herkend. In dat geval wordt “Pre-Collision System
Unavailable See Owner's Manual” (Pre-Crash Safety-systeem niet beschikbaar, zie handlei-
ding) weergegeven.
Als de temperatuur rondom de camera voor
niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoor-
beeld doordat de auto in de zon of een zeer
koude omgeving staat
Als de camera voor heet is, bijvoorbeeld door-
dat de auto in de zon heeft gestaan, maak dan
gebruik van de airconditioning om het
gedeelte rondom de camera voor af te koelen.
Als bij het parkeren van de auto gebruik is
gemaakt van een zonnescherm, kan bij
bepaalde typen zonnes cherm door het zon-
licht dat door het oppervlak ervan wordt gere-
flecteerd de temperatuur van de camera voor
extreem hoog oplopen.
Als de camera voor koud is, bijvoorbeeld
doordat de auto in een zeer koude omgeving
heeft gestaan, maak dan gebruik van het air-
conditioningsysteem om het gedeelte rondom
te camera voor op te warmen.
Het gedeelte vóór de camera voor wordt
afgedekt, bijvoorbeeld doordat de motorkap is
geopend of doordat een sticker op het
gedeelte van de voorruit vóór de camera voor
is geplakt.
Sluit de motorkap, verwijder de sticker, enz.,
zodat de camera voor niet meer wordt afge-
dekt.
Wanneer “Pre-Collision System Radar In Self
Calibration Unavailable See Owner's Manual”
(zelfkalibratie radar Pre-Crash Safety-sys-
teem niet beschikbaar, zie handleiding) wordt
weergegeven.
Controleer of er materialen op de radarsensor
of de afdekking van de radarsensor zijn
bevestigd en verwijder deze zo nodig.
SituatieHandelingen
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 275 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
2764-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PCS (Pre-Crash
Safety-systeem)
Het Pre-Crash Safety-systeem
maakt gebruik van een radarsensor
en een camera voor om objecten
(
Blz. 277) vóór de auto te
signaleren. Wanneer het systeem
oordeelt dat de kans op een
frontale aanrijding met een object
groot is, wordt een waarschuwing
geactiveerd om de bestuurder aan
te sporen om uit te wijken en wordt
de potentiële remdruk verhoogd
om de bestuurder te helpen een
aanrijding te voorkomen. Wanneer
het systeem oordeelt dat de kans
op een frontale aanrijding met een
object zeer groot is, worden de
remmen automatisch bekrachtigd
om te helpen een aanrijding te
voorkomen of om de impact van
een aanrijding te helpen
verminderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem kan
worden in-/uitgeschakeld en het
waarschuwingstijdstip kan worden
gewijzigd. ( Blz. 280)
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 276 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
2804-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■In-/uitschakelen van het Pre-
Crash Safety-systeem
Het Pre-Crash Safety-systeem kan
worden ingeschakeld/uitgeschakeld via
(Blz. 112) van het multi-informa-
tiedisplay.
Het systeem wordt automatisch ingescha-
keld telkens wanneer het contact AAN wordt
gezet.
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
gaat het waarschuwingslampje PCS
branden en wordt er een melding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
■Wijzigen van de timing van de
Pre-Crash-waarschuwing
De timing van de Pre-Crash-waarschu-
wing kan worden gewijzigd via
(Blz. 112) van het multi-informatiedis-
play.
De instelling van de timing van de waarschu-
wing blijft behouden als het contact UIT
wordt gezet. Als het Pre-Crash Safety-sys-
teem echter is uitgeschakeld en weer is
ingeschakeld, wordt de timing weer inge-
steld op de standaardinstelling (gemiddeld).
WAARSCHUWING
●Wanneer de auto wordt opgetakeld ter-
wijl het hybridesysteem aan staat en de
wielen vrij kunnen draaien
●Bij het controleren van de auto op een
rollenbank, bijvoorbeeld een vermo-
gensbank of een snelheidsmetertester,
of bij het balanceren van de wielen aan
de auto
●Als er veel kracht wordt uitgeoefend op
de voorbumper of de grille door een
aanrijding of een andere oorzaak
●Als niet op een stabiele wijze kan wor-
den gereden met de auto, bijvoorbeeld
als hij betrokken is geweest bij een
ongeval of als er storingen zijn
●Als met een sportieve rijs tijl of in het ter-
rein wordt gereden
●Als de banden niet de juiste banden-
spanning hebben
●Als de banden zeer versleten zijn
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Als er sneeuwkettingen zijn aangebracht
●Wanneer er een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset
is gebruikt
●Als er tijdelijk uitrusting (sneeuwploeg,
enz.) die de radarsensor of de camera
voor kan hinderen op de auto is geplaatst
Wijzigen van in stellingen van
het Pre-Crash Safety-systeem
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 280 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
285
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links
afslaan een tegenligger of overstekende
voetganger stopt voordat deze het pad van
uw auto kruist
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links afslaan een tegenligger voor uw auto
rechts/links afslaat
• Regio A: Wanneer u in de richting van tegenliggend verkeer stuurt
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
●In sommige situ aties, zoals onderstaande,
wordt een object mogelijk niet gesignaleerd
door de radarsensor en de camera voor,
waardoor het systeem niet goed werkt:
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto nadert
• Wanneer uw auto of een signaleerbaar object een schommelende beweging maakt
• Als een signaleerbaar object een abrupte beweging maakt (zoals een uitwijkmanoeu-
vre, plotseling versnellen of afremmen)
• Wanneer uw auto een signaleerbaar object snel nadert
• Wanneer een signaleerbaar object zich niet direct voor uw auto bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich vlak bij bijvoorbeeld een muur, hek, vang-
rail, putdeksel, voertuig of stalen rijplaat
bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich onder een constructie bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object gedeel- telijk verborgen is ac hter een object zoals
een groot stuk bagage, een paraplu of een
vangrail • Wanneer er allerlei zaken zijn die de radio-
golven van de radar in de buurt kunnen
reflecteren (tunnels, vakwerkbruggen,
onverharde wegen, besneeuwde wegen
met sporen, enz.)
• Wanneer de radiogolven van de radar in een andere auto uw auto beïnvloeden
• Wanneer zich meerdere signaleerbare objecten dicht bij elkaar bevinden
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op een signaleerbaar object schijnt
• Wanneer een signaleerbaar object wit is en er extreem licht uitziet
• Wanneer een signaleerbaar object bijna dezelfde kleur heeft of even licht is als zijn
omgeving
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto afsnijdt of plotseling opduikt voor uw auto
• Als de voorzijde van uw auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz.
• Wanneer een zeer fel licht, bijvoorbeeld de zon of de koplampen van tegemoetko-
mend verkeer, rechtstreeks in de camera
voor schijnt
• Bij het naderen van de zijkant of voorkant van een voorligger
• Als de voorligger een motorfiets of fiets is (regio B)
• Als de voorligger smal is, zoals een scoot-
mobiel
• Als een voorligger een smalle achterzijde heeft, zoals een onbeladen vrachtwagen
• Als een voorligger een lage achterzijde heeft, zoals een oprijwagen
• Als een voorligger een extreem grote bodemvrijheid heeft
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 285 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM