1122-1. Instrumentenpaneel
Wanneer een band doorslipt, wijzigt het
icoon ervan op het display van kleur en gaat
het knipperen.
*: Dit item wordt alleen weergegeven wan- neer de rijmodus is ingesteld op de sport-
modus.
■Status veiligheidssysteem
In- of uitschakelen van de volgende
systemen:
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(Blz. 276)
Toyota Parking Assist-sensor (indien
aanwezig) ( Blz. 326)
BSM (Blind Spot Monitor)
(Blz. 314)
RCTA (Rear Cross Traffic Alert)
(Blz. 335)
■Bandenspanning
• Nadat het contact AAN is gezet, kan het enkele minuten duren voordat de banden-
spanning wordt weergegeven. Het kan ook
enkele minuten duren voordat de banden-
spanning wordt weergegeven nadat de
banden op spanning zijn gebracht.
• Mogelijk wordt er “---” weergegeven als de positie van de banden niet kan worden
vastgesteld als gevolg van een slechte ont-
vangst van radiogolven.
• De bandenspanning verandert met de tem- peratuur. De weergegeven waarden kun-
nen verschillen van de waarden die met
andere bandenspanningmeters worden
gemeten.
■Wijzigen van instellingen
Wijzig de instellingen met behulp van
de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel op het stuurwiel.
1 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren.
2 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om het item te selecteren
dat u aan uw persoonlijke voorkeur
wilt aanpassen.
3 Houd ingedrukt of druk erop.
De beschikbare instellingen verschillen
afhankelijk van of wordt ingedrukt of
ingedrukt wordt gehouden. Volg de instruc-
ties op het display.
■In te stellen onderwerpen
LTA (Lane Tracing Assist)
(Blz. 287)
Houd ingedrukt om de instellingen van
de volgende onderwerpen te wijzigen:
• “Lane Center” (mid. rijstrook)
Hiermee kunt u de Lane Centering-functie
in- of uitschakelen.
• “Sensitivity” (gevoeligh.)
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de
waarschuwing instellen.
• “Sway Warning” (uitzw. waarsch.)
Hiermee kunt u de waarschuwing voor slin-
geren in- of uitschakelen.
• “Sway Sensitivity” (gevoel. uitzw.)
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de
waarschuwing voor slingeren instellen.
Weergave instellingen ( )
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 112 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
295
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan
alle werkingsvoorwaarden voor de Lane
Departure Alert-functie wordt voldaan, maar
ook aan alle onderstaande voorwaarden.
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
●Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• De instelling voor “Sway Warning” (waar-
schuwing voor slingeren) in van het
multi-informatiedisplay is “On” (aan).
( Blz. 112)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.• De breedte van de rijstrook is ten minste
ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( Blz. 296)
●Lane Centering-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De instelling voor “Lane Center” (midden
rijstrook) in van het multi-informatie-
display is “On” (aan). ( Blz. 112)
• Deze functie herkent witte (gele) rijstrook- markeringen of de positie van een voorlig-
ger (behalve bij kleine voorliggers, zoals
een motorfiets).
• De Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik werkt in de afstands-
regelmodus.
• De breedte van de rijstrook is ongeveer 3 - 4 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet
bediend.
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( Blz. 296)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld. • De waarschuwing handen van het stuur-
wiel wordt niet weergegeven. ( Blz. 296)
• De auto rijdt in het midden van een rijstrook.• Stuurassistentiefunctie is niet in werking.
■Tijdelijk uitschakelen van functies
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan, wordt een functie
mogelijk tijdelij k uitgeschakeld. Als echter
weer aan de werkingsvoorwaarden wordt
voldaan, wordt de werking van de functie
automatisch hervat. ( Blz. 294)
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den ( Blz. 294) wordt voldaan terwijl de
Lane Centering-functie in werking is, klinkt
er mogelijk een zoemer om aan te geven
dat de functie tijdelij k is uitgeschakeld.
■Stuurassistentiefunctie/Lane Centering-
functie
●Afhankelijk van de rijsnelheid, de situatie
rondom het verlaten van de rijstrook, de
wegomstandigheden, enz. merkt de
bestuurder mogelijk niet dat de functie in
werking is of werkt de functie mogelijk
helemaal niet.
●De bediening van het stuurwiel door de
bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuurre-
geling van de functie.
●Probeer niet zelf de werking van de
stuurassistentiefunctie te testen.
■Lane Departure Alert-functie
●De waarschuwingszoemer is mogelijk
slecht te horen door geluiden van buiten,
afspelen van muziek, enz.
●Als de rand van de rijbaan* niet duidelijk of
niet recht is, werkt de Lane Departure
Alert-functie mogelijk niet.
●Het systeem kan mogelijk niet vaststellen
of er een gevaar bestaat voor een aanrij-
ding met een voertuig op een aangren-
zende rijstrook.
●Probeer niet zelf de werking van de Lane
Departure Alert-functie te testen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 295 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM