1222-1. Instrumentenpaneel
COROLLA_TMUK_EE
■Rij-informatie
Geeft verschillende soorten rij-informatie
weer, zoals:
Type rij-informatie
Rij-informatie-items
Geeft het volgende weer, afhankelijk
van welk rij-informatietype en welke
rij-informatie-items zijn geselecteerd in
. (→Blz. 122)
Sinds starten
• “Distance” (afstand): Geeft de gereden
afstand sinds het starten van de motor
weer
• “Elapsed time” (verstreken tijd): Geeft de verstreken tijd sinds het starten van de
motor weer
• “Average vehicle speed” (gemiddelde rij- snelheid): Geeft de gemiddelde rijsnelheid
sinds het starten van de motor weer
Sinds resetten
• “Distance” (afstand): Geeft de afgelegde
afstand sinds het resetten van het display
weer
*
• “Elapsed time” (verstreken tijd): Geeft de verstreken tijd sinds het resetten van het
display weer
*
• Gemiddelde snelheid: Geeft de gemid-
delde rijsnelheid sinds het resetten van de
weergave weer
* *
: Geef om te resetten het gewenste item
weer en houd van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
ingedrukt.
■Instellingen voor de weergave van
het instrumentenpaneel die u kunt
wijzigen
Instellen van de klok (auto's zonder
navigatie-/mult imediasysteem)
→Blz. 109, 115
Ta a l
Hiermee kan de weergegeven taal worden
gewijzigd.
Eenheden
Hiermee kunnen de weergegeven meeteen-
heden worden gewijzigd.
Display snelheidsmeter (7 inch dis-
play)
Hiermee kunt u de weergave van de snel-
heidsmeter instellen op analoog/digitaal/digi-
taal+ (indien aanwezig).
ECO-controlelampje (indien aanwe-
zig)
Hiermee kunt u het ECO-controlelampje in-
en uitschakelen.
• Weergave brandstofverbruik
Hiermee kunt u de weergave van het gemid-
delde brandstofverbruik na starten/na reset-
ten wijzigen. ( →Blz. 119)
(indien aanwezig)
Hiermee kunt u het audiosysteemgekop-
pelde display wel of niet laten weergeven.
Weergave voertuiginformatie
Weergave instellingen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 122 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
123
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
COROLLA_TMUK_EE
Hiermee kunt u de weergegeven inhoud van
het volgende wijzigen:
• Type rij-informatie
Hiermee kunt u de weergave van het
rij-informatietype wijzigen na starten/na
resetten.
• Rij-informatie-items
Hiermee kunt u het eerste en tweede item
van de weergave van de rij-informatie instel-
len op een van de volgende onderwerpen:
gemiddelde rijsnelheid/afstand/verstreken
tijd.
Pop-updisplay
Hiermee kunt u pop-updisplays voor elk rele-
vant systeem in- of uitschakelen.
Multi-informatiedisplay uit (als ana-
loge/digitale snelheidsmeter wordt
weergegeven)
Hiermee kunt u het multi-informatiedisplay
uitzetten.
Druk op een van de volgende bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
//// / om het
multi-informatiedisplay weer aan te zetten.
Analoge klok (wanneer de digitaal+
snelheidsmeter wordt weergege-
ven) (indien aanwezig)
De analoge klok weergeven.
Druk op een van de volgende bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
//// / om het
multi-informatiedisplay weer aan te zetten.
Standaardinstelling
Hiermee kunnen de instellingen van de
weergave van het instrumentenpaneel wor-
den gereset naar de standaardinstelling.
■Voertuigfuncties en instellingen
die u kunt wijzigen
→Blz. 719
■Onderbreking van de weergave van de
instellingen
●Bepaalde instellingen kunnen niet gewij-
zigd worden tijdens het rijden. Breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand
voordat u instellingen wijzigt.
●Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, kan het instelscherm tijdelijk
niet worden bediend.
Werkingsduur Stop & Start-systeem
(sinds starten)/melding status
Geeft de actuele totale tijd aan dat de motor
is gestopt door de werking van het Stop &
Start-systeem. Toont tevens de status van
het Stop & Start-systeem met een
pop-updisplay. ( →Blz. 413)
Instellingen Stop & Start-systeem
De werkingsduur van het Stop & Start-sys-
teem als de airconditi oning is ingeschakeld
met de aircoschakelaar kan op 2 verschil-
lende niveaus worden ingesteld via op
het multi-informatiedisplay. ( →Blz. 413)
WAARSCHUWING
■Waarschuwing bij het instellen van
het display
Als de motor draait tijd ens het wijzigen van
de display-instellingen, dient de auto te
worden geparkeerd op een plaats met vol-
doende ventilatie. In een afgesloten
ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaat-
gassen die het schadelijke koolmonoxide
(CO) bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn
voor de gezondheid.
OPMERKING
■Tijdens het instellen van het display
Om te voorkomen dat de accu leeg raakt,
dient de motor te draaien terwijl de dis-
playinstellingen worden aangepast.
Informatie Stop & Start-
systeem (indien aanwezig)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 123 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
1242-1. Instrumentenpaneel
COROLLA_TMUK_EE
*: Indien aanwezig
De afbeeldingen die hier worden gebruikt, dienen slechts als voorbeeld en verschillen mogelijk
van de daadwerkelijk door het head-up display weergegeven afbeelding.
Status ondersteunend systeem/aan navig atiesysteem gekoppelde displayzone
(indien aanwezig) ( →Blz. 126)
Weergave schakelstand (Multidrive CVT) /displayzone RSA (Road Sign Assist)
(indien aanwezig) ( →Blz. 314, 405)
Weergave rijsnelheid
Displayzone toerenteller/ECO-indicator (indien aanwezig)/buitentemperatuur
(→ Blz. 127)
■Het head-up display werkt wanneer
Het contact AAN staat.
■Bij gebruik van het head-up display
Met een (gepolariseerde) zonnebril op is het
head-up display soms moeilijk afleesbaar.
Pas de helderheid van het head-up display
aan of zet uw zonnebril af.
■Weergave straatnaam (auto's met navi-
gatiesysteem)
Alleen in de kaartgegevens geregistreerde
straatnamen worden weergegeven.
Head-up display*
Het head-up display projecteert allerl ei rijgerelateerde informatie en de
bedrijfsstatus van de ondersteunende systemen op de voorruit.
Systeemonderdelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 124 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
125
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
COROLLA_TMUK_EE
Selecteer op het multi-informatie-
display (
→Blz. 122) en vervolgens
“HUD Main”.
■Inschakelen/uitschakelen van het
head-up display
Druk op van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel om het
head-up display in of uit te schakelen.
■Wijzigen van de instellingen van
het head-up display
Houd van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel ingedrukt
om de volgende instellingen te wijzigen:
Helderheid en verticale positie van
het head-up display
Hiermee kunnen de helderheid en de verti-
cale positie van het head-up display worden
ingesteld.
Informatie op het display
Hiermee kunt u de weergave wijzigen tussen
de onderwerpen:
• Geen inhoud
• ECO-indicator (indien aanwezig)
• Toerenteller
Hiermee kan de weergave van de volgende
onderwerpen worden in- of uitgeschakeld:
• Routebegeleiding naar bestemming
(indien aanwezig)
• Weergave ondersteunend systeem
• Kompas (weergave met rijrichting boven) (indien aanwezig)
• Status bediening audiosysteem (indien aanwezig)
Hoek display
Hiermee kan de hoek van het head-up dis-
play worden ingesteld.
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het head-up display
●Controleer of de positie en de helder-
heid van het head-up display geen
belemmering vormen voor veilig rijden.
Als de positie of de helderheid van het
display niet goed is afgesteld, kan het
zicht van de bestuurder worden belem-
merd, waardoor een ongeval en ernstig
letsel kunnen ontstaan.
●Kijk tijdens het rijden niet voortdurend
op het head-up display, aangezien u
anders voetgangers, objecten op de
weg, enz. over het hoofd kunt zien.
OPMERKING
■Projector head-up display
●Plaats geen bekers of blikjes drinken in
de buurt van de projector van het
head-up display. Als de projector nat
wordt, kunnen er elektrische storingen
ontstaan.
●Plaats geen voorwerpen op de projector
van het head-up display en plak er ook
geen stickers op.
Als u dat toch doet, worden er mogelijk
geen meldingen meer op het head-up
display weergegeven.
●Raak de binnenzijde van de projector
van het head-up display niet aan en
steek ook geen scherpe voorwerpen in
de projector.
Dit kan tot mechanische defecten lei-
den.
Gebruik van het head-up
display
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 125 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
1262-1. Instrumentenpaneel
COROLLA_TMUK_EE
■Inschakelen/uitschakelen van het
head-up display
Als het head-up display is uitgeschakeld, blijft
het uitgeschakeld als het contact UIT en ver-
volgens weer AAN wordt gezet.
■Helderheid display
De helderheid van het head-up display kan
worden ingesteld via op het multi-infor-
matiedisplay. Bovendien wordt de helderheid
automatisch aangepast aan de lichtsterkte
van de omgeving.■Weergave status ondersteunend
systeem
Hiermee wordt de status van de vol-
gende systemen weergegeven:
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien aan-
wezig) ( →Blz. 378)
Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig) ( →Blz. 389)
LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) ( →Blz. 361)
LDA (Lane Departure Alert met
stuurregeling) (indien aanwezig)
(→Blz. 370)
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display. Zie de beschrijving van de
desbetreffende systemen voor meer infor-
matie.
■Aan navigatiesysteem gekop-
pelde displayzone (indien aanwe-
zig)
De volgende gegevens van het naviga-
tiesysteem worden weergegeven:
Straatnaam
Routebegeleiding naar bestemming
Kompas (weergave rijrichting boven)
Pop-updisplays voor de onderstaande
systemen worden i ndien nodig weerge-
geven:
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot het
instellen van het head-up display
Als de motor draait tijdens het wijzigen van
de display-instellingen, dient de auto te
worden geparkeerd op een plaats met vol-
doende ventilatie. In een afgesloten
ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaat-
gassen die het schadel ijke koolmonoxide
(CO) bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn
voor de gezondheid.
OPMERKING
■Bij het wijzigen van de instellingen
van het head-up display
Zorg ervoor dat de motor tijdens het instel-
len van het head-up display draait, om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Status ondersteunend
systeem/aan navigatiesysteem
gekoppelde displayzone
(indien aanwezig)
Pop-updisplay
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 126 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
127
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
COROLLA_TMUK_EE
■Ondersteunende systemen
Geeft een waarschuwing/melding/tip of
de bedrijfsstatus van een relevant sys-
teem weer.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig) ( →Blz. 354)
Toyota Parking Assist-sensor (indien
aanwezig) ( →Blz. 432)
PKSB (Parking Support Brake)
(indien aanwezig) ( →Blz. 446)
Brake Override-systeem
(→Blz. 294)
Wegrijregeling (indien aanwezig)
(→Blz. 294)
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display. Zie de beschrijving van de
desbetreffende systemen voor meer infor-
matie.
■Icoon
Wordt weergegeven als op het
multi-informatiedisplay een waarschu-
wingsmelding wordt weergegeven.
(→Blz. 662)
■Waarschuwingsmelding
Sommige waarschuwingsmeldingen
worden indien nodig weergegeven,
overeenkomstig bepaalde voorwaar-
den.
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display.
■Status bediening audiosysteem
(indien aanwezig)
Wordt weergegeven wanneer de bedie-
ningstoetsen voor het audiosysteem op
het stuurwiel worden bediend.
■Status handsfree-systeem (indien
aanwezig)
Wordt weergegeven als het hands-
free-systeem wordt bediend.
■Wanneer er een pop-updisplay wordt
weergegeven
Wanneer er een pop-updisplay wordt weer-
gegeven, wordt het actuele display mogelijk
niet langer weergegeven. In dat geval keert
het display terug zodra het pop-updisplay is
verdwenen.
■Toerenteller
Geeft het motortoerental aan in
omwentelingen per minuut.
■ECO-indicator (indien aanwezig)
ECO-indicator
De mate van milieuvriendelijk rijden
op basis van acceleratie
ECO-zone
Er wordt dezelfde informatie weergegeven
als op het multi-informatiedisplay (ECO-indi-
cator). Zie Blz. 120 voor meer informatie.
■Weergave buitentemperatuur
Weergegeven als het contact AAN
staat of als het controlelampje lage bui-
tentemperatuur knippert.
Weergave toerenteller/
ECO-indicator (indien
aanwezig)/buitentemperatuur
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 127 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
1282-1. Instrumentenpaneel
COROLLA_TMUK_EE
■Weergave buitentemperatuur
●Wanneer de omgevingstemperatuur onge-
veer 3°C of lager is, gaat het controle-
lampje lage buitentemperatuur gedurende
ongeveer 10 seconden knipperen en dooft
de weergave van de buitentemperatuur. In
dit geval wordt het display opnieuw weer-
gegeven wanneer de buitentemperatuur
ongeveer 5°C of hoger wordt.
●Onder de volgende omstandigheden wordt
mogelijk niet de juiste buitentemperatuur
weergegeven of duurt het langer voordat
de weergave wordt gewijzigd:
• Wanneer de auto stilstaat of met lage snel- heid rijdt (lager dan 25 km/h)
• Wanneer de buitentemperatuur plotseling verandert (bijvoorbeeld bij het in- of uitrij-
den van een garage of tunnel)
●Wanneer -- of E wordt weergegeven, zit er
mogelijk een storing in het systeem. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
*: Indien aanwezig
Scherm audiosysteem
Informatie over brandstof-
verbr uik*
De informatie ov er het brandstof-
verbruik kan worden weergegeven
op het scherm van het audiosys-
teem.
Systeemonderdelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 128 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
133
3
3-1. Informatie over sleutels
Voordat u gaat rijden
COROLLA_TMUK_EE
Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop
●De standaard levensduur van de batterij is
1 - 2 jaar.
●Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waar-
schuwingssignaal in de auto en wordt er
een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay als de motor wordt
uitgeschakeld.
●Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om te voorkomen
dat de batterij van de elektronische sleutel
leegraakt wanneer deze gedurende lan-
gere tijd niet wordt gebruikt. ( →Blz. 220)
●Omdat de elektronische sleutel altijd radio-
golven ontvangt, raakt de batterij ook ont-
laden wanneer de elektronische sleutel
niet wordt gebruikt. De volgende sympto-
men geven aan dat de batterij van de elek-
tronische sleutel mogelijk ontladen is.
Vervang de batterij indien nodig.
(→ Blz. 632)
• Het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat niet branden.
●Houd, om de levensduur van de batterij
niet nodeloos te bekorten, de elektronische
sleutel op een afstand van minimaal 1 m
van de volgende elektrische apparaten
met een magnetisch veld:
• Televisietoestellen
• Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
• Oplaadapparatuur voor draadloze en mobiele telefoons
• Tafellampen
• Inductiekookplaten
●Als de elektronische sleutel zich langer
dan noodzakelijk is in de buurt van de auto
bevindt, kan, zelfs als het Smart entry-sys-
teem met startknop niet bediend wordt, de
sleutelbatterij sneller dan normaal ontladen
raken.
■Batterij vervangen
→ Blz. 632
■Als “New Key Registered Contact Your
Dealer if You Did Not Register a New
Key” (Er is een nieuwe sleutel geregis-
treerd. Neem contact op met uw dealer
als u geen nieuwe sleutel geregistreerd
hebt) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay (auto's met
Smart entry-systeem en startknop)
Deze melding wordt weergegeven elke keer
dat het bestuurdersportier wordt geopend als
de portieren van buitenaf worden ontgren-
deld gedurende ongeveer 10 dagen nadat er
een nieuwe elektronisc he sleutel is geregis-
treerd.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige als de melding wordt
weergegeven, maar u geen nieuwe elektroni-
sche sleutel hebt geregistreerd, om te contro-
leren of er een onbekende elektronische
sleutel (anders dan de sleutels die u in uw
bezit hebt) is geregistreerd.
■Als een verkeerde sleutel wordt
gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging van de
sleutel
●Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet
bloot aan sterke schokken en buig ze
niet.
●Stel de sleutels niet langdurig bloot aan
hoge temperaturen.
●Voorkom dat de sleutels nat worden en
reinig ze niet in een ultrasoon reini-
gingsbad of iets dergelijks.
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Bevestig geen metalen of
magnetische voorwerpen aan de sleu-
tels en houd de sleutels uit de buurt van
dergelijke voorwerpen.
●Haal de sleutels niet uit elkaar.
●Bevestig geen stickers en dergelijke op
de sleutel.
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Houd de sleutels uit de buurt
van apparaten die magnetische velden
opwekken (bijvoorbeeld televisietoestel-
len, audiosystemen en inductiekookpla-
ten).
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 133 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM