COROLLA_TMUK_EE
1
6 5
4
3
2
9
8
7
OverzichtZoeken op afbeelding
Veiligheid
en beveiligingZorg ervoor dat u dit leest
(Belangrijkste onderwerpen: kinderzitje, antidiefstalsysteem)
Voertuigstatus-
informatie en
controlelampjesLezen van rijgerelateerde informatie
(Belangrijkste onderwerpen: tellers, multi-informatiedisplay)
Voordat u gaat
rijdenOpenen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen vóór het
rijden (Belangrijkste onderwerpen: sleutels, portieren, stoelen,
elektrisch bedienbare ruiten)
RijdenHandelingen en adviezen die voor het rijden moeten worden
opgevolgd (Belangrijkste onderwerpen: starten van de motor,
tanken)
AudiosysteemBedienen van het audiosysteem
(Belangrijkste onderdelen: radio, CD-speler)
Voorzieningen in
het interieurGebruik van de voorzieningen in het interieur
(Belangrijkste onderwerpen: airconditioning,
opbergmogelijkheden)
Onderhoud en
verzorgingDe zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
(Belangrijkste onderwerpen: interieur en exterieur, lampen)
Bij problemenInformatie over wat u moet doen bij een storing en noodgeval
(Belangrijkste onderwerpen: ontladen accu, lekke band)
Vo e r t u i g -
specificatiesVoertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voorkeursinstellingen (Belangrijkste onderwerpen:
brandstof, olie, bandenspanning)
IndexZoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
PZ49X-12P46-NL
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 1 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
4INHOUDSOPGAVE
COROLLA_TMUK_EE
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Handmatig bediende airconditioning ....................... 556
Automatische airconditioning ... 561
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming .................... 568
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting.... 570
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden ............ 573
Voorzieningen in de bagageruimte......................... 576
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur............................ 585
7-1. Onderhoud en verzorging Reinigen en beschermen van het exterieur van uw auto ...... 594
Reinigen en beschermen van het interieur van uw auto ....... 596
7-2. Onderhoud Onderhoud en reparatie ........... 599
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren onderhoud .. 601
Motorkap .................................. 602
Plaatsen van een garagekrik ... 603
Motorruimte .............................. 605
Banden..................................... 612
Bandenspanning ...................... 627
Velgen ...................................... 628
Interieurfilter ............................. 630
Batterij afstandsbediening/ elektronische sleutel .............. 632
Controleren en vervangen van zekeringen ...................... 635
Lampen .................................... 6388-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten.................. 644
Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet worden
gebracht ................................. 644
Als de auto vastzit in stijgend water......................... 645
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden gesleept ................................. 647
Als u denkt dat er iets mis is .... 651
Uitschakelsysteem brandstofpomp ....................... 652
Als een waarschuwingslampje gaat branden of een
waarschuwingszoemer klinkt . 653
Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven ............... 662
Als uw auto een lekke band heeft (auto's met een
bandenreparatieset)............... 664
Als uw auto een lekke band heeft (auto's met een
reservewiel) ........................... 681
Als de motor niet wil aanslaan ................................ 693
Als u uw sleutels verliest .......... 695
Als de elektronische sleutel niet goed werkt ...................... 695
A
ls de accu ontladen is ............ 697
Als de motor oververhit raakt ... 702
Als de auto vast komt te zitten ...................................... 704
6Voorzieningen in het interieur
7Onderhoud en verzorging
8Bij problemen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 4 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
16Overzicht
COROLLA_TMUK_EE Multi-informatiedisplay ........................................................................... Blz. 117
Weergave ................................................................................................... Blz. 117
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ...................... Blz. 662
Richtingaanwijzerschakelaar ................................................................. Blz. 320
Lichtschakelaar ....................................................................................... Blz. 326
Koplampen/parkeerlichten voor/achterl
ichten/dagrijverlichting ................. Blz. 326
Mistlampen voor
*4/mistachterlicht ............................................................. Blz. 335
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers................................................ Blz. 336
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ......................................... Blz. 339
Gebruik .............................................................................................. Blz. 336, 339
Bijvullen van ruitensproei ervloeistof ........................................................... Blz. 611
Schakelaar alarmknipperlichten ............................................................ Blz. 644
Ontgrendelingshendel motorkap ........................................................... Blz. 602
Ontgrendelingshendel stuurverstelling ................................................ Blz. 278
Airconditioning ................................................................................ Blz. 556, 561
Gebruik .............................................................................................. Blz. 556, 561
Achterruitverwarming ........................................................................ Blz. 558, 564
Audiosysteem
*4, 5.................................................................................... Blz. 502
*1: Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
*2: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*3: Auto's met Multidrive CVT
*4: Indien aanwezig
*5: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/ multimediasysteem de handleiding
voor het navigatie- en multimediasysteem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 16 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
23Overzicht
COROLLA_TMUK_EEMulti-informatiedisplay ........................................................................... Blz. 117
Weergave ................................................................................................... Blz. 117
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ...................... Blz. 662
Richtingaanwijzerschakelaar ................................................................. Blz. 320
Lichtschakelaar ....................................................................................... Blz. 326
Koplampen/parkeerlichten voor/achterl
ichten/dagrijverlichting ................. Blz. 326
Mistlampen voor
*4/mistachterlicht ............................................................. Blz. 335
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers................................................ Blz. 336
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ......................................... Blz. 339
Gebruik .............................................................................................. Blz. 336, 339
Bijvullen van ruitensproei ervloeistof ........................................................... Blz. 611
Schakelaar alarmknipperlichten ............................................................ Blz. 644
Ontgrendelingshendel motorkap ........................................................... Blz. 602
Ontgrendelingshendel stuurverstelling ................................................ Blz. 278
Airconditioning ................................................................................ Blz. 556, 561
Gebruik .............................................................................................. Blz. 556, 561
Achterruitverwarming ........................................................................ Blz. 558, 564
Audiosysteem
*4, 5.................................................................................... Blz. 502
*1: Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
*2: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*3: Auto's met Multidrive CVT
*4: Indien aanwezig
*5: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/ multimediasysteem de handleiding
voor het navigatie- en multimediasysteem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 23 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
307
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
Handgeschakelde transmissie
Rijd niet in de 6e versnelling, om maxi-
maal te kunnen profiteren van de
motorremwerking en de laadstroom.
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op
een lange, steile helling bij buitentem-
peraturen hoger dan 30°C kan ertoe lei-
den dat de motor oververhit raakt. Als
de koelvloeistoftemperatuurmeter aan-
geeft dat de motor oververhit raakt,
schakel dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand. ( →Blz. 702)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wie-
len van de auto en de aanhangwagen.
Activeer de parkeerrem goed en zet de
selectiehendel in stand P (Multidrive
CVT) en de 1e versnelling of stand R
(handgeschakelde transmissie).
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op.
Anders kunnen zich ongevallen voordoen
die tot ernstig letsel kunnen leiden.
■Voorzorgsmaatregelen bij het rijden
met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhang-
wagen of de maximaal toegestane gewich-
ten niet worden overschreden.
( → Blz. 302)
■Rijsnelheid bij het rijden met een
aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het
rijden met een aanhangwagen niet.
■Voor het afrijden van een lange hel-
ling
Minder snelheid en schakel terug. Schakel
bij het afdalen van een lange of steile hel-
ling echter niet plotseling terug.
■Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of
gedurende een langere periode achtereen
in. Anders kan het remsysteem oververhit
raken of kan de remwerking teruglopen.
■Voorkomen van een ongeval of letsel
●Auto's met compact reservewiel: Rijd
niet met een aanhangwagen wanneer
het compacte reservewiel onder uw
auto is gemonteerd.
●Auto's met bandenreparatieset: Rijd niet
met een aanhangwagen wanneer een
band is gemonteerd die is gerepareerd
met de bandenreparatieset.
●Gebruik de volgende systemen niet bij
het rijden met een aanhangwagen.
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
OPMERKING
■Sluit de aanhangwagenverlichting op
de juiste wijze aan
Onjuiste aansluiting van de aanhangwa-
genverlichting kan schade toebrengen aan
het elektrische systeem van uw auto en
een storing veroorzaken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 307 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
3524-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
■Als een waarschuwingsmelding wordt weerge geven op het multi-informatiedisplay
Een van de systemen is mogelijk tijdelijk niet beschikbaar of er is mogelijk sprake van een sto-
ring in het betreffende systeem.
●Voer in de volgende situaties de in de tabe l aangegeven acties uit. Als wordt gesignaleerd
dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt de melding en
werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren ge kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
SituatieHandelingen
Als het gedeelte rondom een sensor bedekt is
met vuil, vocht (condens, ijs, enz.) of andere
verontreinigingenMaak om het gedeelte van de voorruit voor de
camera voor te reinigen gebruik van de ruiten-
wissers of de voorruitverwarming van het air-
conditioningsysteem (→Blz. 558, 563).
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 352 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
353
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
●Als in de volgende situaties de situatie is gewij
zigd (of enige tijd met de auto is gereden) en
wordt gesignaleerd dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt
de melding en werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren ge kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• Als de temperatuur rondom de camera voor niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoorbeeld
doordat de auto in de zon of een zeer koude omgeving staat
• Als de camera voor geen objecten voor de auto kan detecteren, zoals 's nachts op een onverlichte weg, bij sneeuw, bij mist of al s er fel licht in de camera voor schijnt
Als de temperatuur rondom de camera voor
niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoor-
beeld doordat de auto in de zon of een zeer
koude omgeving staat
Als de camera voor heet is, bijvoorbeeld door-
dat de auto in de zon heeft gestaan, maak dan
gebruik van de airconditioning om het
gedeelte rondom de camera voor af te koelen.
Als bij het parkeren van de auto gebruik is
gemaakt van een zonnescherm, kan bij
bepaalde typen zonnescherm door het zon-
licht dat door het oppervlak ervan wordt gere-
flecteerd de temperatuur van de camera voor
extreem hoog oplopen.
Als de camera voor koud is, bijvoorbeeld
doordat de auto in een zeer koude omgeving
heeft gestaan, maak dan gebruik van het air-
conditioningsysteem om het gedeelte rondom
te camera voor op te warmen.
Het gedeelte vóór de camera voor wordt afge-
dekt, bijvoorbeeld doordat de motorkap is
geopend of doordat een sticker op het
gedeelte van de voorruit vóór de camera voor
is geplakt.
Sluit de motorkap, verwijder de sticker, enz.,
zodat de camera voor niet meer wordt afge-
dekt.
SituatieHandelingen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 353 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
411
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
■Uitzetten van de motor
1 Trap het rempedaal in terwijl het
koppelingspedaal geheel ingetrapt
is en breng de auto tot stilstand.
2 Zet de selectiehendel in stand N
(→Blz. 317) en laat het koppelings-
pedaal los.
Het controlelampje van het Stop & Start-sys-
teem gaat branden.
■Opnieuw starten van de motor
Trap het koppelingspedaal in.
Het controlelampje van het Stop & Start-sys-
teem gaat uit.
■Voorwaarden voor werking
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan de
volgende voorwaarden wordt voldaan:
• Auto's met Multidrive CVT: Het rempedaal wordt stevig ingetrapt. (Behalve wanneer
de auto tot stilstand komt als gevolg van
een gecontroleerde stop tijdens het rijden
met het Dynamic Radar Cruise Con-
trol-systeem met volledig snelheidsbereik
in de afstandsregelmodus [indien aanwe-
zig])
• Auto's met handgeschakelde transmissie: Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
• De selectiehendel staat in stand D of P (Multidrive CVT) of de neutraalstand
(handgeschakelde transmissie). • De voorruitverwarming is uitgeschakeld.
• De geselecteerde rijmodus is de normale
modus of de ECO-modus.
• De motorkap is gesloten.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
●Onder de volgende omstandigheden wordt
de motor mogelijk niet uitgeschakeld door
het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op
een storing van het Stop & Start-systeem.
• De airconditioning wordt gebruikt.
• De accu wordt periodiek opgeladen.
• De accu is niet voldoende opgeladen, bij- voorbeeld als de auto gedurende lange tijd
heeft stilgestaan en de ladingstoestand is
afgenomen, als de elektrische belasting
hoog is, als de temperatuur van de accu-
vloeistof extreem laag is of als de accu ver-
ouderd is.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
• De auto staat stil op een steile helling.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• Door verkeersdrukte of andere omstandig- heden komt de auto veelvuldig tot stil-
stand.
• De auto rijdt op grote hoogte.
• De temperatuur van de koelvloeistof of van de transmissievloeistof is extreem laag of
hoog.
• De temperatuur van de accuvloeistof is extreem laag of hoog.
• Enige tijd nadat de accupolen zijn losgeno- men en weer aangesloten.
• Enige tijd na het vervangen van de accu.
• Als de verstreken tijd sinds het starten van de motor kort is.
●Onder de volgende omstandigheden wordt
de motor automatisch herstart wanneer
deze is uitgeschakeld door het Stop &
Start-systeem. (Rijd met de auto om ervoor
te zorgen dat de motor weer door het Stop
& Start-systeem wordt uitgeschakeld.)
• De airconditioning wordt ingeschakeld.
• De voorruitverwarming wordt ingescha- keld.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• Auto's met Multidrive CVT: De selectiehen- del wordt vanuit stand D in stand M, N of R
gezet.
• Auto's met Multidrive CVT: De selectiehen- del wordt vanuit stand P in een andere
stand gezet.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
Werking Stop & Start-systeem
(auto's met handgeschakelde
transmissie)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 411 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM