Page 626 of 750

625
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
COROLLA_TMUK_EE
●Als u per ongeluk de resettoets indrukt
wanneer initialiseren niet nodig is, breng
de banden dan op de juiste spanning wan-
neer ze koud zijn en voer opnieuw de initi-
alisatie uit.
■Als de initialisatie van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem niet vol-
tooid is
De initialisatie kan worden uitgevoerd in
enkele minuten. In de volgende gevallen wor-
den de instellingen echter niet opgeslagen en
zal het systeem niet goed werken. Laat, als
herhaalde pogingen de bandenspanning op
te slaan mislukken, de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Als de resetknop van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem wordt
bediend, gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning niet 3 keer knippe-
ren.
●Nadat er na de initialisatie gedurende een
bepaalde tijd gereden is, gaat het waar-
schuwingslampje branden nadat het gedu-
rende 1 minuut heeft geknipperd.
De bandenspanningssensoren en -zen-
ders zijn voorzien van een unieke iden-
tificatiecode. Bij het vervangen van een
bandenspanningssensor en -zender is
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren. Laat de identifica-
tiecodes registreren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Bij het initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
Initialiseer het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem niet zonder eerst de
banden op de voorgeschreven spanning te
brengen. Anders kan het voorkomen dat
het waarschuwingslampje voor de lage
bandenspanning niet gaat branden terwijl
de bandenspanning te laag is, of wel gaat
branden terwijl de bandenspanning in orde
is.
Registreren van
identificatiecodes (auto's
met bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 625 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 691 of 750

6908-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
COROLLA_TMUK_EE
3 Laat de auto zakken.
4 Draai iedere moer twee of drie keer
aan in de volgorde die in de afbeel-
ding is aangeven.
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
5Berg het wiel met de lekke band, de
krik en het gereedschap op.
■Het volwaardige reservewiel
●Auto's met een bandenspanningswaar-
schuwingssysteem: Het volwaardige reser-
vewiel heeft een aanduiding “Temporary
use only” (alleen voor tijdelijk gebruik) op
de buitenzijde van het wiel. Gebruik het
volwaardige reservewiel alleen tijdelijk en
alleen in noodgevallen.
●Controleer de bandenspanning van het
volwaardige reservewiel. ( →Blz. 715)
■Het compacte reservewiel
●Op de band van het compacte reservewiel
staat aan de zijkant de aanduiding TEM-
PORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk
gebruik). Gebruik het compacte reserve-
wiel alleen tijdelijk en alleen in noodgeval-
len.
●Controleer de bandenspanning van het
compacte reservewiel. ( →Blz. 715)
■Bij gebruik van het compacte reserve-
wiel
De auto ligt lager op de weg als het compacte
reservewiel is gemonteerd dan wanneer er
gereden wordt met de standaardbanden.
■Nadat de band verwisseld is (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem)
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem moet worden gereset. ( →Blz. 624)
■Bij gebruik van het reservewiel (auto's
met bandenspanningswaarschuwings-
systeem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zender,
waardoor een te lage bandenspanning hier-
van niet wordt aangegeven door het banden-
spanningswaarschuwingssysteem. Verder
zal, als u het reservewiel monteert nadat het
waarschuwingslampje voor een lage banden-
spanning is gaan branden, dit lampje blijven
branden.
■Als uw auto een lekke voorband krijgt
op een weg die bedekt is met sneeuw of
ijs
Vervang een van de achterwielen van de
auto door het compacte reservewiel. Voer
onderstaande stappen uit en monteer
sneeuwkettingen op de voorwielen:
1 Vervang het wiel links of rechts achter
door het compacte reservewiel.
2 Vervang het wiel met de lekke voorband
door het wiel dat van de achterzijde
afkomstig is.
3 Monteer sneeuwkettingen op de voorwie-
len.
■Monteren wieldop (indien aanwezig)
Breng de uitsparing in de wieldop in lijn met
het ventieldopje zoals aangegeven in de
afbeelding.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 690 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 721 of 750

7209-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
COROLLA_TMUK_EE
Sommige voorkeursinstellingen zijn van invloed op de instellingen van andere func-
ties. Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Instellingen die u met beh ulp van het scherm van het navigatie-/multimediasys-
teem kunt wijzigen (auto's me t navigatie-/multimediasysteem)
Instellingen die u met de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel kunt
wijzigen
Instellingen die door een erkende Toyota- dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kunnen worden
gewijzigd
Definitie van symbolen: O = bes chikbaar, — = niet beschikbaar
■Meters, tellers en multi-informatiedisplay ( →B l z . 1 0 2 , 1 0 7, 111 , 11 7 )
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen
Functie*1Standaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Ta a l*2Engels*3—O—
Eenheden*2l/100 kmkm/l—O—mijlen (MPG)*4
Weergave snelheidsmeter*5AnaloogDigitaal—O—Digitaal+*4
ECO-controlelampje*4AanUit—O—
Weergave brandstofverbruik
Totaal gemiddelde
(gemiddeld brand-
stofverbruik [sinds resetten])
Ritgemiddelde (gemid-
deld brandstofverbruik [sinds starten])
—O—Gemiddelde per tank-
beurt (gemiddeld brand- stofverbruik [sinds
tanken])
Audiosysteemgekoppeld dis-
play*4AanUit—O—
Type rij-informatieSinds startenSinds resetten—O—
Rij-informatie-items (eerste
item)AfstandGemiddelde rijsnelheid—O—Verstreken tijd
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 720 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page:
< prev 1-8 9-16 17-24