123
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
COROLLA_TMUK_EE
Hiermee kunt u de weergegeven inhoud van
het volgende wijzigen:
• Type rij-informatie
Hiermee kunt u de weergave van het
rij-informatietype wijzigen na starten/na
resetten.
• Rij-informatie-items
Hiermee kunt u het eerste en tweede item
van de weergave van de rij-informatie instel-
len op een van de volgende onderwerpen:
gemiddelde rijsnelheid/afstand/verstreken
tijd.
Pop-updisplay
Hiermee kunt u pop-updisplays voor elk rele-
vant systeem in- of uitschakelen.
Multi-informatiedisplay uit (als ana-
loge/digitale snelheidsmeter wordt
weergegeven)
Hiermee kunt u het multi-informatiedisplay
uitzetten.
Druk op een van de volgende bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
//// / om het
multi-informatiedisplay weer aan te zetten.
Analoge klok (wanneer de digitaal+
snelheidsmeter wordt weergege-
ven) (indien aanwezig)
De analoge klok weergeven.
Druk op een van de volgende bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
//// / om het
multi-informatiedisplay weer aan te zetten.
Standaardinstelling
Hiermee kunnen de instellingen van de
weergave van het instrumentenpaneel wor-
den gereset naar de standaardinstelling.
■Voertuigfuncties en instellingen
die u kunt wijzigen
→Blz. 719
■Onderbreking van de weergave van de
instellingen
●Bepaalde instellingen kunnen niet gewij-
zigd worden tijdens het rijden. Breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand
voordat u instellingen wijzigt.
●Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, kan het instelscherm tijdelijk
niet worden bediend.
Werkingsduur Stop & Start-systeem
(sinds starten)/melding status
Geeft de actuele totale tijd aan dat de motor
is gestopt door de werking van het Stop &
Start-systeem. Toont tevens de status van
het Stop & Start-systeem met een
pop-updisplay. ( →Blz. 413)
Instellingen Stop & Start-systeem
De werkingsduur van het Stop & Start-sys-
teem als de airconditi oning is ingeschakeld
met de aircoschakelaar kan op 2 verschil-
lende niveaus worden ingesteld via op
het multi-informatiedisplay. ( →Blz. 413)
WAARSCHUWING
■Waarschuwing bij het instellen van
het display
Als de motor draait tijd ens het wijzigen van
de display-instellingen, dient de auto te
worden geparkeerd op een plaats met vol-
doende ventilatie. In een afgesloten
ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaat-
gassen die het schadelijke koolmonoxide
(CO) bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn
voor de gezondheid.
OPMERKING
■Tijdens het instellen van het display
Om te voorkomen dat de accu leeg raakt,
dient de motor te draaien terwijl de dis-
playinstellingen worden aangepast.
Informatie Stop & Start-
systeem (indien aanwezig)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 123 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
129
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
COROLLA_TMUK_EE
■Ritinformatie
1 Druk op de toets MENU.
2 Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”.
Als een ander scherm dan “Ritinformatie”
wordt weergegeven, selecteert u “Ritinfor-
matie”.
Resetten van de verbruiksgegevens
Het brandstofverbruik gedurende de
laatste 15 minuten
Actueel brandstofverbruik
De gemiddelde rijsnelheid sinds het
starten van de motor.
De verstreken tijd sinds het starten
van de motor.
Actieradius
Het gemiddelde brandstofverbruik over
de laatste 15 minuten wordt door het
gebruik van kleuren verdeeld in vorige
gemiddelden en gemiddelden sinds de
laatste keer dat het contact AAN is
gezet. Het weergegeven gemiddelde
brandstofverbruik is een globale
waarde.
De afbeelding is slechts een voorbeeld en
kan afwijken van de werkelijke situatie.
■Geschiedenis
1 Druk op de toets MENU. 2
Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”.
Als een ander scherm dan “Geschiedenis”
wordt weergegeven, selecteert u “Geschie-
denis”.
Het laagste gemeten brandstofver-
bruik
Recent brandstofverbruik
Vorige gemeten brandstofverbruik
De gegevens uit de geschiedenis
resetten
Het recente brandstofverbruik bij-
werken
De geschiedenis van het gemiddelde
brandstofverbruik is door middel van
kleuren verdeeld in vorige gemiddelden
en het gemiddelde brandstofverbruik
sinds de gegevens de laatste keer zijn
bijgewerkt. Het weergegeven gemid-
delde brandstofverbruik is een globale
waarde.
De afbeelding is slechts een voorbeeld en
kan afwijken van de werkelijke situatie.
Ve r b ru i k
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 129 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
1302-1. Instrumentenpaneel
COROLLA_TMUK_EE
■De gegevens uit de geschiedenis bij-
werken
Werk het recente brandstofverbruik bij door
“Knipsel” te selecteren om het actuele brand-
stofverbruik opnieuw te meten.
■De gegevens resetten
De verbruiksgegevens kunnen worden
gewist door “Wissen” te selecteren.
■Actieradius
Geeft de geschatte maximale afstand aan die
nog met de in de tank aanwezige brandstof
kan worden gereden.
Deze afstand wordt berekend op basis van
het gemiddelde brandstofverbruik.
Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog
kan worden gereden, afwijken van de weer-
gegeven afstand.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 130 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
517
5
5-5. Gebruik van een extern apparaat
Audiosysteem
COROLLA_TMUK_EE
●Gebruik van het embleem “Made for
Apple” (gemaakt voor Apple) betekent dat
een accessoire speciaal
ontworpen is voor
het aansluiten van (een) Apple-product(en)
en dat het accessoire door de ontwikkelaar
gecertificeerd is omdat het voldoet aan de
eisen van Apple. Apple kan niet verant-
woordelijk worden gehouden voor de wer-
king van dit apparaat of de mate waarin dit
apparaat voldoet aan de eisen voor veilig-
heid en regelgeving. Let erop dat het
gebruik van dit accessoire in combinatie
met een Apple-product de werking van de
afstandsbediening negatief kan beïnvloe-
den.
●iPhone, iPod, iPod classic, iPod nano, iPod
shuffle en iPod touch zijn handelsmerken
van Apple Inc., geregistreerd in de VS en
andere landen.
■iPod-functies
●Wanneer een iPod is aangesloten en de
audiobron wordt gewijzigd in iPod-modus,
gaat de iPod verder met het laatst afge-
speelde bestand.
●Afhankelijk van de iPod die op het systeem
is aangesloten, zijn bepaalde functies
mogelijk niet beschikbaar. Bepaalde storin-
gen kunnen mogelijk worden verholpen
door het apparaat los te nemen en weer
aan te sluiten.
●Als de iPod is aangesloten op het systeem,
kan de iPod niet meer op de normale wijze
worden bediend. In dat geval moeten de
bedieningselementen van het audiosys-
teem van de auto worden gebruikt.
■iPod-problemen
Om de meeste problemen tijdens het gebruik
van uw iPod te verhelpen, kunt u de iPod los-
nemen van de iPod-aansluiting in de auto en
het apparaat resetten.
Raadpleeg voor het resetten van uw iPod de
handleiding van de iPod.
■Weergave
→ Blz. 510
■Foutmeldingen
Als een foutmelding wordt weergegeven,
raadpleeg dan de volgende tabel en onder-
neem de bijpassende acties. Als het pro-
bleem niet is verholpen, breng de auto dan
naar een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
MeldingOorzaak/correctie- procedures
“iPod error”
(fout iPod)
Dit geeft aan dat de
bestanden op de
iPod niet kunnen
worden gelezen.
“Error 3” (fout 3)
Dit geeft aan dat de
iPod mogelijk niet
correct werkt.
“Error 4” (fout 4)
Dit geeft aan dat er
sprake is van over-
stroom.
“Error 5” (fout 5)
Dit geeft aan dat er
sprake is van een
communicatiefout
met de iPod.
“Error 6” (fout 6)
Dit geeft aan dat er
sprake is van een
autorisatiefout.
“No songs”
(geen nummers)
Dit geeft aan dat de
iPod geen
audio-opnames
bevat.
“No playlists”
(geen afspeellijsten)
Dit geeft aan dat
sommige beschik-
bare nummers niet
kunnen worden
gevonden in de
geselecteerde
afspeellijst.
“Update your iPod”
(update uw iPod)
Dit geeft aan dat de
versie van de iPod
niet compatibel is.
Actualiseer uw
iPod-software naar
de nieuwste versie.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 517 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
5265-6. Gebruik van Bluetooth®-apparaten
COROLLA_TMUK_EE
Druk om een menu te selecteren op de knop TUNE•SELECT en navigeer door de
menu's met de knop.
Menu “Bluetooth”
Menulijst van Bluetooth®-audio/telefoon
Eerste menuTweede menuDerde menuUitleg
Bluetooth
“Pairing” (koppelen)-
Registreren van een
Bluetooth®-apparaat
( → Blz. 529)
“List phone” (telefoon-
lijst)-
Overzicht weergeven
van de geregistreerde
mobiele telefoons
(→ Blz. 530)
“List audio” (audiolijst)-
Overzicht weergeven
van de geregistreerde
draagbare spelers
(→ Blz. 530)
“Passkey” (toegangs-
code)-
Wijzigen van het
wachtwoord
(→ Blz. 531)
“BT Power On”
(Bluetooth aan)
“BT Power Off”
(Bluetooth uit)
-
Automatisch verbin-
ding maken van het
apparaat aan of uit
(→ Blz. 531)
“Bluetooth info”
“Device name” (naam
apparaat)
“Device address”
(adres apparaat)
Weergeven van status
apparaat ( →Blz. 531)
“Display setting On”
(weergeven display
aan)
“Display setting Off”
(weergeven display
uit)
-
Weergave bevesti-
ging van automatische
verbinding aan of uit
(→ Blz. 532)
“Reset” (resetten)-De instellingen initiali-
seren ( →Blz. 532)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 526 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
5325-7. Menu SETUP (instellingen)
COROLLA_TMUK_EE
Als “Display setting” (instelling display)
AAN wordt gezet, wo rdt de verbindings-
status van de draagbare speler weer-
gegeven wanneer het contact in de
stand ACC wordt gezet.
Selecteer “Display setting On” (weerge-
ven display aan) of “Display setting Off”
(weergeven display uit) met de knop
TUNE•SELECT.
Selecteer “Reset” (resetten) met de
knop TUNE•SELECT.
Initialiseren van de “HF sound set-
ting” (geluidsinstelling HF)
Selecteer “Sound setting” (instelling
geluid) met de knop TUNE•SELECT en
druk op (Yes) (ja).
Voor meer informatie over “HF sound
setting” (geluidsinstelling HF):
→Blz. 535
Initialiseren van de informatie over
het apparaat
Selecteer “Car device info” (informatie
apparaat) met de knop TUNE•SELECT
en druk op (Yes) (ja).
Automatische verbinding met een
draagbaar apparaat, weergave van
automatische verbinding op het display
en de toegangscode worden geïnitiali-
seerd.
Standaardinstellingen initialiseren
Selecteer “Reset All” (alles resetten)
met de knop TUNE•SELECT en druk
op (Yes) (ja). De functie automatische overdracht is
alleen beschikbaar voor PBAP-compa-
tibele Bluetooth
®-telefoons.
1 Selecteer “Phonebook” (telefoon-
boek) met de knop TUNE•SELECT.
2 Selecteer “Auto transfer On” (auto-
matische overdracht aan) of “Auto
transfer Off” (automatische over-
dracht uit) met de knop.
Wanneer de functie is ingeschakeld, worden
de contactgegevens en geschiedenis in de
telefoon automatisch overgebracht.
1Selecteer “Phonebook” (telefoon-
boek) met de knop TUNE•SELECT.
2 Selecteer “Add contacts” (contacten
toevoegen) met de knop.
Alle contacten uit de mobiele tele-
foon overzetten
3 Selecteer “Overwrite all” (alles over-
schrijven) met de knop
TUNE•SELECT en druk op
(Yes) (ja).
Weergave bevestiging van
automatische verbinding aan
of uit
Initialisatie
Gebruik van het menu
SETUP (instellingen)
(menu TEL)
Druk om het instelmenu te openen
op de knop TUNE•SELECT en
selecteer TEL met de knop.
Instellen van de automatische
overdracht van contacten/
geschiedenis
Een nieuw telefoonnummer
toevoegen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 532 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
607
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
COROLLA_TMUK_EE
1
Verwijder de olievuldop door deze
linksom te draaien.
2 Giet beetje voor beetje motorolie in
de vulopening en controleer onder-
tussen het oliepeil steeds door mid-
del van de peilstok.
3 Plaats de olievuldop door deze
rechtsom te draaien.
■Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde hoe-
veelheid motorolie verbruikt. In de volgende
situaties neemt het olieverbruik mogelijk toe
en moet er mogelijk tussen de onderhoudsin-
tervallen motorolie worden bijgevuld.
●Als de motor nog nieuw is, bijvoorbeeld
direct na aanschaf van de auto of nadat de
motor is vervangen
●Als een lagere kwaliteit motorolie of motor-
olie met een verkeerde viscositeit wordt
gebruikt
●Bij het rijden met hoge motortoerentallen,
met een zwaar beladen auto, met een aan-
hangwagen of bij veelvuldig optrekken en
afremmen
●Als de motor langdurig stationair draait, of
bij veelvuldig rijden in druk verkeer
■Na het verversen van de motorolie
Het indicatiesysteem motorolie verversen
moet worden gereset. Ga als volgt te werk:
1 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
om te selecteren. 2
Druk op of om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selecteren
en houd vervolgens ingedrukt.
3 Druk op of om “Oil Mainte-
nance” (verversen motorolie) te selecte-
ren en druk vervolgens op .
4 Druk op of om “Yes” (ja) te
selecteren en druk vervolgens op .
Er wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay wanneer de resetpro-
cedure is voltooid.
WAARSCHUWING
■Afgewerkte motorolie
●Afgewerkte motorolie bevat schadelijke
stoffen die huidaandoeningen zoals ont-
steking of huidkanker kunnen veroorza-
ken. Wees daarom voorzichtig en
vermijd langdurig en herhaaldelijk con-
tact met de huid. Verwijder afgewerkte
motorolie door goed met water en zeep
te wassen.
●Voer afgewerkte motorolie en gebruikte
oliefilters op een veilige en acceptabele
manier af. Gooi afgewerkte motorolie en
gebruikte oliefilters nooit weg in de vuil-
nisbak, in het riool of zomaar ergens.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur,
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige, tank-
station of een automaterialenzaak voor
meer informatie over recycling of afvoe-
ren.
●Houd motorolie buiten het bereik van
kinderen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 607 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
6247-3. Zelf uit te voeren onderhoud
COROLLA_TMUK_EE
■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden geïni-
tialiseerd onder de volgende
omstandigheden:
Verwisselen van voor- en achterwie-
len met een verschillende banden-
spanning.
Als de bandenmaat wordt aange-
past.
Als de bandenspanning wordt gewij-
zigd (bijvoorbeeld wanneer de rij-
snelheid of de belading verandert).
Wisselen tussen twee sets geregis-
treerde wielen.
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
■Initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem
1 Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet de motor uit.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer
de auto rijdt.
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den. ( →Blz. 715)
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toestand.
Deze spanning vormt de referentiespanning
voor het bandenspanningswaarschuwings-
systeem.
3Zet het contact AAN. 4
Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren.
5 Druk op of om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selec-
teren en houd vervolgens
ingedrukt.
6 Druk op of om TPWS te
selecteren en druk vervolgens op
.
7 Druk op of om “Set Pres-
sure” (ingestelde druk) te selecte-
ren. Houd vervolgens
ingedrukt tot het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning 3 keer
knippert.
■Initialisatieprocedure
●Voer de initialisatie uit na het op spanning
brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden
koud zijn bij de initialisatie en bij het aan-
passen van de bandenspanning.
●Als u het contact tijdens de initialisatie per
ongeluk UIT hebt gezet, dan is het niet
noodzakelijk de resettoets in te drukken,
omdat de initialisatie automatisch herstart
wordt wanneer het contact de volgende
keer AAN wordt gezet.
Initialiseren van het
bandenspannings-
waarschuwingssysteem
(indien aanwezig)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 624 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM