505
5
5-2. Gebruik van het audiosysteem
Audiosysteem
COROLLA_TMUK_EE
5-2.Gebruik van het audiosysteem
Knop TUNE•SELECT
Indrukken: Weergeven van het menu
SETUP (instellingen)/selecteren van de
modus
Draaien: Wijzigen van de volgende instellin-
gen
• “Sound Setting” (geluidsinstelling)
→
Blz. 505
•Radio
→ Blz. 507
• Bluetooth
→ Blz. 530
•TEL
→ Blz. 532
Dagmodusschakelaar Als de koplampen worden ingescha-
keld, wordt het scherm gedimd.
Het scherm kan echter wel weer wor-
den teruggezet in de dagstand door de
dagmodus te selecteren.
De dagmodus blijft vervolgens inge-
schakeld zolang de verlichting brandt,
tot opnieuw de dagmodus wordt gese-
lecteerd.
■Wijzigen van geluidskwaliteitsin-
stellingen
1 Druk op de knop TUNE•SELECT.
2 Draai de knop om “Sound setting”
(geluidsinstellingen) te selecteren.
3 Druk op de knop.
4 Draai de knop afhankelijk van de
gewenste stand.
“Bass”, “Treble”, “Fader”, “Balance”, of
“ASL” kan worden geselecteerd.
5Druk op de knop.
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem
De geluidskwaliteit , de balans en
de ASL-instellingen kunnen wor-
den gewijzigd en de dagmodus
kan worden geselecteerd.
Bediening
Dagmodus
Gebruik van toonregeling en
geluidsverdeling
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 505 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
507
5
5-3. Gebruik van de radio
Audiosysteem
COROLLA_TMUK_EE
5-3.Gebruik van de radio
AAN/UIT/volumeknop
Indrukken: in- of uitschakelen van het audiosysteem
Draaien: regelen van het volume
Toets AM/FM
Voorkeuzetoetsen
Knop TUNE•SELECT
Aanpassen van de frequentie
Dempen
Zoeken van frequentie
1 Zoek de gewenste zender door de
knop TUNE•SELECT te draaien of
door te drukken op de toets > of <
van de toets SEEK•TRACK.
2 Houd een van de voorkeuzetoetsen
waaronder u de zender wilt
opslaan, ingedrukt totdat u een
piepsignaal hoort.
■Ontvangstgevoeligheid
●Het is niet altijd m ogelijk radiosignalen per-
fect te ontvangen vanwege de steeds wis-
selende positie van de antenne,
verschillen in signaalsterkte en de aanwe-
zigheid van objecten in de omgeving als
treinen, zendstations, enz.
●De radioantenne is bevestigd op het dak.
Bediening radio
Druk op de toets MODE totdat AM of FM wordt weergegeven.
Bedieningspaneel
Vastleggen van
voorkeuzezenders
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 507 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
515
5
5-5. Gebruik van een extern apparaat
Audiosysteem
COROLLA_TMUK_EE
1
Druk op (Browse) (bladeren)
om de iPod-afspeelmodus te selec-
teren. 2
Door de knop TUNE•SELECT
rechtsom te draaien verandert de
afspeelmodus als volgt: “Playlists”
(afspeellijsten) →“Artists” (arties-
ten) →“Albums” →“Songs” (num-
mers) →“Genres” →“Composers”
(componisten) →“Radio” →“Audio-
books” (audioboeken) →“Pod-
casts”→“iTunes U”
3 Druk op de knop om de gewenste
afspeelmodus te selecteren.
■Lijst afspeelmodus
Selecteren van een
afspeelmodus
AfspeelmodusEerste selectieTweede selectieDerde selectieVierde selectie
AfspeellijstenSelectie
afspeellijstenSelectie
nummers--
ArtistsSelectie artiestenSelectie albumsSelectie
nummers-
AlbumsSelectie albumsSelectie
nummers--
SongsSelectie num-
mers---
GenresSelectie genresSelectie artiestenSelectie albumsSelectie
nummers
ComposersSelectie
componistenSelectie albumsSelectie
nummers-
RadioZenders---
AudiobooksSelectie audio-
boekenSelecteren van
hoofdstuk--
PodcastsProgramma'sSelectie
afleveringen--
iTunes UCursussenSelectie
afleveringen--
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 515 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
553
5
5-10. Bluetooth
®
Audiosysteem
COROLLA_TMUK_EE
WAARSCHUWING
■Tijdens het rijden
Gebruik de draagbare audiospeler of
mobiele telefoon niet en probeer geen ver-
binding te maken met het Bluetooth
®-sys-
teem.
■Waarschuwing met betrekking tot
beïnvloeding van elektronische
apparatuur
●Uw audiosysteem is uitgerust met
Bluetooth®-antennes. Mensen met
geïmplanteerde pacemakers,
CRT-pacemakers of geïmplanteerde
hartdefibrillatoren moeten voldoende
afstand bewaren tot de
Bluetooth
®-antennes. Radiogolven kun-
nen de werking van dergelijke appara-
tuur beïnvloeden.
●Alvorens Bluetooth®-apparaten te
gebruiken, moeten gebruikers van
medische apparatuur anders dan geïm-
planteerde pacemakers, CRT-pacema-
kers en geïmplanteerde
hartdefibrillatoren contact opnemen met
de fabrikant of leverancier van deze pro-
ducten om te informeren of radiosigna-
len invloed uitoefenen op deze
apparatuur. Radiogolven kunnen onver-
wachte effecten hebben op de werking
van dergelijke medische apparatuur.
OPMERKING
■Bij het verlaten van de auto
Laat uw draagbare audiospeler of mobiele
telefoon niet achter in de auto. De tempe-
ratuur in de auto kan hoog oplopen, waar-
door uw draagbare audiospeler of mobiele
telefoon beschadigd kan raken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 553 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
589
6
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
Voorzieningen in het interieur
COROLLA_TMUK_EE
■De draadloze lader kan worden bediend
als
Het contact staat in stand ACC of AAN.
■Draagbare apparaten die kunnen wor-
den geladen
●Draagbare apparaten die compatibel zijn
met de Qi draadloze-laadstandaard kun-
nen worden geladen met de draadloze
lader. Compatibiliteit met alle apparaten
die aan de Qi draadloze-laadstandaard
voldoen is echter niet gegarandeerd.
●De draadloze lader is ontworpen voor het
leveren van een laag vermogen (5 W of
lager) aan een mobiele telefoon, smart-
phone of ander draagbaar apparaat.
■Wanneer er een hoesje om het draag-
bare apparaat zit of wanneer er een
accessoire aan is bevestigd
Laad het draagbare apparaat niet wanneer er
een hoesje om het draagbare apparaat zit of
wanneer er een accessoire aan is bevestigd
die niet Qi-compatibel is. Afhankelijk van het
type hoesje en/of accessoire kan het zijn dat
het laden van het draagbare apparaat niet
mogelijk is. Als het draagbare apparaat op
het laadgebied is geplaatst en niet wordt
geladen, verwijder dan het hoesje en/of het
accessoire.
■Als er tijdens het laden ruis is te horen
bij AM-radio-uitzendingen
Schakel de draadloze lader uit en controleer
of de ruis is afgenomen. Als de ruis is afge-
nomen, druk dan gedurende 2 seconden op
de voedingsschakelaar van de draadloze
lader. De frequentie van de draadloze lader
wordt gewijzigd en de ruis neemt mogelijk af.
Wanneer de frequentie wordt gewijzigd, knip-
pert de werkingsindicator (oranje) 2 maal.
■Voorzorgsmaatregelen bij opladen
●Als de elektronische sleut el niet in het inte-
rieur kan worden gesignaleerd, kan er niet
worden geladen. Wanneer een portier
wordt geopend en gesloten, wordt het
laden mogelijk tijdelijk onderbroken.
●Tijdens het laden worden de draadloze
lader en het draagbare apparaat warm.
Dit duidt niet op een storing. Wanneer een
draagbaar apparaat tijdens het laden warm
wordt en het laden stopt als gevolg van de
beschermingsfunctie van het draagbare
apparaat, wacht dan tot het draagbare
apparaat is afgekoeld en laad dan
opnieuw.
■Geluid gegenereerd tijdens de bedie-
ning
Wanneer de voedingsschakelaar wordt inge-
schakeld of tijdens het identificeren van een
draagbaar apparaat, zijn er mogelijk wer-
kingsgeluiden te horen. Dit duidt niet op een
storing.
■Schoonmaken van de draadloze lader
→ Blz. 597
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Wanneer een draagbaar apparaat wordt
opgeladen, dient de bestuurder uit veilig-
heidsoverwegingen het draagbare appa-
raat niet te bedienen tijdens het rijden.
■Waarschuwing met betrekking tot
beïnvloeding van elektronische
apparatuur
Mensen met geïmplanteerde pacema-
kers, CRT-pacemakers, geïmplanteerde
hartdefibrillatoren of andere elektrische
medische apparaten dienen hun arts te
raadplegen m.b.t. het gebruik van de
draadloze lader. De werking van de draad-
loze lader heeft mogelijk invloed op de
medische apparaten.
■Voorkomen van schade en brand-
wonden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Anders kan er brand of een storing
of schade ontstaan in de apparatuur en
kunnen brandwonden ontstaan als gevolg
van hitte.
●Plaats tijdens het laden geen metalen
voorwerpen tussen het laadgebied en
het draagbare apparaat.
●Breng geen metaalhoudende voorwer-
pen, zoals aluminium stickers, aan op
het laadgebied.
●Dek de draadloze lader tijdens het laden
niet af met een doek of ander voorwerp.
●Probeer geen draagbare apparaten op
te laden die niet compatibel zijn met de
Qi draadloze-laadstandaard.
●Breng geen wijzigingen aan de draad-
loze lader aan en wijzig of verwijder
hem niet.
●Oefen geen kracht uit of de draadloze
lader en stel hem niet bloot aan stoten.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 589 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
5906-4. Overige voorzieningen in het interieur
COROLLA_TMUK_EE
OPMERKING
■Omstandigheden waaronder de
draadloze lader mogelijk niet goed
werkt
In de volgende situaties werkt de draad-
loze lader mogelijk niet goed:
●Wanneer een draagbaar apparaat volle-
dig is geladen
●Wanneer zich verontreinigingen bevin-
den tussen het laadgebied en het
draagbare apparaat
●Wanneer een draagbaar apparaat tij-
dens het laden heet wordt
●Wanneer een draagbaar apparaat op
het laadgebied is geplaatst met het
laadoppervlak naar boven gericht
●Wanneer een draagbaar apparaat niet
in het midden van het laadgebied is
geplaatst
●Wanneer de auto zich in de buurt
bevindt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radio-
zender, videowall, luchthaven of andere
locatie waar sterke radiogolven of elek-
tromagnetische velden aanwezig zijn
●Wanneer het draagbare apparaat tegen
een van de volgende metalen voorwer-
pen wordt gehouden of erdoor wordt
bedekt:
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbe-
diening (die radiogolven uitzenden) dan
die van uw auto in de buurt gebruikt
worden.
Als in andere dan de hierboven genoemde
situaties de draadloze lader niet goed
werkt of als de werkin gsindicator knippert,
is de draadloze lader mogelijk defect.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Voorkomen van storingen of schade
aan gegevens
●Houd tijdens het laden geen magneti-
sche kaarten (zoals creditcards) of mag-
netische opslagmedia in de buurt van
de draadloze lader. Anders kunnen
onder invloed van magnetisme gege-
vens verloren gaan.
Houd ook precisie-onderdelen zoals
polshorloges uit de buurt van de draad-
loze lader, aangezien deze voorwerpen
defect kunnen raken.
●Laat draagbare apparaten niet in de
auto achter. De temperatuur in de auto
kan in de zon hoog oplopen, waardoor
het apparaat beschadigd kan raken.
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Gebruik de draadloze lader niet gedu-
rende lange tijd wanneer de motor is uitge-
schakeld.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 590 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
6147-3. Zelf uit te voeren onderhoud
COROLLA_TMUK_EE
Auto's zonder een volwaardig reser-
vewiel
Vo o r
Auto's met een volwaardig reserve-
wielVo o r
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer
elke 10.000 km van plaats te wisselen om
een gelijkmatig slijtagepatroon en een lan-
gere levensduur van de banden te verkrij-
gen.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschuwingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspannings-
sensoren en -zenders om een lage
bandenspanning te signaleren voordat
deze tot problemen leidt. Als de bandenspanning onder een
bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder door middel van een waar-
schuwingslampje gewaarschuwd.
(→Blz. 657)
■Periodieke controle van de banden-
spanning
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de
bandenspanning niet. Controleer daarom ook
zelf regelmatig de bandenspanning.
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt
het bandenspanningsw aarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet overeenkomt met de
OE-specificaties (O riginal Equipment).
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteu- nende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven waarde.
• Als er banden zonder bandenspannings- sensoren en -zenders worden gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden- spanningssensoren en -zenders niet is
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn.
• Als u een draagbare radio, mobiele tele- foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u
draagt.
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem
(indien aanwezig)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 614 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
732
COROLLA_TMUK_EE
1-1.Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
Als u uw sleutel of mechanische
sleutel bent verloren, kan een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige een nieuwe origi-
nele sleutel of mechanische sleutel
leveren. ( →Blz. 695)
Als u uw sleutels of elektronische
sleutels verloren bent, neemt de
kans dat uw auto wordt gestolen
aanmerkelijk toe. Neem onmiddellijk
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige. ( →Blz. 695)
Is de batterij van de sleutel zwak of
leeg? ( →Blz. 632)
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Staat het contact AAN?
Zorg ervoor dat het contact UIT staat wan-
neer u de portieren vergrendelt. (→ Blz. 311)
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Bevindt de elektronische
sleutel zich in de auto?
Vergrendel de portieren nadat u hebt gecon-
troleerd of u de elektronische sleutel bij u
hebt.
De functie werkt mogelijk niet goed
als gevolg van de radiogolven.
(→Blz. 135, 220)
Is het kinderslot geactiveerd?
Het achterportier kan niet vanaf de binnen-
zijde van de auto worden geopend wanneer
het kinderslot is geactiveerd. Open het ach-
terportier vanaf de buitenzijde en deactiveer
het kinderslot. ( →Blz. 205)
Als u een probleem hebt, contro-
leer dan het volgende voordat u
contact opneemt met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
De portieren kunnen niet wor-
den vergrendeld, ontgrendeld,
geopend of gesloten
U bent uw sleutels verloren
De portieren kunnen niet wor-
den vergrendeld of ontgrendeld
Het achterportier kan niet wor-
den geopend
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 732 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM