
4
291
4
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
Rijden
.4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 292
Lading en bagage .................. 299
Rijden met een aanhangwagen.................... 301
4-2. Rijprocedures
Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop) ............................ 308
Startknop (auto's met Smart entry-systeem en
startknop) ............................ 310
Multidrive CVT ....................... 314
Handgeschakelde transmissie .......................... 317
Richtingaanwijzer- schakelaar ........................... 320
Parkeerrem ............................ 321
Brake Hold ............................. 324
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 326
Automatic High Beam-systeem .................... 329
AHS (Adaptive High Beam-systeem) ................... 332
Schakelaar mistlampen ......... 335
Ruitenwissers en -sproeiers .. 336
Achterruitenwisser en -sproeier .............................. 339
4-4. Tanken Openen van de tankdop ........ 3414-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense .............. 343
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . ..................354
LTA (Lane Tracing Assist)....... 361
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ................ 370
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik .................... 378
Dynamic Radar Cruise Control ................................. 389
Cruise control ......................... 399
Snelheidsbegrenzer ............... 402
RSA (Road Sign Assist) ......... 405
Stop & Start-systeem ............. 409
BSM (Blind Spot Monitor)....... 417
Toyota Parking Assist-sensor ....................... 432
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert).......................... 441
PKSB (Parking Support Brake)..................... 446
Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten)... 453
Parking Support Brake- functie (voor voertuigen
die achterlangs rijden) ......... 459
S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem) ...... 463
Rijmodusselectieschakelaar... 491
Uitlaatgasfilter systeem
...........492
Ondersteunende systemen .... 492
4-6. Rijtips
Rijden in de winter.................. 497
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 291 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM

307
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
Handgeschakelde transmissie
Rijd niet in de 6e versnelling, om maxi-
maal te kunnen profiteren van de
motorremwerking en de laadstroom.
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op
een lange, steile helling bij buitentem-
peraturen hoger dan 30°C kan ertoe lei-
den dat de motor oververhit raakt. Als
de koelvloeistoftemperatuurmeter aan-
geeft dat de motor oververhit raakt,
schakel dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand. ( →Blz. 702)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wie-
len van de auto en de aanhangwagen.
Activeer de parkeerrem goed en zet de
selectiehendel in stand P (Multidrive
CVT) en de 1e versnelling of stand R
(handgeschakelde transmissie).
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op.
Anders kunnen zich ongevallen voordoen
die tot ernstig letsel kunnen leiden.
■Voorzorgsmaatregelen bij het rijden
met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhang-
wagen of de maximaal toegestane gewich-
ten niet worden overschreden.
( → Blz. 302)
■Rijsnelheid bij het rijden met een
aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het
rijden met een aanhangwagen niet.
■Voor het afrijden van een lange hel-
ling
Minder snelheid en schakel terug. Schakel
bij het afdalen van een lange of steile hel-
ling echter niet plotseling terug.
■Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of
gedurende een langere periode achtereen
in. Anders kan het remsysteem oververhit
raken of kan de remwerking teruglopen.
■Voorkomen van een ongeval of letsel
●Auto's met compact reservewiel: Rijd
niet met een aanhangwagen wanneer
het compacte reservewiel onder uw
auto is gemonteerd.
●Auto's met bandenreparatieset: Rijd niet
met een aanhangwagen wanneer een
band is gemonteerd die is gerepareerd
met de bandenreparatieset.
●Gebruik de volgende systemen niet bij
het rijden met een aanhangwagen.
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
OPMERKING
■Sluit de aanhangwagenverlichting op
de juiste wijze aan
Onjuiste aansluiting van de aanhangwa-
genverlichting kan schade toebrengen aan
het elektrische systeem van uw auto en
een storing veroorzaken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 307 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM

3144-2. Rijprocedures
COROLLA_TMUK_EE
*: Indien aanwezig
*: Zet de selectiehendel onder normale rijomstandigheden in stand D voor een zo
laag mogelijk brandstofverbruik en een zo
laag mogelijke geluidsproductie.
■Wanneer er wordt gereden met inge-
schakelde cruise control, Dynamic
Radar Cruise Control of Dynamic Radar
Cruise Control met volledig snelheids-
bereik (indien aanwezig)
Ook wanneer de sportmodus wordt ingescha-
keld met als doel op de motor af te remmen,
wordt er niet op de motor afgeremd omdat de
cruise control, Dynamic Radar Cruise Control
of Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik niet wordt uitgeschakeld.
( → Blz. 491)
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling)
→ Blz. 294
■G AI-SHIFT
De G AI-SHIFT-functie schakelt automatisch
een passende versnelling in voor sportief rij-
den overeenkomstig de handelingen van de
bestuurder en de rijomstandigheden. De G
AI-SHIFT-functie werkt automatisch wanneer
de selectiehendel in stand D staat en de
sportmodus is geselecteerd als rijmodus. (De
functie wordt uitgeschakeld als een andere
modus dan de sportmodus wordt geselec-
teerd of als de selectiehendel in stand M
wordt gezet.)
■Na het opladen/aansluiten van de accu
→ Blz. 700
: Houd, terwijl het contact AAN
staat, het rempedaal ingetrapt* en zet
de selectiehendel in een andere stand
Multidrive CVT*
Selecteer de schakelstand op
basis van uw doel en de situatie.
Doel en functie van de scha-
kelstanden
Scha-
kelstandDoel of functie
PParkeren van de auto/starten van de motor
RAchteruit
N
Neutraal
(Toestand waarbij het vermo- gen niet wordt overgebracht)
DNormaal rijden*
M
Sequentiële shiftmatic-sport-modus met 10 versnellingen (→ Blz. 316)
WAARSCHUWING
■Rijden op glad wegdek
Niet abrupt accelereren of schakelen.
Door plotseling afremmen op de motor kan
de auto in een slip raken, wat kan leiden
tot een ongeval.
Bedienen van de
selectiehendel
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 314 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM

343
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
4-5.Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
■PCS (Pre-Crash
Safety-systeem)
→Blz. 354
■LTA (Lane Tracing Assist)*
→Blz. 361
*: Indien aanwezig
■LDA (Lane Departure Alert met
stuurregeling)
*
→Blz. 370
*: Indien aanwezig
■AHS (Adaptive High Beam-sys-
teem)
*
→Blz. 332
*: Indien aanwezig
■AHB (Automatic High Beam)*
→Blz. 329
*: Indien aanwezig
■RSA (Road Sign Assist)*
→Blz. 405
*: Indien aanwezig
■Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik
*
→Blz. 378
*: Indien aanwezig
■Dynamic Radar Cruise Control*
→Blz. 389
*: Indien aanwezig
Twee soorten sensoren, die zich achter
de grille en de voorruit bevinden, signa-
leren informatie die nodig is voor de
werking van de ondersteunende syste-
men.
Radarsensor
Camera voor
Toyota Safety Sense*
Toyota Safety Sense bestaat uit de
volgende ondersteunende syste-
men en draagt bij aan een veilige
en comfortabele rijervaring:
Ondersteunend systeem
WAARSCHUWING
■Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense is ontworpen om te
werken met als uitgangspunt dat de
bestuurder voorzichtig rijdt om te helpen
de gevolgen van een aanrijding voor de
inzittenden en de auto te beperken of de
bestuurder te assisteren onder normale
rijomstandigheden.
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
aangezien er een grens is aan de mate
van nauwkeurigheid bij de herkenning en
de ondersteunende mogelijkheden die dit
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om
de omgeving van de auto in de gaten te
houden en veilig te rijden.
Sensoren
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 343 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM

361
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
*: Indien aanwezig
LTA (Lane Tracing Assist)*
Als wordt gereden op autowegen
en snelwegen met witte (gele) rij-
strookmarkeringen, waarschuwt
deze functie de bestuurder als de
auto de rijstrook of rijbaan
* dreigt
te verlaten en helpt hij om de auto
op de rijstrook of rijbaan
* te hou-
den door het stuurwiel te bedie-
nen. Daarnaast biedt het systeem
stuurassistentie om de auto in de
rijstrook te houden als de Dyna-
mic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik is
ingeschakeld.
Het LTA-systeem herkent witte
(gele) rijstrookmarkeringen of de
rijbaan
* met behulp van de camera
voor. Het detecteert ook voorlig-
gers met behulp van de camera
voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoep-
rand
WAARSCHUWING
■Voordat u het LTA-systeem gebruikt
●Vertrouw niet uitsluitend op het LTA-sys-
teem. Het LTA-systeem is geen systeem
dat de auto automatisch bestuurt of de
hoeveelheid aandacht die moet worden
besteed aan het gebied vóór de auto
beperkt. De bestuurder dient altijd volle-
dige verantwoordelijkheid te nemen
voor een veilig rijgedrag door de omge-
ving steeds goed in de gaten te houden
en het stuurwiel te bedienen om de rij-
richting van de auto te corrigeren. De
bestuurder moet ook zorgen voor vol-
doende pauzes als hij moe is, bijvoor-
beeld als hij langere tijd heeft gereden.
●Als u niet op de juiste manier rijdt en niet
goed oplet, kunt u een ongeval veroor-
zaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
●Als u het LTA-systeem niet gebruikt, zet
het systeem dan uit met de toets LTA.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LTA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets
LTA om het systeem uit te schakelen. Als u
dat wel doet, kan dat leiden tot een onge-
val, met ernstig letsel tot gevolg.
●Er wordt gereden op een wegdek dat
glad is door regenachtig weer, sneeuw-
val, vorst, enz.
●Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
●Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
●Er wordt gereden in een tijdelijke rij-
strook of een smalle rijstrook door weg-
werkzaamheden.
●Er wordt gereden in een gebied met
wegwerkzaamheden.
●Er is/zijn een reservewiel, sneeuwkettin-
gen, enz. gemonteerd.
●Als de banden erg versleten zijn of als
de bandenspanning te laag is.
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 361 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM

3664-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
■Lane Centering-functie
Deze functie is gekoppeld aan het
Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem met volledig snelheidsbereik en
levert de benodigde assistentie door
het stuurwiel te bedienen om de auto
op zijn huidige rijstrook te houden.
Als het Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem met volledig snelheidsbereik niet
werkt, werkt de Lane Centering-functie niet.
In gevallen waarin de witte (gele) rijstrook-
markeringen niet (goed) zichtbaar zijn, bij-
voorbeeld wanneer u in een file staat, treedt
deze functie in werking om te helpen een
voorligger te volgen door de positie van die
voorligger in de gaten te houden.
Als het systeem signaleert dat het stuurwiel
een bepaalde periode niet bediend is of dat
het stuurwiel niet stevig wordt vastgehou-
den, wordt een waarschuwing weergegeven
op het multi-informatiedisplay en wordt de
functie tijdelijk uitgeschakeld.
Druk op de toets LTA om het LTA-sys-
teem in te schakelen.
Het controlelampje LTA gaat branden en er
wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets LTA om het
LTA-systeem uit te schakelen.
Als het LTA-systeem wordt in- of uitgescha-
keld, blijft de status van het LTA-systeem de
volgende keer dat de motor wordt gestart
ongewijzigd.
Controlelampje LTA
Aan de hand van de verlichtingsstatus van
de indicator wordt de bestuurder geïnfor-
meerd over de bedrijfsstatus van het sys-
teem.
Brandt wit: LTA-systeem is in werking.
Inschakelen van het
LTA-systeem
Meldingen op het multi-infor-
matiedisplay
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 366 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM

3684-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE Wanneer het display voor rijden met de volg-
regeling wordt weergegeven en de voorlig-
ger in beweging is, beweegt uw auto zich
mogelijk op dezelfde wijze. Houd uw omge-
ving altijd goed in de gaten te houden en
bedien indien nodig het stuurwiel om de rij-
richting van de auto te corrigeren en de vei-
ligheid te garanderen.
■Voorwaarden voor werking van de func-
ties
●Lane Departure Alert-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
*1
• Het systeem herkent witte (gele) rijstrook-markeringen of een rijbaan*2. (Wanneer
slechts aan één zijde een witte [gele] mar-
kering of een rijbaan
*2 wordt herkend,
werkt het systeem uitsluitend voor de her-
kende zijde.)
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet
bediend.
(Auto's met BSM: Behalve wanneer een
ander voertuig zich op de rijstrook bevindt
aan de zijde van de bediende richtingaanwij-
zer)
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( →Blz. 370)
*1: De functie werkt zelfs als de rijsnelheid
lager is dan ongeveer 50 km/h terwijl de
Lane Centering-functie in werking is.
*2: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
●Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan
alle werkingsvoorwaarden voor de Lane
Departure Alert-functie wordt voldaan, maar
ook aan alle onderstaande voorwaarden.
• De instelling voor “Steering Assist”
(stuurassistentie) in van het
multi-informatiedisplay is ON (aan).
(→ Blz. 719) • Er wordt niet in een vastgestelde mate of
sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( →Blz. 369)
●Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• De instelling voor “Sway Warning” (waar-
schuwing voor slingeren) in van het
multi-informatiedisplay is ON (aan).
(→ Blz. 719)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( →Blz. 370)
●Lane Centering-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De instelling voor “Steering Assist” (stuurassistentie) en “Lane Centre” (mid-
den rijstrook) in van het multi-informa-
tiedisplay is ON (aan). ( →Blz. 719)
• Deze functie herkent wi tte (gele) rijstrook-
markeringen of de positie van een voorlig-
ger (behalve bij kleine voorliggers, zoals
een motorfiets).
• De Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik werkt in de afstands-
regelmodus.
• De breedte van de rijstrook is ongeveer 3 - 4 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet
bediend.
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( →Blz. 370)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 368 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM

3784-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
●“Lane Departure Alert Unavailable” (Lane
Departure Alert niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld als
gevolg van een storing in een andere sensor
dan de camera voor. Schakel het LDA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het
LDA-systeem weer in.
●“Lane Departure Alert Unavailable at Cur-
rent Speed” (Lane Departure Alert niet
beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van
het LDA-systeem. Rijd langzamer.
●“Lane Departure Alert Unavailable Below
Approx. 50km/h” (Lane Departure Alert niet
beschikbaar bij snelheid onder de 50 km/h)
Het LDA-systeem kan niet worden gebruikt
omdat de rijsnelheid lager is dan ongeveer
50 km/h. Rijd met een snelheid van ongeveer
50 km/h of hoger.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden
gewijzigd. ( →Blz. 719)
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
Dynamic Radar Cruise
Control met volledig
snelheidsbereik
*
Wanneer de afstandsregelmodus
is ingeschakeld, accelereert, dece-
lereert en stopt de auto automa-
tisch overeenkomstig de
veranderingen in snelheid van de
voorligger, zelfs wanneer het gas-
pedaal niet wordt ingetrapt. In de
constante-snelheidsregelmodus
rijdt de auto met een constante
snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbe-
reik op autowegen en snelwegen.
Afstandsregelmodus ( →Blz. 381)
Constante-snelheidsregelmodus
(→ Blz. 385)
Systeemonderdelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 378 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM