
4INHOUDSOPGAVE
COROLLA_TMUK_EE
6-1. Gebruik van de airconditioning  en de achterruitverwarming
Handmatig bediende airconditioning ....................... 556
Automatische airconditioning ... 561
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming .................... 568
6-2. Gebruik van de  interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting.... 570
6-3. Gebruik van de  opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden ............ 573
Voorzieningen in de  bagageruimte......................... 576
6-4. Overige voorzieningen  in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur............................ 585
7-1. Onderhoud en verzorging Reinigen en beschermen van het exterieur van uw auto ...... 594
Reinigen en beschermen van  het interieur van uw auto ....... 596
7-2. Onderhoud Onderhoud en reparatie ........... 599
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren onderhoud .. 601
Motorkap .................................. 602
Plaatsen van een garagekrik ... 603
Motorruimte .............................. 605
Banden..................................... 612
Bandenspanning ...................... 627
Velgen ...................................... 628
Interieurfilter ............................. 630
Batterij afstandsbediening/ elektronische sleutel .............. 632
Controleren en vervangen  van zekeringen ...................... 635
Lampen .................................... 6388-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten.................. 644
Als uw auto in geval van nood  tot stilstand moet worden 
gebracht ................................. 644
Als de auto vastzit in  stijgend water......................... 645
8-2. Stappen die genomen moeten  worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden gesleept ................................. 647
Als u denkt dat er iets mis is .... 651
Uitschakelsysteem  brandstofpomp ....................... 652
Als een waarschuwingslampje  gaat branden of een 
waarschuwingszoemer klinkt . 653
Als er een  waarschuwingsmelding 
wordt weergegeven ............... 662
Als uw auto een lekke band  heeft (auto's met een 
bandenreparatieset)............... 664
Als uw auto een lekke band  heeft (auto's met een 
reservewiel) ........................... 681
Als de motor niet wil  aanslaan ................................ 693
Als u uw sleutels verliest .......... 695
Als de elektronische sleutel  niet goed werkt ...................... 695
A
ls de accu ontladen is ............ 697
Als de motor oververhit raakt ... 702
Als de auto vast komt te  zitten ...................................... 704
6Voorzieningen in het interieur
7Onderhoud en verzorging
8Bij problemen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page  4  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

559
6
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
COROLLA_TMUK_EE
Druk op de toets voor de achterruit- en 
buitenspiegelverwarming.
Als de toets achterruit- en buitenspiegelver-
warming is ingeschakeld, brandt het contro-
lelampje op de toets achterruit- en 
buitenspiegelverwarming.
De achterruit- en bui
tenspiegelverwarming 
wordt na een tijdje automatisch uitgescha-
keld.
■Beslaan van de ruiten
●Auto's met aircoschakelaar: De ruiten zul-
len gemakkelijk besl aan als de luchtvoch-
tigheid in de auto hoog is. Als u de 
aircoschakelaar insc hakelt, wordt de lucht 
die via de uitstroomopeningen stroomt, 
ontvochtigd en wordt de voorruit efficiënt 
ontwasemd.
●Auto's met aircoschakelaar: Als u de airco-
schakelaar uitschakelt, zullen de ruiten 
mogelijk sneller beslaan.
●De ruiten zullen mogelijk beslaan als de 
recirculatiemodus  is ingeschakeld.
■Bij het rijden op stoffige wegen
Sluit alle ruiten. Als er na het sluiten van de 
ruiten nog altijd stof wordt aangezogen, zet 
dan de luchttoevoerregeling in de buiten-
luchtmodus en schakel de aanjager in.
■Buitenlucht-/recirculatiemodus
●Het wordt aangeraden om de recirculatie-
modus tijdelijk in te schakelen om te voor-
komen dat er vuile lucht wordt aangevoerd.
●Auto's met aircoschakelaar: Wanneer tij-
dens het koelen de re circulatiemodus 
wordt ingeschakeld, wordt ook het interieur 
van de auto effectief gekoeld.
■Wanneer de buitentemperatuur tot bijna 
0°C daalt (auto's met aircoschakelaar)
De ontvochtigingsfuncti e werkt mogelijk niet, 
zelfs niet wanneer de toets A/C wordt inge-
drukt.
■Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenluchtmo-
dus om frisse lucht binnen te laten.
●Tijdens het gebruik kunnen verschillende 
geuren van binnen en buiten de auto in het 
airconditioningsysteem terechtkomen. Dit 
kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit 
de uitstroomopeningen komt niet lekker 
ruikt.
●We raden u aan het airconditioningsys-
teem in de buitenluchtmodus te zetten 
voordat u de motor uitschakelt.
●Bij het parkeren schakelt het systeem 
automatisch de buitenluchtmodus in voor 
een betere luchtcirculatie in de auto, wat 
helpt om geuren bij het starten van de auto 
te verminderen.
■Interieurfilter
→ Blz. 630
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorruitont-
waseming niet in combinatie met koele 
lucht bij zeer vochtig weer. Het verschil 
tussen de buitentemperatuur en de tempe-
ratuur van de voorruit zorgt ervoor dat de 
buitenkant van de voorruit beslaat, waar-
door het zicht wordt belemmerd.
■Als de buitenspiegelverwarming 
ingeschakeld is
Raak het oppervlak van de buitenspiegels 
niet aan, omdat dit heet kan worden en 
brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 
accu
Laat de airconditioning niet langer inge-
schakeld dan noodzakelijk is als de motor 
niet draait.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 559  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

565
6
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
COROLLA_TMUK_EE
■Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenluchtmo-
dus om frisse lucht binnen te laten.
●Tijdens het gebruik kunnen verschillende 
geuren van binnen en buiten de auto in het 
airconditioningsysteem terechtkomen. Dit 
kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit 
de uitstroomopeningen komt niet lekker 
ruikt.
●Het voorkomen van mogelijke geuren:
• We raden u aan het airconditioningsys- teem in de buitenluchtmodus te zetten 
voordat u de motor uitschakelt.
• Mogelijk wordt het inschakelen van de  aanjager direct nadat de airconditioning in 
de automatische modus wordt ingescha-
keld even vertraagd.
●Bij het parkeren schakelt het systeem 
automatisch de buitenluchtmodus in voor 
een betere luchtcirculatie in de auto, wat 
helpt om geuren bij het starten van de auto 
te verminderen.
■Interieurfilter
→ Blz. 630
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast 
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 719)
1 Druk op de schakelaar voor de 
automatische modus.
2 Wijzig de ingestelde temperatuur.
3 Druk op de schakelaar OFF om de 
procedure te beëindigen.
Als de instelling van de aanjagersnel-
heid of de luchtcirculatiemodi worden 
bediend, dooft het controlelampje van 
de automatische modus. De automati-
sche modus blijft echter ingeschakeld 
voor de andere functies dan die worden 
bediend.
■Gebruik van de automatische modus
De aanjagersnelheid wordt automatisch 
geregeld op basis van de gekozen tempera-
tuur en de omgevingscondities.
Direct na het indrukken van de schakelaar 
voor de automatische modus kan de aanja-
ger even worden uitgeschakeld tot er vol-
doende warme of koude lucht voorhanden is.
Voorkomen van ijsvorming op de voor-
ruit en de ruitenwisserbladen.
Als de schakelaar voorruitverwarming is 
ingeschakeld, brandt het controlelampje op 
de schakelaar voorruitverwarming.
De voorruitverwarming wordt na een tijdje 
automatisch uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorruitont-
waseming niet in combinatie met koele 
lucht bij zeer vochtig weer. Het verschil 
tussen de buitentemperatuur en de tempe-
ratuur van de voorruit zorgt ervoor dat de 
buitenkant van de voorruit beslaat, waar-
door het zicht wordt belemmerd.
■Als de buitenspiegelverwarming 
ingeschakeld is
Raak het oppervlak van de buitenspiegels 
niet aan, omdat dit heet kan worden en 
brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 
accu
Laat de airconditioning niet langer inge-
schakeld dan noodzakelijk is als de motor 
niet draait.
Gebruik van de automatische 
modus
Voorruitverwarming 
(indien aanwezig)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 565  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

6027-3. Zelf uit te voeren onderhoud
COROLLA_TMUK_EE
1 Trek de ontgrendelingshendel van 
de motorkap naar u toe.
De motorkap zal iets omhoog springen.
2Trek de veiligheidshaak naar links 
en open de motorkap.
WAARSCHUWING
●Laat geen brandbare voorwerpen, zoals 
een stuk papier of een doek, achter in 
de motorruimte.
●Rook niet, veroorzaak geen vonken en 
voorkom open vuur in de buurt van 
brandstof of de accu. De brandstof- en 
accudampen zijn licht ontvlambaar.
●Wees uiterst voorzichtig als u aan de 
accu werkt. De accu bevat namelijk het 
giftige en corrosieve zwavelzuur.
●Wees voorzichtig, want remvloeistof is 
gevaarlijk voor uw handen en ogen en 
kan gelakte oppervlakken beschadigen. 
Als u remvloeistof op uw handen of in 
uw ogen krijgt, spoel  ze dan onmiddellijk 
met schoon water.
Raadpleeg een arts als u last blijft hou-
den.
■Werkzaamheden bij de elektrische 
koelventilatoren of de radiateur
Zorg ervoor dat het contact UIT staat.
Wanneer het contact AAN staat, kunnen 
de elektrische koelventilatoren automa-
tisch worden ingeschakeld als de aircondi-
tioning wordt ingeschakeld en/of als de 
koelvloeistoftemperatuur hoog is. 
( → Blz. 609)
■Veiligheidsbril
Draag een veiligheidsbril om uw ogen te 
beschermen tegen rondvliegend of vallend 
materiaal, een straal vloeistof, enz.
OPMERKING
■Wanneer u het luchtfilter verwijdert
Rijden zonder luchtfilter kan leiden tot 
overmatige motorslijtage door vuil in de 
inlaatlucht.
■Als het vloeistofniveau te laag of te 
hoog is
Het is normaal dat het remvloeistofniveau 
iets lager wordt door slijtage van de rem-
blokken of door een hoog vloeistofniveau 
in de accumulator.
Als het reservoir regelmatig moet worden 
bijgevuld, kan dit duiden op een serieus 
probleem.
Motorkap
Openen van de motorkap
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 602  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

607
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
COROLLA_TMUK_EE
1
Verwijder de olievuldop door deze 
linksom te draaien.
2 Giet beetje voor beetje motorolie in 
de vulopening en controleer onder-
tussen het oliepeil steeds door mid-
del van de peilstok.
3 Plaats de olievuldop door deze 
rechtsom te draaien.
■Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde hoe-
veelheid motorolie verbruikt. In de volgende 
situaties neemt het olieverbruik mogelijk toe 
en moet er mogelijk tussen de onderhoudsin-
tervallen motorolie worden bijgevuld.
●Als de motor nog nieuw is, bijvoorbeeld 
direct na aanschaf van de auto of nadat de 
motor is vervangen
●Als een lagere kwaliteit motorolie of motor-
olie met een verkeerde viscositeit wordt 
gebruikt
●Bij het rijden met hoge motortoerentallen, 
met een zwaar beladen auto, met een aan-
hangwagen of bij veelvuldig optrekken en 
afremmen
●Als de motor langdurig stationair draait, of 
bij veelvuldig rijden in druk verkeer
■Na het verversen van de motorolie
Het indicatiesysteem motorolie verversen 
moet worden gereset. Ga als volgt te werk:
1 Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel 
om   te selecteren. 2
Druk op   of   om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selecteren 
en houd vervolgens   ingedrukt.
3 Druk op   of   om “Oil Mainte-
nance” (verversen motorolie) te selecte-
ren en druk vervolgens op  .
4 Druk op   of   om “Yes” (ja) te 
selecteren en druk vervolgens op  .
Er wordt een melding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay wanneer de resetpro-
cedure is voltooid.
WAARSCHUWING
■Afgewerkte motorolie
●Afgewerkte motorolie bevat schadelijke 
stoffen die huidaandoeningen zoals ont-
steking of huidkanker kunnen veroorza-
ken. Wees daarom voorzichtig en 
vermijd langdurig en herhaaldelijk con-
tact met de huid. Verwijder afgewerkte 
motorolie door goed met water en zeep 
te wassen.
●Voer afgewerkte motorolie en gebruikte 
oliefilters op een veilige en acceptabele 
manier af. Gooi afgewerkte motorolie en 
gebruikte oliefilters nooit weg in de vuil-
nisbak, in het riool of zomaar ergens.
Neem contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur, 
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige, tank-
station of een automaterialenzaak voor 
meer informatie over recycling of afvoe-
ren.
●Houd motorolie buiten het bereik van 
kinderen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 607  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

6307-3. Zelf uit te voeren onderhoud
COROLLA_TMUK_EE
 Gebruik uitsluitend de wielmoeren 
van Toyota en de juiste wielmoer-
sleutel voor uw lichtmetalen velgen.
 Controleer de wielmoeren na de eer-
ste 1.600 km telkens als een band is 
verwisseld, een band is gerepareerd 
of is vervangen.
 Pas op dat lichtmetalen velgen niet 
beschadigd raken als u sneeuwket-
tingen gebruikt.
 Bij het balanceren moet gebruik wor-
den gemaakt van Toyota- of gelijk-
waardige balanceergewichtjes, die 
geplaatst dienen te worden met een 
kunststof of rubber hamer. 1
Zet het contact UIT.
2 Open het dashboardkastje. Maak 
de demper los.
3 Duw het dashboardkastje aan de 
zijde die zich het dichtst bij het por-
tier bevindt naar binnen om de klau-
wen vrij te maken. Trek vervolgens 
het dashboardkastje naar buiten en 
maak de onderste klauwen vrij.
Voorzorgsmaatregelen met 
betrekking tot lichtmetalen 
velgen (indien aanwezig)Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelmatig 
worden vervangen om de optimale 
werking van de airconditioning te 
behouden.
Verwijderen van het interieurfil-
ter
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 630  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

631
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
COROLLA_TMUK_EE
4
Ontgrendel de afdekkap van het fil-
ter ( ), haal de afdekkap van het 
filter uit de klauwen ( ) en verwij-
der de afdekkap van het filter.
5 Verwijder de filterhouder.
6 Verwijder het interieurfilter uit de fil-
terhouder en vervang het.
Plaats het filter en de filterhouder met de 
aanduiding  UP naar boven gericht.
■Controle-interval
Vervang het interieurfilter volgens het onder-
houdsschema. In gebieden met veel stof of 
met veel verkeer moet vervanging vaker 
plaatsvinden. (Zie het onderhoudsboekje of 
het garantieboekje voor het onderhouds-
schema.)
■Als er te weinig lucht uit de ventilatie-
roosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer het 
filter en vervang het indien nodig.
AB
OPMERKING
■Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of het interieurfilter aanwezig 
is.
Als de airconditioning zo nder filter gebruikt 
wordt, kan het systeem beschadigd raken.
■Voorkomen van schade aan de afdek-
kap van het filter
Oefen bij het bewegen van de afdekkap 
van het filter in de richting van de pijl om 
de bevestiging los te nemen, geen over-
matige kracht uit op de klauwen. Anders 
kunnen de klauwen beschadigd raken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 631  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 

735Alfabetische index
COROLLA_TMUK_EE
Alfabetische index
A
Aan audiosysteem gekoppelde weergave ....................... 121
Aan navigatiesysteem  gekoppelde weergave ............... 121, 124
Aan/uit-schakelaar airbag...................... 45
ABS (antiblokkeersysteem) ................. 492 Waarschuwingslampje ...................... 655
ACA (Active Cornering Assist) ............ 493
Accessoireaansluiting ......................... 585
Accu Accu controleren ............................... 609
Als de accu ontladen is ..................... 697
Voorbereidingen en controles bij rijden in de winter ....................... 497
Waarschuwingslampje ...................... 654
Achterklep ............................................. 206
Achterlichten
Lichtschakelaar ................................. 326
Lampen vervangen ........................... 639
Achterruitenwisser ............................... 339
Achterruitverwarming Buitenspiegels ........................... 558, 564
Achterruit ................................... 558, 564
Voorruit ...................................... 558, 563
Achterstoelen ....................................... 274
Hoofdsteunen .................................... 276
Stoelverwarming ............................... 568
Achteruitrijlicht
Lampen vervangen ........................... 639
Actieradius .................................... 119, 120
Active Cornering Assist (ACA)............ 493
Actueel brandstofverbruik................... 119
Adaptive High Beam-systeem ............. 332
Afdekplaat ............................................. 577
Afmetingen............................................ 708
Afstand .................................................. 122
Afstand tot de motorolie moet  worden ververst ......................... 108, 114
Afstandsbediening Energiebesparende functie ............... 220
Vergrendelen/ontgrendelen ............... 134
Batterij vervangen ............................. 632 Airbags
Aan/uit-schakelaar airbag ................... 45
Voorwaarden voor activering 
van airbags ....................................... 38
Voorzorgsmaatregelen airbag 
voor kinderen ................................... 40
De juiste houding achter het stuur ...... 31
Voorwaarden voor activering  curtain airbags .................................. 38
Voorzorgsmaatregelen curtain  airbags ............................................. 40
Algemene voorzorgs maatregelen airbags......................... 40
Plaats van airbags .............................. 36
Wijzigingen aan en 
afvoeren van airbags ........................ 42
Voorwaarden voor activering 
side airbags ...................................... 38
Voorzorgsmaatregelen side airbags ... 40
Voorwaarden voor activering van  de side airbags en curtain airbags ... 38
Voorzorgsmaatregelen side airbags  en curtain airbags ............................. 40
Airbags................................................ 36
Waarschuwingslampje SRS.............. 654
Airconditioning Interieurfilter ...................................... 630
Automatische airconditioning ............ 561
Geconcentreerde luchtcirculatiemodus voorstoel 
(S-FLOW-modus) ........................... 566
Handmatig bediende  airconditioning ................................ 556
Alarm Alarm .................................................. 99
Waarschuwingszoemer..................... 653
Alarmknipperlichten ............................ 644
Antennes (Smart entry-systeem  met startknop) ................................... 218
Antiblokkeersysteem (ABS) ................ 492 Waarschuwingslampje ...................... 655
Antidiefstalsysteem
Alarm .................................................. 99
Supervergrendeling ............................ 98
Startblokkering .................................... 81
Armsteun .............................................. 591
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 735  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM