7437-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E
7
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte rese rvewiel (indien aanwezig)
● Houd er rekening mee dat het compacte reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een andere
auto.
● Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onder uw auto.
● Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een standaardband.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en schakel-
handelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
■ Gebruik van het compacte rese rvewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
*: Indien aanwezig
■ Snelheidsbeperking bij gebruik van he t compacte reservewiel (indien aanwe-
zig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een ongeval en ernstig
letsel.
■ Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het geree dschap en de krik weer goed zijn opgeborgen
en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorwerpen bij een aanrijding
of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
•EPS
• Automatic High Beam-systeem
*
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
• LTA (Lane Tracing Assist)
• Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik
*
• Cruise control*• BSM (Blind Spot Monitor)*
• Toyota Parking Assist-sensor*
• S-IPA (Simple Intelligent ParkingAssist-systeem)*
• Rear View Monitor-systeem*
• Navigatiesysteem*
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 74 3 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
7447-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over one ffenheden in het wegdek heen als het compacte reser-
vewiel onder de auto gemonteerd is. (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorzichtig bij het rijden over
slechte wegen.
■ Rijden met sneeuwkettingen en het co mpacte reservewiel (indien aanwezig)
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedrag in negatieve zin
beïnvloeden.
■ Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspanningssen-
soren en -zenders contact op met een erke nde Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige, omdat de
bandenspanningssensoren en -zenders beschadigd kunnen raken als er niet voor-
zichtig mee wordt omgegaan.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer bandenreparatievloeistof
is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren ge kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vervang bij het vervangen van de band de bandenspanningssensor en -zender.
( Blz. 620)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 74 4 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
7848-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E■
Instrumentenpaneel (
Blz. 171)
■Smart entry-systeem met startk nop en afstandsbediening
( Blz. 189, 197, 203)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Sensorgevoeligheid voor ver-
mindering van de helderheid
van het instrumentenpaneel
afhankelijk van de lichtsterkte
buiten
Standaard-2 - 2––O
Sensorgevoeligheid voor
terugzetten van de helder-
heid van het instrumentenpa-
neel op het oorspronkelijke
niveau afhankelijk van de
lichtsterkte buiten
Standaard-2 - 2––O
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Bedieningssignaal (alarm-
knipperlichten)AanUit–OO
OntgrendelenAlle portieren in één keer ont-
grendelen
Bestuurderspor-tier ontgrende-
len in één keer,
overige portie-
ren in twee keer
–OO
Tijd tot na het ontgrendelen,
zonder dat een portier wordt
geopend, de portieren auto-
matisch weer worden ver-
grendeld
30 seconden
60 seconden
–OO
120 seconden
Waarschuwingszoemer
geopend portier (tijdens het
vergrendelen)
AanUit––O
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 78 4 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
7868-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E■
Elektrisch bedienbare ruiten (
Blz. 273)
■Richtingaanwijzerschakelaar ( Blz. 320)
■Automatische verlichting (Blz. 329)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Gekoppelde werking aan
mechanische sleutel (ope-
nen)
UitAan––O
Gekoppelde werking aan
mechanische sleutel (sluiten)UitAan––O
Gekoppelde werking aan
afstandsbediening (openen)UitAan––O
Gekoppelde werking aan
afstandsbediening (sluiten)UitAan––O
Mechanische sleutel, koppe-
ling van werking aan
afstandsbediening (zoemer)AanUit––O
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Aantal keren knipperen bij
het veranderen van rijstrook3
Uit
––O5
7
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Gevoeligheid lichtsensorNiveau 0Niveau -2 - 2–OO
Tijd die verstrijkt voordat de
koplampen uitgaan
(Extended Headlight
Lighting)
30 seconden
60 seconden
––O90 seconden
120 seconden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 78 6 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
7878-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E
8
Voertuigspecificaties
■Toyota Parking Assist-sensor* (Blz. 452)
*: Indien aanwezig
■
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)* ( Blz. 463)
*: Indien aanwezig
■
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)* ( Blz. 365)
*: Indien aanwezig
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Toyota Parking Assist-sensorAanUitO––
Detectieafstand van de zij-
sensoren
*Ve r w e gDichtbij––O
Zoemervolume21 - 3O––
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)AanUitO––
Zoemervolume21 - 3O––
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeurs- instelling
Pre-Crash Safety-systeemAanUitO––
WaarschuwingstijdstipGemiddeldVroegO––Laat
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 78 7 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
798Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E
●Het controlelampje van de veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de voorpassagier hun veiligheidsgordel? (Blz. 686)
●Het waarschuwingslampje van de parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd? ( Blz. 321)
Afhankelijk van de situatie klinken er mogelijk ook andere soorten waarschuwingszoe-
mers. ( Blz. 682, 693)
●Heeft iemand een portier geopend tijdens het instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het alarm klinken. ( Blz. 145)
Zet om het alarm te stoppen het contact AAN of start het hybridesysteem.
●Bevindt de elektronische sleutel zich in de auto?
Controleer de melding op het multi-informatiedisplay. ( Blz. 693)
●Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden of een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven, raadpleeg dan Blz. 682, 693.
Tijdens het rijden klinkt een waarschuwingszoemer
Er wordt een alarm geactiveerd en de claxon klinkt (auto's met
alarmsysteem)
Bij het verlaten van de auto klinkt een waarschuwingszoemer
Er gaat een waarschuwingslampje branden of er wordt een waar-
schuwingsmelding weergegeven
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 79 8 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
801Alfabetische index
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566EAntenne
Smart entry-systeem met
startknop ............................. 203
Antiblokkeersysteem (ABS).... 534 Functie .................................. 534
Waarschuwingslampje .......... 683
Antidiefstalsysteem Alarm..................................... 145
Inbraaksensor ....................... 149
Startblokkering ...................... 128
Supervergrendeling............... 143
Audio-ingang
*
Audiosysteem*
Automatic High Beam- systeem .................................. 334
Automatische airconditioning Automatische airconditioning .................... 550
Climate Preference (klimaatvoorkeur) ................ 553
Interieurfilter .......................... 639
Automatische verlichting ........ 332
Automatische verticale koplampverstelling................ 333 Baby- en kinderzitjes................. 59
Met een bevestigingspunt
voor de bovenste gordel ....... 95
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje ............... 90
Punten om rekening mee te houden ............................. 60
Rijden met kinderen
in de auto.............................. 58
Vastgezet met een onderste ISOfix-bevestigingspunt ....... 93
Vastgezet met een
veiligheidsgordel................... 91
Bagageafdekking ..................... 572
Bagagehaken ........................... 568
Banden ..................................... 618 Als uw auto een lekke band heeft ......... 700, 730
Bandenmaat ......................... 776
Bandenspanning ................... 634
Bandenspannings- waarschuwingssysteem ..... 620
Controle ................................ 618
Reservewiel .................. 730, 776
Sneeuwkettingen .................. 547
Vervangen ............................ 730
Waarschuwingslampje .......... 687
Winterbanden ....................... 545
Wisselen van banden ........... 619
Bandenspanning
Onderhoudsgegevens .......... 776
Waarschuwingslampje .......... 687
B
*: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 80 1 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
802Alfabetische index
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566EBandenspannings-
waarschuwingssysteem
Functie .................................. 620
Initialisatie ............................. 620
Initialisatieprocedures ........... 621
Plaatsen van bandenspanningssensoren
en -zenders......................... 620
Registreren van identificatiecodes ................ 622
Waarschuwingslampje .......... 687
Batterijpakket (tractiebatterij)
Plaats .................................... 121
Specificatie............................ 770
Batterijpakket
(tractiebatterij) ....................... 121
Bekerhouders........................... 567
Belangrijke voorzorgsmaatr egelen in
verband met uitlaatgassen ..... 54
Bevestigingspunten
bovenste gordel....................... 95
Binnenspiegel .......................... 268
Blind Spot Monitor (BSM) ....... 433
Blokkeerschakelaar ruitbediening.......................... 273
Bluetooth
®*
Bougie....................................... 773
Bovenste gordel......................... 95
Brake Assist ............................. 534
Brake Hold-systeem ................ 326
Brake Override-systeem ......... 282
Brandstof
Brandstofmeter ..................... 164
Informatie .............................. 779
Informatie tankstation............ 816
Inhoud ................................... 769
Soort ..................................... 769
Tanken .................................. 346
Uitschakelsysteem voor noodgevallen ...................... 122
Waarschuwingslampje .......... 686 BSM (Blind Spot Monitor) ....... 433
Buitenspiegels ......................... 270
Blind Spot Monitor ................ 433
Buitenspiegelverwarming...... 554
Inklappen .............................. 271
Instellen ................................ 270
Verwarming........................... 554
Claxon....................................... 266
Condensor................................ 608
Consolevak .............................. 565
Contact (startknop) ................. 301 Als uw auto in geval van nood tot stilstand
moet worden gebracht........ 673
Auto power off-functie ........... 303
Starten van het hybridesysteem .................. 301
Wijzigen van de standen van het contact ................... 302
Controlelampjes ...................... 159
Cruise control Cruise control........................ 423
Dynamic Radar Cruise
Control met volledig
snelheidsbereik .................. 406
Curtain airbags .......................... 41
C
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 80 2 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM