6
Overzicht
Plug-in hybridesysteem
1.Benzinemotor
2. Elektromotoren voor en achter (afhankelijk van
de uitvoering)
3. Tractiebatterij
4. 12V-accu's voor accessoires
5. Elektrische automatische transmissie, 8
versnellingen (e-EAT8)
6. Klep van de laadaansluiting
7. Brandstofvulklep
8. Keuzeschakelaar rijstand
9. Kabel voor opladen via een normaal stopcontact
De plug-in hybridetechnologie combineert twee
energiebronnen: de benzinemotor en één of twee
elektromotoren (afhankelijk van de uitvoering).
Deze twee motoren kunnen afzonderlijk of gelijktijdig
werken, afhankelijk van de geselecteerde rijstand en
de rijomstandigheden.
In de stand Electric
wordt de auto volledig elektrisch
aangedreven, en in de stand Hybride alleen als er weinig vermogen wordt gevraagd. De elektromotor
ondersteunt de benzinemotor bij het starten en
accelereren.
Het elektrisch vermogen wordt geleverd door een
oplaadbare tractiebatterij.
Stickers
"Ergonomie en comfort - Extra verwarmings-/
ventilatiesysteem":
Deel
"Ergonomie en comfort - Voorzieningen
vóór - Draadloze smartphonelader":
Delen "Verlichting en zicht - Lichtschakelaar" en
"In geval van pech - Een gloeilamp vervangen":
Deel "Veiligheid - Stoelen - De airbag vóór aan
passagierszijde uitschakelen":
Deel "Veiligheid - ISOFIX-bevestigingen":
i-SizeTOP TETHER
Deel "Rijden - Elektrische parkeerrem":
Deel "Rijden - Stop & Start":
Deel "Praktische informatie - Compatibiliteit van
brandstoffen":
Deel "Praktische informatie - Plug-in
hybridesysteem":
Deel "Praktische informatie - De tractiebatterij
opladen (Plug-in hybride)":
Deel "Praktische informatie - Motorkap":
Deel "In geval van pech - Bandenreparatieset":
17
Instrumentenpaneel
1Bel een pechhulpverlener of voer (3) uit, maar rijd
daarbij niet sneller dan 30 km/h.
Airbag vóór aan passagierszijde (ON)Brandt permanent.De passagiersairbag vóór is geactiveerd.
De schakelaar is in de stand "ON" gezet.
Plaats in dit geval GEEN kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" op de voorpassagiersstoel -
risico op zwaar letsel!
Airbag vóór aan passagierszijde (OFF)Brandt permanent. De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
De schakelaar is in de stand "OFF" gezet.
Er kan een kinderzitje met de rug in de rijrichting
worden geplaatst, tenzij er een probleem met de
airbags is (waarschuwingslampje airbags aan).
Bandenspanning te laagBrandt permanent. De bandenspanning van een of meerdere
banden is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Reset het controlesysteem na het aanpassen van de
bandenspanning.
Waarschuwingslampje voor te lage bandenspanning knippert en brandt
vervolgens permanent, en waarschuwingslampje
Service brandt permanent.
Er is een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem.
Het systeem kan geen lage bandenspanning meer
aangeven. Controleer de bandenspanning zo snel mogelijk en
zie (3).
ParkeerhulpPermanent, in combinatie met een melding
op het scherm en een geluidssignaal.
De functie is uitgeschakeld.
Permanent, in combinatie met het waarschuwingslampje Service, een
melding en een geluidssignaal.
Er is een storing in het systeem.
Zie (3).
Stop & StartBrandt permanent, in combinatie met de weergave van een melding.
Het Stop & Start-systeem is handmatig
uitgeschakeld.
De volgende keer dat de auto tot stilstand komt,
wordt de motor niet afgezet.
Druk op de toets om het Stop & Start -systeem weer
in te schakelen.
Brandt permanent. Het Stop & Start-systeem is automatisch
uitgeschakeld.
De volgende keer dat de auto tot stilstand
komt, wordt de motor niet afgezet bij een
buitentemperatuur:
–
lager dan 0 °C.
–
hoger dan +35 °C.
Raadpleeg de rubriek
Rijden voor meer informatie.
Knippert en brandt vervolgens permanent, in combinatie met een melding.
Er is een storing in het systeem. Zie (3).
Night VisionBrandt permanent.
De functie is geactiveerd, maar de auto
rijdt te snel of de buitentemperatuur valt buiten het
werkingsbereik.
De weergave kan in de functie "Night Vision"
worden gebruikt, maar er wordt geen waarschuwing
gegeven.
Zie het hoofdstuk Verlichting en zicht voor meer
informatie.
GrootlichtassistentBrandt permanent, in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
Er is een storing in een functie of camera
gedetecteerd.
Zie (2).
Mistlampen achterBrandt permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Groene verklikkerlampjes
Stop & Start
Brandt permanent.Wanneer de auto stopt, zet het Stop & Start-
systeem de motor in de STOP-stand.
Knippert tijdelijk. De STOP-stand is momenteel niet
beschikbaar of de START-stand wordt automatisch
geactiveerd.
Raadpleeg de rubriek Rijden voor meer informatie.
95
Veiligheid
5De airbag vóór aan
passagierszijde uitschakelen
Airbag passagierszijde UIT
Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag vóór aan passagierszijde ALTIJD uit
als u een kinderzitje "met de rug in de rijrichting"
op de voorstoel plaatst. Anders kan het kind
ernstig of dodelijk gewond raken wanneer de
airbag wordt geactiveerd.
Auto's zonder schakelaar voor het uit-/ inschakelen
Het is ten strengste verboden om een
kinderzitje met de rug in de rijrichting op de
voorpassagiersstoel te plaatsen - kans op
dodelijk of ernstig letsel bij het afgaan van de
airbag!
De airbag vóór aan passagierszijde uit-
of inschakelen
Bij auto's met dit systeem bevindt de schakelaar zich
aan de zijkant van het dashboard.
Bij afgezet contact:
►
Steek de sleutel in de schakelaar voor de airbag
en draai deze in de stand "OFF" om de airbag uit te
schakelen.
►
Draai de sleutel in de stand "
ON" om de airbag
weer in te schakelen.
Als het contact wordt aangezet:
Dit waarschuwingslampje gaat branden en blijft branden om aan te geven dat de airbag
is uitgeschakeld.
Of
Dit waarschuwingslampje gaat ongeveer 1 minuut branden om aan te geven dat de
airbag is ingeschakeld.
Aanbevolen kinderzitjes
Kinderzitjes die met een
driepuntsveiligheidsgordel kunnen worden
vastgemaakt.
Categorie 0+: vanaf geboorte tot 13 kg.
L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt naar achteren gericht geplaatst.
Categorie 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L5
"RÖMER KIDFIX XP"
Kan aan de ISOFIX-bevestigingspunten van uw auto worden bevestigd.
Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel.
Alleen geschikt voor plaatsing op de buitenste zitplaatsen achter.
De hoofdsteun van de stoel moet worden verwijderd.
100
Veiligheid
Overzicht voor het bevestigen van ISOFIX-kinderzitjes
Volgens de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan vo\
or het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto die van ISOFIX-
bevestigingen is voorzien.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-ma\
at op het kinderzitje naast het i-Size-logo aangegeven met een letter (A t/m G).
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Lichter dan 10
kg
(groep 0) Tot ca. 6
maanden Lichter dan 10
kg
Tot 13
kg
(groep 0)
(groep 0+)
Tot ongeveer 1 jaar Van 9 tot 18
kg
(groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg"Rug in de rijrichting" "Rug in de
rijrichting""Gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1 B2/B3
Zitplaats Airbag
voorpassagier
Zitrij 1 (a) Passagiersstoel
met
hoogteverstelling Uitgeschakeld:
"OFF" X
IL ILIUF/ILIUF/IL
(d)
Ingeschakeld: "ON" X
XXIUF/ILIUF/IL
(d)
Zitrij 2 (b) Buitenste zitplaatsen ILIL (c) IL (c) IUF/IL (c) IUF/IL
(e)
Middelste zitplaats achter Geen ISOFIX
IUF: zitplaats geschikt voor de bevestiging met behulp van een bovenste riem\
van een I SOFIX universeel kinderzitje met het gezicht in de rijrichting
(F) .
IL: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een I SOFIX Semi-U niverseel kinderzitje:
–
"met de rug in de rijrichting", bevestigd met behulp van een bovenste ri\
em of een steun.
–
"met het gezicht in de rijrichting”, bevestigd met behulp van een ste\
un.
–
een reiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over het vast
zetten met de bovenste riem en de ISOFIX-bevestigingen.
X : zitplaats niet geschikt voor een ISOFIX-kinderzitje of reiswieg uit de\
aangegeven gewichtscategorie.
(a) Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw land voordat u een kinderzitj\
e op deze plaats bevestigt.
(b) Als een reiswieg op deze zitplaats is bevestigd, kunnen één of bei\
de andere zitplaatsen van dezelfde zitrij mogelijk niet meer worden gebruikt.
(c) Verwijder de hoofdsteunen.
(d) De in hoogte verstelbare voorstoel moet in de hoogste stand en helemaal\
naar achteren worden gezet.
(e)Als u een kinderzitje met de rug of het gezicht in de rijrichting op een\
zitplaats achterin bevestigt, moet u de voorstoel naar voren schuiven en de rugleuning ervan
rechtop zetten zodat er voldoende ruimte is voor het kinderzitje en de b\
enen van het kind.
i-Size-kinderzitjes
i-Size-kinderzitjes A) moeten worden bevestigd.
Deze i-Size-kinderzitjes zijn ook uitgerust met:
– een bovenste bevestigingsriem die kan worden vastgemaakt aan bevestiging\
sring B .
– of een steun die op de vloer rust, vóór de voor i-Size-kinderzitje\
s geschikte zitplaats van de auto.
Ze voorkomen dat het kinderzitje bij een ongeval naar voren kantelt.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over ISOFIX-bevestigingen.
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het\
bevestigen van een i-Size-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van
ISOFIX-bevestigingen die voor i-Size-kinderzitjes zijn goedgekeurd.
Zitplaats Airbag voorpassagieri-Size-bevestigingssysteem
Zitrij 1 (a) Passagiersstoel (b)
Uitgeschakeld: "OFF" i-U
Ingeschakeld: "ON" i-UF
101
Veiligheid
5X: zitplaats niet geschikt voor een ISOFIX-kinderzitje of reiswieg uit de\
aangegeven gewichtscategorie.
(a) Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw land voordat u een kinderzitj\
e op deze plaats bevestigt.
(b) Als een reiswieg op deze zitplaats is bevestigd, kunnen één of bei\
de andere zitplaatsen van dezelfde zitrij mogelijk niet meer worden gebruikt.
(c) Verwijder de hoofdsteunen.
(d) De in hoogte verstelbare voorstoel moet in de hoogste stand en helemaal\
naar achteren worden gezet.
(e)Als u een kinderzitje met de rug of het gezicht in de rijrichting op een\
zitplaats achterin bevestigt, moet u de voorstoel naar voren schuiven en de rugleuning ervan
rechtop zetten zodat er voldoende ruimte is voor het kinderzitje en de b\
enen van het kind.
i-Size-kinderzitjes
i-Size-kinderzitjes A) moeten worden bevestigd.
Deze i-Size-kinderzitjes zijn ook uitgerust met:
–
een bovenste bevestigingsriem die kan worden vastgemaakt aan bevestiging\
sring
B.
–
of een steun die op de vloer rust, vóór de voor i-Size-kinderzitje\
s geschikte zitplaats van de auto.
Ze voorkomen dat het kinderzitje bij een ongeval naar voren kantelt.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over
ISOFIX-bevestigingen.
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het\
bevestigen van een i-Size-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van
ISOFIX-bevestigingen die voor i-Size-kinderzitjes zijn goedgekeurd.
Zitplaats Airbag voorpassagieri-Size-bevestigingssysteem
Zitrij 1 (a) Passagiersstoel (b)
Uitgeschakeld: "OFF" i-U
Ingeschakeld: "ON" i-UF