Page 166 of 276

164
Praktische informatie
over het verwijderen van hardnekkige vlekken
waarvoor speciale producten nodig zijn (zoals
verwijdermiddelen voor teer en insecten).
Laat lakschade bij voorkeur repareren door
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Binnenkant
Wanneer u de auto wast, gebruik dan nooit een waterslang of hogedrukreiniger om de
binnenkant te reinigen.
Bekers of andere open houders met vloeistof
kunnen lekken, met kans op schade aan het
instrumentenpaneel en de bedieningselementen op
het dashboard en de middenconsole. Wees altijd
voorzichtig!
Reinig instrumentenpanelen, touchscreens en
andere displays door ze voorzichtig met een zachte,
droge doek af te vegen. Gebruik geen producten
(zoals alcohol of desinfectiemiddelen) of zeepwater
direct op deze oppervlakken - kans op schade!
Carrosserie
Hoogglanslak
Gebruik nooit schurende producten, oplosmiddelen, benzine of olie om de
carrosserie te reinigen.
Gebruik nooit een schuursponsje om lastige vlekken
te verwijderen - kans op krassen in de lak!
Breng geen poetsmiddel aan als de zon fel schijnt,
of op kunststof of rubber onderdelen.
Gebruik een zachte doek met zeepwater of een pH-neutraal product.
Neem de carrosserie met een schone
microvezeldoek af zonder er hard op te wrijven.
Breng poetsmiddel aan op een schone en droge
auto.
Neem de instructies die op het product worden
vermeld in acht.
Stickers
(Afhankelijk van de uitvoering)
Gebruik geen hogedrukspuit om de auto te
wassen - kans op schade of loslaten van de
stickers!
Gebruik een slang met grote diameter (temperatuur tussen 25 °C en 40 °C).
Richt de waterstraal haaks op het oppervlak dat
moet worden gereinigd.
Spoel de auto af met gedemineraliseerd water.
Leder
Leder is een natuurproduct. Verzorg het op de juiste
manier zodat het lang meegaat.
Het moet worden beschermd en onderhouden met een
speciaal product voor leder, zodat het soepel blijft en
zijn oorspronkelijke uiterlijk behoudt.
Reinig leder niet met ongeschikte reinigingsmiddelen, zoals oplosmiddelen,
schoonmaakmiddelen, benzine of pure alcohol.
Wanneer u onderdelen reinigt die gedeeltelijk van
leder zijn, zorg dan dat u de andere materialen niet
beschadigt met het speciale product voor leder.
Voordat u vetvlekken of vloeistoffen verwijdert, veeg dan eerst de resten weg.
Veeg voordat u begint met schoonmaken de
resten weg die het leder kunnen beschadigen.
Gebruik daarvoor een doek die is bevochtigd met
gedemineraliseerd water en vervolgens goed is
uitgeknepen.
Reinig leder met een zachte doek die is bevochtigd
met zeepwater of een pH-neutraal product.
Droog het af met een zachte, droge doek.
Page 242 of 276

240
Trefwoordenregister
Carrosserie-onderhoud 164
Centrale vergrendeling
33–34
CHECK
23
Claxon
66
Configuratie van de auto
27
Connectiviteit
222
Contact
89, 230
Contact aangezet
89
Controlelampjes
12–13
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau,
controle
19
Controlepaneel
142
Controles
156, 158–160
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) -
Digitale radio
191, 203, 226
Dagteller
23
Dashboardkastje
52
Datum (instellen)
209, 232
Datum instellen
209, 232
Detectie obstakels
129
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
104, 167
Dieselmotor
138, 156, 165, 185
Digitaal instrumentenpaneel
10–11
Digitale radio - DAB (Digital Audio
Broadcasting)
191, 203, 226
Dimlicht
173–174
Dimmer dashboardverlichting ~
Dashboardverlichting (dimmer)
23
Display instrumentenpaneel 9–10
Dodehoekbewaking
124
Draadloze lader
53
Drive Assist Plus
11 3
Dynamische noodrem
91–93
E
Eco-mode ~ Eco-modus 154
Eco-rijden (adviezen)
7
ECO-stand
100
Electronic Stability Program (ESC)
68–69
Elektrisch bediende handrem ~ Handrem,
elektrisch bediend
91–93, 159
Elektrische ruitbediening
40
Elektrisch verstelbare stoelen
42
Elektromotor
5, 8, 28, 89, 139, 149,
157, 176, 179, 186
Elektronische remdrukregelaar (REF)
68
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic
Brake Force Distribution (EBD)
68
Elektronische sleutel
32–33
Elektronische startblokkering ~ Startblokkering,
elektronische
87
Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP)
68–69
Energiestromen
28
ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma)
68
Etiketten
6
F
Flacon AdBlue® 161
Follow me home-verlichting
31, 60
Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-
verlichting
31, 60
Frequentie (radio)
225–226
G
Gekoppeld navigatiesysteem 220–222
Geluidssignaal stil voertuig (elektrische auto)
66, 86
Geluidssignaal voor voetgangers
(elektrische auto)
66, 86
Geprogrammeerd laden
28
Geprogrammeerd laden (elektrische auto)
28, 141,
145, 147
Gereedschap
165–167
Gereedschapskist
56
Gesproken commando's ~
Spraakcommando's
214–217
Gevarendriehoek
165
Gewichten
182–183, 185
GPS
219
Grootlicht
61, 173–174
Grootlichtassistent
61
H
Halogeenlampen 59, 173, 175
Page 244 of 276

242
Trefwoordenregister
M
Make-upspiegel 52
Massagefunctie
42
Matrix-instrumentenpaneel
9
Matten
53, 106
Mat verwijderen
53
Meldingen
230
Menu
205
Menu's (audio)
189–190, 200–201, 212–213
Menustructuren display
205
Milieu
7, 36, 86
Minimaal laadniveau tractiebatterij
(elektrische auto)
22
Mistachterlicht
57, 175
Mobiele app
28, 51, 147
Monteren allesdragers ~ Allesdragers monteren
152
Motor
160
Motoren
182–183, 185
Motorkap
155–156
Motorkapsteun
155–156
Motorolie
157
Motorolieniveaumeter
19
N
Navigatiesysteem 217–219
Neerklappen stoelen achter
45–46
Netaansluiting (standaardstekker)
142
Niveau AdBlue®
158
Niveau brandstofadditief diesel ~
Brandstofaddititiefniveau
159
Niveau koelvloeistof ~ Koelvloeistofniveau 20, 158
Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau
158
Niveau ruitensproeiervloeistof ~
Ruitensproeiervloeistofniveau
62, 158
Niveaus controleren
157–158
Niveaus en controles
156–158
Noodbediening achterklep
37
Noodbediening portieren
35
Noodoproep ~ Urgence-oproep
66–67
Noodprocedure afzetten van de motor
90
Noodprocedure starten
90, 177
Noodremassistentie ~ Brake Assist
System (BAS)
68, 127
Noodremassistentie (AFU) ~ Brake Assist
System (BAS)
68
O
Oliefilter 159
Oliefilter (vervangen)
159
Olieniveau
19, 157
Oliepeilstok
19, 157
Olieverbruik
157
Onder de motorkap ~ Motorruimte
156
Onderhoud (adviezen)
55, 140, 163
Onderhoudsadviezen
55, 140, 163
Onderhoudscontroles
19, 158, 160
Onderhoudsindicator ~
Onderhoudsintervalindicator
19, 23
Ontdooien
44, 50
Ontgrendelen
30, 32
Ontgrendelen achterklep
33
Ontgrendelen bagageruimte ~ Bagageruimte
ontgrendelen
33
Ontgrendelen portieren ~ Portieren ontgrendelen
34
Ontgrendelen van binnenuit ~ Interieur
ontgrendelen
34
Ontluchten brandstofsysteem ~ Brandstofsysteem
ontluchten
165
Ontwasemen
44, 50
Ontwasemen achter
50
Ontwasemen achter ~ Achterruitverwarming
51
Ontwasemen voor
50
Op afstand bedienbare functies
(elektrische auto)
28, 51, 147
Opbergvak
56
Opbergvakken
52, 56
Openbaar snellaadpunt
142, 146
Openen bagageruimte ~ Bagageruimte
openen
32, 37
Openen motorkap ~ Motorkap, openen
155
Openen portieren ~ Portieren openen
32, 37
Openen ruiten ~ Ruiten openen
30
Openen zonnescherm panoramadak ~
Zonnescherm panoramadak openen
55
Opladen via normaal stopcontact
(elektrische auto)
142, 146–148, 186
Opschakelindicator
102
Overzicht motoren ~ Motorenoverzicht
186
Overzicht van het verbruik
28
P
Panoramadak 55
Page:
< prev 1-8 9-16 17-24