Average Fuel Economy (Gemiddeld
brandstofverbruik)
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik weer
sinds de laatste reset. Wanneer het brandstof-
verbruik opnieuw wordt ingesteld, worden op
het scherm gedurende twee seconden RESET
of streepjes weergegeven. De historische ge-
gevens worden dan gewist en het nieuwe ge-
middelde wordt berekend op basis van het
laatste gemiddelde brandstofverbruik van voor
de reset.
Distance To Empty (Afstand tot lege
tank) (DTE)
Toont de geschatte afstand die nog kan worden
afgelegd met de brandstof die in de tank
aanwezig is. Deze geschatte afstand wordt
bepaald door een gewogen gemiddelde van
het onmiddellijke en gemiddelde brandstofge-
bruik volgens het huidige tankpeil. Deze af-
stand kan niet opnieuw worden ingesteld.
OPMERKING:
Aanmerkelijke veranderingen in de rijstijl of
de belading van de auto zullen een groot
effect hebben op de afstand die de auto kan
rijden, ongeacht de getoonde DTE-waarde.Als de DTE waarde minder dan 48 km ge-
schatte rij-afstand is, verandert het DTE
scherm naar de tekstLOW FUEL. Dit wordt
continu getoond totdat de auto geen benzine
meer heeft. Als u een belangrijke hoeveelheid
brandstof tankt, verdwijnt deLOW FUELtekst
en een nieuwe DTE-waarde wordt getoond,
gebaseerd op de huidige waarden in de DTE-
berekening en het huidige niveau in de brand-
stoftank.
Bandenspanningsmeter (TPM)ZieStarten en rijden,Bandenspanningscon-
trolesysteem(TPMS) voor de werking van het
systeem.
Elapsed Time (Verstreken tijd)Toont de totale reistijd die is verstreken sinds
de laatste reset, wanneer het contactslot in de
stand ACC staat. De verstreken tijd wordt aan-
gepast wanneer het contactslot in de stand ON
of START staat.
Persoonlijke instellingen (door de
klant te programmeren functies)
Deze functies bieden de bestuurder de moge-
lijkheid om functies in te stellen en op te roepen
als de transmissie in PARK (automatische ver-snellingsbak) staat of de auto stilstaat (hand-
geschakelde versnellingsbak).
Druk kort op de OMHOOG of OMLAAG toets
tot “Personal Settings” (persoonlijke instellin-
gen) wordt weergegeven in de EVIC en druk op
de SELECT toets.
Gebruik de SELECT toets om een van de
volgende opties weer te geven:
Taal
In dit display kunt u verschillende talen selec-
teren voor alle displayfuncties, inclusief de rit-
tellerfuncties. Door in dit display op de EVIC-
knop te drukken kunt u kiezen uit Engels,
Spaans, Duits, Italiaans, Frans of Nederlands,
afhankelijk van de beschikbaarheid. Als u
verdergaat, wordt de displayinformatie ge-
toond in de gekozen taal.
Auto Lock Doors at 15 mph (24 km/h)
(Portieren automatisch vergrendelen bij
24 km/u).
Als ON is geselecteerd, worden automatisch
alle portieren vergrendeld zodra de rijsnelheid
ongeveer 24 km/u bedraagt. Houd de toets
SELECT ingedrukt in dit display totdat “ON” of
“OFF” verschijnt om uw keuze te maken.
139
Auto Unlock On Exit - Automatisch
ontgrendelen bij verlaten auto
Als ON is geselecteerd, worden alle portieren
van de auto ontgrendeld wanneer het bestuur-
dersportier wordt geopend nadat de auto tot
stilstand is gekomen (handgeschakelde ver-
snellingsbak) of de auto tot stilstand is geko-
men met de versnellingsbak in de stand PARK
of NEUTRAL (automatische versnellingsbak).
Houd de toets SELECT ingedrukt in dit display
totdat “ON” of “OFF” verschijnt om uw keuze te
maken.
RKE Unlock Driver’s Door 1st (Eerst
bestuurdersportier op afstand
ontgrendelen)
Als Driver’s Door 1st is geselecteerd, ontgren-
delt alleen het bestuurdersportier bij de eerste
druk op de ontgrendelknop van de afstandsbe-
diening; een tweede keer indrukken is nodig
om de overige vergrendelde portieren te ont-
grendelen. Als Remote Unlock All Doors wordt
geselecteerd, ontgrendelen alle portieren bij
de eerste keer indrukken van de ontgrendel-
knop op de afstandsbediening. Houd de toetsSELECT op dit scherm ingedrukt totdatDri-
ver’s Door 1stofAll Doorsverschijnt om uw
keuze te maken.
Flash Lights with Lock - Lichten knipperen
bij vergrendelen
Als u ON selecteert, knipperen de richtingaan-
wijzers voor en achter wanneer u de portieren
vergrendelt of ontgrendelt met de afstandsbe-
diening. Deze functie kan worden geselecteerd
met of zonder claxonsignaal bij vergrendelen.
Houd de toets SELECT ingedrukt in dit display
totdat “ON” of “OFF” verschijnt om uw keuze te
maken.
Headlamp Off Delay - Vertraagd uitgaan
koplampen
Als deze functie is geselecteerd, kan de be-
stuurder kiezen of bij uitstappen de koplampen
nog 30, 60 of 90 seconden blijven branden of
direct doven. Houd de toets SELECT ingedrukt
in dit display totdat 0, 30, 60 of 90 verschijnt om
uw keuze te maken.Key Off Power Delay - Stroom blijft aan na
uitschakelen contact
Als deze functie is ingeschakeld, blijven de
schakelaars voor de elektrische raambedie-
ning, de radio, de Uconnect™ Phone, de elek-
trische schuifdakbediening en de aansluitcon-
tacten voor accessoires nog 10 minuten lang
werkzaam nadat het contact is uitgezet. Door
het openen van een voorportier wordt deze
functie uitgeschakeld. Houd de toets SELECT
ingedrukt in dit display totdat “OFF”, “45 sec.”,
“5 min.” of “10 min.” verschijnt om uw keuze te
maken.
Turn headlights on with Remote Key
Unlock (Koplampen aan bij automatisch
ontgrendelen)
Als deze functie is geselecteerd, gaan de kop-
lampen maximaal 90 seconden branden wan-
neer de portieren worden ontgrendeld met de
afstandsbediening. Houd de toets SELECT in-
gedrukt in dit display totdat “OFF”, “30 sec.”,
“60 sec.” of “90 sec.” verschijnt om uw keuze te
maken.
140
Illuminated Approach - Verlichting bij
nadering
Als deze functie is geselecteerd, gaan de kop-
lampen maximaal 90 seconden branden wan-
neer de portieren worden ontgrendeld met de
afstandsbediening. Houd de toets SELECT in-
gedrukt in dit display totdat “OFF”, “30 sec.”,
“60 sec.” of “90 sec.” verschijnt om uw keuze te
maken.
Hill Start Assist - Hulpstartsysteem voor
hellingen (HSA) — indien aanwezig
Als u ON selecteert, werkt het HSA-systeem.
RaadpleegElektronisch remsysteem inStar-
ten en bedienenvoor de werking van het
systeem en de bedieningsinformatie. Maak uw
keuze door de toets SELECT in te drukken en
weer los te laten totdatONofOFFverschijnt.
Display Units In (Maten en eenheden
weergeven in)
De eenheden van het EVIC, de kilometerteller
en het Uconnect™ GPS-systeem kunnen in
Engelse of metrische eenheden worden weer-
gegeven.Houd de toets SELECT ingedrukt in dit display
totdat “ENGLISH” of “METRIC” verschijnt om
uw keuze te maken.
Automatische kompasijking
Mogelijk geeft het kompas onjuiste waarden
weer wanneer de auto nieuw is. In dat geval
geeft het EVIC het bericht CAL weer tot het
kompas is gekalibreerd. U kunt het kompas ook
kalibreren door één of enkele keren 360° rond
te draaien (op een plaats zonder grote metalen
voorwerpen), tot het EVIC-berichtCALver-
dwijnt. Het kompas werkt nu normaal.
OPMERKING:
Voor juiste ijking is een vlak wegdek en een
omgeving zonder grote metalen voorwerpen
zoals gebouwen, bruggen, ondergrondse
kabels, spoorrails enz. vereist.Kompasafwijking
De kompasafwijking is het verschil tussen het
magnetische noorden en het geografische
noorden. Ter compensatie van de verschillen
moet de kompasafwijking aan de hand van de
zonekaart worden ingesteld voor de zone
waarin de auto wordt gebruikt. Nadat u het
kompas correct hebt ingesteld, worden de ver-
schillen automatisch gecompenseerd, zodat
de nauwkeurigheid van de kompasrichting op-
timaal is.
OPMERKING:
Magnetische apparatuur op batterijen (zoals
mobiele telefoons, iPod’s, radardetectors,
PDA’s en laptops) moeten uit de buurt van
de bovenkant van het instrumentenpaneel
worden gehouden. Dat is de plaats waar de
kompasmodule zich bevindt en dergelijke
apparaten kunnen storing veroorzaken en
foutieve kompasuitlezingen tot gevolg heb-
ben.
141
1. Schakel het contact in.
2. Houd de kompastoets ongeveer 2 secon-
den ingedrukt.
3. Houd de DOWN-toets ingedrukt totdat het
berichtCompass Variance(Kompasafwijking)
en het cijfer van de laatste afwijkingszone op
het EVIC-scherm verschijnt.
4. Druk de toets SELECT kort in tot de juiste
afwijkingszone (zie kaart) is geselecteerd.
5. Druk kort op de toets COMPASS om af te
sluiten.
OPMERKING:
In de fabriek is Zone 8 ingesteld. Tijdens het
programmeren zal de waarde van de zone
Zone 15 tot Zone 1 doorlopen.
Handmatige kompasijking
Als het kompas onjuiste waarden weergeeft,
maar het CAL-indicatielampje niet op het EVIC-
display verschijnt, zet u het kompas als volgt
handmatig in de kalibratiemodus:
1. Start de motor. Laat de versnellingshendel in
PARK staan om de programmeermenu’s van
het EVIC te openen.2. Druk op de MENU-toets tot het menu Per-
soonlijke instellingen (programmeerbare func-
ties) op het EVIC verschijnt.
3. Houdt de DOWN-toets ingedrukt totCali-
brate Compass(kompas kalibreren) op de
EVIC-display verschijnt.
4. Druk kort op de knop SELECTEREN om het
ijken te starten. Het CAL-indicatielampje ver-
schijnt op het EVIC.
5. Draai één of meer keren een rondje van 360°
(op een plaats zonder grote metalen voorwer-
pen) tot hetCAL-indicatielampje uit gaat. Het
kompas werkt nu normaal.
GELUIDSSYSTEMENRaadpleeg uw boekje over geluidssystemen.
iPod/USB/MP3 REGELING —
INDIEN AANWEZIG
OPMERKING:
Dit hoofdstuk is uitsluitend bedoeld voor
radio’s met Uconnect™, verkoopcode RES
of REQ/REL/RET. Voor de radio met code
RBZ/RHB, RHR, RHP, RHW of RB2 en aan-
raakscherm met iPod/USB/MP3 regeling,moet u de RBZ/RHB, RHR, RHP, RHW of RB2
gebruikershandleiding raadplegen. iPod/
USB/MP3 regeling is uitsluitend als optie bij
deze radio’s verkrijgbaar.
Deze voorziening maakt het mogelijk een iPod
of extern USB-apparaat aan te sluiten op de
USB-poort, aangebracht in de middenconsole
of het handschoenenkastje.
iPodregeling is compatibel met mini-, 4G-,
foto-, nano-, 5G-, iPod- en iPhone-
apparaten. Sommige versies van de iPod-
software zijn mogelijk niet volledig compatibel
met de iPod-functies. Ga in dat geval naar de
website van Apple om de recentste software-
versies te downloaden.
OPMERKING:
•Wanneer de radio is voorzien van een
USB-poort, raadpleeg dan de desbetref-
fende gebruikershandleiding van
Uconnect™ multimediaradio voor de mo-
gelijke ondersteuning van iPodof ex-
terne USB-apparaten.
•Wanneer u een iPodof elektronisch
audio-apparaat aansluit op de AUX-poort
op het voorpaneel van de radio, kunt u
143
wel muziek afspelen, maar kan de iPod
/MP3-functie voor het bedienen van het
aangesloten apparaat niet worden ge-
bruikt.
De iPodof het externe
USB-apparaat aansluiten
Gebruik de aansluitkabel om een iPodof
extern USB-apparaat aan te sluiten op de USB/
AUX aansluitpoort van de auto (aangebracht in
de middenconsole of het handschoenen-
kastje).
Nadat het audio-apparaat is aangesloten en
synchronisatie met het iPod/USB/MP3-systeem van de auto heeft plaatsgevonden (de
iPodof het externe USB-apparaat heeft mo-
gelijk enkele seconden nodig om de verbin-
ding tot stand te brengen), begint het audio-
apparaat met opladen en is het apparaat
gereed voor gebruik via het indrukken van de
radioknoppen, zoals hierna wordt beschreven.
OPMERKING:
Wanneer de batterij van het audio-apparaat
volledig leeg is, bestaat de kans dat er geen
communicatie met het iPod/USB/MP3-
systeem mogelijk is voordat de batterij een
minimum laadniveau heeft bereikt. Als u de
verbinding tussen het audio-apparaat en het
iPod/USB/MP3-systeem in stand laat, kan
de accu opladen tot het vereiste minimum
laadniveau.
Gebruik van deze functieBij gebruik van iPod-kabel of extern USB-
apparaat voor aansluiting op USB-poort:
•De audio van het apparaat kan worden af-
gespeeld via het audiosysteem van de auto,
terwijl de metagegevens (artiest, titel, album,
enzovoort) worden weergegeven op het ra-
diodisplay.•Het audio-apparaat kan worden bediend
door de radioknoppen te gebruiken voor
afspelen, bladeren en een overzicht van de
inhoud van de iPod.
•De batterij van het audio-apparaat wordt
opgeladen wanneer het is aangesloten op
de USB/AUX-connector (indien ondersteund
door het specifieke audio-apparaat).
De iPodof het externe
USB-apparaat bedienen met de
radioknoppen
Om de iPod/USB/MP3-modus te activeren en
toegang te krijgen tot een aangesloten audio-
apparaat, drukt u op de knop “AUX” op het
front van de radio. U kunt ook op de knop VR
drukken en danUSBofSchakel naar USB
zeggen. Eenmaal in de iPod/USB/MP3-
modus, worden audionummers (indien aanwe-
zig op het audio-apparaat) afgespeeld via het
audiosysteem van de auto.
De Play-modusAls de iPod/USB/MP3-modus is ingescha-
keld, wordt de Play-modus automatisch geac-
tiveerd door de iPodof het externe USB-
apparaat. In de Play-modus kunnen deUSB/AUX aansluitpoort
144
volgende knoppen op het radiofront worden
gebruikt om de iPodof het externe USB-
apparaat te bedienen en gegevens weer te
geven:
•Gebruik de TUNE-knop om naar het vol-
gende of vorige nummer te gaan.
•Als u de knop één klik rechtsom (vooruit)
draait tijdens het afspelen van een num-
mer, gaat u naar het volgende nummer. U
kunt ook op de knop VR drukken en dan
Volgende nummerzeggen.
•Als u de knop één klik linksom (terug)
draait, gaat u naar het vorige nummer in
de lijst. U kunt ook op de knop VR druk-
ken en danVorige nummerzeggen.
•Teruggaan in het huidige nummer door
de knop <
begin van het huidige nummer.
•U kunt het huidige nummer vooruitspoelen
door de knopFF>> ingedrukt te houden.•Als u eenmaal drukt op de knop <
in het huidige nummer.
•Gebruik de knoppen <
om naar het vorige of volgende nummer te
gaan. Als tijdens het afspelen op de knop
SEEK>> drukt, gaat u naar het volgende
nummer in de lijst. U kunt ook op de knop VR
drukken en danVolgende of vorige num-
merzeggen.
•Tijdens het afspelen van een nummer kunt u
op deINFO-knop drukken om de metage-
gevens (artiest, titel, album, enzovoort) van
het nummer te bekijken. Als u nogmaals op
deINFO-knop drukt, gaat u naar het vol-
gende scherm met gegevens over het num-
mer. Nadat alle schermen zijn bekeken, komt
u met een laatste druk op deINFO-knop
weer terug in het scherm met de afspeelmo-
dus op de radio.
•Als u op de knopREPEATdrukt, wordt de
modus van het audio-apparaat veranderd
om het nummer dat op dat moment wordt
afgespeeld te herhalen. U kunt ook op deknop VR drukken en danHerhalen AANof
Herhalen UITzeggen.
•Druk op deSCAN-knop om de scanmodus
van het iPod/USB/MP3-apparaat te gebrui-
ken. In deze modus worden van elk nummer
alleen de eerste 10 seconden afgespeeld,
waarna het volgende nummer wordt gela-
den. Als u de scanmodus wilt beëindigen om
het nummer van uw keuze volledig af te
spelen, drukt u tijdens de eerste vijf secon-
den van het gewenste nummer nogmaals op
deSCAN-knop. Tijdens de scanmodus kunt
u ook drukken op de knoppen <
mer te selecteren.
•DeRND
-knop (uitsluitend beschikbaar op
de radio met verkoopcode RES): als u op
deze knop drukt, schakelt de iPodof het
externe USB-apparaat tussen de modi Shuf-
fle ON en Shuffle OFF. U kunt ook op de knop
VR drukken en danShuffle ONofShuffle
OFFzeggen. Als het pictogramRNDwordt
weergegeven op het radiodisplay, is de mo-
dus Shuffle geactiveerd.
145
De List-modus (Browse-modus)Wanneer u in de Play-modus op een van de
hierna genoemde knoppen drukt, roept u de
List-modus op. In de List-modus kunt u blade-
ren in de lijst met menu’s en nummers op het
audio-apparaat.
•DeTUNE-regelknop: deTUNE-regelknop
werkt op dezelfde manier als het scrollwiel
van het externe USB-apparaat.
•Door de knop rechtsom (vooruit) of
linksom (achteruit) te draaien, kunt u in de
lijsten bladeren terwijl de gegevens van
de nummers worden weergegeven op het
radiodisplay. Nadat u het nummer van uw
keuze heeft gemarkeerd op het radiodis-
play, drukt u op deTUNE-regelknop om
het nummer te selecteren en af te spelen.
AlsudeTUNE-regelknop snel draait,
bladert u sneller door de lijst. Wanneer u
snel bladert, wordt de informatie op het
radiodisplay mogelijk met een kleine ver-
traging bijgewerkt.
•In de List-modi geeft de iPodalle lijsten
weer in doorlopende vorm. Als het num-
mer van uw keuze zich bijvoorbeeld on-der aan de lijst bevindt, draait u de regel-
knop linksom (achteruit) om sneller naar
dit nummer te gaan.
•In de List-modus worden dePRESET
-knoppen gebruikt als een snelle manier
om naar de volgende lijsten op de iPod
of het externe USB-apparaat te gaan:
•Voorkeuze 1 – Afspeellijsten
•Voorkeuze2–Artiesten
•Voorkeuze 3 – Albums
•Voorkeuze 4 – Muziekstijlen
•Voorkeuze 5 – Luisterboeken
•Voorkeuze 6 – Podcasts
•Als u op een van de PRESET-knoppen
drukt, wordt de huidige lijst op de boven-
ste regel weergegeven en het eerste item
in de lijst op de tweede regel.
•Als u de List-modus wilt verlaten zonder
een nummer te kiezen, drukt u nogmaals
op dezelfdePRESET-knop om terug te
gaan naar dePlay-modus.•LIST-knop: als u op deLIST-knop drukt,
wordt het hoofdmenu van de iPodof het
externe USB-apparaat weergegeven. Draai
deTUNE-regelknop om het onderdeel van
het hoofdmenu weer te geven dat u wilt
selecteren, en druk op deTUNE-regelknop.
Hierna wordt het volgende lijstonderdeel in
het submenu van het audio-apparaat weer-
gegeven. U kunt nu via dezelfde stappen
naar het gewenste nummer in deze lijst
gaan. Niet alle niveaus van submenu van de
iPodof het externe USB-apparaat zijn op
dit systeem beschikbaar.
•DeMUSIC TYPE-knop: deMUSIC TYPE
-knop biedt ook een snelle manier om de
lijsten op het audio-apparaat, in dit geval
gesorteerd op Muziekstijl, te bekijken.
146