Inklapbare buitenspiegelsDe buitenspiegels zijn voorzien van een schar-
nier en kunnen handmatig worden naar voren
of achteren worden versteld om beschadiging
te voorkomen. De scharnieren hebben drie
klikstanden: helemaal naar voren, helemaal
naar achteren en normaal.
Verwarmde buitenspiegels — indien
aanwezig
Deze buitenspiegels zijn verwarmd ter
bescherming tegen aanvriezing. Deze
functie wordt geactiveerd wanneer u
de achterruitverwarming inschakelt. Raad-pleeg “Bestuurdersstoel met geheugenfunctie”
inLeren over de functies van uw voertuigvoor
meer informatie.
Opmaakspiegel — Indien aanwezigAls u de spiegel wilt gebruiken, trekt u de
zonneklep naar beneden en draait u het spie-
gelkapje omhoog.
Verstelbare zonnekleppenDe zonnekleppen kunnen uitgetrokken worden
voor gebruik voor de ruiten aan de zijkant van
de auto.
Uconnect™ Phone — INDIEN
AANWEZIG
OPMERKING:
Raadpleeg het gedeelte over Uconnect™
Phones in de gebruikershandleiding van het
navigatiesysteem of de multimediaradio (af-
zonderlijk boekje) voor meer informatie over
de Uconnect™ Phone met navigatie of mul-
timediaradio.
De Uconnect™ Phone is een via spraak te
activeren, handsfree communicatiesysteem
voor in de auto. Met de Uconnect™ Phone kunt
u een nummer kiezen op uw mobiele telefoon*
met behulp van eenvoudige gesproken op-
drachten (zoalsBelJanWerkof
Kies012 34 56 78). Het geluid van de
mobiele telefoon wordt doorgegeven via het
audiosysteem van de auto en het systeem zet
automatisch de radio zachter wanneer de
Uconnect™ Phone wordt gebruikt.
Met de Uconnect™ Phone kunt u tijdens het in-
of uitstappen gesprekken doorschakelen tus-
sen de Uconnect™ Phone en uw mobiele tele-
foon, terwijl u ook de microfoon van het
Inklappen van de buitenspiegelsOpmaakspiegel
66
Uconnect™-systeem kunt uitschakelen wan-
neer u een privégesprek wilt voeren.
De Uconnect™ Phone wordt aangestuurd via
het BluetoothHandsfree Profiel van uw mo-
biele telefoon. De Uconnect™ Phone is voor-
zien van Bluetooth-technologie, de wereld-
wijde standaard waarmee verschillende
elektronische toestellen zonder draden of
dockstation aan elkaar kunnen worden gekop-
peld. De Uconnect™ Phone werkt dan ook
ongeacht de plaats waar uw mobiele telefoon
zich bevindt (handtas, zak of aktetas), op voor-
waarde dat uw telefoon is ingeschakeld en aan
de Uconnect™ Phone van de auto is gekop-
peld. Met de Uconnect™ Phone kunnen maxi-
maal zeven mobiele telefoons op het systeem
worden aangesloten. Met de Uconnect™
Phone kan slechts één aangesloten (of gekop-
pelde) mobiele telefoon tegelijk worden ge-
bruikt. De Uconnect™ Phone is verkrijgbaar in
de talen Engels, Nederlands, Frans, Duits, Ita-
liaans of Spaans (zoals aanwezig).WAARSCHUWING!
Elk systeem waarmee u mondeling opdrach-
ten geeft mag alleen gebruikt worden als de
rij-omstandigheden veilig zijn en in overeen-
stemming met plaatselijke wetgeving en tele-
foongebruik. Alle aandacht moet gericht blij-
ven op de weg vooruit. Als u dit niet doet, kan
een botsing met ernstig of dodelijk letsel ont-
staan.
Toets voor Uconnect™Phone
De twee toetsen (de toets voor
Uconnect™Phone
en de toets
voor gesproken opdrachten
) waarmee u toegang hebt
tot het systeem, bevinden zich bij
de bedieningselementen op de radio of op het
stuurwiel (indien aanwezig). Wanneer u op de
toets drukt, hoort u het woord Uconnecten
vervolgens een pieptoon. De pieptoon is het
teken dat u een opdracht moet geven.Toets voor gesproken opdrachten
De plaats van de toets kan afhan-
kelijk van de radio verschillen. De
afzonderlijke toetsen worden be-
schreven in het hoofdstukBedie-
ning.
De Uconnect™ Phone kan worden gebruikt in
combinatie met mobiele telefoons met
BluetoothHandsfree Profiel. Het is mogelijk
dat sommige telefoons niet alle functies van de
Uconnect™ Phone ondersteunen. Raadpleeg
de leverancier van uw mobiele telefoon of de
telefoonfabrikant voor nadere bijzonderheden.
De Uconnect™ Phone is volledig geïntegreerd
in het audiosysteem van de auto. De geluids-
sterkte van de Uconnect™ Phone kan worden
ingesteld met de volumeregelaar van de radio
of, indien aanwezig, via de radiotoetsen op het
stuurwiel.
Het display van de radio wordt gebruikt voor
visuele meldingen van de Uconnect™ Phone,
zoalsCELL(GSM) of Beller-ID bij bepaalde
radio’s.
67
•De Uconnect™ Phone vraagt u te bevesti-
gen dat u alle namen en nummers uit het
telefoonboek wilt verwijderen.
•Na die bevestiging worden alle namen en
nummers uit het telefoonboek verwijderd.
•Merk op dat alleen de namen en nummers
uit het telefoonboek in de werkzame taal
worden verwijderd.
•De automatisch gedownloade telefoonboek-
gegevens kunnen niet worden verwijderd of
gewijzigd.
Alle namen in het Uconnect™ Phoneboek
weergeven
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uTelefoonboek namen
weergeven.
•De Uconnect™ Phone geeft alle namen in
het telefoonboek weer, inclusief de gedown-
loade telefoonboekgegevens, indien aanwe-
zig.•Als u een van de namen in de lijst wilt bellen,
drukt u op de toets
terwijl de ge-
wenste naam wordt vermeld en zegt uBel-
len.
OPMERKING:
U kunt op dit moment ook de functiesBe-
werkenofVerwijderenactiveren.
•De Uconnect™ Phone vraagt u vervolgens
naar de aanduiding van het nummer dat u
wilt bellen.
•Het geselecteerde nummer wordt gekozen.
Functies telefoongesprekkenDe volgende functies zijn toegankelijk via de
Uconnect™ Phone, indien deze functies wor-
den ondersteund door uw mobiele telefoon. Als
via uw mobiele telefoon bijvoorbeeld conferen-
tiegesprekken mogelijk zijn, is deze functie ook
toegankelijk via de Uconnect™ Phone. Neem
contact op met uw mobielePhoneaanbieder
voor informatie over de beschikbare functies
op uw telefoon.Een inkomend gesprek beantwoorden of
weigeren als momenteel geen gesprek aan
de gang is
Wanneer u op uw mobiele telefoon wordt ge-
beld, onderbreekt de Uconnect™ Phone het
audiosysteem van de auto, indien dit is inge-
schakeld, en vraagt u of u de oproep wilt
beantwoorden. Druk op de
toets om het
gesprek te beantwoorden. Om het gesprek te
weigeren houdt u de
toets ingedrukt tot u
een pieptoon hoort die aangeeft dat het inko-
mende gesprek is geweigerd.
Een inkomend gesprek beantwoorden of
weigeren als momenteel een gesprek aan
de gang is
Als er een nieuwe oproep binnenkomt terwijl u
in gesprek bent, hoort u dezelfde netwerktonen
voor een wisselgesprek als op uw mobiele
telefoon. Druk op de
toets om het huidige
gesprek in de wacht te zetten en de inkomende
oproep te beantwoorden.
OPMERKING:
De huidige mobiele telefoons die compatibel
zijn met de Uconnect™ Phone, bieden niet
de mogelijkheid een inkomend gesprek te
73
te gebruiken kiest u het nummer dat u wilt
bellen en drukt u vervolgens op detoets
en zegtZenden. Het systeem geeft u een
prompt voor de naam of het nummer en u zegt
de naam uit het telefoonboek die u wilt zenden.
De Uconnect™ Phone zal vervolgens het tele-
foonnummer dat aan deze naam is gekoppeld,
via de telefoon verzenden als tonen.
OPMERKING:
•Het is mogelijk dat u wegens de netwerk-
configuratie van de mobiele telefoon niet
alle tonen kunt horen, dit is echter nor-
maal.
•Sommige leveranciers van pieper- en
voicemaildiensten hebben een uitscha-
keltijd die te kort is waardoor deze functie
niet bruikbaar is.
Onderbreken – Prompt overschrijven
De toetsSpraakherkenningkan worden ge-
bruikt als u een deel van een prompt wilt
overslaan en de gesproken opdracht onmid-
dellijk wilt geven. Als bijvoorbeeld de prompt
Wilt u een telefoon koppelen, annule,klinkt,
kunt u de toets
indrukken en zeggenEen telefoon koppelenom die optie te selec-
teren zonder dat u naar de rest van de prompt
hoeft te luisteren.
Bevestigingsprompts aan-/uitzetten
Als u de bevestigingsprompts uitschakelt, be-
vestigt het systeem uw keuzen niet meer (de
Uconnect™ Phone zal bijvoorbeeld het tele-
foonnummer niet herhalen voordat u een op-
roep activeert).
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt u:
“Aanzetten bevestigingsprompts instel-
len”
“Uitzetten bevestigingsprompts instellen”
Indicatielampjes status telefoon en netwerk
De Uconnect™ Phone meldt de status van uw
telefoon en netwerk wanneer u probeert een
oproep tot stand te brengen via Uconnect™,
indien uw mobiele telefoon, de radio en/of een
display van hoge kwaliteit, zoals het instrumen-
tenpaneel, deze functie ondersteunen. De status
wordt aangeduid voor de signaalsterkte van het
netwerk, de status van de telefoonaccu, etc.
Kiezen via de toetsen van de mobiele
telefoon
U kunt via uw mobiele telefoon een nummer
kiezen en tegelijkertijd de Uconnect™ Phone
gebruiken (wanneer u de toetsen van de mo-
biele telefoon gebruikt, moet u echter behoed-
zaam te werk gaan en zorgen dat u de veilig-
heid niet in gevaar brengt). Als u een nummer
kiest via de gekoppelde Bluetoothmobiele
telefoon, wordt het geluid hoorbaar via het
audiosysteem van uw auto. De Uconnect™
Phone werkt op dezelfde wijze als wanneer u
het nummer kiest via een gesproken opdracht.
OPMERKING:
Sommige merken mobiele telefoons verzen-
den de kiestoon niet naar de Uconnect™
Phone om te worden afgespeeld via het
audiosysteem. In dat geval zult u de kies-
toon dus niet horen. In dit geval heeft de
gebruiker ook als het nummer goed ge-
draaid is, wellicht het gevoel dat het gesprek
niet tot stand is gebracht ook al wordt er op
dat moment gebeld. Zodra het gesprek
wordt beantwoord, hoort u de audio.
77
4
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN
KENNEN
•INSTRUMENTENPANEEL..................... 122
•INSTRUMENTENGROEP — BENZINE.............. 123
•INSTRUMENTENPANEEL — DIESEL............... 124
•BESCHRIJVING INSTRUMENTENGROEP............ 125
•KOMPAS EN MINIRITCOMPUTER (CMTC) — INDIEN
AANWEZIG.............................. 133
•Bedieningsknoppen...................... 133
•Kompas/temperatuur display................. 134
•ELEKTRONISCH VOERTUIGINFORMATIECENTRUM (EVIC)
— INDIEN AANWEZIG....................... 136
•IndicatiesysteemMotorolie verversen— indien
aanwezig............................. 138
•Compass/Temperature/Audio
(Kompas/Temperatuur/Audio)................. 138
•Average Fuel Economy
(Gemiddeld brandstofverbruik)................ 139
11 9
•Distance To Empty (Afstand tot lege tank) (DTE)..... 139
•Bandenspanningsmeter (TPM)................ 139
•Elapsed Time (Verstreken tijd)................ 139
•Persoonlijke instellingen
(door de klant te programmeren functies)......... 139
•GELUIDSSYSTEMEN........................ 143
•iPod/USB/MP3 REGELING — INDIEN AANWEZIG...... 143
•De iPodof het externe USB-apparaat aansluiten..... 144
•Gebruik van deze functie................... 144
•De iPodof het externe USB-apparaat bedienen met de
radioknoppen.......................... 144
•De Play-modus......................... 144
•De List-modus (Browse-modus)............... 146
•Bluetooth Streaming Audio (BTSA)............. 147
•NAVIGATIESYSTEEM — INDIEN AANWEZIG.......... 147
•STUURBEDIENING VOOR AUDIO................. 148
•Bediening van de radio.................... 148
•Cd-speler............................. 148
•ONDERHOUD VAN CD/DVD-SCHIJFJES............. 149
•RADIOWEERGAVE EN MOBIELE TELEFOONS......... 149
•KLIMAATREGELING........................ 149
120
•Persoonlijke instellingen (door de klant te
programmeren functies)
•Kompaskoers
•Aanduiding omgevingstemperatuur
•Boordcomputerfuncties
•Audiostand
•Bandenspanningsmeter (TPM)
Onder de juiste omstandigheden geeft het
EVIC de volgende berichten weer:
•Turn Signal On (Richtingaanwijzer aan) (met
een ononderbroken geluidssignaal als de
auto langer dan 1,6 km rijdt met ingescha-
kelde richtingaanwijzers)
•Left Front Turn Signal Lamp Out (Richting-
aanwijzerlamp defect linksvoor) (met één
geluidssignaal)
•Left Rear Turn Signal Lamp Out (Richting-
aanwijzerlamp defect linksachter) (met één
geluidssignaal)
•Right Front Turn Signal Lamp Out (Richting-
aanwijzerlamp defect rechtsvoor) (met één
geluidssignaal)•Right Rear Turn Signal Lamp Out (Richting-
aanwijzerlamp defect rechtsachter) (met één
geluidssignaal)
•RKE Battery Low (RKE-accu bijna leeg) (met
één geluidssignaal)
•Personal Settings Not Available (Persoonlijke
instellingen niet beschikbaar) – Vehicle Not
in Park (Voertuig niet in parkeerstand) (auto-
matische versnellingsbak) of Vehicle Is In
Motion (Voertuig in beweging) (handgescha-
kelde versnellingsbak).
•Left/Right Front Door Ajar (Linker-/
rechtervoorportier open) (een of meer, met
één geluidssignaal als de snelheid hoger is
dan 1,5 km/h)
•Left/Right Rear Door Ajar (Linker-
/rechterachterportier open) (een of meer,
met één geluidssignaal als de snelheid ho-
ger is dan 1,5 km/h)
•Door (S) Ajar (Portier(en) open) (met één
geluidssignaal als de auto rijdt)
•Gate Ajar (Achterklep open) (met één ge-
luidssignaal)•Headlamps On (Koplampen aan)
•Key In Ignition (Sleutel in contactslot)
•Check TPM System (Controleer TPM-
systeem)
•Oil Change Required (oliebeurt vereist) —
indien aanwezig
Met dit systeem kan de bestuurder informatie
selecteren door op de volgende knoppen op
het stuurwiel te drukken:
Stuurwieltoetsen voor EVIC
137
MENU-toets
Druk kort op de MENU-toets om
door de hoofdmenu’s te lopen
(Brandstofverbruik, Waarschuwin-
gen, Timer, Units, Systeem, Per-
soonlijke instellingen) of subme-
nu’s te verlaten.
Toets COMPASS (KOMPAS)
Druk kort op de Compass-toets
om één van de acht windrichtin-
gen en de buitentemperatuur te
weer te geven of om submenu’s te
verlaten.
ToetsSELECTEREN
Druk de toetsSELECTERENen
laat deze weer los voor toegang tot
hoofdmenu’s, submenu’s of per-
soonlijke instellingen in het menu
Instellingen.
ToetsOMLAAG
Druk kort op deOMLAAGtoets
om omlaag te bladeren door de
submenu’s.IndicatiesysteemMotorolie
verversen— indien aanwezig
Olieverversing vereist
Uw voertuig is uitgerust met een oliebeurt-
indicatielampje. De volgende geplande oliever-
versing wordt aangeduid door de melding “Oil
Change Required” (Olie verversen), die onge-
veer vijf seconden lang knippert op het EVIC-
display nadat er een geluidsignaal heeft ge-
klonken. Het indicatiesysteem voor motorolie
verversen is gebaseerd op de duty cycle. Dit
betekent dat de frequentie van het verversen
van de motorolie afhankelijk is van uw persoon-
lijke rijstijl.
Tenzij dit bericht opnieuw wordt ingesteld, ver-
schijnt het iedere keer als u de contactsleutel
inschakelt. Om de melding tijdelijk af te zetten,
drukt u de dagtellerknop op de instrumenten-
groep kort in. Om het oliebeurt-indicatielampje
(na het periodieke onderhoud) opnieuw in te
stellen, volgt u de volgende stappen:
1. Draai de contactsleutel in de ON-stand.Start de motor niet.
2. Trap binnen 10 seconden drie keer lang-
zaam het gaspedaal volledig in.
3. Draai de contactsleutel in de stand OFF/
LOCK.
OPMERKING:
Als het indicatiebericht aangaat wanneer u
de motor start, is het oliebeurt-
indicatielampje niet opnieuw afgesteld. Her-
haal deze procedure zonodig.
Compass/Temperature/Audio
(Kompas/Temperatuur/Audio)
Druk kort op de COMPASS toets om een van de
acht kompasweergaven weer te geven om de
huidige rijrichting, de buitentemperatuur en het
huidige radiostation aan te geven.
Zie voor meer informatie over het kompas de
paragraaf Persoonlijke instellingen (door de
klant te programmeren functies).
138