OFF: stop;
AUTO: automatische werking;
—ofLO: lage snelheid;
=ofHI: hoge snelheid.
Automatische wisserregeling
Als de wisserhendel in de standAUTO
staat, detecteert de regensensor de
hoeveelheid regenval op de ruit en
worden de wissers automatisch in- of
uitgeschakeld (uit, interval/lage
snelheid/hoge snelheid).
Gevoeligheid regensensor
aanpassen
De gevoeligheid van de regensensor
kan worden aangepast door de
schakelaar op de wisserhendel te
draaien.
Draai schakelaar 1 vanaf de
middenpositie (normaal) fig. 21 omlaag
voor een hogere gevoeligheid (+)
(snellere reactie) of omlaag voor minder
gevoeligheid (-) (tragere reactie).
In de volgende gevallen kunnen de
wissers automatisch gaan bewegen als
de ruitenwisserhendel opAUTOis
geplaatst en het contact wordt
ingeschakeld:
als de ruit boven de regensensor
wordt aangeraakt of afgeveegd met een
doek;
Als de ruit wordt geraakt met een
hand of ander voorwerp van binnen of
buiten het voertuig.Als de automatische ruitenwisserhendel
vanOFFopAUTOwordt gezet tijdens
het rijden, dan worden de ruitenwissers
eenmaal geactiveerd waarna ze gaan
werken in overeenstemming met de
regenval.
De automatische wisserregeling werkt
mogelijk niet als de
regensensortemperatuur ongeveer
–10°C of lager of ongeveer 85°C of
hoger is.
Als de ruit is behandeld met een
waterafstotend middel kan het zijn dat
de regensensor niet in staat is de
hoeveelheid regen correct waar te
nemen waardoor de automatische
wisserregeling niet goed werkt.
Indien vuil of ander materiaal (zoals ijs of
stoffen met zout water) zich aan de ruit
heeft gehecht boven de regensensor of
als de ruit met ijs is bedekt, kan dit
ertoe leiden dat de wissers automatisch
gaan werken.
Als de ruitenwissers het ijst, vuil of
ander materiaal niet kunnen verwijderen
stopt de automatische wisserwerking.
Stel in dit geval de wisserhendel in op
de lage stand of hoge stand voor
handmatige werking of verwijder het ijs,
vuil of andere materiaal met de hand
om de automatische werking te
herstellen.
33
Als de automatische wisserhendel in de
standAUTOblijft, kunnen de wissers
automatisch gaan werken door het
effect van sterke lichtbronnen,
elektromagnetische golven of infrarood
licht omdat de regensensor
gebruikmaakt van een optische sensor.
Het wordt aanbevolen de standOFFte
gebruiken, behalve onder regenachtige
omstandigheden.
De automatische
wisserregelingsfuncties kunnen worden
uitgeschakeld.
BELANGRIJK Wees voorzichtig en
oefen niet te veel druk uit op een
willekeurig deel van de motorkap
wanneer u het voertuig wast en waxt.
Anders kunnen deuken in het voertuig
ontstaan.
BELANGRIJK Maak geen gebruik van
automatische wasstraten en
wasinrichtingen die gebruik maken van
een hoge waterdruk.
BELANGRIJK Verzeker u ervan dat het
brandstofklepje gesloten is en
vergrendel de portieren. Ander kan het
brandstofklepje door de waterdruk
geforceerd geopend worden waardoor
schade aan het voertuig of het
brandstofklepje ontstaat.
BELANGRIJK Maak geen gebruik van
staalwol, schurende reinigingsmiddelen
of agressieve reinigingsmiddelen met
een hoog alkalinegehalte of bijtende
middelen op verchroomde of
geanodiseerde aluminium onderdelen.
Daardoor kan de beschermende laag
beschadigd worden. Bovendien kunnen
reinigingsmiddelen de lak verkleuren of
verouderen.
Spoel alle zeep zorgvuldig met
lauwwarm of koud water af. Laat de
zeep niet op de lak opdrogen.
225)
BELANGRIJK
225)Maak natte remmen droog door
langzaam te rijden, het gaspedaal los te
laten en de remmen diverse keren
voorzichtig in te drukken tot het
remvermogen weer normaal is. Rijden met
natte remmen is gevaarlijk. Door een
grotere remweg of de zijwaartse
verplaatsing van het voertuig tijdens het
remmen kan een ernstig ongeval worden
veroorzaakt. Door voorzichtig te remmen
kunt u vaststellen of de remmen zijn
aangetast.
BELANGRIJK
47)Om het aanzicht van de lak te
behouden, mogen er geen schuur- en/of
polijstmiddelen voor het reinigen van het
voertuig worden gebruikt.48)Niet wassen met rollen en/of borstels in
autowasstraten. Was het voertuig
uitsluitend met de hand en gebruik
pH-neutrale reinigingsmiddelen; droog af
met een vochtige leren zeem. Schuur- en/of
polijstmiddelen mogen niet gebruikt worden
om het voertuig schoon te maken.
Vogelpoep moet zo snel en zo goed
mogelijk verwijderd worden, omdat hierin
bijzonder agressieve zuren aanwezig zijn.
Vermijd (indien mogelijk) om het voertuig
onder bomen te parkeren; verwijder
plantaardige harsen onmiddellijk omdat
deze, als ze drogen, alleen verwijderd
kunnen worden met schuur- en/of
polijstmiddelen die ten zeerste afgeraden
worden omdat ze de karakteristieke
matheid van de lak kunnen aantasten.
Gebruik geen onverdunde
ruitensproeiervloeistof om de voorruit en
achterruit te reinigen; verdun dit met
minstens 50% water. Gebruik alleen
onverdunde ruitensproeiervloeistof wanneer
de buitentemperaturen dit vereisen.
BELANGRIJK
7)Schoonmaakmiddelen veroorzaken
waterverontreiniging. Was het voertuig
daarom op een plaats waar het afvalwater
direct wordt opgevangen en gezuiverd.
191
DE BESTEMMING VAN EEN ROUTE
KIEZEN
Een adres invoeren
Voer als volgt een adres als een
bestemming in:
Selecteerop het KAART-scherm
en selecteer
.
SelecteerFind Address[adres
vinden]. Het navigatiesysteem zal
standaard het land en de stad waar u
zich bevindt geven. SelecteerCountry
[land] wanneer dit nodig is en voer de
eerste letters van de naam van het land
op het toetsenbord in. Selecteer het
land uit de lijst met resultaten.
Selecteer een nieuwe plaats wanneer
dit nodig is: selecteerTown[plaats] en
begin de naam van de plaats op het
toetsenbord in te voeren. Vind de
benodigde plaats: zeer waarschijnlijk
wordt de plaatsnaam al op het
invoerveld weergegeven. Accepteer de
plaatsnaam door te selecteren. Als de
gewenste naam niet wordt
weergegeven, zullen de namen die met
de ingevoerde string overeenstemmen
in een lijst worden weergegeven nadat
een aantal letters zijn ingevoerd (open
de lijst met resultaten voordat deze
automatisch weergegeven wordt door
te selecteren. Selecteer
vervolgens de plaatsnaam uit de lijst).
Voer de straatnaam in: selecteer
de straatnaam op het toetsenbord in te
voeren. Vind de benodigde straatnaam:
zeer waarschijnlijk wordt de straatnaam
al op het invoerveld weergegeven.
Accepteer de plaatsnaam door te
selecteren. Als de gewenste naam niet
wordt weergegeven, zullen de namen
die met de ingevoerde string
overeenstemmen in een lijst worden
weergegeven nadat een aantal letters
zijn ingevoerd (open de lijst met
resultaten voordat deze automatisch
weergegeven wordt door
te
selecteren. Selecteer vervolgens de
straatnaam uit de lijst).
Voer het huisnummer in: selecteer
House Number[huisnummer] en voer
het huisnummer op het toetsenbord in
(voer letters in doorQWEte selecteren).
Selecteer om het invoeren van het
adres te beëindigen. (Als het
huisnummer niet gevonden kan
worden, zal het middelpunt van de
straat als de bestemming worden
gekozen).
De gekozen locatie wordt op de
kaart weergegeven. De navigatie wordt
gestart wanneerStartwordt
geselecteerd, of nadat 10 seconden
lang geen handeling wordt verricht. U
kunt de route verifiëren door op de
locatie op het scherm te drukken. De
route kan ook gewijzigd worden door
andere opties te selecteren.
De bestemming van de POI
selecteren
(Plaats van interesse)
Als de naam van een POI (plaats van
interesse) ingevoerd wordt, zal een
zoeklijst worden weergegeven.
Ga als volgt te werk:
Selecteerop het KAART-scherm
en selecteer
.
SelecteerFind Places[plaatsen
vinden].
SelecteerFilter by Name[op naam
filteren].
Voer de naam van de POI (plaats van
interesse) in op het toetsenbord. Kies,
nadat u een aantal letters heeft
ingevoerd, ervoor om de lijst van POI's
met namen die de letters in de
ingevoerde volgorde bevatten te
openen.
226
MULTIMEDIA