265
Bluetooth®-audiosysteem
10► Activeer de RDS-functie om het systeem te
laten controleren of er een sterkere zender in het
gebied aanwezig is.
Elementen uit de omgeving (zoals heuvels,
gebouwen, tunnels en ondergrondse
parkeergarages) kunnen de ontvangst
blokkeren, ook in de RDS-stand.
Dit is heel normaal en betekent niet dat het
audiosysteem defect is.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd
(bijvoorbeeld
in een wasstraat of parkeergarage).
►
Laat de antenne controleren door een dealer
.
Het geluid wordt in de radiostand af en toe 1
of 2 seconden onderbroken.
Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking
van het geluid naar een andere frequentie voor
een betere ontvangst van de radiozender.
►
Schakel de RDS-functie uit als dit te vaak en
steeds op hetzelfde traject gebeurt.
Media
De Bluetooth-verbinding wordt onderbroken.
De batterij van het apparaat is misschien
onvoldoende opgeladen.
►
Laad de batterij van het apparaat op.
Het scherm toont de melding "Storing
USB-apparaat".
De USB-stick wordt niet herkend of is mogelijk
defect.
►
Formatteer de USB-stick opnieuw
.
De cd wordt steeds uitgeworpen of niet
afgespeeld. De cd is ondersteboven in de speler geplaatst,
kan niet worden gelezen, bevat geen
audiobestanden of bevat audiobestanden die
niet door het audiosysteem worden herkend.
De cd is tegen kopiëren beveiligd en deze
beveiliging wordt niet door het audiosysteem
herkend.
►
Controleer of de cd goed in de speler is
geplaatst.
►
Controleer de staat van de cd: de cd kan niet
worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
►
Controleer bij een opgenomen cd de inhoud:
zie het advies in het hoofdstuk "Audio".
Door een te slechte kwaliteit kunnen bepaalde
gebrande cd's niet door het audiosysteem
worden afgespeeld.
De geluidskwaliteit van de cd is slecht.
De cd is bekrast of van slechte kwaliteit.
►
Gebruik alleen cd's van goede kwaliteit en
berg ze zorgvuldig op.
De geluidsinstellingen (lage tonen, hoge tonen,
klankkleur) zijn niet op de cd-speler afgestemd.
►
Zet het niveau van de lage en hoge tonen op
0, zonder een geluidseffect te selecteren.
Muziek op een smartphone wordt niet via de
USB-aansluiting afgespeeld.
Afhankelijk van het type smartphone moet
het audiosysteem toestemming krijgen
van de smartphone voor toegang tot de
muziekbestanden.
►
Activeer het MTP-profiel op de smartphone
handmatig (menu USB-instellingen).
Telefoon
Ik heb geen toegang tot mijn voicemail.
Er zijn slechts weinig telefoons en providers die
deze functionaliteit ondersteunen.
►
Ga naar het menu voor telefoneren en kies
het nummer van uw voicemail dat u van uw
provider hebt gekregen.
Ik kan mijn telefoonboek niet openen.
►
Controleer of uw telefoon compatibel is.
U hebt tijdens de koppeling het systeem geen
toestemming gegeven voor toegang tot het
telefoonboek.
►
Geef het systeem toegang tot het
telefoonboek van uw telefoon.
Het gesprek wordt onderbroken als ik in de
auto stap.
De handsetstand is ingeschakeld.
►
Schakel de handsetstand uit om het gesprek
over te zetten naar het systeem van de auto.
Het lukt niet om mijn telefoon via Bluetooth
te koppelen.
De koppelingsprocedure kan afhankelijk van de
telefoon (model, besturingssysteem) verschillen
en bepaalde telefoons zijn niet compatibel.
►
V
oordat u de telefoon en het systeem gaat
koppelen, moet u de telefoonkoppeling uit
het systeem en de systeemkoppeling van de
telefoon verwijderen om te kijken of de telefoon
geschikt is.
267
CITROËN Connect Radio
11– FM/DAB/AM-radiozenders (afhankelijk van de
uitrusting).
–
T
elefoon verbonden via Bluetooth en
multimedia-uitzending Bluetooth (streaming).
–
USB-geheugenstick.
–
V
ia de AUX-aansluiting aangesloten
mediaspeler (afhankelijk van de uitrusting).
In het menu "Instellingen" kunt u een
individueel profiel of een profiel voor een
groep mensen met gedeelde interesses
aanmaken, en een groot aantal instellingen
(voorkeuzezenders, audio-instellingen, sfeer,
enz.) configureren. De instellingen worden
automatisch toegepast.
Als het zeer warm is in het interieur, kan het voorkomen dat het geluidsvolume
lager wordt gezet om het systeem te
beschermen. Het systeem kan dan
gedurende 5 minuten of langer in de
standby-modus (scherm en geluid worden
uitgeschakeld) staan.
Het systeem werkt weer normaal wanneer
de temperatuur in het passagiersgedeelte is
gezakt.
Stuurkolomschakelaars
Bedieningselementen op
het stuurwiel - Type 1
Radio:
Vorige/volgende voorkeuzezender
selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst
selecteren.
Media:
Vorig/volgend nummer selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst
selecteren.
Radio:
Kort indrukken: zenderlijst weergeven.
Lang indrukken: zenderlijst bijwerken.
Media:
Kort indrukken: bestandsoverzicht weergeven.
Lang indrukken: sorteermogelijkheden
weergeven.
Geluidsbron wijzigen (radio, USB-uitgang,
AUX-uitgang (indien draagbaar apparaat
is aangesloten), CD-speler, audiostreaming).
Een selectie bevestigen.
Verhogen van het geluidsvolume.
Verlagen van het geluidsvolume.
Geluid onderbreken/weer inschakelen
door het gelijktijdig indrukken van de
volumetoetsen.
Bedieningsfuncties op het
stuurwiel - Type 2
Gesproken commando's:
Deze toets bevindt zich op het stuurwiel
of op het uiteinde van de lichtschakelaar
(afhankelijk van de uitvoering).
Kort indrukken: gesproken commando's
smartphone via het systeem.
Verhogen van het geluidsvolume.
Verlagen van het geluidsvolume.
Geluid onderbreken door tegelijkertijd op
de toetsen voor het verhogen en verlagen van
het geluidsvolume te drukken (afhankelijk van de
uitrusting).
Geluidsweergave weer inschakelen door op één
van de twee volumetoetsen te drukken.
268
CITROËN Connect Radio
Media (kort indrukken): veranderen van
multimediabron.
Telefoon (kort indrukken):
telefoongesprek starten.
Tijdens telefoongesprek (kort indrukken):
toegang tot het telefoonmenu.
Telefoon (lang indrukken) : inkomend
gesprek weigeren, gesprek beëindigen; als de
telefoon niet wordt gebruikt, toegang tot het
telefoonmenu.
Radio (draaien): automatisch zoeken
naar vorige/volgende zender.
Media (draaien): vorige/volgende nummer,
scrollen door lijsten.
Kort indrukken: bevestigen van een selectie.
Indien niets geselecteerd: toegang tot
voorkeuzezenders.
Radio: weergeven van de zenderlijst.
Media: weergeven van de tracklijst.
Radio (ingedrukt houden): bijwerken van de lijst
met beschikbare radiozenders.
Menu's
Apps
Toegang tot te configureren apparaten.
Radio Media
Selecteer een geluidsbron of radiozender.
Telefoon
Een mobiele telefoon via Bluetooth®
verbinden.
Voer bepaalde apps uit via uw smartphone, via
CarPlay
® of Android Auto.
Instellingen
Configureer een persoonlijk profiel en/of
configureer het geluid (balans, sfeer enz.)
en de weergave (taal, eenheden, datum, tijd,
enz.).
Rijden
Schakel bepaalde voertuigfuncties in of
uit, of configureer deze.
Navigatie
Stel de navigatie in en selecteer uw
bestemming via CarPlay® of Android Auto.
270
CITROËN Connect Radio
Druk op deze toets om de bestaande
tekst te bewerken en aan te passen.
Druk op deze toets om een nieuw bericht
te schrijven.
Druk op de prullenbak om het bericht te
verwijderen.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk op RAD MEDIA om het
beginscherm weer te geven.
Druk op een van de toetsen om
automatisch naar radiozenders te zoeken.
Of
Verplaats de schuifbalk om handmatig
naar andere frequenties te zoeken.
Of
Druk op de frequentie.
Voer de waarden van de FM- en
AM-frequentieband in via het virtuele
toetsenbord.
Druk op "OK" om te bevestigen.
De radio-ontvangst kan worden verstoord
door het gebruik van elektrische
apparatuur die niet door het merk is
goedgekeurd, zoals een USB-lader die is
aangesloten op de 12 V-aansluiting.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.),
ook als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit
fenomeen is heel normaal bij de transmissie
van radiogolven, en geven in geen geval een
defect van het audiosysteem aan.
De frequentieband wijzigen
Druk op RAD MEDIA om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Druk op "Band" om de frequentieband te
wijzigen.
Druk op het gearceerde gedeelte om te
bevestigen.
Opslaan van een
radiozender
Selecteer een zender of een frequentie.Druk kort op de lege ster. Als de ster is
gevuld, is de radiozender al opgeslagen.
Of
Selecteer een zender of een frequentie.
Druk op "Opslaan".
Houd de toets waaronder u de zender wilt
opslaan lang ingedrukt.
RDS inschakelen/
uitschakelen
Als RDS is ingeschakeld, zoekt de radio steeds
naar de sterkste frequentie van een zender,
zodat u ernaar kunt blijven luisteren zonder dat u
zelf de frequentie hoeft te wijzigen.
Druk op RAD MEDIA om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Schakel "RDS" in of uit.
Druk op het gearceerde gedeelte om te
bevestigen.
Het kan zijn dat het volgen van een
RDS-zender niet in het hele land
beschikbaar is, omdat veel radiozenders geen
dekking hebben in het hele land. Daardoor
kan de zender tijdens het rijden wegvallen.
Tekstberichten weergeven
De functie "Radio-tekstberichten" toont
informatie die door de radiozender wordt
uitgezonden en die betrekking heeft op de
zender, of op het nummer wat op dat moment
wordt afgespeeld.
Druk op RAD MEDIA om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Schakel "INFO" in of uit.
Druk op het gearceerde gedeelte om te
bevestigen.
Verkeersinformatie (TA)
beluisteren
De TA-functie (Traffic Announcement)
geeft voorrang aan het luisteren naar de
TA-verkeersinformatie. Voor een correcte
werking van deze functie is een goede ontvangst
van een radiozender nodig die deze berichten
uitzendt. Zodra een verkeersinformatiebericht
wordt uitgezonden, wordt de geluidsbron die op
dat moment wordt weergegeven automatisch
onderbroken voor de weergave van het
TA-verkeersinformatiebericht. Zodra dit bericht
is afgelopen, wordt het afspelen van de vorige
media hervat.
Druk op RAD MEDIA om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Schakel "TA " in of uit.
Druk op het gearceerde gedeelte om te
bevestigen.
Audio-instellingen
Druk op RAD MEDIA om het
beginscherm weer te geven.
272
CITROËN Connect Radio
Druk op het gearceerde gedeelte om te
bevestigen.
Als "FM-DAB" is geactiveerd, kan er een onderbreking van een paar seconden zijn
wanneer het systeem schakelt naar
"FM"-analoge radio, en in sommige gevallen
kan het volume veranderen.
Wanneer de kwaliteit van het digitale
signaal weer goed is, schakelt het systeem
automatisch weer over op "DAB".
Als de "DAB"-zender waarnaar u luistert niet beschikbaar is als "FM" of "FM-DAB"
niet is geactiveerd, wordt het geluid
onderbroken als het digitale signaal te zwak
wordt.
Media
USB-poort
Steek de USB-geheugenstick in de
USB-poort, of sluit het USB-apparaat via
een kabel (niet meegeleverd) op de USB-poort
aan.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Het systeem maakt afspeellijsten aan (in het
tijdelijke geheugen). Het aanmaken van deze lijsten kan enkele seconden of soms enkele
minuten duren nadat het apparaat voor de eerste
keer is aangesloten.
Verminder het aantal niet-muziekbestanden en
het aantal mappen om de wachttijd te verkorten.
Elke keer wanneer het contact wordt
ingeschakeld of wanneer er een USB-
geheugenstick wordt ingestoken, worden de
afspeellijsten bijgewerkt. Het audiosysteem
slaat deze lijsten op, zodat deze sneller worden
geladen wanneer ze niet gewijzigd zijn.
Externe
(AUX)-jackaansluiting
Afhankelijk van de uitrustingSluit een draagbaar apparaat (MP3-
speler, enz.) met een audiokabel (niet
meegeleverd) aan op de jack-aansluiting.
Deze geluidsbron is uitsluitend beschikbaar
als "Extra ingang" in de audio-instellingen is
geselecteerd.
Stel eerst het volume van het draagbare
apparaat af (op een hoog geluidsniveau). Stel
dan het geluidsvolume van het audiosysteem in.
De bediening vindt plaats via het draagbare
apparaat.
Geluidsbron selecteren
Druk op RAD MEDIA om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "BRONNEN ".
Selecteer de geluidsbron.
BluetoothStreaming®
Met Streaming kunt u via uw smartphone naar
audio luisteren.
Het profiel Bluetooth moet hiervoor worden
geactiveerd.
Stel eerst het volume van het draagbare
apparaat af (op een hoog geluidsniveau). Stel
dan het geluidsvolume van het systeem in.
Als het afspelen niet automatisch begint, kan het
zijn dat u het afspelen van de audio moet starten
via de smartphone.
Bediening verloopt via het externe apparaat of
via de aanraaktoetsen van het systeem.
Als de Streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een
geluidsbron beschouwd.
Apple®-speler aansluiten
Sluit een Apple®-speler met behulp van een
geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de
USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in
de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten / albums
/ genres / playlists / audioboeken / podcasts).
U kunt ook een gestructureerde indeling in
bibliotheekvorm gebruiken.
De standaardindeling is de indeling per
artiest. Om dit te veranderen moet u terug
naar het eerste niveau in de structuur en
kiest u een andere indeling (bijvoorbeeld
afspeellijsten). Bevestig uw keuze voordat u
in de structuur weer afzakt naar het gewenste
nummer.
De softwareversie van het audiosysteem kan
incompatibel zijn met de softwareversie van de
Apple
®-speler.
Informatie en tips
Het systeem ondersteunt USB-apparaten voor
massaopslag, BlackBerry®-apparaten of Apple®-
spelers via de USB-poorten. De adapterkabel
wordt niet meegeleverd.
U beheert de apparaten met de
bedieningstoetsen van het audiosysteem.
Andere apparaten, die bij het aansluiten niet
door het systeem worden herkend, moeten met
een kabel (niet meegeleverd) op de jack-plug
worden aangesloten of via Bluetooth-streaming
worden gekoppeld (indien compatibel).
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden
af met de bestandsextensie ".wav", ".wma",
".aac", ".ogg" en ".mp3" met een bitrate tussen
32 Kbps en 320 Kbps.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate)
kunnen worden afgespeeld.
273
CITROËN Connect Radio
11naar het eerste niveau in de structuur en
kiest u een andere indeling (bijvoorbeeld
afspeellijsten). Bevestig uw keuze voordat u
in de structuur weer afzakt naar het gewenste
nummer.
De softwareversie van het audiosysteem kan
incompatibel zijn met de softwareversie van de
Apple
®-speler.
Informatie en tips
Het systeem ondersteunt USB-apparaten voor
massaopslag, BlackBerry®-apparaten of Apple®-
spelers via de USB-poorten. De adapterkabel
wordt niet meegeleverd.
U beheert de apparaten met de
bedieningstoetsen van het audiosysteem.
Andere apparaten, die bij het aansluiten niet
door het systeem worden herkend, moeten met
een kabel (niet meegeleverd) op de jack-plug
worden aangesloten of via Bluetooth-streaming
worden gekoppeld (indien compatibel).
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden
af met de bestandsextensie ".wav", ".wma",
".aac", ".ogg" en ".mp3" met een bitrate tussen
32 Kbps en 320 Kbps.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate)
kunnen worden afgespeeld.
Andere typen audiobestanden (".mp4", enz.)
kunnen niet worden afgespeeld.
Alle ".wma"-bestanden moeten standaard WMA
9-bestanden zijn.
De ondersteunde bemonsteringsfrequenties
(sampling rates) zijn 11, 22, 44 en 48 KHz.
Om problemen met lezen en weergeven te
voorkomen, raden wij aan om bestandsnamen
te kiezen van maximaal 20 tekens die geen
speciale tekens bevatten (zoals, " ? .
; ù).
Gebruik uitsluitend USB-geheugensticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Wij raden aan om de originele USB-kabel
voor het draagbare apparaat te
gebruiken.
Telefoon
USB-aansluitingen
Deze hangen af van de uitrusting. Zie het
gedeelte "Ergonomie en comfort" voor meer
informatie over de USB-aansluitingen die
compatibel zijn met de apps CarPlay
® of
Android Auto.
Ga naar de website voor uw land van de
fabrikant om te zien welke smartphones
compatibel zijn.
Gebruikers kunnen een smartphone
synchroniseren zodat ze apps op het
scherm van de auto zien die de CarPlay®- of
Android Auto-technologie van de smartphone
ondersteunen. Om CarPlay
®-technologie te
kunnen gebruiken, moet de functie CarPlay®
eerst op de smartphone worden geactiveerd.
Ontgrendel de smartphone om het
communicatieproces tussen de smartphone
en het systeem te starten.
De technologie staat niet stil en daarom
raden wij aan om het besturingssysteem
van de smartphone, en de datum en de
tijd op de smartphone en van het systeem
up-to-date te houden .
CarPlay®-verbinding voor
smartphones
Verschilt per land.
Wanneer de USB-kabel wordt
aangesloten, schakelt de functie
CarPlay
® de Bluetooth®-modus van het
systeem uit.
De functie "CarPlay " werkt alleen in
combinatie met een compatibele smartphone
en compatibele apps.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone
wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is aangesloten.
Druk in het systeem op Telefoon om de
CarPlay®-interface weer te geven.
Of
275
CITROËN Connect Radio
11Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de
lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om
verbinding met de telefoon te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Bluetooth zoeken".
Er wordt een lijst met de gedetecteerde
telefoons weergegeven.
Selecteer de naam van de telefoon in de
lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de
telefoon voor:
–
"Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend
telefoon),
–
"Streaming" (streaming: draadloos
audiobestanden via de telefoon afspelen),
–
"Gegevens mobiel internet".
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon, wordt u
gevraagd om de overdracht van uw contacten en
berichten goed te keuren.
De mogelijkheid van het systeem om
maar één profiel te koppelen hangt af
van de telefoon.
Als dit niet mogelijk is, worden standaard alle
drie de verbindingsprofielen geselecteerd.
Profielen die compatibel zijn met het
systeem: HFP, OPP, PBAP, A2DP,
AVRCP, MAP en PAN.
Ga naar de website van het merk voor meer
informatie (compatibiliteit, aanvullende
instructies, enz.).
Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u met de telefoon waarmee het
laatst verbinding is gemaakt, terugkomt in
uw auto wordt deze automatisch herkend en
wordt er binnen ongeveer 30 seconden na
het inschakelen van het contact automatisch
verbinding gemaakt met de telefoon (indien
Bluetooth is ingeschakeld).
Het verbindingsprofiel wijzigen:
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "TEL" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om
een lijst met gekoppelde apparatuur
weer te geven.
Druk op de toets "Details" van een
gekoppeld apparaat.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Telefoonverbindingen beheren
Met deze functie kunt u een apparaat aansluiten
of ontkoppelen, of een koppeling verwijderen.
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "TEL" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om
een lijst met gekoppelde apparatuur
weer te geven.
Druk op de naam van de telefoon die in
de lijst is geselecteerd om de koppeling
ongedaan te maken.
Druk er nogmaals op om de telefoon weer te
koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Druk op het prullenbaksymbool rechts
boven op het scherm om een prullenbak
naast de geselecteerde telefoon weer te geven.
Druk op het prullenbaksymbool naast de
naam van de telefoon te verwijderen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op de toets TEL op het stuur
om het gesprek aan te nemen.
276
CITROËN Connect Radio
Enhoud de toets
TEL op het stuurwiel langer ingedrukt om
het gesprek te weigeren.
Of
Druk op "Ophangen".
Bellen
Gebruik de telefoon bij voorkeur niet
onder het rijden.
Parkeer de auto.
Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te
bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Voer het nummer in via het digitale
toetsenbord.
Druk op "Bellen" om het nummer te
bellen.
Een contact bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Of, houd
de TEL-toets op het stuurwiel ingedrukt.
Druk op "Contacten".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde
lijst.
Druk op "Bellen".
Een recent gebruikt nummer
bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Of
Houd
de toets op het stuurwiel ingedrukt.
Druk op "Gesprekkenlijst".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde
lijst.
U kunt altijd rechtstreeks met uw telefoon
bellen. Zet in dat geval de auto uit
veiligheidsoverwegingen stil.
De beltoon instellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Druk op "Volume beltoon: " om de
volumebalk weer te geven.
Druk op de pijlen of verplaats de
schuifbalk om het volume van de beltoon
in te stellen.
Configuratie
Profielen configureren
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Profielen".
Selecteer "Profiel 1", "Profiel 2", "Profiel 3", of
"Gemeensch.prof.".
Druk op deze toets om een profielnaam in
te voeren via het virtuele toetsenbord.
Druk op "OK" om op te slaan.
Druk op de pijl Terug om te bevestigen.
Druk op deze toets om het profiel te
activeren.
Druk nogmaals op de pijl Terug om te
bevestigen.
Druk op deze toets om het geselecteerde
profiel te resetten.
Helderheid instellen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op Lichtsterkte .
Verplaats de schuifbalk om de helderheid
van het scherm en/of het
instrumentenpaneel (afhankelijk van de
uitvoering) in te stellen.
Druk op het gearceerde gedeelte om te
bevestigen.
Systeeminstellingen
wijzigen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Configuratie" om het
vervolgscherm weer te geven.
Druk op "Systeemconfiguratie".
Druk op het tabblad " Eenheden" om de
eenheden voor afstand, brandstofverbruik en
temperatuur te wijzigen.
Druk op het tabblad " Fabrieksparameters " om
de begininstellingen te herstellen.
Als het systeem wordt teruggezet op de fabrieksinstellingen, wordt Engels als taal
ingesteld (afhankelijk van de uitvoering).
Druk op het tabblad " Systeeminfo" om de
versie van de verschillende in het systeem
geïnstalleerde modules te controleren.
Druk op het tabblad " Privacy",
of
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.