225
CITROËN Connect Nav
11Een video bekijken
Afhankelijk van de uitrusting/afhankelijk van de
uitvoering/afhankelijk van het land.
Steek een USB-geheugenstick in de USB-poort.
De video kan alleen via het touchscreen
worden bediend.
Druk op Radio Media om het beginscherm
weer te geven.
Selecteer "BRONNEN".
Selecteer Video om de video te starten.
Druk om de USB-geheugenstick te
verwijderen op de pauzetoets om de video
te stoppen en verwijder de geheugenstick.
Het systeem kan videobestanden met de
indelingen MPEG-4 Part 2, MPEG-2, MPEG-1,
H.264, H.263, VP8, WMV en RealVideo afspelen.
Streaming via Bluetooth®
Met streaming kunt u via uw smartphone naar
audio luisteren.
Het profiel Bluetooth moet hiervoor worden
geactiveerd.
Stel eerst het volume van het draagbare apparaat
af (op een hoog geluidsniveau).
Stel dan het geluidsvolume van het audiosysteem
in.
Als het afspelen niet automatisch begint, kan het
zijn dat u het afspelen van de audio moet starten
via de smartphone.
Bediening verloopt via het externe apparaat of via
de aanraaktoetsen van het systeem.
Als streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een geluidsbron
beschouwd.
Apple®-speler aansluiten
Sluit een Apple®-speler met behulp van een
geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de
USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in
de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten / albums
/ genres / playlists / audioboeken / podcasts).
De standaardindeling is de indeling per artiest.
Om dit te veranderen moet u terug naar het
eerste niveau in de structuur en kiest u een
andere indeling (bijvoorbeeld afspeellijsten).
Bevestig uw keuze voordat u in de structuur
weer afzakt naar het gewenste nummer.
De softwareversie van het audiosysteem kan
incompatibel zijn met de softwareversie van de
Apple
®-speler.
Informatie en tips
Het systeem ondersteunt USB-apparaten
voor massaopslag, BlackBerry®-apparaten
en Apple®-spelers via de USB-poorten. De
adapterkabel wordt niet meegeleverd.
U beheert de apparaten met de
bedieningstoetsen van het audiosysteem.
Andere apparaten, die bij het aansluiten niet door
het systeem worden herkend, moeten met een
kabel (niet meegeleverd) op de jack-plug worden
aangesloten of via Bluetooth-streaming worden
gekoppeld (indien compatibel).
Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden
af met de bestandsextensie ".wma", ".aac", ".flac",
".ogg" en ".mp3" met een bitrate tussen 32 Kbps
en 320 Kbps.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate)
kunnen worden afgespeeld.
Andere typen audiobestanden (".mp4", enz.)
kunnen niet worden afgespeeld.
Alle ".wma"-bestanden moeten standaard WMA
9-bestanden zijn.
De ondersteunde bemonsteringsfrequenties
(sampling rates) zijn 32, 44 en 48 KHz.
Om problemen met lezen en weergeven te
voorkomen, raden wij aan om bestandsnamen te
kiezen van maximaal 20 tekens die geen speciale
tekens bevatten (zoals, " ? .
; ù).
Gebruik uitsluitend USB-geheugensticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Wij raden aan om de originele USB-kabel
voor het draagbare apparaat te gebruiken.
226
CITROËN Connect Nav
Telefoon
Een Bluetooth®-telefoon
koppelen
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart
en de compatibiliteit van de gebruikte
Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de telefoon om te
kijken welke diensten beschikbaar zijn.
De functie Bluetooth moet zijn
ingeschakeld, en de telefoon moet zijn
ingesteld op "zichtbaar voor alle apparaten" (in
de telefooninstellingen).
Voltooien van het koppelen, ongeacht of dit
vanaf de telefoon of het systeem wordt gedaan:
controleer of de door de telefoon en het systeem
weergegeven code identiek zijn.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij
u aan om op de telefoon de functie
Bluetooth uit te schakelen en weer in te
schakelen.
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de
lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om
verbinding met de telefoon te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Bluetooth zoeken".
Of
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst met de gedetecteerde
telefoons weergegeven.
Selecteer de naam van de telefoon in de
lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de
telefoon voor:
–
"Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend telefoon),
–
"Streaming" (streaming: draadloos
audiobestanden via de telefoon afspelen),
–
"Gegevens mobiel internet".
Het profiel "Gegevens mobiel internet"
moet worden geactiveerd voor online
navigatie nadat eerst verbinding delen via de
smartphone is geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon, wordt u
gevraagd om de overdracht van uw contacten en
berichten goed te keuren.
De mogelijkheid van het systeem om
maar één profiel te koppelen hangt af van
de telefoon.
Als dit niet mogelijk is, worden standaard alle
drie de verbindingsprofielen geselecteerd.
Profielen die compatibel zijn met het
systeem: HFP, OPP, PBAP, A2DP,
AVRCP, MAP en PAN.
Ga naar de website van het merk voor meer
informatie (compatibiliteit, aanvullende instructies,
enz.).
Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u met de telefoon waarmee het laatst
verbinding is gemaakt, terugkomt in uw auto
wordt deze automatisch herkend en wordt er
binnen ongeveer 30 seconden na het inschakelen
van het contact automatisch verbinding
gemaakt met de telefoon (indien Bluetooth is
ingeschakeld).
Het verbindingsprofiel wijzigen:
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om een
lijst met gekoppelde apparatuur weer te
geven.
Druk op de toets "Details".
228
CITROËN Connect Nav
Druk op het tabblad "Telefoon" om het
telefoonnummer (de telefoonnummers)
van het contact in te voeren.
Druk op het tabblad "Adres" om het adres
(de adressen) van het contact in te voeren.
Druk op het tabblad "Email" om het
e-mailadres (de e-mailadressen) van het
contact in te voeren.
Druk op "OK" om op te slaan.
Druk op deze toets om contacten op
achternaam + voornaam, of voornaam +
achternaam te sorteren.
Met de functie "Email" kunt u
e-mailadressen van uw contacten
invoeren, maar u kunt met het systeem geen
e-mailberichten versturen.
Berichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Berichten" om de berichtenlijst
weer te geven.
Selecteer het tabblad "Alle", "Ontvangen",
of "Verzonden".
Selecteer de details van het bericht dat u
in een van deze lijsten hebt geselecteerd.
Druk op "Beantwoorden" om een in het
systeem opgeslagen snelbericht te
versturen.
Druk op "Bellen" om het nummer te
bellen.
Druk op "Beluisteren" om het bericht te
beluisteren.
De toegang tot "Berichten" is afhankelijk
van de compatibiliteit van de smartphone
met het systeem in de auto.
Sommige smartphones halen berichten of
e-mailberichten langzamer op dan andere.
Snelberichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "SMS-berichten" om de
berichtenlijst weer te geven.
Selecteer het tabblad "Te laat",
"Aangekomen", "Niet beschikbaar", of
"Overig"om nieuwe berichten aan te maken.
Druk op "Aanmaken" om een nieuw
bericht te schrijven.
Selecteer het bericht dat u in een van deze
lijsten hebt geselecteerd.
Druk op "Overbrengen" om een of
meerdere ontvangers te selecteren.
Druk op "Beluisteren" om het bericht af te
spelen.
E-mailberichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Email" om de berichtenlijst
weer te geven.
Selecteer het tabblad "Ontvangen",
"Verzonden", of "Ongelezen".
Selecteer het bericht dat u in een van deze lijsten
hebt geselecteerd.
Druk op "Beluisteren" om het bericht af te
spelen.
De toegang tot e-mailberichten is
afhankelijk van de compatibiliteit van de
smartphone met het systeem in de auto.
Configuratie
Audio-instellingen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Selecteer "Audio-instellingen".
Selecteer vervolgens "Equalizer", "Verdeling";
"
Geluid", "Spraak", of "Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen op te
slaan.
De balans/verdeling (of spatialisatie met
het Arkamys©-systeem) verwerkt audio
229
CITROËN Connect Nav
11zodanig dat de geluidskwaliteit wordt
afgestemd op het aantal personen in de auto.
Uitsluitend beschikbaar in de configuratie met
luidsprekers voor en achter.
De instelling Equalizer (keuze uit 6
sferen), en de geluidsinstellingen Bass,
Medium, en Treble zijn voor elke geluidsbron
verschillend en onafhankelijk van elkaar.
Schakel "Loudness" in of uit.
De instellingen "Verdeling" (Alle passagiers,
Bestuurder en Alleen vóór) zijn gelijk voor alle
bronnen.
Schakel "Geluiden touchscreen",
"Snelheidsafhankelijke volumeregeling", en
"Extra ingang" in of uit.
Audio in de auto: Arkamys Sound Staging© optimaliseert de verdeling van
geluid in het passagiersgedeelte.
Profielen configureren
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Configuratie van de
profielen".
Selecteer "Profiel 1", "Profiel 2", "Profiel 3", of
"Gemeenschappelijk profiel".
Druk op deze toets om een profielnaam in
te voeren via het virtuele toetsenbord.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Druk op deze toets om een profielfoto toe
te voegen.
Steek een USB-geheugenstick met daarop
de foto in de USB-poort.
Selecteer de foto.
Druk op "OK" om toestemming te geven
voor de overdracht van de foto.
Druk nogmaals op "OK" om de instellingen
op te slaan.
Het kader voor de foto heeft een vierkante
vorm, het systeem past de oorspronkelijke
vorm van de foto aan dit vierkant aan.
Druk op deze toets om het geselecteerde
profiel te resetten.
Wanneer het geselecteerde profiel wordt
gereset, wordt standaard het Engels
geactiveerd.
Selecteer een "Profiel" (1, 2 of 3) om "Audio-
instellingen" hieraan te koppelen.
Selecteer "Audio-instellingen".
Selecteer vervolgens "Equalizer", "Verdeling";
"
Geluid", "Spraak", of "Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen van het
geselecteerde profiel op te slaan.
Systeeminstellingen wijzigen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Schermconfiguratie".
Selecteer "Animatie".
Schakel Automatische tekstweergave in
of uit.
Selecteer "Lichtsterkte".
Verplaats de schuifbalk om de helderheid
van het scherm en/of het
instrumentenpaneel in te stellen.
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Systeemparameters".
Selecteer "Eenheden" om de eenheden voor
afstand, brandstofverbruik en temperatuur te
wijzigen.
Selecteer "
Fabrieksparameters" om de
begininstellingen te herstellen.
Wanneer de "Fabrieksparameters" van
het systeem worden hersteld, worden
Engels en graden Fahrenheit ingesteld en
wordt zomertijd uitgeschakeld.
Selecteer "Systeeminfo" om de versie van de in
het systeem geïnstalleerde modules te bekijken.
231
CITROËN Connect Nav
11► Wanneer u wel op deze dienst bent
geabonneerd:
- kan het zijn dat na het afsluiten van het
abonnement deze dienst pas een paar dagen
later wordt geactiveerd,
- kan het zijn dat de diensten niet in het
systeemmenu zijn geselecteerd,
- kan het zijn dat de online diensten niet actief
zijn ("TOMTOM TRAFFIC" wordt niet op de kaart
weergegeven).
De POI's worden niet aangegeven.
De POI's zijn niet geselecteerd.
►
Stel het zoomniveau in op 200 m, of selecteer
de POI's in de lijst met POI's.
Het geluidssignaal "Gevarenzone" werkt niet.
Het geluidssignaal is niet geactiveerd of het
volume is te laag.
►
Activeer het geluidssignaal in het menu
"Navigatie", en controleer het spraakvolume in de
audio-instellin
gen.
Het systeem stelt bij belemmeringen geen
alternatieve routes voor.
De route-instellingen houden geen rekening met
de actuele verkeersinformatie.
►
Configureer de functie "V
erkeersinformatie" in
de lijst met route-instellingen (geen, handmatig of
automatisch).
Ik word gewaarschuwd voor een
"Gevarenzone" die niet op mijn route ligt.
Het systeem biedt geleide navigatie, maar
kondigt ook alle "Gevarenzones" aan. Deze
worden met een driehoek vóór het pictogram
van de auto weergegeven. Het kan zijn dat het systeem waarschuwt voor "Gevarenzones" op
dichtstbijzijnde of parallelwegen.
►
Zoom in op de kaart om de precies locatie
van de "Gevarenzone" te bekijken. U kunt "Op de
route" selecteren zodat u geen waarschuwingen
meer ontvangt. Ook kunt u de duur van de
waarschuwing beperken.
Sommige files op de route worden niet direct
gemeld.
Na het opstarten kan het een paar minuten duren
voordat het systeem verkeersinformatie ontvangt.
►
W
acht totdat de verkeersinformatie goed is
ontvangen (op de kaart worden pictogrammen
met verkeersinformatie weergegeven).
In bepaalde landen is verkeersinformatie alleen
voor de hoofdwegen (autosnelwegen, enz.)
beschikbaar.
Dit is volkomen normaal. Het systeem
is afhankelijk van de beschikbare
verkeersinformatie.
De hoogteligging wordt niet weergegeven.
Na het opstarten kan de initialisatie van het
GPS tot 3 minuten duren voordat er meer dan 4
satellieten correct worden ontvangen.
►
W
acht tot het systeem volledig is opgestart
zodat het signaal van ten minste 4 satellieten
wordt ontvangen.
De kwaliteit van de GPS-ontvangst kan worden
beïnvloed door de omgeving (tunnel, enz.) en het
weer.
Dit is een normaal verschijnsel. De werking van
het systeem is afhankelijk van de ontvangst van
het GPS-signaal. De verbinding van de online navigatie is
verbroken.
Tijdens het opstarten en in bepaalde gebieden
kan het zijn dat er geen verbinding beschikbaar
is.
►
Controleer of de online diensten zijn
geactiveerd (instellin
gen, contract).
Radio
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde
radiozender neemt geleidelijk af, of de
voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geen geluid, 87,5 MHz wordt
weergegeven, enz.).
De auto is te ver verwijderd van het zendstation,
of er is geen zendstation aanwezig in het
geografische gebied.
►
Activeer de functie "RDS" via het snelmenu
om het systeem te laten zoeken naar een
sterkere zender in het geografisch gebied.
De antenne ontbreekt of is beschadigd
(bijvoorbeeld tijdens het inrijden van een
wasstraat of parkeergarage).
►
Laat de antenne controleren door een dealer
.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook
als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit fenomeen is heel normaal, en geeft geen
defect van het audiosysteem aan.
Ik kan sommige opgeslagen zenders uit de
lijst niet ontvangen.
De naam van de zender verandert.
232
CITROËN Connect Nav
De zender wordt niet meer ontvangen, of de
naam van de zender in de lijst is veranderd.
Sommige zenders sturen in plaats van een
naam andere informatie mee (bijv. titel van het
afgespeelde nummer).
Het systeem interpreteert deze informatie als de
naam van de zender.
►
Druk op de toets "Lijst updaten" in het
vervolgmenu "Zenderlijst".
Media
Het afspelen van de muziek op mijn USB-
geheugenstick begint pas na lang wachten
(ongeveer 2 tot 3 minuten).
Door bepaalde bestanden die standaard op een
USB-geheugenstick staan, kan het erg lang duren
tot de muziek op de USB-geheugenstick wordt
afgespeeld (tot 10 keer de fabrieksopgave).
►
Wis de bestanden die standaard op de USB-
geheugenstick staan, en beperk het aantal
submappen in de mappenstructuur van de
USB-geheugenstick.
Na het insteken van een USB-geheugenstick
kan het even duren voordat deze wordt
afgespeeld.
Het systeem leest verschille
nde data (map, titel,
artiest, enz.). Dit kan een paar seconden duren,
maar ook een paar minuten.
Dit is volkomen normaal.
Het kan zijn dat sommige informatietekens in
de huidige afspeelmedia niet correct worden
weergegeven. Het audiosysteem kan bepaalde typen tekens niet
verwerken.
►
Gebruik standaard karakters voor de
benaming van nummers en mappen.
Het afspelen van streaming-bestanden start
niet.
Het aangesloten apparaat start afspelen niet
automatisch.
►
Start het afspelen via het apparaat.
T
itels van nummers en afspeeltijden worden
niet op het scherm voor audiostreaming
weergegeven.
De Bluetooth-verbinding biedt deze mogelijkheid
niet.
Telefoon
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon te
koppelen.
Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie van de
telefoon is uitgeschakeld of dat uw toestel niet
zichtbaar is voor het systeem.
►
Controleer of de Bluetooth-functie van de
telefoon is ingeschakeld.
►
Controleer bij de instellin
gen van uw telefoon
of deze op "zichtbaar voor alle apparaten" staat.
►
Schakel de Bluetooth-functie van de telefoon
uit en weer in.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het
systeem.
►
U kunt de compatibiliteit van uw telefoon
controleren op de website van het merk
(services).
Android
Auto en/of CarPlay werken niet. Android Auto en CarPlay worden niet
ingeschakeld wanneer de USB-kabels van
slechte kwaliteit zijn.
►
Gebruik originele USB-kabels om de
compatibiliteit te waarborgen.
Android
Auto en/of CarPlay werken niet.
Android Auto en CarPlay zijn niet in alle landen
beschikbaar.
►
Op de website van Google
Android Auto en
Apple staat welke landen er worden ondersteund.
Het volume van de aangesloten Bluetooth-
telefoon is niet hoorbaar.
Het volume is afhankelijk van het systeem en van
de telefoon.
►
V
erhoog het volume van het audiosysteem,
indien nodig, tot maximaal en verhoog het volume
van de telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit
van een telefoongesprek.
►
Beperk het omgevingsgeluid (ramen sluiten,
ventilatie lager zetten, snelheid verminderen
enz.).
Sommige contacten komen in de lijst dubbel
voor
.
U kunt contacten op de volgende manieren
synchroniseren: u kunt de contacten op de
simkaart synchroniseren, de contacten op de
telefoon synchroniseren, of beide. Wanneer u
beide synchronisaties selecteert, kan het zijn dat
sommige contacten dubbel voorkomen.
►
Selecteer "Contacten van SIM-kaart
weergeven" of "Contacten van telefoon
weergeven".
233
CITROËN Connect Nav
11De contacten staan niet op alfabetische
volgorde.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-
opties. Afhankelijk van de instellingen kunnen
contacten in een bepaalde volgorde worden
overgenomen.
►
V
erander de instellingen voor de weergave
van contacten in de telefoon.
Het systeem ontvangt geen sms-berichten.
In de Bluetooth-modus kunnen er geen sms-
tekstberichten naar het systeem worden gestuurd.
Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge
en lage tonen wijzig, wordt geluidssfeer
uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd,
worden de instellingen voor hoge en lage
tonen gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en
lage tonen.
►
Wijzig de instellin
g van de hoge en de lage
tonen of wijzig de geluidssfeer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
Wanneer ik de instellingen voor balans wijzig,
wordt de geluidsverdeling uitgeschakeld.
Wanneer u de instelling voor de
geluidsverdeling wijzigt, worden de
instellingen voor de balans gedeselecteerd.
De geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans.
►
Stel de balans in of kies een geluidsverdeling
naar eigen wens. Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen
geluidsbronnen.
V
oor een optimale geluidskwaliteit kunnen de
geluidsinstellingen worden aangepast aan
verschillende audiobronnen die hoorbare
verschillen kunnen genereren bij het veranderen
van de bron.
►
Controleer of de geluidsinstellin
gen
overeenkomen met de bronnen waarnaar
wordt geluisterd. Het is raadzaam om de
geluidsinstellingen (Bass:, Treble:, Balans) in de
middelste stand te zetten, om de geluidssfeer
op "Geen" te zetten en om de correctie van het
volume in de USB-modus op "Actief" en in de
Radiomodus op "Niet actief" te zetten.
►
Pas, in alle gevallen, nadat u de
geluidsinstellin
gen heeft ingesteld, het
geluidsvolume op het draagbare apparaat eerst
aan (op hoog zetten). Stel dan het geluidsvolume
van het audiosysteem in.
Na het afzetten van de motor, wordt het
systeem na enkele minuten automatisch
uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft het audiosysteem
nog werken zolang de laadtoestand van de accu
dat toestaat.
In de normale uitgeschakelde stand, gaat het
systeem na een bepaalde tijd automatisch over
op de eco-modus om de accu niet te ontladen.
►
Start de auto om de laadstroom van de accu
te verhogen.
Ik kan de datum en tijd niet instellen. De datum en tijd kunnen alleen worden ingesteld
als u de synchronisatie met de satellie
ten
deactiveert.
►
Menu Instellin
gen/Opties/Datum en tijd
instellen. Selecteer het tabblad "Tijd" en
deactiveer de "GPS-synchronisatie" (UTC).
234
Trefwoordenregister
12V-accu 162, 166, 186–187, 186–189
180° zicht naar achteren
140
360° Camera
136, 139
A
Aanhanger 157
Aanhangergewichten
193–195
Aansluiting 12 V
56
ABS
72
Accessoires
69
Accu laden
188–189
Achterbank
46
Achterlichten
182
Achterruitverwarming
53
Achteruitrijcamera
108, 136–137, 139
Achteruitrijlicht
182
Actieradius AdBlue®
19, 166
Active Safety Brake
131, 133
Adaptieve snelheidsregelaar
111–112,
116–117
AdBlue®
19, 168
AdBlue® bijvullen
169
AdBlue®-reservoir
169
Afmetingen
197
Afstandsbediening
28–33
Afstellen van de koplamphoogte
62
Afzetten van de motor
90, 93
Airbags
76–79, 81
Airbags vóór
77–78, 81
Airconditioning
48–49, 52
Airconditioning (handbediend)
49, 52
Alarmknipperlichten 69, 173
Alarmsysteem
36–37
Algemeen menu
25
Allesdragers
160–161
Android Auto verbinding
221
Antiblokkeersysteem (ABS)
72
Antidiefstalsysteem/Startblokkering
30
Antispinregeling (ASR) ~
Antislipregeling
73–74
Apple®-speler
203, 225
Apple CarPlay verbinding
220
Apps
221
Audiokabel
225
Automatische airconditioning ~
Airconditioning, automatische
53
Automatische airconditioning met gescheiden
regeling
50, 53
Automatische ruitenwissers
66
Automatische transmissie ~ Versnellingsbak,
automatische
97–100, 102, 167, 188
Automatisch inschakelen verlichting
62
Automatisch noodremsysteem
131, 133
AUX-aansluiting
202, 225
B
Bagageruimte 36, 59
Banden
167, 197
Banden oppompen
167, 197
Bandenreparatieset
174
Bandenspanning
167, 175, 197
Bandenspanningscontrole (met set)
174, 176
Bandenspanning te laag (detectie) 105
Batterij afstandsbediening ~
Afstandsbediening, batterij
34
Batterij afstandsbediening vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen
34
Bediening autoradio aan stuurkolom ~
Autoradio, bedieningen aan
stuurkolom
198–199, 209
Beladen
160–161
Benzinemotor
163, 194
Bijvullen AdBlue®
166, 169
Binnenspiegel
46
BlueHDi
19, 166, 173
Bluetooth audiosysteem met touchscreen
24
Bluetooth (handsfree set)
203–204, 226–227
Bluetooth (telefoon)
203–204, 226–227
Bluetooth-verbinding
203–204,
221–222, 226–227
Bochtverlichting, statisch
65
Boordcomputer
23–24
Boordgereedschap
59, 173–174
Brandstof
7, 146
Brandstofadditief
167
Brandstofniveaumeter
146
Brandstoftank
146–147
Brandstof tanken
146–147
Brandstoftank leeg (diesel)
173
Brandstofverbruik
7
Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop
146
Brandstofvulklep ~
Brandstoftankklep
146–147
Buitenspiegels
45, 53, 129
Buitenverlichting
63