202
CITROËN Connect Nav
CITROËN Connect Nav
GPS-navigatie - Apps -
Multimedia-audiosysteem
- Bluetooth
®-telefoon
De functies en de instellingen die worden
beschreven, verschillen afhankelijk van
de uitvoering van de auto en de configuratie.
Om veiligheidsredenen en omdat deze
handelingen de aandacht van de
bestuurder vereisen, moeten deze
handelingen worden uitgevoerd wanneer de
auto stilstaat en het contact is ingeschakeld:
– De smartphone in de Bluetooth-modus koppelen met het systeem.– De smartphone gebruiken.– Verbinding maken met de CarPlay®-,
MirrorLinkTM- of Android Auto apps (de
weergave van bepaalde apps wordt
onderbroken wanneer met de auto wordt
gereden).
– De systeeminstellingen en de configuratie wijzigen.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
Het bericht Eco-modus wordt weergegeven
wanneer het systeem in de betreffende
modus wordt gezet.
Via de website van het merk kunt u
updates voor systemen en kaarten
downloaden.
Op de website wordt ook de procedure voor
updaten vermeld.
De broncodes van Open Source
Software (OSS) van het systeem, zijn op
de volgende sites verkrijgbaar:
https://www.groupe-psa.com/fr/oss/
https://www.groupe-psa.com/en/oss/
De eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de toets drukt, wordt het geluid onderbroken.
Als u bij afgezet contact op de toets wordt drukt,
wordt het systeem ingeschakeld.
Volumeregeling.
Gebruik de toetsen aan weerszijden van of
onder het touchscreen om de menu's te openen
en druk vervolgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
Gebruik al naar gelang het model de toetsen
"Bron" of "Menu" aan weerszijden van het
touchscreen om de menu's te openen en
druk vervolgens op de op het touchscreen
weergegeven toetsen.
U kunt op elk gewenst moment het menu
oproepen door het scherm kort met drie vingers
aan te raken.
Alle aanraakfuncties op het touchscreen zijn wit.
Druk op de "X" om een niveau lager te gaan.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Het touchscreen is een capacitief
scherm.
Voor het schoonmaken van het scherm is
het raadzaam gebruik te maken van een niet
schurende zachte doek (bijvoorbeeld een
brillendoekje), zonder schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
– Basisinformatie van de airconditioning (afhankelijk van de uitvoering) en rechtstreekse
toegang tot het desbetreffende menu.
203
CITROËN Connect Nav
12– Rechtstreekse toegang tot de keuze van de geluidsbron, de lijst met zenders (of titels,
afhankelijk van de geluidsbron).
– Toegang tot de notificaties van meldingen, e-mailberichten, updates van kaartgegevens
en - afhankelijk van beschikbaarheid - de
aanwijzingen van het navigatiesysteem
– Toegang tot de instellingen van het touchscreen en het digitale instrumentenpaneel.
12:13
18,5 21,5
23 °C
Selecteren van de geluidsbron (afhankelijk van
de uitvoering):
– FM/DAB/AM*-radio *– USB-stick.
– CD-speler (afhankelijk van het model).– Via de AUX-aansluiting aangesloten mediaspeler (afhankelijk van het model).– Telefoon verbonden via Bluetooth en multimedia-uitzending Bluetooth* (streaming).
* afhankelijk van de uitrusting.
Via het menu "Instellingen" kunt u een
profiel voor één persoon of voor een
groep personen met gemeenschappelijke
instellingen aanmaken, waarbij vele
instellingen mogelijk zijn (voorkeuzezenders
radio, audio-instellingen,
navigatiegeschiedenis, favoriete contacten,
enz.). De instellingen worden automatisch
aangepast.
Als het zeer warm is in het interieur, kan het geluidsvolume worden beperkt om
het systeem te beschermen. Het systeem kan
gedurende ten minste 5 minuten stand-by
(scherm en geluid uitgeschakeld) worden
gezet.
Zodra de temperatuur in het interieur is
gezakt, zal de oorspronkelijke instelling weer
worden gebruikt.
Stuurkolomschakelaars
Spraakbedieningssysteem:
Deze toets bevindt zich op het stuurwiel
of op het uiteinde van de lichtschakelaar
(afhankelijk van de uitvoering).
Kort indrukken: spraakbediening van het
systeem.
Lang indrukken: spraakbediening van
smartphone of CarPlay
®, MirrorLinkTM
(beschikbaarheid van het land), Android Auto via
het systeem.
Verhogen van het geluidsvolume.
Verlagen van het geluidsvolume.
Geluid onderbreken door tegelijkertijd op
de toetsen voor het verhogen en verlagen van
het geluidsvolume te drukken (afhankelijk van de
uitrusting).
Geluidsweergave weer inschakelen door op één
van de twee volumetoetsen te drukken.
Media (kort indrukken): veranderen van
multimediabron.
Telefoon (kort indrukken):
telefoongesprek starten.
Tijdens telefoongesprek (kort indrukken):
toegang tot het telefoonmenu.
Telefoon (lang indrukken) : inkomend
gesprek weigeren, gesprek beëindigen; als de
telefoon niet wordt gebruikt, toegang tot het
telefoonmenu.
204
CITROËN Connect Nav
Radio (draaien): automatisch zoeken
naar vorige/volgende zender.
Media (draaien): vorige/volgende nummer,
scrollen door lijsten.
Kort indrukken: bevestigen van een selectie.
Indien niets geselecteerd: toegang tot
voorkeuzezenders.
Radio: weergeven van de zenderlijst.
Media: weergeven van de tracklijst.
Radio (ingedrukt houden): bijwerken van de lijst
met beschikbare radiozenders.
Menu's
Online navigatie
Voer de instellingen voor het navigatiesysteem in, en kies een
bestemming.
Gebruik realtime diensten, afhankelijk van de
uitrusting.
Apps
Gebruik bepaalde apps op een
smartphone die is verbonden via
CarPlay
®, MirrorLinkTM (in bepaalde landen
beschikbaar), of Android Auto.
Controleer de status van de verbindingen van
Bluetooth
® en Wi-Fi.
Radio Media
FM 87.5 MHz
Selecteer een geluidsbron of radiozender, of laat foto's weergeven.
Telefoon
Verbind een telefoon via Bluetooth®, lees
berichten en e-mails en verzend
snelberichten.
Instellingen
Configureer een persoonlijk profiel en/of configureer het geluid (balans, sfeer enz.)
en de weergave (taal, eenheden, datum, tijd,
enz.).
Auto
Schakel bepaalde voertuigfuncties in of uit, of configureer deze.
Airconditioning
21,518,5
Stel de instellingen voor temperatuur en de luchtstroom in.
207
CITROËN Connect Nav
12Helpberichten
U kunt een radiozender uitkiezen door "stem
af op" en dan de zendernaam of frequentie
te zeggen. Bijvoorbeeld "stem af op zender
Talksport", of "stem af op 98. 5 FM". Om naar
een voorkeuze radiozender te luisteren, zegt u
bijvoorbeeld "stem af op voorkeuze nummer vijf".
Gesproken commando's
Wat speelt er nu
Helpberichten
Als u de details van het "nummer", de "artiest"
en het "album" van de afgespeelde muziek wilt
weergeven, zegt u bijvoorbeeld "Wat speelt er
nu".
Gesproken commando's
Speel nummer <...> af
Speel artiest <...> af
Speel album <...> af
Helpberichten
Gebruik het commando "speel" om het type
muziek dat u wilt luisteren af te spelen. U kunt
selecteren via "nummer", "artiest" of " album".
Zeg bijvoorbeeld "artiest Madonna afspelen",
* Deze functie is all een beschikbaar als de met het systeem verbonden telefoon geschikt is voor het downloaden van de contacten en de lijst met recente oproepen, en als deze gegevens werkelijk zijn gedownload.
** Deze functie is al leen beschikbaar als de met het systeem verbonden telefoon geschikt is voor het downloaden van de contacten en de lijst met recente oproepen, en als deze gegevens werkelijk zijn gedownload.
"nummer 'Te Laat' afspelen", of "album Hotel
New York afspelen".
De gesproken commando's voor media
zijn uitsluitend beschikbaar wanneer een
USB-aansluiting wordt gebruikt.
Gesproken commando's
"Telefoon"
Als er geen telefoon is aangesloten door middel van Bluetooth, kondigt een
gesproken bericht het volgende aan: "Maak
a.u.b. eerst contact met een telefoon". Hierna
wordt de spraaksessie afgesloten.
Gesproken commando's
Bel <...> *
Kies <…>*
Toon contacten *
Toon oproepen *
Bel voicemail*
Helpberichten
Om te telefoneren, zegt u "bel" en dan de naam
van de contactpersoon, bijvoorbeeld "Bel Jan". U
kunt ook het telefoontype noemen, bijvoorbeeld
"Bel Jan thuis". Om een nummer te kiezen,
zegt u "kies" gevolgd door het telefoonnummer,
bijvoorbeeld "Kies 0123 4567890". U kunt uw
voicemail afluisteren door "bel voicemail" te
zeggen. Om een SMS te sturen, zegt u "verstuur
standaard SMS naar" gevolgd door het contact
en de naam van het standaardbericht dat u wilt
verzenden. Bijvoorbeeld, "verstuur standaard
SMS naar Jan, Ik kom te laat". Om een lijst
met contacten of oproepen weer te geven,
zegt u "contacten weergeven" of "oproepen
weergeven". Voor meer informatie over SMS
berichten, zegt u "hulp bij SMS".
Gesproken commando's
"Tekstberichten"
Als er geen telefoon is aangesloten door middel van Bluetooth, kondigt een
gesproken bericht het volgende aan: "Maak
a.u.b. eerst contact met een telefoon". Hierna
wordt de spraaksessie afgesloten.
Gesproken commando's
Stuur SMS naar <...>
Lees nieuwste SMS**
210
CITROËN Connect Nav
De weergave van gevarenzones is
afhankelijk van de lokale wetgeving en
het afsluiten van een abonnement op de
dienst.
Online navigatie
Afhankelijk van de uitvoering Afhankelijk van het uitrustingsniveau van de auto
Internetverbinding via het systeem
van de auto
OF
Internetverbinding via de mobiele
telefoon van de gebruiker
Verbinding voor online
navigatie
Om veiligheidsredenen is het gebruik van
een smartphone tijdens het rijden
verboden. Het gebruik van de smartphone
vraagt namelijk veel aandacht van de
bestuurder.
De handelingen moeten dan ook bij
stilstaande auto worden uitgevoerd.
Voor de online navigatie kunt u
gebruikmaken van de internetverbinding
van de auto (via de diensten "Noodoproep of
pechhulpoproep") of uw smartphone als
modem gebruiken.
Activeer en configureer het delen van de
internetverbinding van uw smartphone.
Internetverbinding via het systeem
van de auto
Het systeem is automatisch verbonden met het geïntegreerde modem voor de
diensten "Noodoproep of pechhulpoproep", een
verbinding maken via de smartphone van de
gebruiker is niet nodig.
Internetverbinding via de mobiele
telefoon van de gebruiker
USB-verbindingSluit een USB-kabel aan.De smartphone wordt opgeladen als deze
via een USB-kabel is verbonden.
Bluetooth-verbinding
Activeer de Bluetooth-functie van de telefoon en maak deze 'zichtbaar' voor
alle apparaten (zie de rubriek "Applicaties").
Wi-Fi-verbinding
Selecteer een door het systeem gevonden Wi-Fi-netwerk en maak hier
verbinding mee (zie de rubriek “Applicaties”).
Beperkingen m.b.t. het gebruik:– Met CarPlay® kan uitsluitend de Wi-Fi-
verbinding worden gedeeld.
– Met MirrorLinkTM kan uitsluitend de USB-
verbinding worden gedeeld.
De kwaliteit van de diensten is afhankelijk van
de kwaliteit van de netwerkverbinding.
Als "TOMTOM TRAFFIC" wordt weergegeven, zijn de diensten
beschikbaar.
Met online navigatie beschikt u over de
volgende diensten.
Een pakket online services:
– Weer,– Tankstations,– Parking,– Verkeer,– POI lokaal zoeken.Een pakket "Gevarenzone" (optioneel).
Werkingsprincipes en normen zijn
permanent aan verandering onderhevig.
Om te zorgen voor een optimale
communicatie tussen de smartphone en het
systeem, adviseren wij u om het
besturingssysteem van uw smartphone en
de datum en tijd op zowel de smartphone
als het systeem up to date te houden.
Specifieke instellingen voor
online navigatie
In het menu "Instellingen" kunt u een
individueel profiel of een profiel voor een
groep mensen met gedeelde interesses
maken, en een groot aantal instellingen
(voorkeuzezenders, audio-instellingen,
navigatiegeschiedenis, favoriete contacten,
enz.) configureren. De instellingen worden
automatisch toegepast.
Druk op Navigatie om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Instellingen ".
Selecteer "Kaart ".
Schakel het volgende in of uit:– "Waarschuwingen voor risicozones
toestaan".
– "Adviesroute om eindbestemming te voet
te bereiken"
– "Versturen van gegevens toestaan."
Deze instellingen moeten voor elk profiel worden
geconfigureerd.
Selecteer "Config. waarsch. ".
Schakel “Waarschuwen voor
gevarenzones” in of uit.
Selecteer deze toets.
212
CITROËN Connect Nav
Druk op deze toets om een uitgebreid weerbericht weer te geven.
De temperatuur die om 6 uur 's ochtends
wordt weergegeven, is de
maximumtemperatuur van de dag.
De temperatuur die om 6 uur 's avonds wordt
weergegeven, is de minimumtemperatuur van
de nacht.
Applicaties
Internet-browser
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de functie
"Internet-browser" te openen.
Druk op "Internet-browser" om de startpagina
van de browser te openen.
Selecteer uw woonland.
Druk op "OK" om uw keuze op te slaan
en de browser te starten.
De internetverbinding komt tot stand via
een van de netwerkverbindingen van de
auto of van de gebruiker.
Connectiviteit
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de functies
CarPlay®, MirrorLinkTM, of Android Auto te openen.
Connect-App
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op "Connect-App" om de startpagina van
de apps te openen.
CarPlay®-verbinding voor
smartphones
Om veiligheidsredenen is het gebruik van
een smartphone tijdens het rijden
verboden. Het gebruik van de smartphone
vraagt namelijk veel aandacht van de
bestuurder.
De handelingen moeten dan ook bij
stilstaande auto worden uitgevoerd.
Dankzij synchronisatie van de
smartphone kunnen gebruikers op het
scherm van de auto smartphonetoepassingen
weergeven die compatibel zijn met de
CarPlay
®-technologie, mits de CarPlay®-
functie van de smartphone eerder is
ingeschakeld.
Aangezien de werkingsprincipes en normen
voortdurend veranderen, adviseren we
om het besturingssysteem van uw
smartphone te updaten.
Ga naar de landelijke website van uw
automerk om te zien welke smartphones
compatibel zijn.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is aangesloten.
Druk op "Telefoon" om de CarPlay®-
interface weer te geven.
Of
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is aangesloten.
Druk op het scherm van het systeem op
"Connect-App" om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de "CarPlay
®"-
functie te openen.
Druk op "CarPlay " om de CarPlay®-
interface weer te geven.
Wanneer de USB-kabel wordt
aangesloten, schakelt de functie
CarPlay
® de Bluetooth®-modus van het
systeem uit.
MirrorLinkTM-verbinding
voor smartphones
Om veiligheidsredenen is het gebruik van
een smartphone tijdens het rijden
verboden. Het gebruik van de smartphone
213
CITROËN Connect Nav
12vraagt namelijk veel aandacht van de
bestuurder.
De handelingen moeten dan ook bij
stilstaande auto worden uitgevoerd.
Dankzij synchronisatie van de
smartphone kunnen gebruikers op het
scherm van de auto smartphonetoepassingen
weergeven die compatibel zijn met de
MirrorLink
TM-technologie.
Werkingsprincipes en normen veranderen
voortdurend. Het communicatieproces tussen
de smartphone en het systeem vereist dat
de smartphone ontgrendeld is; update het
besturingssysteem van de smartphone en
de datum en tijd op de smartphone en in
het systeem .
Ga naar de landelijke website van uw
automerk om te zien welke smartphones
compatibel zijn.
Om veiligheidsredenen zijn bepaalde
apps alleen te gebruiken als de auto
stilstaat. Zodra de auto gaat rijden, wordt de
weergave ervan onderbroken.
De functie "MirrorLinkTM" werkt alleen in
combinatie met een compatibele
smartphone en compatibele apps.
Wanneer u een smartphone aansluit op het systeem, raden wij u aan om
Bluetooth® op de smartphone in te schakelen.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is aangesloten.
Druk op het scherm van het systeem op
"Connect-App" om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de "MirrorLink
TM"-
functie te openen.
Druk op "MirrorLinkTM" om de app in het
systeem te starten.
Bij bepaalde smartphones moet de functie
"MirrorLink
TM" worden geactiveerd.Tijdens de procedure verschijnen verschillende schermen gerelateerd aan
bepaalde functies.
Accepteer deze om de verbinding tot stand te
brengen en te voltooien.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht,
wordt een scherm weergegeven met daarop de
al op uw smartphone gedownloade apps die
compatibel zijn met de MirrorLink
TM-technologie.
Tijdens de MirrorLinkTM-weergave blijft het
selecteren van de audiobron mogelijk via de
aanraaktoetsen in de bovenste balk van het
scherm.
De menu's van het systeem kunnen op elk
moment worden geopend via de menutoetsen.
Afhankelijk van de kwaliteit van het netwerk kan het even duren voordat de
apps beschikbaar zijn.
Android Auto-verbinding voor smartphones
Om veiligheidsredenen is het gebruik van
een smartphone tijdens het rijden
verboden. Het gebruik van de smartphone
vraagt namelijk veel aandacht van de
bestuurder.
De handelingen moeten dan ook bij
stilstaande auto worden uitgevoerd.
Door synchronisatie van de smartphone
kunnen gebruikers de apps die
compatibel zijn met de Android Auto-
technologie van de smartphone, weergeven
op het scherm van de auto.
Werkingsprincipes en normen veranderen
voortdurend. Het communicatieproces tussen
de smartphone en het systeem vereist dat
de smartphone ontgrendeld is; update het
besturingssysteem van de smartphone en
de datum en tijd op de smartphone en in
het systeem .
Ga naar de landelijke website van uw
automerk om te zien welke smartphones
compatibel zijn.
Om veiligheidsredenen zijn bepaalde
apps alleen te gebruiken als de auto
stilstaat. Zodra de auto gaat rijden, wordt de
weergave ervan onderbroken.
214
CITROËN Connect Nav
De functie "Android Auto" werkt alleen
in combinatie met een compatibele
smartphone en compatibele apps.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is aangesloten.
Druk op het scherm van het systeem op
"Connect-App" om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de "Android Auto"-
functie te openen.
Druk op "Android Auto" om de app in het
systeem te starten.
Tijdens de procedure verschijnen verschillende schermen gerelateerd aan
bepaalde functies.
Accepteer deze om de verbinding tot stand te
brengen en te voltooien.
Tijdens de Android Auto-weergave blijft het
selecteren van de audiobron mogelijk via de
aanraaktoetsen in de bovenste balk van het
scherm.
De menu's van het systeem kunnen op elk
moment worden geopend via de menutoetsen.
In de Android Auto-modus wordt de
functie die uitklapmenu's weergeeft door
met drie vingers op het scherm te drukken,
uitgeschakeld.
Afhankelijk van de kwaliteit van het netwerk kan het even duren voordat de
apps beschikbaar zijn.
Bluetooth-verbinding®
Om veiligheidsredenen mag de
bestuurder handelingen die de volle
aandacht vragen, zoals het koppelen van een
Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-
handsfree systeem van het audiosysteem,
uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto en
ingeschakeld contact.
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon en zorg ervoor dat deze
"zichtbaar is voor iedereen" (configuratie van
de telefoon).
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de lijst van gedetecteerde apparaten.
Accepteer op het systeem het verzoek om een
verbinding met de telefoon te maken.
Voltooien van het koppelen, ongeacht of
dit vanaf de telefoon of het systeem
wordt gedaan: controleer of de door het
telefoon en het systeem weergegeven code
identiek zijn.
Procedure via het systeem
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om de tweede
pagina weer te geven.
Druk op "Bluetooth-verbinding ".
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst van de waargenomen
telefoons weergegeven.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij
u aan om op de telefoon de functie
Bluetooth uit te schakelen en weer in te
schakelen.
Selecteer de naam van de telefoon in de lijst.
Afhankelijk van het type telefoon wordt u mogelijk gevraagd om de overdracht van
uw contacten en berichten te accepteren (of
niet).
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de
telefoon voor:
– "Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend
telefoon),
– "Streaming" (streaming: draadloos afspelen
van audiobestanden van de telefoon),
– "Gegevens mobiel internet".
Om gebruik te kunnen maken van online navigatie moet het profiel " Gegevens
mobiel internet " zijn geselecteerd (indien uw
auto niet beschikt over de diensten
"Noodoproep en pechhulpoproep"), nadat u
eerst op uw smartphone het delen van de
mobiele dataverbinding hebt geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Wi-Fi-verbinding
Verbinding met het netwerk via Wi-Fi van de
smartphone.
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Verbinding Wi-Fi-netwerk".
Selecteer het tabblad "Beveiligd", "Niet
beveiligd ", of "Opgeslagen".
Selecteer een netwerk.
Voer, via het virtuele toetsenbord, voor
het netwerk de Wi-Fi, "Sleutel" en het
"Wachtwoord" in.
Druk op "OK" om de verbinding tot stand
te brengen.