145
Praktische informatie
7van meer dan 50 km/h hebt gereden, moet u
een 0,3 bar (30 kPa) hogere bandenspanning
ten opzichte van de op de sticker aangegeven
waarden aanhouden.
Een te lage bandenspanning leidt ook tot
een hoger brandstofverbruik. Een
onjuiste bandenspanning veroorzaakt
vroegtijdige slijtage van de banden en heeft
een negatieve invloed op het weggedrag van
de auto. Kans op een ongeval!
Het rijden met versleten of beschadigde
banden vermindert de remwerking en heeft
een negatieve invloed op het weggedrag. Het
wordt aanbevolen om regelmatig de staat van
de banden (profiel en wangen) en velgen te
inspecteren en te controleren of de banden over
een ventieldop beschikken.
Als de slijtage-indicatoren niet meer onder
het loopvlakprofiel liggen, is de diepte van de
groeven minder dan 1,6 mm. De banden moeten
worden vervangen.
Het gebruik van wielen en banden in een andere
maat dan gespecificeerd kan van invloed zijn op
de levensduur van de banden, het draaien van
de banden, de bodemvrijheid en de waarde op
de snelheidsmeter, en kan een nadelig effect op
de wegligging hebben.
Gebruik altijd dezelfde banden op de voor-
en achteras, anders kan het elektronische
stabiliteitsprogramma (ESP) niet meer op het
juiste moment ingrijpen.
AdBlue® (BlueHDi)
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe Euro 6-norm te voldoen,
heeft CITROËN ervoor gekozen zijn auto's met
dieselmotor te voorzien van een systeem waarbij
het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd met een
SCR-systeem (Selective Catalytic Reduction)
voor de behandeling van de uitlaatgassen
zonder dat de prestaties veranderen of het
brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van een vloeistof die AdBlue® wordt
genoemd en ureum bevat, kan een katalysator
tot 85% van de stikstofoxide (NOx) omzetten in
stikstof en water (deze stoffen zijn niet schadelijk
voor de gezondheid en het milieu).
De AdBlue® bevindt zich in een specifiek
reservoir van ongeveer 17 liter.
Met deze inhoud kan de auto ongeveer 9.000 km
rijden, waarbij uw rijstijl ook een grote invloed
op deze afstand heeft.
Wanneer u met de resterende hoeveelheid
nog maximaal ongeveer 2.400 km kunt rijden totdat het reservoir helemaal leeg is en de auto
niet meer kan worden gestart, wordt er een
waarschuwingssysteem geactiveerd.
Als u verwacht tussen twee periodieke
onderhoudscontroles meer dan 20.000 km
te rijden, moet er tussentijds AdBlue worden
bijgevuld.
Zie de betreffende hoofdstukken voor
meer informatie over de
waarschuwings- en verklikkerlampjes en
bijbehorende waarschuwingen of de lampjes.
Als het AdBlue®-reservoir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem ervoor dat
de motor niet meer kan worden gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot de auto te veel schadelijke stoffen
uit, waardoor hij niet meer aan de Euro
6-emissienorm voldoet.
Wanneer er een storing in het SCR-systeem
wordt geconstateerd, is het essentieel om
contact op te nemen met een CITROËN-
dealer of gekwalificeerde werkplaats.
Na 1.100 km wordt er automatisch een
voorziening geactiveerd die voorkomt dat de
motor kan starten.
152
In geval van pech
herinneren aan het feit dat de band tijdelijk is
gerepareerd.
Op deze sticker staat de
bandenspanning aangegeven.
► Zet het contact aan.
► Schakel de compressor in door de schakelaar in de stand I te zetten, totdat de bandenspanning
2 bar bedraagt. Het afdichtmiddel wordt onder
druk in de band gespoten; maak de slang
gedurende deze handeling niet los van de
aansluiting (kans op spatten).
Als de bandenspanning van 2 bar na
ongeveer 7 minuten nog niet is bereikt,
kan de band niet met de bandenreparatieset
worden gerepareerd; neem contact op met
een CITROËN-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om u verder te helpen.
► Zet de schakelaar in de stand "O”.► Haal de stekker van de compressor uit de 12 V-aansluiting in de auto.► Vervang de dop op het ventiel.► Verwijder de set.► Verwijder de flacon met afdichtmiddel en berg deze op.
Het afdichtmiddel is schadelijk bij inname
en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het middel
staat op de flacon vermeld.
Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar
lever deze in bij een CITROËN-dealer of een
officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om een nieuwe flacon met
afdichtmiddel bij een CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats te kopen.
► Rijd direct ongeveer 5 kilometer met matige snelheid (tussen 20 en 60 km/h), zodat het afdichtmiddel het lek kan dichten.► Zet de auto stil en controleer de reparatie
en de bandenspanning met de set.
Rijd niet sneller dan 80 km/h met een band die met dit type kit is gerepareerd en rijd niet meer dan 200 km.CITROËNNeem contact op met een dealer of
een gekwalificeerde werkplaats om de band
te laten verwisselen.
Controleren / aanpassen
bandenspanning
De compressor kan worden gebruikt, zonder
afdichtmiddel in de band te spuiten, om de
bandenspanning te controleren en zo nodig
te corrigeren.
► Verwijder het dopje van het ventiel van de band en bewaar het op een schone plaats.► Rol de slang uit die onder de compressor is opgeborgen.
176
Bluetooth®-audiosysteem
"Multimedia": Parameters media,
Radio-instellingen.
"Telefoon": Bellen, Beheer index,
Instelling telefoon, Gespr. beëindigen.
"Boordcomputer".
"Onderhoud ": Diagnose, Logboek
waarschuw., ... .
"Verbindingen ": Beheer van de
verbindingen, apparaten zoeken.
"Persoonlijke instelling - configuratie ":
Parameters van de auto definiëren,
Taalkeuze, Configuratie beeldscherm, Keuze van
eenheden, Datum en tijd instellen.
Druk op de toets "MENU".
Scrollen tussen de menu's.
Toegang tot een menu.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk herhaaldelijk op de toets SOURCE
om de radiofunctie te selecteren.
Druk op deze toets om het golfbereik te selecteren (FM / AM / DAB).Druk op een van de toetsen voor
automatisch zoeken naar een
radiozender.
Stuurkolomschakelaarë
Bedieningsfuncties op het
stuurwiel - Type 1
Radio:Vorige/volgende voorkeuzezender
selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst
selecteren.
Media:
Vorig/volgend nummer selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst
selecteren.
Radio:Kort indrukken: zenderlijst weergeven.
Lang indrukken: zenderlijst bewerken.
Media:
Kort indrukken: bestandsoverzicht weergeven.
Lang indrukken: sorteermogelijkheden
weergeven.
Bij ander gebruik dan telefoon:Kort indrukken: geluidsbron wijzigen
(radio, USB-uitgang, AUX-uitgang (indien
draagbaar apparaat is aangesloten, CD-speler,
audiostreaming), bevestiging als het menu
"Telefoon" is geopend.
Lang indrukken: openen van het menu
"Telefoon".
Bij een binnenkomend gesprek: Kort indrukken: gesprek aannemen.
Lang indrukken: gesprek weigeren.
Tijdens het gebruik van de telefoon:
Kort indrukken: openen van het menu "Telefoon".
Lang indrukken: gesprek beëindigen
Een selectie bevestigen.
Verhogen van het geluidsvolume.
Verlagen van het geluidsvolume.
Geluid onderbreken/weer inschakelen door het gelijktijdig indrukken van de
volumetoetsen.
Bedieningsfuncties op het
stuurwiel - Type 2
Toegang tot het hoofdmenu.
Verhogen van het geluidsvolume.
Geluid onderbreken/herstellen.
Verlagen van het geluidsvolume.
Bij ander gebruik dan telefoon:Kort indrukken: geluidsbron wijzigen
(radio, USB-uitgang, AUX-uitgang (indien
draagbaar apparaat is aangesloten, CD-speler, audiostreaming), bevestiging als het menu
"Telefoon" is geopend.
Lang indrukken: openen van het menu
"Telefoon".
Bij een binnenkomend gesprek:
Kort indrukken: gesprek aannemen.
Lang indrukken: gesprek weigeren.
Tijdens het gebruik van de telefoon:
Kort indrukken: openen van het menu "Telefoon".
Lang indrukken: gesprek beëindigen
Starten van de spraakherkenning van uw smartphone via het systeem.Radio:Kort indrukken: zenderlijst weergeven.
Lang indrukken: zenderlijst bewerken.
Media:
Kort indrukken: bestandsoverzicht weergeven.
Lang indrukken: sorteermogelijkheden
weergeven.
Radio:Vorige/volgende voorkeuzezender
selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst
selecteren.
Media:
Vorig/volgend nummer selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst
selecteren.
Indrukken van de draaiknop: bevestigen.
Menu's
Afhankelijk van de uitvoering.
177
Bluetooth®-audiosysteem
10"Multimedia": Parameters media,
Radio-instellingen.
"Telefoon": Bellen, Beheer index,
Instelling telefoon, Gespr. beëindigen.
"Boordcomputer".
"Onderhoud ": Diagnose, Logboek
waarschuw., ... .
"Verbindingen ": Beheer van de
verbindingen, apparaten zoeken.
"Persoonlijke instelling - configuratie ":
Parameters van de auto definiëren,
Taalkeuze, Configuratie beeldscherm, Keuze van
eenheden, Datum en tijd instellen.
Druk op de toets "MENU".
Scrollen tussen de menu's.
Toegang tot een menu.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk herhaaldelijk op de toets SOURCE
om de radiofunctie te selecteren.
Druk op deze toets om het golfbereik te selecteren (FM / AM / DAB).Druk op een van de toetsen voor
automatisch zoeken naar een
radiozender.
Druk op een van de toetsen om
handmatig naar hogere/lagere frequenties
te zoeken.
Druk op deze toets voor een lijst van de beschikbare zenders in het gebied waar u
zich bevindt.
Druk langer dan 2 seconden op de toets om
deze lijst bij te werken. Tijdens het bijwerken is
de geluidsweergave uitgeschakeld.
RDS
Er kunnen storingen in de ontvangst
optreden door obstakels in de omgeving
(bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages,
enz.), ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit is een normaal verschijnsel en duidt niet
op een storing in het audiosysteem.
Als de RDS-functie niet beschikbaar is, worden de letters RDS doorgestreept
weergegeven op het display.
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar de sterkste
frequentie van een zender, zodat u ernaar
kunt blijven luisteren. Onder bepaalde
omstandigheden zijn sommige RDS-zenders
echter niet in het hele land te ontvangen
doordat de zenders niet het hele land dekken.
Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden
kan wegvallen.
Korte procedure
Druk in modus " Radio" op OK om de RDS-
functie direct in of uit te schakelen.
Lange procedure
Druk op de toets MENU.
Selecteer "Audiofuncties ".
Druk op OK.
Selecteer de functie "Voorkeuze
FM-band ".
Druk op OK.
Selecteer "Frequentie volgen (RDS) ".
Druk op OK, RDS verschijnt op het
scherm.
TA-berichten beluisteren
De TA-functie (Traffic Announcement)
geeft voorrang aan het luisteren naar de
verkeersinformatie. Voor een correcte werking
van deze functie is een goede ontvangst van
een radiozender nodig die deze berichten
uitzendt. Zodra er een bericht wordt
uitgezonden, wordt de geluidsbron die op dat
moment wordt weergegeven (Radio, CD, ...)
automatisch onderbroken en wordt de
verkeersinformatie doorgegeven. Zodra dit
180
Bluetooth®-audiosysteem
de toets SOURCE om de functie "CD" te
selecteren.
Druk op een van de toetsen voor het
selecteren van een nummer op de CD.
Druk op de toets LIJST voor een lijst van
de beschikbare nummers op de CD.
Houd een van de toetsen ingedrukt voor
snel vooruit/achteruit zoeken.
Een MP3-compilatie
afspelen
Plaats een MP3-CD in de CD-speler.
Het audiosysteem scant de CD tot alle nummers
zijn gevonden, hierdoor kan het enkele tot
enkele tientallen seconden duren voordat het
afspelen begint.
Op een enkele disc kan de CD-speler tot
255 MP3-bestanden lezen, verspreid
over 8 niveaus.
Het is echter raadzaam het aantal
afspeellijsten tot twee te beperken om een
lange laadtijd van de CD te voorkomen.
Bij het afspelen wordt geen rekening
gehouden met de mappenstructuur.
Alle bestanden worden op hetzelfde niveau
weergegeven.
Als er al een CD in het apparaat zit die u wilt beluisteren, druk dan herhaaldelijk op
de toets SOURCE om de functie "CD" te
selecteren.
Afspeelmethode
Er zijn verschillende afspeelmethodes:– Normaal: de nummers worden in de normale
volgorde volgens de afspeellijst afgespeeld.
– Shuffle : de nummers van een album of
een map worden in een willekeurige volgorde
afgespeeld.
– Willekeurig voor alle media : alle nummers
van alle mediaspelers worden in een willekeurige
volgorde afgespeeld.
– Herhaling: alleen de nummers van dit album
of deze map worden afgespeeld.
Druk op deze toets om naar het contextmenu van de functie Media te
gaan.
Druk op deze toets om de gekozen
afspeelmethode te selecteren.
Druk op deze toets om te bevestigen.
De keuze wordt boven in het scherm getoond.
Een nummer selecteren voor afspelen
Druk op een van deze toetsen om naar
het vorige/volgende nummer te gaan.
Druk op een van deze toetsen om naar de
vorige/volgende map te gaan.
Indelen van bestanden
Houd deze toets enige tijd ingedrukt om de verschillende indelingsmogelijkheden
te bekijken.
* Afhankelijk van de beschikbaarheid en het type randapparatuur.
Kies per "Map" / " Artiest" / "Genre" /
"Afspeellijst".
Afhankelijk van de beschikbaarheid en het type
randapparatuur.
Druk op OK om de gekozen indeling te
selecteren en vervolgens opnieuw op OK
om uw keuze te bevestigen.
Bestanden afspelen
Druk deze toets kort in om de gekozen indeling weer te geven.Scroll door de lijst met de toetsen links/
rechts en omhoog/omlaag.
Bevestig de selectie door op OK te
drukken.
Druk op een van deze toetsen om naar
het vorige/volgende nummer te gaan.
Houd een van de toetsen ingedrukt voor snel
vooruit/achteruit zoeken.
Druk op een van deze toetsen om naar
volgende/vorige " Map" / "Artiest" /
"Genre" / " Afspeellijst” te gaan*
Ingang AUX-aansluiting
(AUX)
Afhankelijk van de uitrustingSluit een draagbaar apparaat (zoals een mp3-speler) met een audiokabel (niet
meegeleverd) aan op de AUX-aansluiting.
Apparaten die op het systeem worden aangesloten, moeten voldoen aan de
norm die van toepassing is op het product en/
of aan de norm IEC 60950-1.
Druk herhaaldelijk op de toets SOURCE
om "AUX" te selecteren.
Stel eerst het volume van het externe apparaat
af (hoog geluidsniveau). Stel vervolgens het
volume van het audiosysteem af. De bediening
vindt plaats via het draagbare apparaat.
Sluit een extern apparaat niet op zowel
de AUX-aansluiting als de USB-
aansluiting aan.
CD-speler
Gebruik alleen ronde CD's.
Bepaalde systemen voor kopieerbeveiliging op
de originele CD of zelfgebrande CD's kunnen
storingen veroorzaken die niets te maken
hebben met de kwaliteit van de oorspronkelijke
CD-speler.
Bij het invoeren van een CD start het afspelen
automatisch.
Het systeem herkent geen externe
CD-spelers die op de USB-aansluiting
worden aangesloten.
Als er al een CD in het apparaat zit die u wilt beluisteren, druk dan herhaaldelijk op
181
Bluetooth®-audiosysteem
10de toets SOURCE om de functie "CD" te
selecteren.
Druk op een van de toetsen voor het
selecteren van een nummer op de CD.
Druk op de toets LIJST voor een lijst van
de beschikbare nummers op de CD.
Houd een van de toetsen ingedrukt voor
snel vooruit/achteruit zoeken.
Een MP3-compilatie
afspelen
Plaats een MP3-CD in de CD-speler.
Het audiosysteem scant de CD tot alle nummers
zijn gevonden, hierdoor kan het enkele tot
enkele tientallen seconden duren voordat het
afspelen begint.
Op een enkele disc kan de CD-speler tot
255 MP3-bestanden lezen, verspreid
over 8 niveaus.
Het is echter raadzaam het aantal
afspeellijsten tot twee te beperken om een
lange laadtijd van de CD te voorkomen.
Bij het afspelen wordt geen rekening
gehouden met de mappenstructuur.
Alle bestanden worden op hetzelfde niveau
weergegeven.
Als er al een CD in het apparaat zit die u wilt beluisteren, druk dan herhaaldelijk op
de toets SOURCE om de functie "CD" te
selecteren.
Druk op een van de toetsen voor het
selecteren van een map op de CD.
Druk op een van de toetsen voor het
selecteren van een nummer op de CD.
Druk op de toets LIJST voor een lijst van
de beschikbare bestanden op de
MP3-compilatie.
Houd een van de toetsen ingedrukt voor
snel vooruit/achteruit zoeken.
Bluetooth® streaming audio
Streaming audio biedt de mogelijkheid om
muziekbestanden op de telefoon via de audio-
installatie in de auto af te spelen.
Koppel de telefoon.
(Zie de rubriek " Koppelen van een telefoon ").
Activeer de bron Streaming door op de toets SOURCE te drukken.
In sommige gevallen moet het afspelen van
audiobestanden via het toetspaneel worden
geactiveerd.
U kunt audiobestanden selecteren via de toetsen
op het bedieningspaneel van het audiosysteem
en de stuurwieltoetsen.
De informatie over de audiobestanden kan
op het scherm worden weergegeven, als
de telefoon deze functie ondersteunt. De
weergavekwaliteit hangt af van de kwaliteit van
het signaal van de telefoon.
Apple®-speler aansluiten
Sluit de Apple®-speler met een geschikte kabel
(niet bijgeleverd) aan op de USB-aansluiting. Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in
de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten / albums /
genres / afspeellijsten).
De softwareversie van het audiosysteem kan
incompatibel zijn met de softwareversie van uw
Apple
®-speler.
Informatie en tips
De CD-speler speelt audiobestanden af met
de extensie .mp3, .wma, .wav en .aac met een
bitrate tussen 32 kbps en 320 kbps.
De CD-speler is ook compatibel met de modus
TAG (ID3 tag, WMA TAG).
Andere typen audiobestanden (.mp4, enz...)
kunnen niet worden afgespeeld.
Bestanden met de extensie .wma moeten van
het type WMA 9 Standaard zijn.
De bemonsteringsfrequenties (sampling rates)
zijn 11, 22, 44 en 48 kHz.
Via de USB-aansluiting speelt het systeem
audiobestanden af met de extensie ".mp3, .wma,
.wav, .cbr, .vbr" met een bitrate van 32 tot 320
Kbps.
Andere typen audiobestanden (.mp4, enz...)
kunnen niet worden afgespeeld.
Bestanden met de extensie .wma moeten van
het type WMA 9 Standaard zijn.
De bemonsteringsfrequenties (sampling rates)
zijn 11, 22, 44 en 48 kHz.
182
Bluetooth®-audiosysteem
Informatie en tips
Via het menu "Telefoon" hebt u onder
andere toegang tot de volgende functies:
"Telefoonboek", als uw telefoon geheel
compatibel is, "Oproepenlijst", "Gekoppelde
apparaten bekijken".
Afhankelijk van het type telefoon kan het nodig
zijn toestemming te geven voor de toegang van
het systeem tot de verschillende functies.
Raadpleeg de website van het merk voor
meer informatie (compatibiliteit, extra
informatie, ...).
Verbindingen beheren
De verbinding met de telefoon is
automatisch ook geschikt voor Bluetooth
en streaming van audio.
De mogelijkheid van het systeem om maar
één profiel te koppelen, hangt af van de
telefoon. Het is mogelijk dat er standaard
beide profielen kunnen worden verbonden.
Druk op de toets MENU.
Selecteer "Verbindingen ".
Druk op OK om te bevestigen.
Selecteer "Bluetooth Beheer Bluetooth-
verbindingen " en bevestig. Er wordt een
lijst met de gekoppelde telefoons weergegeven.
Geadviseerd wordt om voor bestandsnamen
maximaal 20 karakters te gebruiken; vermijd
daarbij speciale tekens (bijv. : « ? ; ù) om problemen met het afspelen of de weergave te
voorkomen.
Om een gebrande CDR of CDRW te kunnen
afspelen moet bij het branden bij voorkeur de
standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of Joliet zijn
geselecteerd.
Als de disc met een andere standaard is
gebrand, kan deze mogelijk niet correct worden
afgespeeld.
Gebruik bij één disc altijd dezelfde standaard
voor het branden en selecteer bij het branden
altijd de laagste snelheid (maximaal 4x) voor een
optimale geluidskwaliteit.
Gebruik bij een multisessie-CD altijd de
standaard Joliet.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te voorkomen.
Gebruik uitsluitend USB-sticks die
geformatteerd zijn naar FAT32 (File
Allocation Table).
Gebruik voor een correcte werking de
originele USB-kabels van Apple®.
Telefoon
Koppelen van een
Bluetooth
®-telefoon
Om veiligheidsredenen mag de
bestuurder handelingen die de volle
aandacht vragen, zoals het koppelen van een
Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-
handsfree systeem van het audiosysteem,
uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto en
ingeschakeld contact.
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon en zorg ervoor dat deze
"zichtbaar is voor iedereen" (configuratie van
de telefoon).
Welke diensten beschikbaar zijn, is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart
en de compatibiliteit van het gebruikte
Bluetooth-toestel.
Controleer de handleiding van uw telefoon en
de informatie van uw provider om te kijken tot
welke diensten u toegang hebt.
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de lijst van gedetecteerde apparaten.
Procedure via het systeem
Druk op de toets MENU.
Selecteer "Verbindingen ".
Bevestig met OK.
Selecteer "Extern apparaat zoeken via
Bluetooth".
Bevestig met OK.
Een venster opent met de melding "Bezig te
zoeken".
Selecteer in de lijst van gedetecteerde
randapparatuur de te koppelen telefoon. U kunt
slechts één telefoon per keer koppelen.
Voltooien van de koppeling
Voltooien van het koppelen, ongeacht of
dit vanaf de telefoon of het systeem
wordt gedaan: controleer of de door het
telefoon en het systeem weergegeven code
identiek zijn.
Mocht de koppeling niet gelukt zijn, dan kunt u
het nogmaals proberen. Dit kan een onbeperkt
aantal keren.
Op het scherm verschijnt een melding dat de
koppeling is geslaagd.
183
Bluetooth®-audiosysteem
10Informatie en tips
Via het menu "Telefoon" hebt u onder
andere toegang tot de volgende functies:
"Telefoonboek", als uw telefoon geheel
compatibel is, "Oproepenlijst", "Gekoppelde
apparaten bekijken".
Afhankelijk van het type telefoon kan het nodig
zijn toestemming te geven voor de toegang van
het systeem tot de verschillende functies.
Raadpleeg de website van het merk voor
meer informatie (compatibiliteit, extra
informatie, ...).
Verbindingen beheren
De verbinding met de telefoon is
automatisch ook geschikt voor Bluetooth
en streaming van audio.
De mogelijkheid van het systeem om maar
één profiel te koppelen, hangt af van de
telefoon. Het is mogelijk dat er standaard
beide profielen kunnen worden verbonden.
Druk op de toets MENU.
Selecteer "Verbindingen ".
Druk op OK om te bevestigen.
Selecteer "Bluetooth Beheer Bluetooth-
verbindingen " en bevestig. Er wordt een
lijst met de gekoppelde telefoons weergegeven.
Druk op OK om te bevestigen.
Geeft aan dat een apparaat is verbonden.
Een cijfer geeft aan dat het profiel met
het systeem is verbonden:
– 1 voor media of 1 voor telefoon.– 2 voor media en telefoon.
Geeft aan dat er een geschikte verbinding voor streaming audio is.Geeft aan dat het profiel voor handsfree bellen actief is.Selecteer een telefoon.
Druk op OK om te bevestigen.
Vervolgens selecteert en bevestigt u:
– Aansluiten telefoon / Telefoon afsluiten :
om alleen de telefoon of de handsfreeset te
verbinden/de verbinding ervan te verbreken.
– Aansluiten mediaspeler / Mediaspeler
afsluiten: om alleen de streaming-verbinding te
realiseren/te verbreken.
– Aansluiten telefoon en mediaspeler
/ Telefoon + mediaspeler afsluiten /: om
de telefoon (handsfreeset en streaming) te
verbinden/de verbinding ervan te verbreken.
– Verbinding verwijderen : koppeling
verwijderen.
Als u een koppeling uit het systeem verwijdert, vergeet dan niet om deze
koppeling ook uit uw telefoon te verwijderen.
Druk op OK om te bevestigen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Selecteer met de toetsen het tabblad " JA"
op het scherm.
Bevestig met OK.
Druk op deze stuurwieltoets om het gesprek aan te nemen.
Bellen
Via het menu "Telefoon".
Selecteer "Bellen".
Selecteer "Nummer kiezen ".
Of
Selecteer "Telefoonboek".
Of
Selecteer "Logboek ".
Bevestig met OK.
Houd deze toets langer dan twee seconden ingedrukt om het telefoonboek
te openen. Vervolgens kunt u met de draaiknop
door het telefoonboek scrollen.