2021 BMW X1 Instructieboekjes (in Dutch)

LED-mistlampenVeiligheidsaanwijzingen,
zie
pagina
302,
in
acht
nemen.
LED-mistlampen
zijn
van
LED-techniek
voorzien. Bij
een
defect
contact
opnemen
met
de
servicej
partner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gekwalifij ceerde
servicepartner
of
vakwerkplaats.
Knipperlicht
in
de
buitenspiegel
De
knipperlichten
in
de
buitenspiegels
maken gebruik
van
LED-techniek.
Bij
een
defect
contact
opnemen
met
de
Service
Partner
van
de
fabrij
kant
of
een
andere
gekwalificeerde
Service
Partj
ner
of
specialist.
Achterlichten,
lamp
vervangen Auto's
met
halogeenvoorlichten1Richtingaanwijzers2Achteruitrijlicht3Mistachterlicht/achterlicht4Achterlicht5Remlicht/achterlicht
Auto
met
LED-voorlichten
Veiligheidsaanwijzingen,
zie
pagina
302,
in
acht
nemen.
Alle
lampen
en
lichten
zijn
in
ledtechniek
uitgej voerd.
Bij
een
defect
contact
opnemen
met
de
Service Partner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gekwalifij ceerde
Service
Partner
of
specialist.
Lampvervanging
buitenste
achterverlichting
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen,
zie
pagina
302,
in
acht
nemen.
Knipperlicht:
lamp
21
watt,
P21WLL.
Remlicht:
lamp
21
Watt,
P21WLL.
Buitenste
achterlicht
uitbouwen1.De
achterklep
openen.2.De
bevestiging
met
de
schroevendraaier
uit
het
boordgereedschap
losdraaien,
pijl
1.
Afdekking
afnemen,
pijl
2.3.De
beide
moeren,
pijl
1,
van
de
buitenste achterlichten
losdraaien.
Om
deze
los
te
draaien
kan
de
handgreep
van
de
schroevenj
draaier
uit
het
boordgereedschap
worden
gej bruikt.
Het
achterlicht
voorzichtig
naar
voren,
pijl
2,
van
de
carrosserie
afnemen.
Er
op
letten
dat
de
bedrading
niet
wordt
beschadigd.4.De
stekker
van
de
lamphouder
lostrekken, daarvoor
de
bedrading
van
het
achterlichtloshaken.Seite
305Vervangen
van
onderdelenMOBILITEIT305
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F032
-
X/20

Lampen
vervangen1.De
drie
bevestigingen,
pijl
1,
van
de
lamphoujder
losmaken.
De
lamphouder
van
het
achterlicht
verwijdej
ren,
pijl
2.2.De
defecte
lamp
licht
in
de
fitting
drukken,
tej gen
de
klok
in
draaien
en
verwijderen.'xBovenste
lamp:
richtingaanwijzer'xOnderste
lamp:
remlicht3.Ga
voor
het
plaatsen
van
de
nieuwe
lamp
en
het
aanbrengen
van
de
lamphouder
in
omgej keerde
volgorde
te
werk.
Erop
letten
dat
de
lamphouder
vastklikt
in
alle
bevestigingen.
Achterlicht
inbouwen
1.De
stekker
aansluiten
en
de
bedrading
aan het
achterlicht
bevestigen,
pijl
1.2.Het
achterlicht
met
de
nok,
pijl
2,
tegen
het
bevestigingspunt
van
de
carrosserie
plaatsen en
op
beide
draadeinden
schuiven.3.Het
achterlicht
exact
recht
aandrukken
en
de
beide
moeren
aantrekken.4.De
afdekking
monteren.
Erop
letten
dat
de
kunststof
nokken
van
de
afdekking
correct
inde
overeenkomstige
uitsparingen
van
de
carj rosserie
zitten.
Lichten
in
de
achterklep
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen,
zie
pagina
302,
in
acht
nemen.
Achteruitrijlicht:
lamp
21
watt,
P21WLL
Mistachterlicht:
lamp
21
watt,
H21WLL Achterlicht:
lamp
5
watt,
P21WLL
Toegang
tot
de
lampen
1.Achterklep
openen.2.De
afdekking
aan
de
verzonken
handgreep
eruit
trekken.3.De
stekker
van
de
lamphouder
lostrekken.
Achteruitrijlicht,
mistachterlicht
en
achterlicht
vervangen
1.De
bevestigingen,
pijl
1,
van
de
lamphouder losmaken.
De
lamphouder
van
het
achterlicht
verwijdej
ren,
pijl
2.Seite
306MOBILITEITVervangen
van
onderdelen306
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F032
-
X/20

2.De
defecte
lamp
licht
in
de
fitting
drukken,
tejgen
de
klok
in
draaien
en
verwijderen.'xBovenste
lamp:
achteruitrijlamp'xOnderste
lamp:
mistachterlicht'xOnderste
lamp,
5
watt:
achterlicht
Lamphouder
inbouwen
1.Ga
voor
het
plaatsen
van
de
nieuwe
lamp
en
het
aanbrengen
van
de
lamphouder
in
omgej keerde
volgorde
te
werk.
De
stekker
op
de
lamphouder
aansluiten.2.Op
juiste
en
stevige
bevestiging
van
de
lampj
houder
letten.
Middelste
remlicht
en
kentekenplaatverlichting
Veiligheidsaanwijzingen,
zie
pagina
302,
in
acht
nemen.
De
lampen
maken
gebruik
van
LED-techniek.
Bij een
defect
contact
opnemen
met
de
Service
Partner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gekwalifij
ceerde
Service
Partner
of
specialist.
Accu
Algemeen De
accu
is
onderhoudsvrij.
Specifieke
informatie
over
de
accu
kan
bij
een servicepartner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gej
kwalificeerde
servicepartner
of
vakwerkplaats worden
opgevraagd.
Veiligheidsvoorschriften
GEVAAR
Door
het
aanraken
van
spanningvoerende
onj
derdelen
bestaat
kans
op
een
elektrische
schok.
Er
bestaat
kans
op
letsel
of
levensgej
vaar.
Geen
onderdelen
aanraken
die
onder
spanning
kunnen
staan.
WAARSCHUWING
Accu's
die
als
ongeschikt
zijn
bevonden
kunj nen
systemen
beschadigen
of
ertoe
leiden
datfuncties
niet
meer
kunnen
worden
uitgevoerd.Er
bestaat
kans
op
letsel
of
schade.
Alleen
acjcu's
gebruiken
die
door
de
fabrikant
van
deauto
als
geschikt
zijn
aangemerkt.
Batterij
bij
de
auto
aanmelden
De
fabrikant
van
de
auto
raadt
aan
om
de
batterij na
vervanging
door
een
servicepartner
van
de
faj
brikant
of
een
andere
gekwalificeerde
servicej partner
of
gekwalificeerde
werkplaats
bij
de
autote
laten
aanmelden.
Met
de
nieuwe
aanmeldingzijn
alle
comfortfuncties
onbeperkt
beschikbaaren
eventuele
Check-Control-meldingen
voor
deze
comfortfuncties
worden
niet
meer
weergej geven.
Accu
opladen Algemeen
Erop
letten
dat
de
accu
voldoende
opgeladen
is, om
de
volle
levensduur
van
de
accu
te
garandej ren.
De
accu
opladen
wanneer
het
startvermogen
onj voldoende
is.
De
volgende
omstandigheden
kunnen
het
verj
mogen
van
de
accu
negatief
be

accuplusaansluitpunten
in
de
motorruimte
aanj
sluiten.
Acculader
Speciaal
voor
de
auto
ontwikkelde
en
op
het
boordnet
afgestemde
acculaders
zijn
verkrijgbaar bij
een
Service
Partner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gekwalificeerde
Service
Partner
of
specij
alist.
Accu
opladen Batterij
alleen
bij
afgezette
motor
en
via
de
startjhulpaanklempunten,
zie
pagina
313,
in
het
moj
torcompartiment
opladen.
Stroomonderbreking Na
een
tijdelijke
stroomonderbreking
moetensommige
uitrustingen
opnieuw
worden
ge

Hulp
in
geval
van
pechUitrusting
van
de
auto
In
dit
hoofdstuk
worden
alle
standaard,
landspejcifieke
en
speciale
uitrustingen
beschreven
die
inde
modelserie
aangeboden
worden.
Daarom
worden
er
ook
uitrustingen
en
functies
beschrej ven
die
niet
in
een
voertuig
beschikbaar
zijn,
bijv.omwille
van
de
geselecteerde
speciale
opties
of
landuitvoering.
Dat
geldt
ook
voor
veiligheidsrelej vante
functies
en
systemen.
Bij
gebruik
van
deze
functies
en
systemen
moeten
de
geldende
wetj
ten
en
voorschriften
worden
nageleefd.
Alarmlichtinstallatie
De
toets
bevindt
zich
in
de
middenconsole.
Gevarendriehoek
De
gevarendriehoek
is
aan
de
binnenzijde
van
de
achterklep
ondergebracht.
De
gevarendriehoek
opzij
schuiven
en
eruit
haj len.
EHBO-tas
Algemeen
De
houdbaarheid
van
enkele
artikelen
is
beperkt. Houdbaarheidsdatum
van
de
inhoud
regelmatig
controleren
en
eventueel
aflopende
artikelen
tijj dig
vervangen.
Locatie De
EHBO-tas
bevindt
zich
in
de
bagageruimtelinks
in
het
opbergvak.
BMW
pechhulp
Principe
Als
pechhulp
nodig
is,
kunt
u
contact
opnemen
met
de
pechhulp
van
de
BMW
Group.
Algemeen
In
geval
van
pech
worden
gegevens
over
de
toej
stand
van
het
voertuig
naar
de
fabrikant
van
het
voertuig
overgedragen.
Eventueel
kunnen
storinj gen
direct
worden
verholpen.
De
contactopname
kan
op
verschillende
maniej
ren
gebeuren.
'xVia
een
Check-Control-melding,
zie
paj
gina
131.'xAls
oproep
met
een
mobiele
telefoon.'xVia
de
BMW
Connected-app.
Afhankelijk
van
de
land-
en
voertuigvariant
kan
evt.
een
andere
pechhulpprovider
via
het
ConjnectedDrive-klantenportaal
worden
toegewezen.
Seite
309Hulp
in
geval
van
pechMOBILITEIT309
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F032
-
X/20

Voorwaarden'xActief
ConnectedDrive-contract,
uitrusting
met
intelligente
noodoproep
of
BMW
Conj nectedDrive
Services.'xMobiele
telefonieontvangst.'xContact
is
ingeschakeld.
Starten
Bij
uitrusting
met
Teleservices
wordt
eerst
door
de
Teleservice
Diagnose
en
eventueel
daarna door
de
Teleservice
Hulp
ondersteuning
aangejboden.
Via
iDrive:
1.ConnectedDrive2.BMW
Assistance3.BMW
pechhulp
Er
wordt
contact
opgenomen
voor
pechhulp van
de
fabrikant.
Evt.
wordt
een
telefoonnummer
afgebeeld. Het
telefoonnummer
selecteren
zodat
dit
via
een
verbonden
mobiele
telefoon
wordt
gej beld.
Teleservice
Diagnose
Met
de
Teleservice
Diagnose
kunnen
via
moj biele
communicatieapparatuur
gedetailleerdevoertuiggegevens
worden
verstuurd
die
voor
de
diagnose
van
de
auto
vereist
zijn.
Deze
gegevens
worden
automatisch
verstuurd.
Teleservice
Hulp Met
de
Teleservice
Hulp
kan,
afhankelijk
van
hetland,
een
grondigere
diagnose
van
de
auto
worj
den
uitgevoerd
via
het
mobiele
gegevensnetj
werk.
Na
de
oproep
door
de
servicespecialist
kan
de Teleservice
Hulp
worden
gestart.
1.Auto
veilig
parkeren.2.Parkeerrem
bedienen.3.Control
Display
is
ingeschakeld.4.Teleservice
Hulp
bevestigen.
Bij
bepaalde
functies
kan
de
geschiktheid
voorhet
normale
gebruik
van
de
auto
hersteld
worj
den.
Indien
dit
niet
mogelijk
is,
worden
andere
maatj
regelen
getroffen,
bijv.
de
mobiele
service
wordt
ge

Overzicht
SOS-toets
in
de
dakhemel.
Voorwaarden
voor
een
correcte werking
'xNoodoproepsysteem
is
bedrijfsklaar.'xContact
is
ingeschakeld.'xBij
uitvoering
met
intelligente
noodoproep:
inde
auto
ge

onmiddellijk
een
arts
worden
geraadj
pleegd.'xContact
van
het
blusmiddel
met
de
huid
vermijden.
Langdurig
contact
met
het
blusmiddel
kan
tot
uitdroging
van
de
huid
leiden.'xContact
van
het
blusmiddel
met
de
ogen
vermijden.
Bij
contact
met
de
ogen
moej ten
de
ogen
onmiddellijk
met
veel
water
worden
gespoeld.
Bij
aanhoudende
proj
blemen
moet
een
arts
worden
geraadj
pleegd.
Het
brandblusapparaat
uitnemen
De
spanningssloten
aan
de
bevestigingsband
openen.
Brandblusapparaat
gebruiken Voor
het
gebruik
van
het
brandblusapparaat
moeten
de
fabrikantgegevens
op
het
brandblusj
apparaat
en
de
bijgevoegde
informatie
in
acht
worden
genomen.
Brandblusapparaat
opbergen
1.Brandblusapparaat
in
de
houder
plaatsen.2.Spansloten
hangen
en
sluiten.
Onderhoud
en
nieuwe
vulling Het
brandblusapparaat
om
de
2
jaar
bij
een
Serjvice
Partner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gej
kwalificeerde
Service
Partner
of
specialist
laten
controleren.
De
datum
voor
het
volgende
onderhoud
van
het
brandblusapparaat
in
acht
nemen.
Het
brandblusapparaat
na
gebruik
vervangen
of
opnieuw
laten
vullen.
Starthulp
Algemeen
Bij
een
lege
accu
kan
de
motor
met
de
accu
van andere
auto
met
behulp
van
twee
startkabels worden
gestart.
Gebruik
hiervoor
alleen
startkajbels
met
volledig
ge