Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-3
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in de stand “LOCK” in en
draai deze dan naar “OFF”.
DAU59681
(Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichting of de richting-
aanwijzers langdurig gebruikt, kan dit deaccu ontladen.
DAU4939H
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes
DAU11032
Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en “”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de koplamp
is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11259
Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is. Vul zo snel mo-
gelijk motorolie bij om schade aan de motor
te voorkomen.
Bij een voldoende hoog olieniveau kan het
waarschuwingslampje soms toch knipperen
bij rijden op een helling of bij plotseling af-
remmen of optrekken,
er is dan echter geen
sprake van een storing. Als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in het circuit van
het waarschuwingslampje olieniveau, knip-
pert het waarschuwingslampje olieniveau
herhaaldelijk. Als dit zich voordoet, vraag
dan een Yamaha-dealer de machine te con-
troleren.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Controlelampje tractieregeling “ ”
2. ABS-waarschuwingslampje “ ”
3. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
4. Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur “ ”
5. Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
6. Controlelampje linker richtingaanwijzers “”
7. Vrijstandcontrolelampje “ ”
8. Controlelampje grootlicht “ ”
9. Controlelampje rechter richtingaanwijzers “”
10.Controlelampje startblokkering “ ”
2
13
4
5
6
7
8
9
10
ABS
BAE-9-D1.book 3 ページ 2019年8月28日 水曜日 午後1時37分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-13
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Rechts
DAU12352
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.OPMERKINGAls de dimlichtschakelaar is ingesteld op
“ ”, heeft de lichtsignaalschakelaar geeneffect.
DAU12402
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te gev en. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU73391
Schakelaar tractieregeling “TCS”
Druk met de gasgreep gesloten deze scha-
kelaar omlaag om te wisselen van TCS “1”
naar “2”. Druk de schakelaar omhoog om te
wisselen van TCS “2” naar “1”.
Houd terwijl de machine stilstaat deze scha-
kelaar twee seconden omhoog gedrukt om
het systeem uit te schakelen. Druk omlaag
om het systeem in te schakelen.OPMERKING
De huidige TCS-instelling wordt weer-
gegeven in de TCS-weergave (pagina
3-8).
Zie pagina 3-16 voor uitleg over de werking en instellingen van de tractie-
regeling.
DAU54212
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 5-2 voor star
tinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval, zo-
als wanneer de machine omslaat of als de
gaskabel blijft hangen.
DAU12735
Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmver lichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-
1. Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
2. Rijmodusschakelaar “MODE”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
123
BAE-9-D1.book 13 ページ 2019年8月28日 水曜日 午後1時37分
10-1
1
2
3
4
5
6
7
8
91011
12
Index
AAandrijfketting, reinigen en smeren ......... 6-24
ABS ......................................................... 3-15
ABS-waarschuwingslampje ....................... 3-4
Accu......................................................... 6-29
Achterbrugscharnierpunten, smeren ....... 6-27BBagagebandhouders ............................... 3-25
Banden .................................................... 6-16
Bougies, controleren.................................. 6-9
Brandstof ................................................. 3-18
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ..... 5-3CClaxonschakelaar .................................... 3-13
Contactslot/stuurslot .................................. 3-2
Controlelampje grootlicht ........................... 3-3
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................... 3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers ........... 3-3
Controlelampje startblokkering .................. 3-4
Controlelampje tractieregeling ................... 3-4DDe motor starten ........................................ 5-2
Diagnosestekker ........................................ 9-2
Dimlichtschakelaar .................................. 3-13
D-mode (rijmodus) ................................... 3-12FFilterbus ................................................... 6-10GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren .................................................. 6-25
Gelijkstroom kabelstekker voor accessoires ........................................... 3-25
Gereedschapsset ...................................... 6-2 Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ............................................. 6-35
IIdentificatienummers ................................. 9-1
Inrijperiode ................................................ 5-1KKabels, controleren en smeren ............... 6-25
Kentekenverlichting ................................. 6-35
Klepspeling.............................................. 6-15
Koelvloeistof ............................................ 6-13
Koplampgloeilamp vervangen ................. 6-32
Koppelingshendel.................................... 3-14LLichtsignaalschakelaar ............................ 3-13
Luchtfilterelement .................................... 6-14MMatkleur, let op.......................................... 7-1
Modelinformatiesticker .............................. 9-2
Motorolie ................................................. 6-10
Motor raakt oververhit ............................. 6-38
Multifunctionele meter ............................... 3-5OOnderhoud ................................................ 7-1
Onderhoud en smering, periodiek ............. 6-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem ........ 6-3
Ondersteunen van de motorfiets ............. 6-36
Opbergcompartiment .............................. 3-21
Overloopslang brandstoftank .................. 3-20PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ........... 6-34
Parkeren.................................................... 5-4
Plaats van de onderdelen ......................... 2-1
Problemen oplossen ............................... 6-36
RRegistratie van gegevens , voertuig ...........9-2
Rem- en koppelingshendels, controleren en smeren...........................6-26
Rem- en schakelpedalen, controleren en
smeren...................................................6-25
Remhendel ..............................................3-15
Remlicht/achterlicht ................................. 6-34
Remlichtschakelaars................................ 6-20
Rempedaal ..............................................3-15
Remvloeistofniveau, controleren ............. 6-21
Remvloeistof, verversen ..........................6-22
Richtingaanwijzerschakelaar ................... 3-13SSchakelaar alarmverlichting ..................... 3-13
Schakelaar tracti eregeling .......................3-13
Schakelen ..................................................5-3
Schakelpedaal ......................................... 3-14
Schokdemperunit, afstellen ..................... 3-23
Serienummer motorblok ............................9-1
Spanning aandrijfke tting ..........................6-23
Specificaties...............................................8-1
Stallen ........................................................7-3
Startblokkeersysteem ................................3-1
Startspersysteem ..................................... 3-26
Stationair toerental, controleren............... 6-15
Stop/Run/Start-schakelaar.......................3-13
Storingzoekschema ................................. 6-37
Stuurschakelaars ..................................... 3-12
Stuursysteem, controleren .......................6-28TTankdop ...................................................3-18
Tractieregeling ......................................... 3-16
BAE-9-D1.book 1 ページ 2019年8月28日 水曜日 午後1時37分