Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
5-1
5
DAU77490
StuurschakelaarsLinks Rechts
DAU88260
Dimlichtschakelaar/lichtsi
gnaalschake-
laar “ / /PASS”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt
u de schakelaar omlaag naar “PASS” terwijl
de koplampen op dimlicht staan.OPMERKING Als de schakelaar op dimlicht wordt
ingesteld, gaan alleen de twee bin-
nenste koplampen branden.
Als de schakelaar op grootlicht wordt
ingesteld, gaan de twee buitenste
koplampen branden.
DAU66040
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU66030
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU77450
Noo dstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar
op “ ” om de motor direct uit te schake-
len in een noodgeval, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel blijft
hangen.
1. Selectieschakelaar “ / ”
2. Menuschakelaar “MENU”
3. Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschakelaar “ / /PASS”4. Instelschakelaar cruise control “RES+/SET–” (XP560D)5. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
6. Claxonschakelaar “ ”
7. Aan-uitschakelaar cruise control “ ” (XP560D)
1
2
3
4
5
6
7
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Rijmodusschakelaar “MODE”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
4. Aan-uitschakelaar/startknop “ON/ ”
1
2
3
4
UB3TD0D0.book Page 1 Wednesday, September 4, 2019 2:53 PM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
5-30
5
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de nood stopschakelaar aan staat.
3. Schakel de machinevoeding in.
4. Knijp de voor- of achterrem in en ho ud deze vast.
5. Dr uk op de schakel aar .
Start de motor?
Met de motor nog uit:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de voor- of achterrem in en ho ud deze vast.
8. D r uk op de schakel aar .
Start de motor?
Met de motor nog aan:
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Het s ysteem is in orde. De scooter ma g wo
rden gebruikt. De zijstandaardscha
kelaar werkt mogelijk niet
goed.
De scooter ma g niet worden g ebruikt voordat
deze is nagekeken door een Y amaha dealer.
De remschakel aar werkt mogelijk niet goed.
De scooter ma g niet worden g ebruikt voordat
deze is nagekeken door een Y amaha dealer.
De zijstandaardscha kelaar werkt mogelijk niet
goed.
De scooter ma g niet worden g ebruikt voordat
deze is nagekeken door een Y amaha dealer
.
JA NEE JA NEE NEE JA
Bij deze ins pectie moet de machine op de
middenbok worden g ezet.Als zich een s toring voordoet, vraa g dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer
het systeem te controleren.WAARSCHUWING
“ON/ ”“ON/ ”
UB3TD0D0.book Page 30 Wedne sday, September 4, 2019 2:53 PM
Gebruik en belan grijke rij-informatie7-2
7
DAU88770
De motor startenHet startspersysteem staat starten toe
wanneer de zijstandaard omhoog is gezet.
Om de motor te starten1. Nader de machine met de Smart-sleu-
tel ingeschakeld.
2. Druk op de schakelaar “ON/ ” en zet
de noodstopschakelaar in de stand
“run”.
Na verificatie van de Smart-sleutel
klinkt de zoemer twee keer en worden
de middenbok en het stuurslot ont-
grendeld (als deze vergrendeld wa-
ren).
3. Controleer of de indicator en het/de waarschuwingslampje(s) enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. (Zie
pagina 5-2.)OPMERKINGStart de motor niet als het waarschu-
wingslampje motorstoring blijft bran-
den.
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden en aan blijven totdat de
machine een snelheid van 10 km/h (6
mi/h) bereikt.
LET OP
DCA24110
Als een waarschuwin gs- of controle-
lampje niet werkt zoals hier boven be-
schreven, vraa g d an uw Yamaha d ealer
om de machine te controleren.4. Draai het gas volledig dicht.
5. Druk op de schakelaar “ON/ ” terwijl
de voor- of achterrem wordt bediend.
6. Laat de schakelaar “ON/ ” los als de
motor start, of na 5 seconden. Wacht
10 seconden voordat u opnieuw op de
knop drukt om de accuspanning weer
te laten opbouwen.LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor no g
kou d is, d it verkort de levensd uur van de
motor!
DAU88780
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor Deze sensor
stopt de motor als de machine kantelt.
In dat geval gaat ook het controle-
lampje voor storing branden, maar dit
duidt niet op een storing. Schakel de
machinevoeding uit en vervolgens
weer in om het controlelampje uit te
zetten. Wanneer u dit niet, doet zal de
motor niet aanslaan, ook al probeert
de startmotor de motor op gang te
brengen na het indrukken van de
startknop.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de
startknop om de motor opnieuw te
starten.
UB3TD0D0.book Page 2 Wednesday, September 4, 2019 2:53 PM
Periodiek on derhou d en afstelling
8-12
8
DAU36112
Filter busDit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU77364
Motorolie en oliefilterpatroonVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op de middenbok. Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat hem twee minuten
warmdraaien en zet hem dan uit.
3. Wacht twee minuten om de olie tot rust te laten komen.
4. Controleer het olieniveau via het kijk- glas linksonder in het carter.OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
5. Als de motorolie beneden de merk-streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
Om de motorolie te verversen (en de
oliefilterpatroon te vervan gen)
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond.
2. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder de mo- tor om de gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en vervolgens
de olieaftapplug met de pakking.
1. Filterbus
2. Tankbeluchtingssysteem
12
1. Kijkglas olieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1
2
3
UB3TD0D0.book Page 12 Wedne sday, September 4, 2019 2:53 PM
Periodiek on derhou d en afstelling
8-36
8
DAU86420
Motor raakt oververhit
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwij der de ra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is af gekoel d.
Bren g een dikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de rad iatorvul dop en draai deze dan lan gzaam linksom te gen
d e aanslag zodat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaa g zo dra het sis gelui d stopt en d raai deze links-
om en verwij der de dop.OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater wo rden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
UB3TD0D0.book Page 36 Wedne sday, September 4, 2019 2:53 PM
12-1
12
IndexAAandachtspunten voor veilig rijden ........ 1-5
Aandrijfriem........................................... 8-25
Aan-uitschakelaar/startknop................... 5-2
ABS-waarschuwingslampje .................... 5-3
Accu ...................................................... 8-29
Achterremblokkeerhendel..................... 5-18
Achterremblokkeerkabel, afstellen ....... 8-22
Achterremblokkering, controleren ........ 8-22
Achteruitkijkspiegels ............................. 5-26
Anti-blokkeervoorziening remsysteem
(ABS)................................................... 5-19BBanden ................................................. 8-18
Batterij van Smart-sleutel, vervangen ..... 3-6
Bereik van het Smart-sleutelsysteem ..... 3-2
Bougies, controleren............................. 8-11
Brandstof .............................................. 5-21
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 7-4CClaxonschakelaar ................................... 5-1
Controlelampje grootlicht ....................... 5-3
Controlelampjes cruise control ............... 5-3
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ........................ 5-2
Controlelampje Smart-sleutelsysteem.... 5-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 5-2
Controlelampje tractieregeling................ 5-4
Cruise-controlschakelaars ...................... 5-2
Cruise control (XP560D) ......................... 4-1DDe middenbok vergrendelen ................ 3-10
De motor starten ..................................... 7-2 Diagnosestekker ................................... 11-2
Dimlichtschakelaar/
lichtsignaalschakelaar .......................... 5-1
D-mode (rijmodus).................................. 4-3
FFilterbus ................................................ 8-12GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren .......................................... 8-26
Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires ........................................ 5-28
Gereedschapsset ................................... 8-2
Gloeilamp van kentekenverlichting, vervangen........................................... 8-33HHet stuurslot vergrendelen ..................... 3-9IIdentificatienummers ............................ 11-1
Inrijperiode.............................................. 7-1KKabels, controleren en smeren ............ 8-26
Klepspeling ........................................... 8-18
Koelvloeistof ......................................... 8-15
Kuipruit (XP560E) ................................. 5-24LLuchtfilterelement en aftapslang,
vervangen en reinigen ........................ 8-17MMachinevoeding inschakelen ................. 3-7
Machinevoeding uitschakelen ................ 3-8
Matkleur, let op ...................................... 9-1
Menuschakelaar ..................................... 5-2
Middenbok en zijstandaard, controleren en smeren ....................... 8-27 Modelinformatiesticker .........................11-1
Motorolie en oliefilterpatroon ................8-12
Motor raakt oververhit...........................8-36
Multifunctioneel display ..........................5-5
NNoodmodus ..........................................8-37
Noodstopschakelaar ...............................5-1OOnderhoud ..............................................9-1
Onderhoud en smering, periodiek ..........8-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem .....8-3
Opbergcompartimenten........................5-23
Overloopslang brandstoftank ...............5-22PPanelen, verwijderen en aanbrengen ......8-9
Parkeermodus.......................................3-12
Parkeren ..................................................7-4
Plaats van de onderdelen .......................2-1
Problemen oplossen .............................8-34RRegistratie van gegevens, voertuig .......11-2
Remhendel, achter ................................5-18
Remhendels, smeren ............................8-26
Remhendel, voor ...................................5-18
Remmen..................................................7-3
Remvloeistofniveau, controleren ..........8-24
Remvloeistof, verversen........................8-25
Richtingaanwijzerschakelaar...................5-1
Rijmodusschakelaar................................5-2SSchakelaar alarmverlichting ....................5-2
Schokdemperunit..................................5-26
Selectieschakelaar ..................................5-2
Serienummer motorblok .......................11-1
UB3TD0D0.book Page 1 Wednesday, September 4, 2019 2:53 PM