Page 17 of 104

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-2
3
DAU10462
Contactslot/stuurslotVia het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssy-
stemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
DAU85050
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom en de voertuigverlichting wordt
ingeschakeld. De motor kan worden ge-
start. De sleutel kan niet worden uitgeno-
men.OPMERKINGLaat om ontladen van de accu te voor-
komen het contactslot niet ingescha-
keld zonder dat de motor draait.
De koplamp gaat automatisch bran-
den als de motor wordt gestart.De koplamp blijft branden totdat de
sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
zelfs als de motor afslaat.
DAU10662
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA10062
Draai nooit de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rijdt. Hier-
door worden de elektrische systemen
uitgeschakeld, wat mogelijk kan leiden
tot verlies van de controle of een onge-
val.
DAU1068B
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai deze dan naar “LOCK”.
3. Neem de sleutel uit.OPMERKINGAls het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.
P
ON
OFF
LOCK
1. Drukken.
2. Draaien.12
UBW3D0D0.book Page 2 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 18 of 104

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-3
3
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in de stand “LOCK” in en
draai deze dan naar “OFF”.
DAU59680
(Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichting of de richting-
aanwijzers langdurig gebruikt, kan dit de
accu ontladen.
DAU4939H
Controlelampjes en waarschu-
wingslampjes
DAU11032
Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU59963
Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motoroliedruk laag is.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld moet
dit lampje gaan branden, kort uitgaan, en
dan blijven branden totdat de motor is ge-
start. Laat als dit niet het geval is de machi-
ne nakijken door een Yamaha dealer.LET OP
DCA21211
Als het waarschuwingslampje gaat
branden terwijl de motor draait, stop dan
de motor en controleer het olieniveau.
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Controlelampje linker richtingaanwijzers
2. ABS-waarschuwingslampje Ž
3. Waarschuwingslampje motorstoring Ž
4. Waarschuwingslampje oliedruk Ž
5. Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur Ž
6.
7. Controlelampje rechter richtingaanwijzers
8. Vrijstandcontrolelampje Ž
9. Controlelampje grootlicht Ž
10.Controlelampje startblokkering Ž
11.Waarschuwingslampje anti-blokkeervoor-
ziening remsysteem (ABS OFF) Ž
1
2
3
4
57
8
9
10
11
6
ABS
ABS
UBW3D0D0.book Page 3 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 19 of 104

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-4
3
Vul als het olieniveau laag is voldoende
olie van het aanbevolen type bij. Als het
waarschuwingslampje na het bijvullen
van olie blijft branden, stop dan de motor
en laat de machine nakijken door een
Yamaha dealer.
DAU11449
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de
tijd om af te koelen. (Zie pagina 6-39.)
Bij machines met een of meer radiatorkoel-
vinnen schakelt de radiatorkoelvin automa-
tisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat
dit lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden, vraag
dan uw Yamaha dealer om de machine te
controleren. LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
DAU73172
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat
het lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden, vraag
dan uw Yamaha dealer om de machine te
controleren.
DAU69895
ABS-waarschuwingslampje “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de machine wordt ingeschakeld, en gaat uit
als u begint te rijden. Als het waarschu-
wingslampje tijdens het rijden gaat bran-
den, werkt het ABS-systeem mogelijk niet
goed.
WAARSCHUWING
DWA16043
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat als u een snelheid van 10 km/h (6
mi/h) hebt bereikt of als het waarschu-
wingslampje tijdens het rijden gaat
branden:
Rijd extra voorzichtig om te voorko-
men dat de wielen blokkeren bij een
noodstop.
Laat de machine zo snel mogelijk
controleren door een Yamaha dea-
ler.
DAUM4080
ABS-waarschuwingslampje “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de anti-blokkeervoorziening remsysteem
handmatig is uitgeschakeld. De indicator
“OFF-ROAD” gaat tegelijkertijd branden.
WAARSCHUWING
DWAM1050
Rijd op verharde wegen altijd met het
ABS ingeschakeld. Rijden op openbare
wegen met het ABS uitgeschakeld is
mogelijk verboden en kan uw verzeke-
ring ongeldig maken. Schakel het ABS
alleen uit als u op onverharde oppervlak-
ken rijdt.
ABS
ABS
UBW3D0D0.book Page 4 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 20 of 104

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-5
3
DAUM3622
Controlelampje startblokkering“”
Als de machine wordt uitgeschakeld gaat
het controlelampje na 30 seconden continu
knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld gaat
het lampje enkele seconden branden, om
vervolgens weer uit te gaan. Laat als dit niet
het geval is de machine nakijken door een
Yamaha dealer.Problemen oplossen
Als een probleem is gedetecteerd in het
startblokkeersysteem, knippert het lampje
in een patroon. Als het controlelampje
startblokkering knippert in het patroon 5
keer langzaam gevolgd door 2 keer snel,
betreft dit mogelijk een storing in het trans-
pondersignaal. Als deze fout zich voordoet,
probeer dan het volgende.
1. Houd andere startblokkeersleutels uit
de buurt van het contactslot. Andere
startblokkeersleutels kunnen signaal-
storing veroorzaken, waardoor de mo-
tor weigert te starten.2. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
4. Als de motor niet kan worden gestart
met een of meer standaardsleutels,
breng de machine en alle sleutels dan
naar een Yamaha dealer om de stan-
daardsleutels opnieuw te laten code-
ren.
DAUM4172
Multifunctionele meter1. Bovenste insteltoets
2. Onderste insteltoets
3. Toets “OFF-ROAD ABS ON/OFF”
1
2
3
UBW3D0D0.book Page 5 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 21 of 104

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-6
3
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
snelheidsmeter
toerenteller
brandstofniveaumeter
klok
eco-controlelampje
aanduiding ingeschakelde versnelling
indicator OFF-ROAD
multifunctioneel display
OPMERKINGOm te wisselen tussen kilometers en
mijlen, stelt u het multifunctionele dis-
play in op de kilometerteller of een rit-
teller en houdt u vervolgens de
bovenste insteltoets ingedrukt totdat
de weergave-eenheden wijzigen.
Als de accu wordt losgekoppeld, ke-
ren de weergave-eenheden terug naar
de fabrieksinstellingen.
WAARSCHUWING
DWA12423
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van de
multifunctionele meter gaat aanbren-
gen. Het aanbrengen van wijzigingen tij-
dens het rijden kan u afleiden en
vergroot het risico op een ongeval.Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.Toerenteller
De toerenteller toont het motortoerental.
LET OP
DCA23050
Laat de motor niet draaien in de hoge-
toerenzone van de toerenteller.
Hogetoerenzone: 10000 tpm en hoger
1. Toerenteller
2. Klok
3. Snelheidsmeter
4. Brandstofniveaumeter
5. Aanduiding ingeschakelde versnelling
6. Eco-controlelampje “ECO”
7. Indicator “OFF-ROAD”
8. Multifunctioneel display
1
2
3
45
6
7
8
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
12
UBW3D0D0.book Page 6 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 22 of 104

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-7
3
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de brandstoftank aanwe-
zig is. De segmenten van de
brandstofniveaumeter verdwijnen van “F”
(vol) naar “E” (leeg) naarmate het brand-
stofniveau verder daalt. Als het laatste seg-
ment van de brandstofniveaumeter begint
te knipperen, dient u zo snel mogelijk te
tanken.OPMERKINGAls er een probleem wordt gedetecteerd in
het elektrische circuit, gaan de segmenten
van de brandstofniveaumeter knipperen.
Als dit zich voordoet, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te controleren.
Eco-controlelampje
Dit controlelampje gaat aan wanneer de
machine wordt gebruikt op een milieuvrien-
delijke, energiezuinige manier. Het contro-
lelampje gaat uit als u de machine stopt.OPMERKINGHierna volgen enkele tips om het brand-
stofverbruik te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Rijd met een constante snelheid.
Selecteer de versnelling die geschikt
is voor de snelheid van de machine.
Aanduiding ingeschakelde versnelling
De aanduiding ingeschakelde versnelling
geeft de geselecteerde versnelling aan. De
vrijstand wordt aangegeven door “–”.
Klok
1. Brandstofniveaumeter
1
1.
1
1. Aanduiding ingeschakelde versnelling
2. Vrijstandcontrolelampje Ž
1. Klok
1
2
1
UBW3D0D0.book Page 7 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 23 of 104

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-8
3
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem.OPMERKINGAls het contactslot is uitgeschakeld, kan de
klok worden weergegeven door op de bo-
venste insteltoets te drukken.De klok instellen1.
2. Houd de onderste insteltoets en bo-
venste insteltoets tegelijk ingedrukt
totdat de urenaanduiding begint te
knipperen.
3. Druk op de onderste insteltoets om de
uren in te stellen.
4. Druk op de bovenste insteltoets en de
minutenaanduiding begint te knippe-
ren.
5. Druk op de onderste insteltoets om de
minuten in te stellen.
6. Druk op de bovenste insteltoets om
de instellingen te bevestigen en de
klok aan te zetten.
OPMERKINGDruk bij het instellen van de uren en minu-
ten kort op de onderste insteltoets om de
waarde in stappen van één te verhogen, of
houd de toets ingedrukt om de waarde
doorlopend te verhogen.Indicator OFF-ROAD
Deze indicator gaat branden als het ABS
handmatig wordt uitgeschakeld.
Om het ABS uit te schakelen1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Laat de motor stationair draaien en
houd de toets “OFF-ROAD ABS
ON/OFF” ingedrukt totdat het waar-
schuwingslampje “ABS OFF” begint
te knipperen. Laat de toets vervolgens
los.
3. Het waarschuwingslampje “ABS OFF”
en de indicator “OFF-ROAD” gaan te-
gelijkertijd branden.OPMERKINGHet ABS blijft uitgeschakeld tot de sleutel
stopschakelaar naar Ž (stoppen) wordt
gedraaid terwijl de motor draait, of tot u de
machine stopt en opnieuw op de toets
WAARSCHUWING
DWAM1050
Rijd op verharde wegen altijd met het
ABS ingeschakeld. Rijden op openbare
wegen met het ABS uitgeschakeld is
mogelijk verboden en kan uw verzeke-
ring ongeldig maken. Schakel het ABS
alleen uit als u op onverharde oppervlak-
ken rijdt.Multifunctioneel display
Het multifunctionele display kan het vol-
gende weergeven:
een kilometerteller
twee rittellers1. Multifunctioneel display
1
UBW3D0D0.book Page 8 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 24 of 104

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-9
3
een terugtellende ritteller
een ritteller brandstofreserve
een weergave huidig brandstofver-
bruik
een weergave gemiddeld brandstof-
verbruik
een weergave koelvloeistoftempera-
tuur
een weergave luchttemperatuur
een helderheidsregeling
De kilometerteller toont de totale afstand
die met de machine is afgelegd. De stan-
daard rittellers tonen de afgelegde afstand
sinds de tellers voor het laatst werden te-
ruggesteld. De terugtellende ritteller toont
de resterende af te leggen afstand sinds de
teller voor het laatst werd ingesteld. De
brandstofreserve-ritteller toont de afgeleg-
de afstand sinds het laatste segment van
de brandstofniveaumeter begon te knippe-
ren.OPMERKINGDe kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999 en kan niet worden terug-
gesteld.
De ritteller wordt teruggesteld naar 0
en blijft tellen nadat 9999.9 is bereikt.
De terugtellende ritteller wordt niet au-
tomatisch teruggesteld.
Druk op de bovenste insteltoets om in de
onderstaande volgorde te wisselen tussen
de weergaven:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → TRIP CD →
TRIP F → km/L of L/100 km of MPG →
AVE_ _._ km/L of AVE_ _._ L/100 km of
AVE_ _._ MPG → _ _ °C → Air_ _ °C → ODOOPMERKINGDruk op de onderste insteltoets om in
de omgekeerde volgorde te wisselen
tussen de weergaven.
De weergave wisselt naar de brand-
stofreserve-ritteller “TRIP F” als het
laatste segment van de brandstofni-
veaumeter begint te knipperen.
Om een ritteller terug te stellen, selec-
teert u deze door op de bovenste in-
steltoets te drukken en houdt u
vervolgens, terwijl de cijfers knippe-
ren, de onderste insteltoets ingedrukt
tot de teller is teruggesteld.
Als u de brandstofreserve-ritteller niet
handmatig terugstelt, wordt deze au-
tomatisch teruggesteld en verdwijnt
deze van het display zodra u na het
tanken 5 km (3 mi) hebt gereden.
Brandstofreserve-ritteller
Als het brandstofniveau laag wordt, gaat
het laatste segment van de brandstofni-
veaumeter knipperen. De brandstofreser-
ve-ritteller “TRIP F” verschijnt automatisch
en geeft de afgelegde afstand vanaf dat
punt aan. Druk in dat geval op de bovenste
insteltoets om de weergave te wisselen in
de onderstaande volgorde:
TRIP F → km/L of L/100 km → AVE_ _._
km/L of AVE_ _._ L/100 km → _ _ °C → Air_
_ °C → ODO → TRIP 1 → TRIP 2 →
TRIP CD → TRIP F
Voor Verenigd Koninkrijk:
TRIP F → km/L, L/100 km of MPG → AVE_
_._ km/L, AVE_ _._ L/100 km of AVE_ _._
MPG → _ _ °C → Air_ _ °C → ODO →
TRIP 1 → TRIP 2 → TRIP CD → TRIP FOPMERKINGDruk op de onderste insteltoets om in
de omgekeerde volgorde te wisselen
tussen de weergaven.
U kunt de brandstofreserve-ritteller
handmatig terugstellen, maar deze
wordt ook automatisch teruggesteld
zodra u na het tanken 5 km (3 mi) hebt
gereden. De ritteller verdwijnt dan
vanzelf van het display.
UBW3D0D0.book Page 9 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM