Page 65 of 104

Periodiek onderhoud en afstelling
6-14
6
OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een hogere kwaliteit dan
gespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.11. Controleer de o-ring op beschadiging
en vervang deze indien nodig.12. Breng de olievuldop aan en draai deze
vast.
13. Breng het stroomlijnpaneel aan A.
14. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
OPMERKINGNadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje oliedruk uitgaan.
LET OP
DCA20860
Zet de motor direct af als het waarschu-
wingslampje oliedruk knippert of blijft
branden en laat het voertuig controleren
door een Yamaha-dealer, zelfs als het
olieniveau in orde is.15. Zet de motor af en wacht een paar mi-
nuten om de olie tot rust te laten ko-
men voor een correcte aflezing.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig. Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Zonder vervanging van oliefilterpa-
troon:
2.30 L (2.43 US qt, 2.02 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpa-
troon:
2.60 L (2.75 US qt, 2.29 Imp.qt)
1. Olievuldop
2. O-ring
21
UBW3D0D0.book Page 14 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 66 of 104

Periodiek onderhoud en afstelling
6-15
6
DAU85450
Waarom YamalubeYAMALUBE olie is een origineel YAMAHA
onderdeel dat is ontwikkeld vanuit de over-
tuiging dat motorolie een belangrijke vloei-
bare component van de motor is. Wij
stellen teams samen van specialisten op
technisch, chemisch, elektronisch en race-
testgebied die samen de motor en de daar-
in te gebruiken olie ontwikkelen. Yamalube
oliën bestaan uit hoogwaardige basisoliën
die zijn aangevuld met specifieke additie-
ven die verzekeren dat het eindproduct aan
onze prestatienormen voldoet. Hierdoor
hebben de minerale, semisynthetische en
synthetische oliën van Yamalube hun eigen
karakter en toepassingsgebied. Dankzij de
enorme ervaring die Yamaha sinds de jaren
zestig met de ontwikkeling van oliën heeft
opgedaan, is Yamalube de beste keus voor
uw Yamaha motor.
DAUS1203
KoelvloeistofHet koelvloeistofniveau moet regelmatig
worden gecontroleerd. Verder moet de
koelvloeistof worden ververst volgens de
intervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema.OPMERKINGAls er geen originele Yamaha koelvloeistof
beschikbaar is, gebruik dan een ethyleen-
glycol antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren en meng deze met ge-
destilleerd water in een verhouding van 1:1.
DAU20097
Controleren van het koelvloeistofniveau
Aangezien het koelvloeistofniveau varieert
met de motortemperatuur, moet het wor-
den gecontroleerd met een koude motor.
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond.2. Houd de machine rechtop en contro-
leer het koelvloeistofniveau in het re-
servoir.
3. Als het koelvloeistofniveau zich op of
onder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, open dan de reser-
voirdop. WAARSCHUWING!
Verwijder alleen de dop van het
koelvloeistofreservoir. Probeer
nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor warm is.
[DWA15162]
Aanbevolen koelvloeistof:
YAMALUBE-koelvloeistof
Hoeveelheid koelvloeistof:
Koelvloeistofreservoir (merkstreep
voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen):
1.60 L (1.69 US qt, 1.41 Imp.qt)
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
LF
231
UBW3D0D0.book Page 15 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 67 of 104

Periodiek onderhoud en afstelling
6-16
6
4. Vul koelvloeistof bij tot de merkstreep
voor maximumniveau. LET OP: Als er
geen koelvloeistof aanwezig is, ge-
bruik dan in plaats daarvan gedistil-
leerd water of onthard leidingwater.
Gebruik geen hard water of zout
water, dit is schadelijk voor de mo-
tor. Als er in plaats van koelvloeistof
water is gebruikt, vervang dit dan
zo snel mogelijk door koelvloeistof,
anders is het systeem niet be-
schermd tegen vorst en corrosie.
Als er water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, laat dan een Yamaha
dealer zo snel mogelijk het anti-
vriesgehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
de effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
5. Breng de dop van het koelvloeistofre-
servoir aan.
DAU33032
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
beer nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor warm is.
[DWA10382]DAUM4160
Luchtfilterelement vervangen en
aftapslang reinigenHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke onderhoudsschema. Ver-
vang het luchtfilterelement vaker als u veel
in de regen of in stoffige gebieden rijdt. Ver-
der moet de aftapslang van het luchtfilter
regelmatig worden gecontroleerd en indien
nodig worden gereinigd.
Om het luchtfilterelement te vervangen
1. Verwijder het duozadel. (Zie pagina
3-19.)
2. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-19.)
3. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven los te halen, verwijder de
schroef waarmee het luchtfilterele-
ment vastzit en trek dan het luchtfilte-
relement eruit.
1. Dop koelvloeistofreservoir
1
UBW3D0D0.book Page 16 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 68 of 104

Periodiek onderhoud en afstelling
6-17
6
4. Controleer het luchtfilter op beschadi-
ging of vuil en vervang het indien no-
dig.
LET OP
DCA21220
Het luchtfilterelement moet worden
vervangen volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
Het luchtfilterelement moet vaker
worden vervangen als u vaak in de
regen of stoffige gebieden rijdt.
Het luchtfilter kan niet worden ge-
reinigd door het schoon te blazen
met perslucht. Het moet worden
vervangen.5. Plaats het luchtfilterelement in het
luchtfilterhuis en zet het vast met de
schroef. LET OP: Zorg ervoor dat het
filterelement goed aanligt in het
luchtfilterhuis. Laat de motor nooit
draaien met het luchtfilterelementuitgenomen, hierdoor kunnen de
zuiger(s) en/of cilinder(s) overmatig
versleten raken.
[DCA10482]
6. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
7. Breng de zadels aan.
Reinigen van de luchtfilteraftapslang
1. Verwijder de luchtfilteraftapslang on-
der het luchtfilterdeksel.
2. Verwijder de slang, reinig deze en
breng hem dan weer in de oorspron-
kelijke positie aan.
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
1. Schroef
2. Luchtfilterelement
1
21
2
1. Luchtfilterelement
1
1. Aftapslang luchtfilter
1
UBW3D0D0.book Page 17 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 69 of 104

Periodiek onderhoud en afstelling
6-18
6
DAU21386
De vrije slag van de gasgreep
controlerenMeet de vrije slag van de gasgreep zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de gasgreep re-
gelmatig en laat de vrije slag indien nodig
afstellen door een Yamaha dealer.
DAU21403
KlepspelingDe kleppen zijn een belangrijke motorcom-
ponent, en aangezien de klepspeling bij ge-
bruik verandert moeten ze worden
gecontroleerd en afgesteld volgens de in-
tervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema. Niet-afgestelde klep-
pen kunnen resulteren in een onjuist lucht-
brandstofmengsel, motorgeluid en uitein-
delijk motorschade. Laat om dit te voorko-
men de klepspeling regelmatig controleren
en afstellen door uw Yamaha dealer.OPMERKINGDit onderhoud moet worden uitgevoerd bij
een koude motor.
DAU88380
BandenBanden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rijden met deze machine met een on-
juiste bandenspanning kan leiden tot
verlies van de controle met mogelijk ern-
stig letsel of overlijden tot gevolg.
De bandspanning moet worden ge-
controleerd en afgesteld terwijl de
banden koud zijn (wanneer de tem-
peratuur van de banden gelijk is aan
de omgevingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en het
totale gewicht van rijder, passagier,
bagag
e en accessoires dat voor dit
model is vastgesteld.
1. Vrije slag van gasgreepVrije slag van gasgreep:
3.0–5.0 mm (0.12–0.20 in)
1
UBW3D0D0.book Page 18 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 70 of 104

Periodiek onderhoud en afstelling
6-19
6
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
den met een te zwaar belaste machine
kan leiden tot een ongeval.
Inspectie van banden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA17960
Rijden met een versleten band is
gevaarlijk. Laat als de bandprofiel-
diepte de gespecificeerde limiet
heeft bereikt onmiddellijk de band
vervangen door uw Yamaha dealer.
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodige vakkennis en ervaring be-
schikt.
Het is sterk af te raden een lekke
binnenband te plakken. Als het niet
anders kan, moet de band zeer
zorgvul
dig worden geplakt en dan
zo snel mogelijk worden vervangen
door een nieuwe band van goede
kwaliteit.
Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een band. Het band-
oppervlak dient eerst te zijn
ingereden voordat het zijn optimale
eigenschappen verkrijgt.
Bandenspanning bij koude banden:
1 persoon:
Voor:
220 kPa (2.20 kgf/cm2, 32 psi)
Achter:
250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
2 personen:
Voor:
220 kPa (2.20 kgf/cm2, 32 psi)
Achter:
250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Te r r e i n r i jden:
Voor:
200 kPa (2.00 kgf/cm2, 29 psi)
Achter:
200 kPa (2.00 kgf/cm2, 29 psi)
Maximale belasting:
Vo e r t u i g :
190 kg (419 lb)
De maximale belasting van het
voertuig is het gecombineerde ge-
wicht van de bestuurder, de passa-
gier, de bagage en eventuele
accessoires.
1. Wang van band
2. BandprofieldiepteMinimale bandprofieldiepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
12
UBW3D0D0.book Page 19 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 71 of 104

Periodiek onderhoud en afstelling
6-20
6
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met binnenbanden.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10462
Monteer altijd voor- en achterbanden
van hetzelfde merk en type. Verschillen-
de banden kunnen het weggedrag van
de machine veranderen, wat kan leiden
tot een ongeval.Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
DAU21945
SpaakwielenLet voor maximale prestaties, duurzaam-
heid en een veilige werking van de machine
op de volgende punten.
Controleer elk wiel op scheuren, ver-
vorming en andere schade. Laat als u
enige schade aantreft het wiel inspec-
teren door uw Yamaha dealer. Pro-
beer niet om een verbogen of
beschadigd wiel te richten of te repa-
reren.
Controleer de spaakspanning. Als u
losse spaken aantreft, laat het wiel
dan afstellen door uw Yamaha dealer.
Spaken met een onjuiste spanning
kunnen leiden tot slagen in het wiel.
Laat het wiel telkens uitbalanceren
wanneer de band of binnenband is
vervangen. Een niet-uitgebalanceerd
wiel kan resulteren in slechte rijeigen-
schappen en een kortere levensduur
van de band.
WAARSCHUWING
DWA10611
De wielen van dit model zijn niet ontwor-
pen voor gebruik met tubeless banden.
Gebruik geen tubeless banden voor dit
model.
Voorband:
Maat:
90/90 - 21 M/C 54V M+S
Fabrikant/model:
PIRELLI/SCORPION RALLY STR
A
Achterband:
Maat:
150/70 R18 M/C 70V M+S
Fabrikant/model:
PIRELLI/SCORPION RALLY STR
UBW3D0D0.book Page 20 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM
Page 72 of 104

Periodiek onderhoud en afstelling
6-21
6
DAU33893
Vrije slag van koppelingshendel
afstellenMeet de vrije slag van de koppelingshendel
zoals getoond.
Controleer de vrije slag van de koppelings-
hendel regelmatig en stel indien nodig als
volgt af.
Draai de stelbout van de koppelingsspeling
op de koppelingshendel richting (a) voor
meer vrije slag van de koppelingshendel.
Draai de stelbout richting (b) voor minder
vrije slag van de koppelingshendel.
OPMERKINGGa als volgt te werk als op de hierboven be-
schreven werkwijze de voorgeschreven
vrije slag van de koppelingshendel niet
wordt gehaald.1. Draai de stelbout bij de koppelings-
hendel richting (a) om de koppelings-
kabel losser te stellen.
2. Draai de borgmoer bij het carter los.
3. Draai de stelmoer van de koppelings-
speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelmoer richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.
4. Draai de borgmoer aan.
DAU37914
Vrije slag van remhendel contro-
lerenAan het uiteinde van de remhendel mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha dea-
ler het remsysteem inspecteren.
WAARSCHUWING
DWA14212
Een zacht of sponzig gevoel in de rem-
hendel kan betekenen dat er lucht in het
hydraulisch systeem aanwezig is. Als er
lucht in het hydraulisch systeem zit, laat
dan het systeem door een Yamaha dea-
ler ontluchten voordat de machine wordt
gebruikt. Lucht in het hydraulisch sy-
steem heeft een negatief effect op de
1. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
2. Vrije slag van koppelingshendelVrije slag van koppelingshendel:
5.0–10.0 mm (0.20–0.39 in)
1
(a)
(b)
2
1. Borgmoer
2. Stelmoer voor vrije slag van de koppelings-
hendel
2
(b)
(a)
1
1. Geen vrije slag remhendel
1
UBW3D0D0.book Page 21 Tuesday, May 28, 2019 4:22 PM