Functies van instrumenten en bedieningselementen
6-9
6
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op
nul is teruggezet. De weergave van het ge-
middelde brandstofverbruik kan worden in-
gesteld op “km/L” of “L/100 km”, of “MPG”
wanneer mijlen worden gebruikt.
“km/L”: de gemiddelde afstand die
kan worden afgelegd op 1.0 L brand-
stof.
“L/100 km”: de gemiddelde hoeveel-
heid brandstof die nodig is om 100 km
af te leggen.
“MPG”: de gemiddelde afstand die
kan worden afgelegd op 1.0 Imp.gal
brandstof.OPMERKINGHoud om de weergave terug te stellen
de schakelaar “MENU” ingedrukt tot-
dat de terugstelling plaatsvindt.
Nadat de weergave is teruggesteld,
wordt “_ _._” weergegeven totdat eni-
ge afstand met de machine is gere-
den.
DAU86960
Accuspanningsweergave
Deze weergave toont de huidige laadstatus
van de accu.
Meer dan 12.8 V = Volle lading.
Onder 12.7 V = Opladen vereist.OPMERKINGAls de accuspanning lager is dan 9.0 V,
DAU1234R
StuurschakelaarsLinks
Rechts
1. Accuspanningsmeter
1
1.
2. Dimlichtschakelaar / Ž
3. Richtingaanwijzerschakelaar / Ž
4. Claxonschakelaar Ž
1. Schakelaar stop-startsysteem / Ž
2. Alarmverlichtingsschakelaar Ž
3. Startknop Ž
1
3 42
AA
1
2
3
A
A
/
UBALD0D0.book Page 9 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Functies van instrumenten en bedieningselementen
6-10
6
DAU89570
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.OPMERKINGAls de schakelaar op dimlicht wordt inge-
steld, gaan beide bovenste koplampen
branden.
Als de schakelaar op grootlicht wordt inge-
steld, gaan beide onderste koplampen ook
branden.
DAU12461
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12722
Startknop “ ”
Druk met de zijstandaard omhoog op deze
knop terwijl u de voor- of achterrem be-
krachtigt om de motor te starten met de
startmotor. Zie pagina 8-2 voor startin-
structies voordat u de motor start.
DAU79500
Schakelaar alarmverlichting“”
Met het contactslot in de stand “ON” kunt
u met deze schakelaar de alarmverlichting
inschakelen (gelijktijdig knipperen van alle
richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ont-
laden.
DAU59011
Menuschakelaar “MENU”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de instelmodusweergave
van de multifunctionele meter.Zie Multifunctionele meter op pagina 6-3
voor meer informatie.
DAU76391
Schakelaar stop-startsysteem “ / ”
Zet om het stop-startsysteem in te schake-
len de schakelaar op “ ”. Zet om het stop-
startsysteem uit te schakelen deze schake-
laar op “ ”.
A
A
A
A
UBALD0D0.book Page 10 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
13-1
13
Index
AAandachtspunten voor veilig rijden ........ 1-5
Aansluitcontact ..................................... 6-20
ABS....................................................... 6-11
ABS-waarschuwingslampje.................... 6-2
Accu ..................................................... 9-28BBanden ................................................. 9-19
Batterij van Smart-sleutel, vervangen .... 3-6
Bereik van het Smart-sleutelsysteem ..... 3-2
Bougie, controleren ................................ 9-9
Brandstof .............................................. 6-15
Brandstofniveaumeter ............................ 6-4
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 8-3CCCU (Communication Control Unit) ....... 5-1
Claxonschakelaar ................................. 6-10
Contactslot ............................................. 3-7
Controlelampje grootlicht ....................... 6-1
Controlelampje inkomende oproep ........ 6-2
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................ 6-1
Controlelampje Smart-sleutelsysteem ... 6-2
Controlelampjes richtingaanwijzers........ 6-1
Controlelampje stop-startsysteem ......... 6-2
Controlelampje tractieregeling ............... 6-2DDe motor starten..................................... 8-2
Diagnosestekker ................................... 12-2
Dimlichtschakelaar ............................... 6-10EEindoverbrengingsolie .......................... 9-13
FFilterbus ............................................... 9-11GGasgreep en gaskabel, controleren
en smeren .......................................... 9-25
Gereedschapsset ................................... 9-1
Gloeilamp richtingaanwijzer (voor),
vervangen .......................................... 9-31HHelmbevestiging .................................. 6-17
Het stop-startsysteem activeren ............ 4-1IIdentificatienummers............................ 12-1
Indicatielampje inkomende melding ...... 6-3
Inrijperiode ............................................. 8-1KKabels, controleren en smeren ............ 9-25
Klepspeling .......................................... 9-19
Klok ........................................................ 6-4
Koelvloeistof......................................... 9-14LLuchtfilterelementen van luchtfilter
en V-snaarbehuizing .......................... 9-16MMatkleur, let op .................................... 10-1
Menuschakelaar ................................... 6-10
Middenbok en zijstandaard,
controleren en smeren ....................... 9-26
Modelinformatiesticker......................... 12-1
Motorolie en olie-aanzuigzeef .............. 9-11
Motor raakt oververhit .......................... 9-36
Multifunctioneel display ......................... 6-6
Multifunctionele meter ........................... 6-3
NNoodmodus .......................................... 9-37OOnderhoud............................................ 10-1
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem ..... 9-2
Opbergcompartimenten ....................... 6-18PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 9-7
Parkeren ................................................. 8-4
Pictogram appverbinding ....................... 6-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 9-33RRegistratie van gegevens, voertuig ...... 12-2
Remhendel, achterrem ......................... 6-11
Remhendels, smeren ............................ 9-25
Remmen ................................................. 8-3
Remvloeistofniveau, controleren .......... 9-23
Remvloeistof, verversen ....................... 9-24
Richtingaanwijzergloeilamp (achter),
vervangen ........................................... 9-32
Richtingaanwijzerschakelaar ................ 6-10SSchakelaar alarmverlichting.................. 6-10
Schakelaar stop-startsysteem .............. 6-10
Schokdemperunits, afstellen ................ 6-19
Serienummer motorblok ....................... 12-1
Sleutel, Smart- en mechanische
sleutels gebruiken ................................ 3-3
Smart-sleutel .......................................... 3-4
Smart-sleutelsysteem ............................. 3-1
Smart-sleutelsysteem,
probleemoplossing ............................. 9-33
Smering en onderhoud, periodiek .......... 9-3
UBALD0D0.book Page 1 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM