1963-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
dat voor het bedienen van de hands-
free elektrisch bedienbare achterklep
het startknop UIT staat, de sensor rege-
ling voetbediening is ingeschakeld
(→Blz. 146) en dat u een elektronische
sleutel bij u draagt.
1Zorg ervoor dat u zich, met de elek-
tronische sleutel op zak, binnen het
detectiebereik van het Smart entry-
systeem met startknop bevindt, op
ongeveer 30 tot 50 cm van de ach-
terbumper.
Sensor regeling voetbediening
Detectiegebied voor werking hands-
free elektrisch bed ienbare achter-
klep
Detectiegebied voor werking Smart
entry-systeem met startknop
(→ Blz. 204)
2 Bedien de achterklep met een voet-
beweging door uw voet tot 10 cm
onder de achterbumper te bewegen
en vervolgens weer terug te trek-
ken.
Voer deze volledige beweging binnen 1
seconde uit.
De achterklep zal niet in werking treden
zolang er een voet wordt gesignaleerd onder
de achterbumper.
Raak bij het gebruik van de handsfree func-
tie van de elektrisch bedienbare achterklep
de achterbumper niet aan met uw voet. Als er zich in het passagierscompartiment of
de bagageruimte een andere elektronische
sleutel bevindt, duurt het mogelijk iets langer
dan normaal voordat de achterklep in wer-
king treedt.
Sensor regeling voetbediening
Detectiegebied voor werking hands-
free elektrisch bedienbare achter-
klep
3 Als de sensor voor de regeling van
de voetbediening signaleert dat u
uw voet hebt terug getrokken, klinkt
er een zoemer en zal de elektrisch
bedienbare achterklep automatisch
volledig openen/sluiten.
Als er tijdens het open en/sluiten van de ach-
terklep een voet onder de achterbumper
wordt bewogen, gaat de achterklep niet ver-
der open.
Als er weer een voet onder de achterbumper
wordt bewogen terwijl de beweging is
gestopt, beweegt de achterklep in tegen-
overgestelde richting.
■Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting gaat branden
wanneer de achterklep wordt geopend en de
schakelaar van de bagageruimteverlichting
aan is.
Als het contact UIT wordt gezet, gaat de ver-
lichting na 20 minuten automatisch uit.
A
B
C
A
B
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 196 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
197
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
1
Aan
2 Uit
■Sluitsysteem achterklep
Wanneer de achterklep nog enigszins
geopend is, zal het sluitsysteem van de ach-
terklep deze automatisch volledig sluiten.
Het sluitsysteem van de achterklep werkt,
ongeacht de status van het contact.
■Werkingsvoorwaarden elektrisch
bedienbare achterklep
De achterklep kan in de volgende gevallen
automatisch worden geopend en gesloten:
●Wanneer de elektrisch bedienbare achter-
klep is ingeschakeld. ( →Blz. 146)
●Wanneer de achterklep is ontgrendeld.
Als echter de schakelaar achterklep openen
ingedrukt wordt gehouden terwijl u de elek-
tronische sleutel bij u hebt, wordt de elek-
trisch bedienbare acht erklep bediend, ook
wanneer de achterklep is vergrendeld.
( → Blz. 195)
●Wanneer het contact AAN staat, kan in
aanvulling op het bovenstaande de achter-
klep worden bediend wanneer aan de
onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
• De parkeerrem is geactiveerd
• Het rempedaal is ingetrapt
• De selectiehendel staat in stand P.
■Werking van de elektrisch bedienbare
achterklep
●Er klinkt een zoemer om aan te geven dat
de achterklep wordt geopend/gesloten.
●Wanneer het systeem van de elektrisch
bedienbare achterklep is uitgeschakeld,
kan de achterklep niet elektrisch worden
bediend, maar kan hij wel met de hand
worden geopend en gesloten.
●Wanneer de elektrisch bedienbare achter-
klep automatisch wordt geopend en er iets
abnormaals wordt gesignaleerd als gevolg
van menselijk handelen of een voorwerp,
wordt de beweging gestopt.
■Klembeveiliging
De elektrisch bedienbare achterklep is aan
beide zijden voorzien v an sensoren. Als iets
de werking van de elektrisch bedienbare ach-
terklep tijdens het sluiten hindert, beweegt de
achterklep automatisch in de tegenoverge-
stelde richting of stopt deze met bewegen.
■Functie beveiliging tegen dichtvallen
Wanneer er tijdens het automatisch openen
van de elektrisch bedienbare achterklep
overmatige kracht op de klep wordt uitgeoe-
fend, stopt de beweging van de elektrisch
bedienbare achterklep om te voorkomen dat
deze dichtvalt.
■Bekrachtigingsfunctie sluitsysteem
achterklep
Wanneer de achterklep handmatig omlaag
wordt geduwd terwijl deze op een open posi-
tie gestopt is, sluit de achterklep automatisch
volledig.
■Uitgestelde vergrendelingsfunctie ach-
terklep (indien aanwezig)
Met deze functie wordt het vergrendelen van
alle portieren van tevoren uitgesteld wanneer
de elektrisch bedienbar e achterklep is
geopend.
Wanneer de volgende procedure is gevolgd,
worden alle portieren maar niet de elektrisch
bedienbare achterklep vergrendeld. Vervol-
gens wordt de elektrisch bedienbare achter-
klep vergrendeld als deze wordt gesloten.
1 Sluit alle portieren, behalve de achter-
klep.
2 Vergrendel tijdens het sluiten van de
elektrisch bedienbare achterklep de por-
tieren met het Smart entry-systeem met
startknop vanaf de voorportieren
(→ Blz. 186) of de afstandsbediening.
( → Blz. 186)
De alarmknipperlichten knipperen om aan te
geven dat alle portieren zijn gesloten en ver-
grendeld.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 197 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
2003-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
WAARSCHUWING
■Sluitsysteem achterklep
●Wanneer de achterklep nog enigszins
geopend is, zal het sluitsysteem van de
achterklep deze automatisch volledig
sluiten. Het duurt enkele seconden
voordat het sluitsysteem van de achter-
klep in werking treedt. Zorg ervoor dat
uw vingers e.d. niet bekneld raken, aan-
gezien dit ernstig letsel tot gevolg kan
hebben.
●Wees voorzichtig wanneer u het sluit-
systeem gebruikt, aangezien het sys-
teem nog werkt wanneer de elektrisch
bedienbare achterklep is uitgeschakeld.
■Elektrisch bedienbare achterklep
Neem bij het bedienen van de elektrisch
bedienbare achterklep de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
●Controleer de omgeving op eventueel
aanwezige obstakels of andere zaken
die ervoor kunnen zorgen dat uw bezit-
tingen klem komen te zitten.
●Zorg er als er iemand dichtbij staat voor
dat deze persoon veilig is en meld dat u
de achterklep gaat openen of sluiten.
●Als de elektrisch bedienbare achterklep
wordt uitgeschakeld terwijl deze in wer-
king is, wordt de automatische werking
gestopt. De achterklep moet vervol-
gens met de hand worden bediend.
Wees extra voorzichtig op een helling
aangezien de achterklep plotseling
open of dicht kan gaan.
●Wanneer niet langer aan de voorwaar-
den voor de werking van de elektrisch
bedienbare achterklep wordt voldaan,
klinkt er mogelijk een zoemer en zal de
achterklep mogelijk niet meer openen of
sluiten. De achterkl ep moet vervolgens
met de hand worden bediend. Wees
extra voorzichtig op een helling aange-
zien de achterklep plotseling open of
dicht kan gaan.
●Als de auto op een heuvel staat, kan de
achterklep plotseling dichtvallen, nadat
deze automatisch is geopend. Zorg
ervoor dat de achterklep volledig is
geopend.
●In de volgende situaties signaleert de
elektrisch bedienbare achterklep moge-
lijk een storing en wordt de automati-
sche bediening uitgeschakeld. In dit
geval moet de achterklep met de hand
worden bediend. Wees extra voorzichtig
op een helling aangezien de achterklep
plotseling open of dicht kan gaan.
• Wanneer de achterklep met een obsta- kel in aanraking komt
• Wanneer de spanning van de 12V-accu plotseling laag wordt, bijvoorbeeld wan-
neer het contact AAN wordt gezet, of
wanneer het hybridesysteem tijdens de
automatische bediening wordt gestart
●Als er op de achterklep een fietsendra-
ger of een vergelijkbaar zwaar onder-
deel gemonteerd is, kan de achterklep
na het openen plotseling dichtvallen
waardoor lichaamsdelen bekneld kun-
nen raken en letsel kan optreden. Wij
raden u aan om originele Toyota-onder-
delen te gebruiken wanneer u accessoi-
res op de achterklep wilt monteren.
■Klembeveiliging
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
●Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opze ttelijk te activeren.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 200 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
205
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
●Wanneer het buiten de auto hoorbare
alarm gedurende 5 seconden één keer
klinkt
●Wanneer het alarm in de auto continu
klinkt
■Energiebesparende functie (auto's met
instapfunctie)
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de 12V-accu leeg
raken wanneer de auto gedurende langere
tijd niet wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 10 minuten of langer op een afstand
van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet gebruikt
is, kunnen de portieren alleen via het
bestuurdersportier worden ontgrendeld.
Pak in dat geval de greep van het bestuur-
dersportier vast of gebruik de afstandsbe-
diening of de mechanische sleutel om de
portieren te ontgrendelen.
■De energiebespaarmodus van een elek-
tronische sleutel inschakelen
●Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u
ingedrukt houdt.
Ga na of het controlelampje van de elektroni-
sche sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakel d. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties kunnen storingen optre-
den in de communicatie tussen de elektroni-
sche sleutel en de auto, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering mogelijk niet
goed werken:
(Oplossingen: →Blz. 582)
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale , tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
SituatieCorrectieprocedure
Er is geprobeerd de
auto te vergrendelen
terwijl er nog een por-
tier geopend was.Sluit alle portieren en
vergrendel ze
opnieuw.
SituatieCorrectieprocedure
Het contact werd in
de stand ACC gezet
terwijl het bestuur-
dersportier geopend
was (of het bestuur-
dersportier werd
geopend terwijl het
contact in de stand
ACC stond).
Zet het contact UIT
en sluit het bestuur-
dersportier.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 205 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
2864-1. Voordat u gaat rijden
4-1.Voordat u gaat rijden
■Starten van het hybridesysteem
→Blz. 303
■Rijden
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(→Blz. 309)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(→Blz. 314)
Als de parkeerrem in de automatische
modus staat, wordt de parkeerrem automa-
tisch gedeactiveerd wanneer de selectiehen-
del in een andere stand dan P wordt gezet.
(→ Blz. 315)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te
brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem. ( →Blz. 314)
Zet de selectiehendel in stand P als er gedu-
rende langere tijd wordt gestopt. ( →Blz. 309)
■Parkeren van de auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer de parkeerrem ( →Blz. 314)
en zet de selectiehendel in stand P.
(→ Blz. 309)
3 Zet het contact UIT om het hybride-
systeem uit te schakelen. 4
Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
■Wegrijden op een steile helling
omhoog
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(→Blz. 309)
2 Trek de parkeerremschakelaar
omhoog om de parkeerrem hand-
matig te activeren. ( →Blz. 314)
3 Laat het remp edaal opkomen en
trap langzaam het gaspedaal in om
de auto in beweging te brengen.
Functie automatisch deactiveren parkeer-
rem (→ Blz. 316)
■Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control wordt geacti-
veerd. ( →Blz. 425)
■Rijden met een gunstig brandstofver-
bruik
Houd er rekening mee dat hybrideauto's ver-
gelijkbaar zijn met c onventionele auto's en
dat het belangrijk is dat u niet plotseling acce-
lereert, enz. Raadpleeg “Tips voor rijden met
een hybrideauto”. ( →Blz. 432)
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het
zicht dan minder is, de ruiten beslagen
kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint
te regenen, de weg kan dan immers bij-
zonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er zich
dan immers een waterfilm vormen die het
sturen en remmen kan bemoeilijken.
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 286 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
287
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
■Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal (
→Blz. 142)
Het is gemakkelijker om milieuvriendelijk te
rijden door te rijden overeenkomstig het dis-
play voor begeleiding milieubewust bedie-
nen gaspedaal. Ook kunt u door het gebruik
van de begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal uw “Eco Score” eenvoudig verho-
gen.
●Bij het wegrijden: Trap, terwijl u binnen het
bereik voor begeleiding milieubewust
bedienen gaspedaal blijft, het gaspedaal
geleidelijk in en accelereer tot aan de
gewenste snelheid. Wanneer wordt voor-
komen dat er overmatig wordt geaccele-
reerd, neemt de score van “Start” toe.
●Tijdens het rijden: Laat, nadat u de
gewenste snelheid hebt bereikt, het gaspe-
daal los en rijd met een constante snelheid
binnen het bereik voor begeleiding milieu-
bewust bedienen gaspedaal. Door de auto
binnen het bereik voor begeleiding milieu-
bewust bedienen gaspedaal te houden,
neemt de score van “Cruise” (constant)
toe.
●Bij het tot stilstand brengen van de auto:
Wanneer u bij het tot stilstand brengen van
de auto het gaspedaal eerder loslaat,
neemt de score voor “Stop” toe.
■Beperken van het vermogen van het
hybridesysteem (Brake Override-sys-
teem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het ver-
mogen van het hybridesysteem mogelijk
beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay ter-
wijl het systeem in werking is. ( →Blz. 552)
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling)
●Wanneer de onderstaande ongewone
bediening plaatsvindt, wordt het vermogen
van het hybridesysteem mogelijk beperkt.
• Wanneer de selectiehendel van R in D,
van D in R, van N in R, van P in D
* of van P
in R* (D omvat S) wordt gezet terwijl het
gaspedaal wordt ingetrapt, verschijnt er
een waarschuwingsmelding op het multi-
informatiedisplay. Lees de op het multi-
informatiedisplay weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwijzingen op.
• Wanneer het gaspedaal te diep wordt inge- trapt terwijl de auto in zijn achteruit staat.
*: Afhankelijk van de situatie is het wellicht
niet mogelijk om de selectiehendel in een
andere stand te zetten.
●Wanneer de wegrijregeling wordt geacti-
veerd, heeft uw auto mogelijk moeite met
het wegrijden in modder of op verse
sneeuw. Deactiveer in zo'n geval de TRC
(→ Blz. 426) om de wegrijregeling uit te
schakelen, zodat de auto gemakkelijker
wegrijdt in modder of op verse sneeuw.
●De wegrijregeling werkt niet als de Trail-
modus is ingeschakeld.
■Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto
adviseren wij rekening te houden met onder-
staande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen.
●De eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig in een lage versnelling.
• Rijd niet langdurig met een constante snel- heid.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het
desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brand-
stof verkrijgbaar is. ( →Blz. 598)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 287 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
303
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
4-2.Rijprocedures
1
Trek aan de parkeerremschakelaar
om te controleren of de parkeerrem
is geactiveerd. ( →Blz. 314)
Het waarschuwingslampje van de parkeer-
rem gaat branden.
2Controleer of de selectiehendel in
stand P staat.
3 Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan het
hybridesysteem niet worden gestart.
4 Druk kort en kracht ig op de start-
knop.
Eén keer kort en stevig indrukken van de
startknop is voldoende om deze te bedie-
nen. U hoeft de startknop niet ingedrukt te
houden.
Als het controlelampje READY gaat bran-
den, werkt het hybridesysteem normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot het contro-
lelampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit iedere stand van het contact worden gestart.
5
Controleer of het controlelampje
READY brandt.
Als het controlelampje READY eerst knip-
pert en vervolgens blijft branden en de zoe-
mer klinkt, dan start het hybridesysteem
normaal.
Wanneer het controlelampje READY uit is,
kunt u niet wegrijden.
Als het controlelampje READY brandt, kunt
u wegrijden, zelfs als de benzinemotor niet
draait. (De benzinemotor start of stopt auto-
matisch in overeenstemming met de toe-
stand van de auto.)
■Als het hybridesysteem niet kan wor-
den ingeschakeld
●De startblokkering is mogelijk niet uitge-
schakeld. ( →Blz. 92)
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
●Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven melding m.b.t. het starten en
volg de aanwijzingen op.
■Als de buitentemperatuur laag is, bij-
voorbeeld bij rijden in de winter
Als het hybridesysteem gestart wordt, knip-
pert het controlelampje READY mogelijk
lang. Bedien de auto niet totdat het controle-
lampje READY continu brandt. Continu bran-
den betekent dat de auto in beweging kan
komen.
■Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een hybrideauto
→ Blz. 86
Startknop
Als u de volgende handelingen uit-
voert terwijl u een elektronische
sleutel bij u hebt, wordt het hybri-
desysteem gestart of de stand van
het contact veranderd.
Starten van het
hybridesysteem
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 303 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
305
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
1
Breng de auto volle dig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem wanneer
deze in de stand voor handmatige
bediening staat. ( →Blz. 314)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3Zet de selectiehendel in stand P. 4
Druk kort en kracht ig op de start-
knop.
Het hybridesysteem stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
5 Laat het rempedaa l los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
De stand kan worden gewijzigd door op
de startknop te drukken zonder het
rempedaal in te trappen. (De stand ver-
andert iedere keer dat op de knop
wordt gedrukt.)
WAARSCHUWING
■Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten
alvorens het hybridesysteem te starten.
Trap onder geen enkele voorwaarde het
gaspedaal in bij het starten van het hybri-
desysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het hybridesysteem
zich voordoet terwijl de auto rijdt, vergren-
del of open de portieren dan niet totdat de
auto veilig en volledig tot stilstand is geko-
men. Als onder deze omstandigheden het
stuurslot wordt geactiveerd, kan dit leiden
tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
OPMERKING
■Starten van het hybridesysteem
Indien het hybridesysteem moeilijk start,
laat uw auto dan onmiddellijk controleren
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Symptomen die kunnen duiden op
een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan
normaal, bijvoorbeeld als de knop iets blijft
hangen, kan de startknop defect zijn.
Neem onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Uitschakelen van het
hybridesysteem
WAARSCHUWING
■Uitschakelen van het hybridesys-
teem in noodgevallen
●Als u in een noodgeval het hybridesys-
teem tijdens het rijden wilt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2
seconden ingedrukt of drukt u deze min-
stens 3 keer kort achter elkaar in.
( → Blz. 538)
Raak de startknop echter tijdens het rij-
den niet aan, behalve in geval van
nood. Door het uitschakelen van het
hybridesysteem tijd ens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel
of de remmen. De stuurbekrachtiging
werkt echter niet meer. Hierdoor zal het
sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Zet om het hybridesysteem opnieuw te
starten nadat dit ten gevolge van een
noodsituatie tijdens het rijden is uitge-
schakeld de selectiehendel in stand N
en druk de startknop kort en stevig in.
Wijzigen van de standen
van het contact
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 305 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM