
421
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
men/koelen).
Als de schakelaar wordt ingedrukt terwijl de
ECO-rijmodus niet inges
chakeld is, schakelt
het systeem naar de ECO-rijmodus en gaat
de ECO-rijmodusindicator in het multi-infor-
matiedisplay branden.
2 Normale modus
Geschikt voor normaal rijden.
De rijmodus gaat naar de normale modus
als de schakelaar wordt ingedrukt in de
ECO-rijmodus of sportmodus.
3Sportmodus
Regelt het stuurgevoel en het hybridesys-
teem voor een acceleratiereactie die
geschikt is voor een sportieve rijstijl.
Geschikt voor wanneer wendbaarheid
gewenst is, bijvoorbeeld bij het rijden in
bergachtige gebieden.
Als de schakelaar wordt ingedrukt terwijl de
sportmodus niet ingesc hakeld is, schakelt
het systeem naar de sportmodus en gaat het
controlelampje voor de sportmodus in het
multi-informatiedisplay branden.
■Als een andere rijmodus geselecteerd
wordt dan de normale modus
●De achtergrondkleur van het multi-informa-
tiedisplay wijzigt o vereenkomstig de gese-
lecteerde rijmodus.
●Als de snelheidsmeter is ingesteld op ana-
loge weergave, wijzigt ook de kleur van het
snelheidsmeterdisplay. (Alleen auto's met
7 inch multi-informatiedisplay)
●De kleur van de schakelaar wijzigt over-
eenkomstig de geselecteerde rijmodus.
(AWD-uitvoeringen met 7-inch multi-infor-
matiedisplay)
■Werking airconditioningsysteem in
ECO-rijmodus
In de ECO-rijmodus worden de verwar-
ming/koeling en de aanjagersnelheid gere-
geld voor een zo laag mogelijk
brandstofverbruik. Voer de volgende proce-
dures uit om de prestaties van de airconditio-
ning te verbeteren.
●Wijzig de aanjagersnelheid ( →Blz. 443)
●Annuleren ECO-rijmodus
■Annuleren van een rijmodus
●De sportmodus wordt automatisch gean-
nuleerd als de rijmodus naar de normale
modus gaat als het contact UIT wordt
gezet.
●De normale modus en de ECO-rijmodus
worden niet geannuleerd zolang er geen
andere rijmodus wordt geselecteerd. (Zelfs
als het contact UIT wordt gezet, worden de
normale modus en de ECO-rijmodus niet
automatisch geannuleerd.)
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 421 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM

4324-6. Rijtips
4-6.Rijtips
Bij gebruik van de ECO-rijmodus kan
het koppel dat correspondeert met de
mate waarin het gaspedaal wordt inge-
trapt geleidelijker worden afgegeven
dan onder normale omstandigheden.
Bovendien wordt de werking van de air-
conditioning (verwarmen/koelen) gemi-
nimaliseerd zodat er minder brandstof
verbruikt wordt. ( →Blz. 420)
Milieubewust rijden is mogelijk door de
hybridesysteemindicator binnen de
Eco-zone te houden. ( →Blz. 131, 136)
Zet de selectiehendel in stand D als u
moet wachten bij een verkeerslicht of
als u in druk verkeer rijdt. Selecteer
stand P wanneer d e auto geparkeerd
wordt. Als u stand N gebruikt, is er
geen positief effect op het brandstofver-
bruik. In stand N werkt de benzinemo-
tor, maar kan er geen elektriciteit
worden opgewekt. Ook bij gebruik van
de airconditioning, enz. wordt het ver-
mogen van het batter ijpakket (tractie-
batterij) verbruikt.
Rijd zo vloeiend mogelijk. Voorkom
onnodig snel accelereren en hard
remmen. Wanneer geleidelijk wordt
geaccelereerd en gedecelereerd,
worden de voordelen van de elektro-
motor (tractiemo tor) beter benut,
zodat het brandsto fverbruik van de
benzinemotor lager is.
Voorkom herhaaldelijk accelereren.
Herhaaldelijk accelereren put het
batterijpakket (tractiebatterij) uit
waardoor de auto meer brandstof
verbruikt. Het batterijpakket kan wor-
den opgeladen door tijdens het rij-
den het gaspedaal iets te laten
opkomen.
Rem rustig en tijdig. Er kan meer elek-
trische energie worden geregenereerd
tijdens het decelereren.
Herhaaldelijk accelereren en decelere-
ren en ook langdurig wachten bij ver-
keerslichten veroorzaakt een hoog
brandstofverbruik. Raadpleeg de ver-
keersberichten en vermijd files zo veel
mogelijk. Laat, als u i n een file komt te
staan, het rempedaal geleidelijk opko-
men zodat de auto za chtjes vooruitrijdt
en vermijd overmatig gebruik van het
gaspedaal. Dit help t het benzinever-
bruik te beperken.
Rijden met een
hybrideauto
Besteed aandacht aan de vol-
gende punten om zuinig en milieu-
vriendelijk te rijden:
Gebruik van de ECO-rijmodus
Gebruik van de
hybridesysteemindicator
Wijzigen van d e schakelstand
Bedienen van het
gaspedaal/rempedaal
Bij het remmen
Files
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 432 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM

433
4
4-6. Rijtips
Rijden
Rijd met een constante snelheid. Neem
als u ergens moet stoppen de tijd voor
het loslaten van het gaspedaal en trap
rustig het rempedaal in. Er kan meer
elektrische energie worden geregene-
reerd tijdens het decelereren.
Maak alleen gebruik van de airconditio-
ning als dat nodig is. Dit helpt het ben-
zineverbruik te beperken.
In de zomer: Gebruik
bij hoge tempera-
turen de recirculatiemodus. Dit beperkt
de belasting van de airconditioning en
vermindert ook het brandstofverbruik.
In de winter: De benzinemotor wordt
pas automatisch uit geschakeld als de
benzinemotor en het interieur warm zijn
en verbruikt dus brandstof. Het brand-
stofverbruik kan worden verminderd
door overmatig gebruik van de verwar-
ming te vermijden.
Controleer de bandenspanning regel-
matig. Een onjuiste bandenspanning
kan leiden tot een hoog brandstofver-
bruik.
Winterbanden kunnen veel wrijving ver-
oorzaken en kunnen, als ze worden
gebruikt op droge wegen, dus ook een
hoger verbruik veroorzaken. Gebruik
banden die geschikt zijn voor het sei-
zoen. Zware bagage leidt tot een hoger
brandstofverbruik. Neem geen onno-
dige bagage mee. Ook een groot impe-
riaal leidt tot een hoger
brandstofverbruik.
Opwarmen van de motor is niet nodig,
omdat de benzinemotor als hij koud is
automatisch start en weer wordt uitge-
schakeld. Als vaak korte afstanden
worden gereden, warmt de motor her-
haaldelijk op en ook dat kan leiden tot
een hoger brandstofverbruik.
Rijden op de snelweg
Airconditioning
Controle van bandenspanning
Bagage
Opwarmen voor het rijden
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo
k Page 433 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM

435
4
4-6. Rijtips
Rijden
Voer, afhankelijk van de omstandighe-
den, de volgende handelingen uit:
Probeer een vastgevroren ruit niet
met kracht te openen en zet de rui-
tenwissers niet aan als deze vastge-
vroren zijn. Giet warm water over het
bevroren gedeelte om het ijs te laten
smelten. Veeg het water direct weg
om te voorkomen dat het bevriest.
Verwijder de eventueel aanwezige
sneeuw van de luch tinlaten voor de
voorruit om zeker te kunnen zijn van
een juiste werking van de aanjager
van het airconditioningsysteem.
Controleer of er spr ake is van ijs- of
sneeuwophopingen op de verlichting
aan de buitenzijde, op het dak, op
het chassis, rond de banden of op
de remmen, en verwijder deze
indien dat het geval is.
Verwijder sneeuw en modder van de
onderzijde van uw schoenen voordat
u in de auto stapt. Verhoog de snelheid geleidelijk, houd
een veilige afstand
tussen u en uw
voorligger en pas de snelheid aan aan
de conditie van de weg.
Parkeer de auto en zet de selectie-
hendel in stand P, maar activeer de
parkeerrem niet. De parkeerrem kan
vastvriezen en bij het deactiveren
niet vrij komen. Blokkeer bij het par-
keren van de auto de wielen zonder
de parkeerrem te gebruiken.
Het niet in acht nemen hiervan kan
gevaarlijk zijn omdat de auto onver-
wacht in beweging kan komen, het-
geen kan leiden t ot een ongeval.
Wanneer de parkeerrem in de automatische
modus staat, wordt de parkeerrem gedeacti-
veerd wanneer de selectiehendel in stand P
wordt gezet. ( →Blz. 314)
Als de auto stils taat en de remmen
vochtig zijn terwijl de temperatuur
laag is, kunnen de remmen bevrie-
zen.
Controleer als de auto geparkeerd is
zonder de parkeerrem te activeren
of de selectiehendel niet uit stand P
kan worden gezet
*.
*: De selectiehendel wordt geblokkeerd als wordt geprobeerd deze vanuit stand P in
een andere stand te zetten zonder het
rempedaal in te trappen. Als de selectie-
hendel niet uit stand P kan worden gezet,
kan er een probleem aanwezig zijn in het
schakelblokkeersysteem. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winter-
banden
Laat winterbanden repareren of vervangen
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winter-
banden heeft namelijk invloed op de wer-
king van de bandenspanningssensoren en
-zenders.
Voordat u met de auto gaat
rijden
Tijdens het rijden
Bij het parkeren
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 435 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM

5
441
5
Voorzieningen in het interieur
Voorzieningen in hetinterieur
5-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische airconditioning ..................... 442
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming/
stoelventilatoren .................. 448
5-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting ............... 451
5-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden .......... 454
Voorzieningen in de bagageruimte ...................... 458
5-4. Gebruik van de overige voorzieningen in
het interieur
Overige voorzieningen in het interieur ......................... 463
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 441 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM

4425-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
5-1.Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Schakelaar automatische modus
Schakelaar temperatuurregeling links
Schakelaar temperatuurregeling rechts
DUAL-schakelaar
Schakelaar OFF
Schakelaar voorruitverwarming
Schakelaar achterruit- en buitenspiegelverwarming
Keuzeschakelaar aanjager
Schakelaar verlagen aanjagersnelheid
Schakelaar verhogen aanjagersnelheid
Schakelaar luchtcirculatieregeling
Schakelaar buitenluc ht-/recirculatiemodus
Schakelaar S-FLOW-modus
Aircoschakelaar
Deze afbeelding is voor auto's me t linkse besturing. Voor uitvoeringen met rechtse
besturing is de positie van de knoppen omgekeerd.
Automatische airconditioning
De uitstroomopeningen waaruit de lucht komt en de aanjagersnelh eid wor-
den automatisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur.
Bedieningspaneel airconditioning
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 442 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM

443
5
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
■Wijzigen van de ingestelde
temperatuur
Draai de draaiknop voor de tempera-
tuurregeling aan bestuurderszijde
rechtsom om de temperatuur te verho-
gen en linksom om de temperatuur te
verlagen.
De functies van de toet sen van de airconditi-
oning wijzigen van gescheiden naar
gemeenschappelijke bediening en omge-
keerd als de DUAL-schakelaar wordt inge-
drukt.
Gemeenschappelijke bediening (het contro-
lelampje in de DUAL-schakelaar brandt):
De draaiknop voor de temperatuurregeling
aan de bestuurderszijde kan worden
gebruikt om de temperatuur aan de bestuur-
ders- en passagierszijde in te stellen. Bedien
de draaiknop voor de temperatuurregeling
aan de passagierszijde om de gescheiden
bediening te activeren.
Gescheiden bediening (het controlelampje
op de DUAL-schakelaar is uit):
De temperatuur aan de bestuurders- en pas-
sagierszijde kan afzonderlijk worden inge-
steld.
■Instellen van de aanjagersnelheid
Druk op de schakelaar voor het verho-
gen van de aanjagersnelheid om de
aanjagersnelheid te verhogen en de
schakelaar voor het verlagen van de
aanjagersnelheid om de aanjagersnel-
heid te verlagen.
Druk op de schakelaar OFF om de aanjager
uit te schakelen.
■Wijzigen van de luchtcirculatie-
modus
Druk op de toets voor de luchtcirculatie-
regeling.
De luchtcirculatie modus verandert telkens
wanneer de schakelaar wordt ingedrukt als
volgt:
1 Bovenlichaam
2 Bovenlichaam en voeten
3 Vo e te n
4 Voeten en voorruitontwaseming
■Schakelen tussen buitenluchtmo-
dus en recirculatiemodus
Druk op de schakelaar buitenlucht-
/recirculatiemodus.
Iedere keer als er op de toets wordt gedrukt,
wordt er geschakeld tussen de buitenlucht-
modus (controlelampje brandt niet) en de
recirculatiemodus (controlelampje brandt).
■In-/uitschakelen van de koel- en
ontvochtigingsfunctie
Druk op de aircoschakelaar.
Wanneer de functie is i ngeschakeld, brandt
het controlelampje op de toets A/C.
■Ontwasemen van de voorruit
De ruitverwarming wordt gebruikt om
de voorruit en de zijr uiten voor te ont-
wasemen.
Druk op de schakelaar voor de voorruit-
verwarming.
Zet, als de recirculat iemodus is ingescha-
keld, de toets voor de buitenlucht-/recircula-
tiemodus in de buitenl uchtmodus. (Mogelijk
gaat dit automatisch.)
112233
44
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 443 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM

4445-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Verhoog de aanjagersnelheid en de tempe-
ratuur om de voorruit en zijruiten snel te ont-
wasemen.
Druk wanneer de voorruit is ontwasemd
nogmaals op de schakelaar voor de voorruit-
verwarming om terug te keren naar de
vorige modus.
Als de voorruitverwar ming is ingeschakeld,
brandt het controlelampje op de schakelaar
voorruitontwaseming.
■Ontwasemen van de achterruit en
buitenspiegels
De achterruit- en buitenspiegelverwar-
ming worden gebruikt om de achterruit
te ontwasemen en om regendruppels,
dauw en ijs van de buitenspiegels te
verwijderen.
Druk op de schakelaar achterruit- en
buitenspiegelverwarming.
De buitenspiegelverwarming schakelt na 15
minuten automatisch uit.
Als de achterruit- en buitenspiegelverwar-
ming is ingeschakeld, brandt het controle-
lampje op de schakelaar achterruit- en
buitenspiegelverwarming.
■Persoonlijke voorkeursinstellin-
gen aanjager
Als de automatische stand geselec-
teerd is, kan alleen de aanjagersnel-
heid volgens uw voorkeur worden
ingesteld.
1 Druk op de schak elaar voor de
automatische modus.
2 Druk op de keuzes chakelaar voor
de aanjager.
3 Elke keer als de keuzeschakelaar
voor de aanjager wordt ingedrukt,
verandert de aanjagersnelheid als
volgt.
MEDIUM (gemiddeld) → SOFT (laag) →
FAST ( sne l)
■Beslaan van de ruiten
●Wanneer de luchtvochtigheid in de auto
hoog is, zullen de ruiten gemakkelijk
beslaan. Als u de aircoschakelaar inscha-
kelt, wordt de lucht die via de uitstroom-
openingen stroomt, ontvochtigd en wordt
de voorruit efficiënt ontwasemd.
●Als u de aircoschakelaar uitschakelt, zullen
de ruiten mogelijk sneller beslaan.
●De ruiten zullen mogelijk beslaan als de
recirculatiemodus is ingeschakeld.
■Bij het rijden op stoffige wegen
Sluit alle ruiten. Als er na het sluiten van de
ruiten nog altijd stof wordt aangezogen, zet
dan de luchttoevoerregeling in de buiten-
luchtmodus en schakel de aanjager in.
■Buitenlucht-/recirculatiemodus
●Het wordt aangeraden om de recirculatie-
modus tijdelijk in te schakelen om te voor-
komen dat er vuile lucht wordt aangevoerd
en om de auto te helpen koelen wanneer
het buiten warm is.
●Mogelijk wordt de buitenluchtmodus/recir-
culatiemodus automat isch ingeschakeld
afhankelijk van de ingestelde temperatuur
of de temperatuur in de auto.
■Werking van de airconditioning in de
ECO-rijmodus
●In de ECO-rijmodus wordt de airconditio-
ning als volgt bediend voor een laag
brandstofverbruik:
• Het motortoerental en de werking van de compressor worden geregeld om de ver-
warm-/koelcapaciteit te beperken
• Wanneer de automatische modus is geko- zen, wordt de aanjagersnelheid beperkt
●Doe het volgende om de prestaties van de
airconditioning te verbeteren:
• Wijzig de aanjagersnelheid
• Schakel de ECO-rijmodus uit ( →Blz. 420)
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 444 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM