.
.
4
Proace_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2019
Overzicht
Instrumentenpanelen 14Verklikkerlampjes 17Koelvloeistoftemperatuur 31Kilometerteller en dagteller 38Dimmer dashboardverlichting 39Boordcomputer 40Touchscreen 43Datum en tijd instellen 46
Sleutel 47Sleutel, afstandsbediening 47Smart Entry & Start System 55Vergrendelen/ontgrendelen van binnenuit 72Voorportieren 74Handbediende schuifdeur(en) 75Elektrisch bedienbare schuifdeur(en) 78Kick-activated side doors opening and locking 87Achterdeuren met ruiten 91Achterklep 94Alarm 95Elektrisch bedienbare ruiten 98
Stuurwielverstelling 99Voor stoelen 9 9Tweezitsbank vóór 104Smart Cargo 10 6Vaste eendelige bank 110Vaste stoel en bank achter 113Dubbele cabine met vaste achterbank 117Crew cab, neerklappen 118Voorzieningen in het interieur 119Voorzieningen in de laadruimte 122Voorzieningen in het passagierscompartiment 123Ver warming / ventilatie 125Handbediende airconditioning 126Automatische airconditioning met gescheiden regeling 128Ontwasemen - Ontdooien voorruit en zijruiten 132Buitenspiegelverwarming 133Achterruitverwarming 134Ver warming - Airconditioning achter 137Fuel burner heater/Remote controlled fuel burner heater 13 8Plafonnier(s) 141
Spiegels 143Lichtschakelaar 146Verlichting overdag 149Automatische verlichting 149Grootlichtassistent 153Koplampen handmatig in hoogte verstellen 155Ruitenwisserschakelaar 156Automatische ruitenwissers 157
Alarmknipperlichten 160ERA-GLONASS emergency call system 160Claxon 161Elektronische stabiliteitscontrole (ESP) 161Toyota Traction Select 16 4Veiligheidsgordels 166Airbags 170Kinderzitjes 174Uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde 177ISOFIX-bevestigingen 186Mechanisch kinderslot 194Elektrische kinderbeveiliging 194Kinderbeveiliging van de ruitbediening achter 195
Eco-rijden
Instrumentenpaneel
Toegang tot de auto
Ergonomie en comfortVerlichting en zicht
Veiligheid
S t i c k e r s 11
Inhoudsopgave
6
Proace_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2019
Cockpit
Plafonnier s 141-142Binnenspiegel 145Achteruitrijcamera op de binnenspiegel 258ER A- GLONASS emergency call system 160, 338-339
12V-aansluiting 121USB-aansluiting 122Uitschakeling airbag vóór aan passagierszijde 172, 177
Handgeschakelde vijf-/zesversnellingsbak 207Schakelindicator 208Automatische transmissie 209-213Elektronisch gestuurde versnellingsbak 214-217Stop & Start-systeem 218 -221Hill start assist control 206
Verwarming/ventilatie 125Handbediende airconditioning 126-127Automatische airconditioning met gescheiden regeling 128 -131Verwarming/airconditioning achter 137Luchtrecirculatie 125, 126, 131Ontwasemen/ontdooien vóór 132Ontwasemen/ontdooien achterruit 134
Parkeerrem 205
Motorkapontgrendeling 276
Zekeringen dashboard 316-318
Touchscreen (Toyota Pro Touch with navigation system) 43, 341-376Touchscreen (Toyota Pro To u c h) 43, 377-396
Toyota Radio Bluetooth 46, 397- 419
Ventilatieroosters 135
Handmatige buitenspiegelverstelling 143
Datum en tijd instellen 46
Overzicht
8
Proace_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2019
Plafonniers achter 141Lampen plafonnier ver vangen 312
Binnenspiegel 145Plafonnier vóór 141Lampen plafonnier ver vangen 312
Voorzieningen interieur 119-122- bekerhouder- mat- zonneklep- dashboardkastje- opbergvak- bovenste opbergvak- accessoireaansluiting, USB-aansluitingGereedschapskist 287-289
ISOFIX-bevestigingen (dubbele cabine met vaste achterbank) 186 -189
Passagiersbank met 2 zitplaatsen 104 -105Passagiersbankverwarming 105Smart Cargo 10 6 -109Schrijftafel 109Kinderzitjes 174-183
Bandenreparatieset 287-289, 290 -295Reser vewiel, krik, wiel ver wisselen 287-289, 296 -302
Voorzieningen laadruimte 122-123- sjorogen- tussenschotAccessoires 271-273
Dubbele cabine 117-118
Airbags vóór, zij-airbags 170 -173Uitschakelen airbag vóór aan passagierszijde 172, 17712V-aansluitingen 121USB-aansluiting 122
Voorstoelen 99-103- handmatige verstelling- elektrische verstelling- hoofdsteun- stoelverwarmingVeiligheidsgordels 166-168
Interieur
Overzicht
9
Proace_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2019
Voorzieningen interieur 119-122- bekerhouder- mat- zonneklep- dashboardkastje- opbergvak- bovenste opbergvak- accessoireaansluiting, USB-aansluitingGereedschapskist 287-289
Kinder zitjes 174 -181, 18 4 -185ISOFIX-bevestigingen 186 -187, 190 -192Zijruiten achter 124, 195
Vaste eendelige bank 110 -112Stoel en bank achter 113 -115Stickers stoelen 116
Passagiersbank vóór met 2 zitplaatsen 104 -105Passagiersbankverwarming 105
Verwarming/ventilatie achter 137
Bandenreparatieset 287-289, 290 -295Reser vewiel, krik, wiel ver wisselen 287-289, 296 -302
Voorzieningen passagierscompartiment 123-124- bagagenet voor hoge belading- zijruiten achterAccessoires 271-272
Plafonniers achter 142Lampen plafonnier ver vangen 312
Binnenspiegel 145Plafonnier vóór 142Lampen plafonnier ver vangen 312Airbags vóór, zij-airbags, window-a i r b a g s 170 -173Uitschakelen airbag vóór aan passagierszijde 172, 17712V-aansluiting 121USB-aansluiting 122
Voorstoelen 99-103- handmatige verstelling- elektrische verstelling- tafelstand- hoofdsteun- stoelverwarmingVeiligheidsgordels 166-168
Vaste eendelige achterbank 110 -112Stoel en bank achter 113 -115Stickers stoelen 116
Interieur
.
Overzicht
24
Proace_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2019
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Airbag vóór aan passagierszijdepermanent, op het display van de verklikkerlampjes voor de veiligheidsgordels en de airbag vóór aan passagierszijde.
De schakelaar op de zijkant van het dashboard aan passagierszijde staat in de stand "OFF".De airbag vóór aan passagierszijde is uitgeschakeld.U kunt een kinderzitje met de "rug in de rijrichting" plaatsen, behalve in het geval van een storing in het airbagsysteem (verklikkerlampje airbags brandt).
Zet de schakelaar in de stand "ON" om de airbag vóór aan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje met de "rug in de rijrichting".
Airbagstijdelijk.Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het niet uitgaat.
permanent.Er is een storing in een van de airbags of de pyrotechnische gordelspanners.
Laat ze direct nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Passagiersairbagpermanent.De schakelaar in het dashboard aan passagierszijde staat in de stand "ON".De passagiersairbag is ingeschakeld.Plaats in dit geval geen kinderzitje met de "rug in de rijrichting" op de voorpassagiersstoel.
Zet de schakelaar in de stand "OFF" om de passagiersairbag uit te schakelen.U kunt een kinderzitje met de "rug in de rijrichting" plaatsen, behalve in het geval van een storing in het airbagsysteem (verklikkerlampje airbags brandt).
Instrumentenpaneel
120
Proace_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2019
Opbergvakken in de
voorportieren
Vloeistof die in de bekerhouder wordt ver voerd (bijvoorbeeld in een mok) en wordt gemorst, kan bij contact met schakelaars op het dashboard en de middenconsole storingen veroorzaken. Wees daarom voorzichtig bij het gebruik van de bekerhouder.
Dashboardkastje
In het dashboardkastje bevindt zich de schakelaar voor het uitschakelen van de airbag aan passagierszijde en kunnen een fles water, de boorddocumentatie enz. worden opgeborgen.
Opbergvak
In dit vak kunnen een fles water, de boorddocumentatie enz. worden opgeborgen.
F Druk op het linker gedeelte van de knop om het opbergvak te openen en begeleid het deksel met de hand tot een klik aangeeft dat het volledig is geopend.Afhankelijk van de uitvoering treedt de verlichting in werking zodra het opbergvak wordt geopend.
Als de auto is voorzien van airconditioning, beschikt het kastje over een luchttoevoerkanaal waaruit dezelfde (gekoelde) lucht stroomt als uit de ventilatieroosters van het interieur.
Houd tijdens het rijden het opbergvak gesloten om verwondingen bij een aanrijding of een noodstop te voorkomen.
Zonneklep
De zonneklep beschermt tegen zonlicht dat van voren of van de zijkant komt en is voorzien van een make-upspiegel met verlichting (afhankelijk van de uitvoering).De zonneklep aan bestuurderszijde is voorzien van een opbergmogelijkheid voor tolkaarten, tickets, ...
F Open als het contact aan is het afdekkapje. De verlichting van de make-upspiegel gaat automatisch branden.
Ergonomie en comfort
169
Proace_nl_Chap05_securite_ed01-2019
Adviezen
Bij aanrijdingen
De gordelspanners kunnen, afhankelijk van de aard en de kracht van de aanrijding, vóór en onafhankelijk van de airbags afgaan. Het activeren van de gordelspanners gaat gepaard met wat onschadelijke rook en een knal, als gevolg van de activering van de pyrotechnische lading die in het systeem is geïntegreerd.In alle gevallen gaat het verklikkerlampje van de airbag branden.Laat na een aanrijding de veiligheidsgordels nakijken en indien nodig vervangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Voor een effectieve werking van de veiligheidsgordel:- dient deze strak om het lichaam te worden gedragen,- moet deze in een vloeiende beweging naar voren worden getrokken, zonder dat de gordel gedraaid raakt,- mag deze door niet meer dan één persoon worden gedragen,- mag deze geen beschadigingen of rafels vertonen,- mag er om te voorkomen dat de gordel niet goed werkt, niets aan worden gewijzigd.Vanwege de wettelijke veiligheidsvoorschriften moeten werkzaamheden en controles aan de veiligheidsgordels worden uitgevoerd door h e t To y o t a-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats, die tevens voor de garantie zorgt en de werkzaamheden volgens de voorschriften uitvoert.Laat uw veiligheidsgordels regelmatig nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige, vooral wanneer ze tekenen van beschadiging vertonen.Reinig de veiligheidsgordels met zeepsop of een reinigingsmiddel voor textiel, verkrijgbaar bij het Toyota-netwerk.Controleer na het neerklappen of verstellen van een stoel of de achterbank of de gordel zich op de juiste plaats bevindt en goed is opgerold.
Voorschriften voor kinderen
Maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner dan 1,50 m gebruik van een geschikt kinderzitje.De veiligheidsgordel mag door niet meer dan één persoon gedragen worden.Laat nooit een kind op schoot zitten tijdens het rijden.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over kinderzitjes.
Alvorens te gaan rijden dient de bestuurder te controleren of alle passagiers hun veiligheidsgordel goed hebben omgedaan en vastgemaakt.Zorg er voor dat alle inzittenden tijdens het rijden hun veiligheidsgordel dragen, ook al betreft het een korte rit.Draai de gespen van de veiligheidsgordels niet om; de gordels zijn dan niet voldoende effectief.De veiligheidsgordels zijn voorzien van een oprolautomaat die er voor zorgt dat de lengte van de gordel automatisch wordt aangepast aan de lichaamsbouw van de gebruiker. De gordel wordt automatisch opgerold als deze niet wordt gebruikt.Controleer zowel voor en na het gebruik van de gordel of deze goed is opgerold.De heupgordel moet zo laag mogelijk op het bekken worden geplaatst.De schoudergordel moet langs het holle gedeelte van de schouder worden geplaatst.De oprolautomaten zijn voorzien van een automatische blokkeerinrichting die in werking treedt bij een aanrijding, een noodstop of het over de kop slaan van de auto. U kunt de blokkeerinrichting
deblokkeren door stevig aan de riem te trekken en deze weer los te laten, zodat de riem weer een stukje wordt opgerold.
5
Veiligheid
170
Proace_nl_Chap05_securite_ed01-2019
Airbags
De airbags zijn speciaal ontworpen om de veiligheid van de inzittenden (uitgezonderd de passagiers op de middelste zitplaats van zitrij 2 en, volgens uitvoering, zitrij 3) bij ernstige aanrijdingen te verbeteren. De airbags vormen een aanvulling op de werking van de veiligheidsgordels met spanbegrenzers.De elektronische schoksensoren registreren de frontale en zijdelingse aanrijdingen waaraan de registratiezones voor een aanrijding worden blootgesteld:- bij een ernstige aanrijding gaan de airbags onmiddellijk af om de inzittenden van de auto (uitgezonderd de passagiers op de middelste zitplaats van zitrij 2 en, volgens uitvoering, zitrij 3) te helpen beschermen. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas snel uit de airbags, zodat het zicht niet wordt belemmerd en de inzittenden de auto eventueel kunnen verlaten,- bij een minder ernstige aanrijding of een
aanrijding van achteren en in bepaalde gevallen waarbij de auto over de kop slaat, treden de airbags niet in werking. De veiligheidsgordels helpen u in deze situaties voldoende te beschermen.
De airbags werken alleen als het contact aan is.
De airbags werken slechts eenmaal. Als er een tweede aanrijding plaatsvindt (tijdens hetzelfde of een volgend ongeval), worden de airbags niet meer opgeblazen.
Het activeren van (een van) de airbags gaat gepaard met wat rook en een knal, als gevolg van de activering van de pyrotechnische lading die in het systeem is geïntegreerd.De rook is niet schadelijk, maar kan voor personen die hier gevoelig voor zijn, irriterend zijn.De knal die bij het afgaan wordt geproduceerd, kan het gehoor gedurende een korte periode enigszins verminderen.
Registratiezones voor een aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Impactzone opzij.
Veiligheid